Rechtbank 's-Hertogenbosch
Vorderingen beroepsverenigingen tegen ziekenhuizen afgewezen
âs-Hertogenbosch, 30 december 2009 - De voorzieningenrechter van de
rechtbank âs-Hertogenbosch wees vandaag de vorderingen van de
beroepsverenigingen van anesthesiemedewerkers en operatieassistenten
tegen vijftien ziekenhuizen in Zuid-Nederland af.
De Nederlandse vereniging van anesthesiemedewerkers (NVAM), de
landelijke vereniging van operatieassistenten (LVO) en de
beroepsvereniging recovery verpleegkundigen (BRV) spanden een kort
geding aan tegen vijftien ziekenhuizen in de provincies Noord-Brabant,
Zeeland en Limburg. Ze eisten kort gezegd dat de ziekenhuizen een
convenant voor het gezamenlijk opleiden en inzetten van
operatieassistenten en anethesiemedewerkers zouden opschorten. Meer in
het bijzonder gaat het om afspraken over toeslagen, het terugbetalen
van studiekosten en afspraken met betrekking tot zzp-ers en
detacheringsbureaus. Volgens de beroepsverenigingen zou het convenant
van mei 2009 en de uitvoering ervan in strijd zijn met het arbeids- en
CAO-recht. De praktijk in de operatiekamers leidt volgens hen tot
onveilige situaties voor werknemers en patiënten en de praktijk van
structurele onderbezetting zou leiden tot diensten en overuren die ver
boven de bij wet en Cao gestelde maxima uitkomen. Het staat de
ziekenhuizen niet vrij eenzijdig arbeidsvoorwaarden aan te passen en
door het convenant zou de concurrentie op de arbeidsmarkt op
ontoelaatbare wijze worden beperkt.
De ziekenhuizen stellen dat het convenant een antwoord is op het
steeds toenemende tekort aan personeel op de operatiekamers en
noodzakelijk is om de continuïteit en kwaliteit van de zorg voor
patiënten te kunnen waarborgen, waarbij voldoende ruimte overblijft
voor onderlinge concurrentie tussen de betrokken ziekenhuizen.
De voorzieningenrechter oordeelt dat onvoldoende aannemelijk is dat de
afspraken in het convenant in arbeidsrechtelijke zin ontoelaatbaar
zijn, danwel wanprestatie of onrechtmatig handelen opleveren jegens de
anesthesiemedewerkers of operatieassisenten. Reeds in november 2008,
dus voor het tot stand komen van het convenant, zagen de
beroepsverenigingen aanleiding om in een persbericht aandacht te
vragen voor de te hoge werkdruk op de OKâs. Dat de beroepsverenigingen
het convenant zien als een gemiste kans om tot afspraken met de
ziekenhuizen te komen over de arbeidsomstandigheden moge zo zijn, maar
dat maakt het convenant nog niet onrechtmatig of de toepassing daarvan
naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Ten
aanzien van de gestelde schending van het mededingingsrecht geldt dat
naar het voorlopig oordeel van de rechter niet apert onaannemelijk is
dat voor het handelen van de ziekenhuizen een rechtvaardiging bestaat.
Dat betekent dat de voorzieningenrechter de vorderingen van NVAM en
LVO afwijst. BRV is niet ontvankelijk verklaard in haar vorderingen,
omdat het convenant geen betrekking heeft op recoveryverpleegkundigen.
LJ Nummer
BK8011
Zie het origineel
Bron: Rechtbank 's-Hertogenbosch
Datum actualiteit: 30 december 2009 Naar boven