Eerste Kamer sceptisch over effectiviteit van Crisis- en herstelwet
23 december 2009
De commissie voor Verkeer en Waterstaat van de Eerste Kamer heeft
vandaag vragen gesteld ( EK 32.127, B ) aan de regering over de
Crisis- en Herstelwet ( 32.127 ). Vrijwel alle fracties hebben
bedenkingen over de reikwijdte van het wetsvoorstel, de wijziging van
de onteigeningswet die in dit kader wordt voorgesteld en de spanning
die bij ongewijzigd invoeren van de plannen optreedt met de Europese
regelgeving.
De fracties van CDA en VVD juichen het toe dat de regering streeft
naar een versimpeling van procedures en versnelling van uitvoering van
projecten. Tegelijk vragen zij zich af of deze doelen wellicht ook met
bestaande wetgeving kunnen worden bereikt. Ook de Leden van de PvdA
zijn van mening dat een versnelling van projecten in het ruimtelijk
domein zonder een ingrijpend nieuw wetsvoorstel als het voorliggende
pakket van maatregelen kan worden gerealiseerd.
Alle fracties in de Eerste Kamer hebben zorgen over de wijze waarop in
een later stadium projecten aan de lijst kunnen worden toegevoegd,
namelijk via een Algemene Maatregel van Bestuur ( AMvB ). De Crisis-
en herstelwet voorziet ook in de mogelijkheid om op een later moment
nieuwe wettelijke voorschriften toe te voegen aan deze wet, eveneens
met een AMvB. Volgens de Kamer kan hierdoor een conflict ontstaan met
artikel 81 van de Grondwet , en met het legaliteitsbeginsel. Zowel
door het toevoegen van projecten en wettelijke voorschriften in een
later stadium, krijgt de Crisis- en herstelwet in de toekomst mogelijk
een aanzienlijke grotere reikwijdte, zonder dat de beide Kamers hier
nog aan te pas komen. Tegen dit âopen karakterâ van de wet maken
meerdere fracties in de senaat principieel bezwaar.
Een ander punt van kritiek in de Eerste Kamer is dat de regering met
Crisis- en herstelwet kiest voor een heel andere aanpak dan die is
geadviseerd door de commissie Elverding, die in haar rapport âSneller
en Beterâ pleit voor een zorgvuldig voorbereide besluitvorming, waar
alle belanghebbenden bij zijn betrokken, Hierdoor kan tijdwinst worden
geboekt in de uitvoeringsfase. De fracties van CDA en PvdA geven de
voorkeur aan deze aanpak, die is gebaseerd op het creëren van een
breed draagvlak in de voorfase van besluitvorming.
De VVD in de Eerste Kamer verwacht dat de Crisis- en herstelwet niet
leidt tot vereenvoudiging van regelgeving, maar eerder tot tal van
uitzonderingen en extra regels, waardoor overheden en belanghebbenden
het overzicht kwijtraken. De liberalen pleiten voor bredere aanpak dan
alleen de voorgestelde wet, waarbij de regering inzet op een
alomvattende en ingrijpende versimpeling van procedures en regels. De
overlappende bevoegdheden van de verschillende overheidslagen is
daarbij een deel van het probleem, zo stelt de VVD.
De fracties van D66 en de OSF hebben ernstige twijfels over de
beweerde effectiviteit en de doelmatigheid van de Crisis- en
herstelwet. Ook deze partijen menen dat de regering eerst moet
onderzoeken hoe binnen het bestaande wettelijke kader een
vereenvoudiging van procedures en beroepsmogelijkheden kan worden
gerealiseerd. De leden van de SP en de Partij voor de Dieren in de
senaat hebben bedenkingen over het beperken van inspraakprocedures.
Eerste Kamer der Staten Generaal