KPMG
Pensioenfondsen zien niets in pensioen in natura
06|01|10 - Slechts klein deel van de fondsen ziet oplossing in
pensioen in natura om het pensioenstelsel duurzaam en betaalbaar te
houden.
Nederlandse pensioenfondsen zien niets in de uitkering van het
pensioen in natura in plaats van in financiële middelen. Slechts 6%
van de fondsen vindt pensioen in nature een oplossing om het
pensioenstelsel duurzaam en betaalbaar te houden. Als het systeem van
pensioen in natura er toch zou komen, is de zorg volgens de fondsen de
belangrijkste kostenpost die in nature betaald zou kunnen worden. Dit
blijkt uit jaarlijks onderzoek van KPMG onder 100 Nederlandse
pensioenfondsen.
Hoewel ook de overheid nog niet overtuigd is van het systeem, zou een
overgang op pensioen in natura volgens Edward Snieder van KPMG
Financial Services voor de sector een wezenlijke vooruitgang kunnen
betekenen. Snieder: "Het huidige pensioenstelsel staat immers al jaren
onder grote druk en levert pensioendeelnemers eigenlijk niet meer dan
een schijnzekerheid. Zij weten immers niet of ze met de financiële
belofte van hun pensioen straks ook daadwerkelijk hun levensbehoeften
en wensen kunnen vervullen op het door hen verwachte niveau.
Om dat fundamentele probleem te lijf te gaan is een rigoureus nieuwe
benadering nodig van het pensioenthema. Pensioen in natura, een
belofte om te voorzien in behoeften van gepensioneerden in plaats van
een belofte in geld, heeft op langere termijn het potentieel om dit
probleem op te lossen."
De meeste pensioendeelnemers hebben volgens Snieder op dit moment geen
idee of ze met de financiële belofte van hun pensioen straks hun
behoeften kunnen invullen. Snieder: "Pensioen in natura is echter
waardevast. Men verzekert een product of dienst in plaats van een
geldelijk product. Pensioen in natura als waardevast pensioen zou
daarom een goed alternatief zijn naast een reëel pensioen. Pensioen in
natura biedt bovendien oplossingen voor problemen binnen en buiten de
pensioensector. Het concept leidt in andere sectoren zoals de
vastgoedmarkt, de zorg en de mobiliteitsmarkt tot inkoopmacht en de
juiste prikkels.
Een pensioenstelsel dat is gebaseerd op naturabeloften biedt partijen
in deze markten immers veel meer richting en zekerheid om te
investeren in precies die zaken die nodig zijn om de behoeften van
ouderen in de toekomst te vervullen. In de huidige onzekerheid blijven
die investeringen veelal achter. Voor de pensioensector zou een
overgang op pensioen in natura dan ook een wezenlijke vooruitgang
betekenen."
Het is in dit stadium nog niet zinvol om vast te leggen hoe het model
er precies uit moet zien, vindt Snieder. Snieder: "Wel is duidelijk
dat er sprake moet zijn van individuele keuzes binnen een collectief
stelsel. Deelnemers zouden via 'een loket' hun individuele wensen ten
aanzien van bijvoorbeeld de componenten zorg, wonen, mobiliteit en
stervensbegeleiding moeten definiëren en de daarbij horende
voorwaarden accepteren. Pensioen in natura gaat de komende paar jaar
nog niet massaal doorbreken.
Toch is het nodig om juist nu de discussie te openen. Het gaat
nadrukkelijk om een maatschappijbreed thema dat dan ook de aandacht
moet krijgen van verschillende ministeries. We pleiten er dan ook voor
om een strategische studie uit te voeren waarbij niet de praktische of
wettelijke bezwaren leidend zijn maar waarin de maatschappelijke voor-
en nadelen systematisch worden afgewogen."
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Andy Bellm, (020) 656
7039.
© 2010 KPMG N.V., registered with the trade register in the
Netherlands under number 34153857, is a subsidiary of KPMG Europe LLP
and a member firm of the KPMG network of independent member firms
affiliated with KPMG International Cooperative ('KPMG International'),
a Swiss entity. All rights reserved.