Gemeente Beverwijk


Rede burgemeester - nieuwjaarsreceptie 4 januari 2010

Tijdens de nieuwjaarsreceptie op maandag 4 januari 2010 sprak de burgemeester zijn nieuwjaarsrede uit. Deze kunt u hieronder op uw gemak nalezen.

Dames en heren,

Fijn dat u hier allemaal bent om met ons en met elkaar de goede wensen voor het nieuwe jaar te wisselen. Op verschillende momenten in het afgelopen jaar heb ik mogen constateren dat de wensen die wij jegens elkaar uitspreken ook echt inhoud hebben; dat wij, zoals wij hier bij elkaar zijn, dat wij in onze samenleving, elkaar meermalen hebben kunnen en willen steunen.

2009 is geen gemakkelijk jaar geweest. Velen van ons hebben zorg en verdriet gekend. Zorg om de continuïteit van het bedrijf, om het behoud van werkgelegenheid. Verdriet om ziekte en zeer, om het verlies van dierbaren. Daarin hebben wij elkaar gesteund.

In mijn nieuwjaarsrede vorig jaar noemde ik 2009 het oranje jaar: oranje als de kleur van behoedzaamheid tussen rood en groen; de kleur die aangeeft dat er keuzes gaan volgen. En keuzes zijn er geweest. Ik ben trots te melden dat onze gemeenteraad vorig jaar voor zo'n ¤ 80 miljoen aan investeringen heeft vastgelegd. Ik noem ze even: parkeergarage Meerplein, stadhuis, nieuwbouw school Heliomare. Tel daar nog bij op onze bijdrage aan de stadsvernieuwing van de Wijkerbaan en de Plantage. En hoewel de gemeente in geen van de genoemde projecten beslist over de aanbestedingen, constateer ik met genoegen dat lokale ondernemers de krachten bundelen om zich een gunstige positie te verwerven bij deze grote werken.

Daarnaast is er voldoende ruimte gebleven voor de maatschappelijke beleidsvelden. Als voorbeeld noem ik de beleidsvelden van welzijn en sport.

Met de Kerstparade hebben wij het jaar afgesloten. Met de Beverwijkse combinatie van samenwerking, bravour, creativiteit en inventiviteit hebben wij gezamenlijk iets moois neergezet waar heel de samenleving van heeft kunnen genieten. Wij zelf, u en ik, hebben er ook in de voorbereidende weken al veel plezier aan gehad. En ik weet dat in verschillende ondernemingen de Kerstparade een blijvend effect heeft als het gaat om identiteit en binding. Zo'n feestje hadden wij gewoon even nodig.

Ja, want ook 2010 wordt geen gemakkelijk jaar. Laten we dat wel even relativeren: wanneer kunnen wij nu in de 1e week van januari zeggen dat het nieuwe jaar een goed jaar zal zijn? Zelfs wanneer wij de hele oplage aan staatsloten kopen lijden we nog steeds verlies, toch?! Het komt erop aan hard te werken, kansen te pakken en elkaar ruimte te gunnen. Dat geldt voor het bedrijfsleven, dat geldt voor de overheid, dat geldt voor de individuele mens.

Ik blijf dan ook bij mijn stelling van vorig jaar dat Beverwijk een ongelooflijk tolerante samenleving kent, waardoor bij voorbeeld de grootschalige stadsvernieuwing vrijwel onbezwaard kan worden gerealiseerd. Waardoor ook, en dat is belangrijk, er veel ruimte is voor de ontwikkeling van het lokale bedrijfsleven. Beverwijk is trots op zijn ondernemers en de ondernemers zijn trots op hun Beverwijk. Niets aan de hand, dus, zou je zeggen.

Toch stuit ik van tijd op tijd op belemmeringen. Langlopende zaken, bij voorbeeld, die zo hun eigen geschiedenis kennen en als het ware hun eigen geheugen organiseren. Eén voor één probeer ik die te ontrafelen, want, is mijn stelling, als je een probleem echt wil oplossen dan moet je het eerst groter maken. Je moet een probleem niet bagatelliseren, klein maken. Je moet het juist groter maken. En wanneer het groot is, wanneer je zeker weet dat je alle hoeken en gaten ervan hebt verkend, dan kun je het gaan ontrafelen. Want op de bodem van ieder probleem ligt de oplossing. Het klinkt simpel en het is simpel.

Want in dat proces van probleemverkenning ontstaat er een situatie dat mensen elkaar ruimte gunnen. Dat is een keiharde randvoorwaarde voor de oplossing van ieder probleem. En nu ik hier wat langer werk kom ik van tijd tot tijd omstandigheden tegen waarin mensen elkaar die ruimte per se niet gunnen. Dat is zeuren. Daar kan ik niet tegenop werken.

Dan staat het in de krant, okay; dat hoort erbij als je een openbare functie hebt. Dan komen er bezwaren en beroepsprocedures; allemaal prima. Dan komt er een uitspraak van de hoogste instantie en die wordt dan door iedereen geaccepteerd. Althans, daar is ons stelsel op gebaseerd en in dat stelsel voel ik mij als mens en als bestuurder veilig en vertrouwd.

Anders is het wanneer de procedure wordt belast met wezensvreemde elementen. Ik doel hier op beweringen dat de overheid, dit bestuur, mijn bestuur, de eigen en de ambtelijke integriteit zou schenden om zaken te realiseren ten behoeve van eigenbelang. Zolang als ik in het openbaar bestuur actief ben speelt eens in de zoveel maanden zo'n bewering een rol in het maatschappelijk debat. De meest recente dateert van de afgelopen weken.

Ik zal het u eerlijk zeggen: ik lig daar wakker van. Begrijp me goed: ik lig niet wakker van vermeende integriteitschendingen, want ik ken ze niet. En waar ik ze zou kennen, zou ik ze kunnen keren. Dat mag u van mijn verwachten. Neen, ik lig wakker van het gegeven dat iedere burger in onze samenleving op ieder moment dat hij of zij dat wil de banvloek van de integriteitschending kan afroepen over ambtenaren, raadsleden en bestuurders.

Ik lig wakker, omdat er geen verweer tegen is. Ontkennen helpt niet. En met het instellen van een onderzoek naar de feiten wordt de beleving van "zie je wel; er is wel degelijk iets mis" alleen maar sterker. Dat hebben wij afgelopen zomer helaas ervaren. En bewijzen dat iets wat niet gedaan is niet gedaan is, is feitelijk onmogelijk. In zo'n geval kunnen wij alleen maar uitleggen wat wél gedaan is. En daar sta ik voor.

Tenslotte is er altijd iets te leren, dus ook nu. Ik leer dat ik mij als burgemeester van Beverwijk nog meer moet inspannen om bruggen te slaan; bruggen kriskras tussen inwoners, belanghebbenden, beleidsmakers en beslissers. Want als het gaat om de integriteit van bestuur, dan zou de 1e weg die naar de burgemeester zijn. Niet die naar de rechtbank. Niet die naar de media.

Alles overziend zou ik 2010 kunnen benoemen tot een rood jaar. Rood als symbool voor het kloppend hart van het openbaar bestuur raakt. Een hart dat ook zeer kan doen wanneer het geraakt wordt. Rood natuurlijk ook van het stempotlood.

Maar ik aarzel. Na het grijze 2008, waarin ik nadrukkelijk veelkleurig grijs wilde zijn om te kunnen verbinden tussen het polariserende zwart en wit; na het oranje 2009, waarin ik oranje hanteerde als symbool van behoedzaamheid tussen stilstand en vooruitgang; na grijs en oranje past geen rood.

Neen, ik wil 2010 benoemen tot een groen jaar.

Groen wordt het symbool voor een jaar waarin kan worden geoogst. De politieke partijen kunnen oogsten bij de verkiezingen. Het gemeentebestuur kan oogsten bij de uitvoering van de besluiten die vorig jaar zijn genomen over de grote projecten. De samenleving kan oogsten bij de invulling van al die stadsvernieuwing. Want zo goed als ik alleen burgemeester kan zijn door en dankzij de ontmoetingen met u allen, zo kan onze gemeente zich alleen ontwikkelen door de gezamenlijke en individuele betrokkenheid van de inwoners bij de eigen samenleving. In dit huis worden plannen voorbereid en vastgesteld, maar alleen buiten, in de samenleving, kunnen ze tot leven komen.

Ik sluit af met de constatering dat ik in mijn 1e jaar, het grijze jaar 2008, eigenlijk teveel binnen de muren van het stadskantoor heb gezeten. En de ambitie om dat in het oranje jaar 2009 anders te doen is een schone dood gestorven. Maar in het oogstjaar 2010 gaat het zeker lukken! Het gevoelen leeft breed dat de burgemeester in de nieuwe bestuursperiode zijn politieke portefeuilles niet zal houden. Dat geeft meer ruimte en tijd om de dingen te doen die van een burgemeester worden verwacht kunnen worden. Dan kan ik meer naar buiten, waar ik hoop u allen tegen te komen, in goede gezondheid en in voorspoed. Dan kunnen wij samen blijven werken aan de toekomst van deze prachtige gemeente.

Gelukkig nieuwjaar!

4 januari 2010 / Han van Leeuwen