Samenvatting conclusies in de zgn. rookverbodzaken
Op 5 januari 2010 heeft de advocaat-generaal bij de Hoge Raad mr. P.C.
Vegter conclusies genomen in twee strafzaken waarin het rookverbod
voor horeca-instellingen zonder personeel aan de orde is. Aan de
verdachten was - kort gezegd - tenlastegelegd dat zij als
horecaondernemers zonder personeel niet hadden voldaan aan de
verplichting in hun café een rookverbod in te stellen.
Op 12 mei 2009, respectievelijk 3 juli 2009 hebben de gerechtshoven in
Den Bosch en Leeuwarden de verdachten vrijgesproken van het niet
naleven van de verplichting het desbetreffende rookverbod in te
stellen (zie LJN BI3572 en BJ1286). De hoven waren kort gezegd van
oordeel dat de Tabakswet geen grond biedt voor het in het Besluit
uitvoering rookvrije werkplek, horeca en andere ruimten opgenomen
verbod, zodat het verbod ongeldig is. Daarom konden, volgens de hoven,
de verdachten niet worden veroordeeld voor overtreding van de
verplichting tot het instellen van een rookverbod.
De procedure bij de Hoge Raad
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in beide zaken beroep in cassatie
ingesteld en heeft de Hoge Raad verzocht de uitspraken te vernietigen.
Namens de verdachten hebben mr. M.I. Bloch en mr. J.A.Tempelman,
beiden advocaat in Amsterdam, in beide zaken het beroep van het OM
tegengesproken. In de zaak van het hof Den Bosch hebben zij namens de
verdachte incidenteel cassatieberoep ingesteld.
De advocaat-generaal is van oordeel dat op grond van de Tabakswet
kon worden besloten een rookverbod in te stellen voor
horeca-inrichtingen, geëxploiteerd door een ondernemer zonder
personeel. Hij komt tot dit oordeel op grond van een analyse van de
tekst en totstandkomingsgeschiedenis van de Tabakswet. Het incidenteel
cassatieberoep van de verdachte in de zaak van het hof Den Bosch dient
naar zijn mening te worden verworpen. Het rookverbod in cafés zonder
personeel is volgens de advocaat-generaal dan ook geldig.
In zijn conclusie adviseert de advocaat-generaal de Hoge Raad daarom
de bestreden uitspraken te vernietigen, zodat deze zaken nogmaals in
hoger beroep behandeld kunnen worden.
De zaken zijn verwezen naar de rol van 30 maart 2010 voor uitspraak
door de Hoge Raad.
Dit is een voorlopige roldatum die gewijzigd kan worden.
Ten slotte
Een conclusie is een onafhankelijk rechtsgeleerd advies aan de Hoge
Raad.
De advocaat-generaal maakt deel uit van het parket bij de Hoge Raad.
Het parket bij de Hoge Raad, dat geen onderdeel uitmaakt van het
Openbaar Ministerie, kan zich over een door de Hoge Raad te beoordelen
zaak niet anders uitlaten dan in het kader van de conclusie en is dan
ook niet in de gelegenheid tot het geven van nader commentaar.
Zie voor de conclusies:
- zaaknummer 09/02289 E : LJN BK8211
- zaaknummer 09/02920 E : LJN BK8210
Zie het origineel
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 5 januari 2010 Naar boven
Hoge Raad der Nederlanden