Algemene Vereniging Van Beroepsjournalisten in België
Fiscale voordeelregeling voor auteursrechten - en wat met beroepsinkomsten en
sociaal statuut ?
2009 was behalve een jaar dat mediahuizen en journalisten met een
fameuze crisis te kampen hadden, ook het jaar waarin de nieuwe fiscale
regeling voor auteursrechten volop uitwerking kreeg. Terwijl de crisis
mogelijk op haar laatste benen loopt, zal het dossier auteursrechten
in 2010 alleen maar aan belang winnen. Meer en meer koppelen uitgevers
de nieuwe regeling immers aan de gewone beroepsinkomsten van hun
journalisten. En dus is het voor elk van ons bijzonder goed opletten
in de maanden die komen.
De fiscale voordeelregeling voor auteursrechten ging op 1 januari 2008
retroactief van start, ook al werd ze pas medio 2008 definitief door
het parlement goedgekeurd. Afgelopen jaar was dus het eerste waarin
het nieuwe regime volop uitwerking kreeg.
De wetgever had alleszins de beste bedoelingen. Auteurs worden
voortaan op de auteursrechten die ze ontvangen slechts nog aan een
tarief van 15 % belast. Daar komt nog eens een aanzienlijk
belastingvrij kostenforfait van 50 % bij, althans tot aan een inkomen
uit auteursrechten van 13.841 (tussen dat bedrag en 27.690 kan nog
altijd 25 % forfaitair als beroepskosten worden afgetrokken). Het
resultaat is dat in de praktijk vele auteurs slechts 7,5 % aan
belastingen op hun auteursrechten ingehouden zien.
Ook praktisch gezien gaat het voor auteurs om een mooie regeling. Hun
opdrachtgevers komt het bij de betaling immers toe de verschuldigde
belasting bij wijze van roerende voorheffing in te houden en
vervolgens door te storten aan de fiscus. Dat werkt voor de auteur
bevrijdend: bij het invullen van zijn belastingaangifte in juni moet
hij van de ontvangen auteursrechten niets meer opgeven.
In principe kun je als auteur en dus ook als journalist met zon
fiscaal geschenk alleen maar juichen. Wat belet ons misschien zelfs om
onze lonen en honoraria volledig om te zetten in auteursrechten, en zo
maximaal te profiteren van de voordeelregeling? Tel uit je winst, als
je weet dat een gemiddelde belastingaanslag al snel 40 of 50 % van het
inkomen treft. Zeker in dit qua journalistenvergoedingen niet echt
royaal bedeelde land, komt een fiscale tegemoetkoming als deze maar
net van pas.
Als het van de uitgevers van kranten en magazines afhangt, dan wordt
er ook veel meer in auteursrechten betaald. Meer en meer vergoeden zij
freelancejournalisten in de vorm van 100 % auteursrechten. Dat is voor
de uitgevers vooral een kwestie van administratief gemak, want het
moet gezegd dat de verplichting die ze erbij kregen om een roerende
voorheffing in te houden bij de betaling van auteursrechten, voor hen
geen cadeau is. Zeker niet wanneer die auteursrechten geval per geval
verschillen, en de in te houden voorheffing telkens opnieuw moet
worden bekeken. Om eerlijk te zijn: de nieuwe fiscale voordeelregeling
is op het lijf geschreven van boekenauteurs en hun uitgevers. Met de
realiteit van journalisten en hun uitgevers werd niet optimaal
rekening gehouden.
Hoe dan ook: de nieuwe fiscaliteit is een feit en de uitgevers willen
dus wel. En toch het klinkt bijzonder paradoxaal maar het is wel zo
wringt de VVJ tegen. Vragen we eerst een serieus debat met de
uitgevers over de mogelijkheid van uitkeringen in auteursrechten. Daar
hebben we ook onze redenen voor. Drie, om bij de belangrijkste te
blijven.
1. Prestatievergoedingen zijn geen auteursrechten
Minister van Financiën Didier Reynders (MR) heeft intussen
herhaaldelijk gezegd dat de nieuwe fiscaliteit voor auteursrechten
geen al te hoge vlucht kan nemen. Het kan niet de bedoeling zijn,
aldus Reynders, dat wat vroeger als vergoeding voor prestaties werd
uitgekeerd, nu plotsklaps als auteursrechten wordt uitgekeerd. Het
principe blijft wel degelijk: voor het eigenlijk werk wordt een
prestatievergoeding betaald (loon of honorarium), auteursrechten
daarentegen dienen als compensatie voor elk verder gebruik dat de
opdrachtgever van het werkstuk maakt.
De bekommernis van Financiën valt te begrijpen. Sinds enige tijd
duiken her en der advocaten en architecten op die hun teksten of
plannen laten betalen in de vorm van fiscaal voordelige
auteursrechten. Kan men zich voorstellen welk een negatieve impact dit
op den duur moet hebben voor de staatskas?
Het uitgangspunt van Financiën is zopas overigens nog eens bevestigd
in twee beslissingen van de Rulingcomissie, dat is de instantie bij de
FOD Financiën die voor nieuwe fiscale twistpunten richtlijnen kan
formuleren aan het adres van de controlediensten. Een paar
persmedewerkers hadden de Rulingcommissie gevraagd of ze al hun
ontvangen vergoedingen voortaan als auteursrechten konden inbrengen.
De Rulingcommissie (www.ruling.be) antwoordde telkens negatief: de
betaalde sommen zijn wel degelijk prestatievergoedingen. De redenen
daarvoor zijn dat het geleverde werk ook voorheen op die wijze werd
vergoed, dat er nergens expliciet melding wordt gemaakt van de
overdracht van auteursrechten, en dat althans in een van de twee
gevallen het om een dagvergoeding gaat.
Eigenlijk moeten ook de uitgevers toegeven dat er een probleem is met
de exclusieve betaling in auteursrechten. Daarom stelden de Vlaamse
Dagbladuitgevers (VDP) aan de VVJ voor om althans voor de freelancers
tot een algemene afspraak te komen over de verdeling van de
vergoedingen in prestatievergoeding en auteursrechten. De VVJ wilde
wel, maar oordeelde het uiteindelijk toch te vroeg voor een dergelijke
afspraak. Dat heeft ook te maken met nog enkele andere serieuze
complicaties, zoals
2. Wat met het sociaal statuut?
Minder belastingen moeten betalen is altijd goed nieuws, en als er dan
ook nog eens minder of zelfs geen sociale zekerheidsbijdragen moeten
worden opgehoest, is het feest natuurlijk compleet. Sociale bijdragen
worden nu eenmaal betaald op beroepsinkomsten, niet op de roerende
inkomsten die auteursrechten zijn.
En toch heeft ook dit leuke verhaal een belangrijke keerzijde. Hoe zit
het dan immers met de sociale rechten die men opbouwt? Wie niet langer
het statuut van werknemer of zelfstandige heeft maar zijn inkomen
haalt uit auteursrechten verliest de sociale zekerheidsvoordelen die
aan deze statuten vasthangen. En kan dus helemaal zelf op zoek naar
alternatieve wijzen om wat bestaanszekerheid op te bouwen. Een private
ziekteverzekering en pensioenpolis bijvoorbeeld. Voorwaar geen
goedkope aangelegenheden.
De VVJ eist dan ook absolute duidelijkheid over alle gevolgen van de
betalingen in auteursrechten, met name op het sociale vlak. De VVJ
schakelt hiertoe, samen met de Franstalige zustervereniging AJP, ook
de gepaste experten in.
3. Hypotheek op redelijke vergoedingen
De derde, zeker niet onbelangrijkste reden waarom de VVJ bijzonder
beducht is voor onverhoedse uitbetalingen van auteursrechten, is dat
dit een loodzware hypotheek dreigt te leggen op de hoogte van de
vergoedingen in de toekomst.
In zoverre de nieuwe fiscaliteit voor auteursrechten wordt toegepast,
moet een ding van meet af aan duidelijk zijn: het fiscale voordeel
komt de auteurs, en enkel de auteurs toe. Toch zit het eraan te komen
dat uitgevers de voordeelregeling als alibi zullen inroepen om in de
toekomst geen verhogingen van vergoedingen meer te moeten toestaan,
want die nieuwe fiscaliteit levert jullie toch al genoeg op?. Bij deze
herinneren we eraan dat met name de freelancevergoedingen in dit land
op een beschamend laag niveau liggen en tot de laagste behoren van
West-Europa.
Het kan nog erger, zo heeft de Franstalige uitgever IPM van La Libre
Belgique en La Dernière Heure intussen staalhard bewezen. Daar lieten
ze voorwaar verstaan dat, gelet op het nieuwe fiscale voordeel,
journalisten verondersteld worden een stuk van hun lonen en
vergoedingen in te leveren. Als we het fiscale voordeel nu eens mooi
in twee verdelen een stuk voor de journalist, een stuk voor de
uitgever dan kunnen we als mediahuis de crisis weer een beetje
performanter te lijf, zo klonk het vrij vertaald.
Om de dreiging helemaal rond te maken: de Franstalige dagbladuitgevers
zegden kort geleden de CAO op met loonschalen die ze tot dusver voor
beroepsjournalisten naleefden. Ze stellen nu voor om toekomstige
loonsverhogingen en zelfs een deel van de huidige journalistenlonen om
te zetten in auteursrechten. Aan een gespecialiseerde consultant
vroegen ze zelfs al om de gepaste simulaties uit te werken.
Voor de journalistenbonden VVJ en AJP kan een operatie-auteursrechten
hoe dan ook onmogelijk worden losgekoppeld van een debat over de
hoogte van de vergoedingen. Daarbij is duidelijk dat de
brutovergoedingen die vandaag worden betaald, onder geen beding naar
beneden kunnen. Zodat het fiscale voordeel van de nieuwe wet zoals
gezegd integraal aan de auteurs toekomt.
Pol Deltour
ENKELE ACTUELE VRAGEN & ANTWOORDEN OVER DE NIEUWE FISCALITEIT OP
AUTEURSRECHTEN
V: Als freelancer word ik sinds kort uitbetaald in de vorm van 100 %
auteursrecht, waarop mijn opdrachtgever 15% of zelfs maar 7,5%
roerende voorheffing inhoudt. Financieel komt me dat natuurlijk goed
uit, maar kan dat zomaar?
A: Als VVJ blijven we van mening dat dit niet kan. We begrijpen wel
dat de uitgevers uit zijn op administratief gemak bij de verwerking
van betalingen, maar Financiën verklaarde intussen herhaaldelijk dat
wat in het verleden altijd beschouwd is geweest als honorarium, nu
niet mag worden omgezet in auteursrechten. Dat standpunt is zopas
overigens door de Rulingcommissie - de Dienst Voorafgaande
Beslissingen in Fiscale Zaken twee keer bevestigd.
Het risico blijft dan ook reëel dat journalisten straks door hun
belastingcontroleur alsnog met een extra belastingaanslag zullen
worden bedacht. Vandaar ook het nut om toch maar voorafbetalingen te
blijven verrichten. De ingehouden voorheffing geldt overigens niet als
zon voorafbetaling. Dat wil zeggen: er wordt wel rekening mee gehouden
dat die belastingen zijn betaald, maar ze geven geen aanleiding tot
belastingvermindering zoals de klassieke voorafbetalingen.
V: Mijn uitgever houdt wel roerende voorheffing op mijn auteursrechten
in, maar stort hij die ook door aan de fiscus?
A: Als je uitgever roerende voorheffingen inhoudt, omdat hij je
inkomen als auteursrechten beschouwt, moet hij je een bewijs leveren
van de uitbetaalde auteursrechten en van de ingehouden voorheffing.
Daarvoor moet hij je een fiche nr. 281.45 bezorgen (dus niet de fiche
281.50, zoals voor inkomsten uit prestaties). Aan de fiscus moet de
uitgever dan een fiche nr. 273S bezorgen, en een samenvattende fiche
nr. 325.45, met daarop vermeld wat hij aan voorheffingen van wie heeft
geïnd.
Heb je die fiche nr. 281.45 niet ontvangen, dan bestaat de kans dat je
uitgever de ingehouden voorheffingen niet aan de fiscus heeft
doorgestort binnen de wettelijke termijn. Daarmee riskeert die
uitgever een boete.
Zelf kun je bij de fiscus je facturen tonen en de daartegenover
staande betalingen waaruit blijkt dat er wel degelijk een voorheffing
is ingehouden.
V: Hoe geraken we uit de impasse?
A: De VVJ heeft begin januari 2010 overleg met de Vlaamse
dagbladuitgevers over een structurele oplossing voor de problemen.
Noch de uitgevers noch de journalisten zijn gebaat met de huidige
onzekere toestand. Intussen wordt ook het gepaste deskundig advies
ingewonnen, met name wat de gevolgen betreft voor het sociaal statuut
van de journalisten.
(PD/ID)