Wageningen Universiteit en Researchcentrum
Wagenings commentaar: Toch
hoopgevende signalen uit Kopenhagen
22 dec 2009
Nummer: N27
De VN-klimaatconferentie eindigde afgelopen weekend in teleurstellend:
geen formeel akkoord, wel een vage slotverklaring. En menigeen was
ontevreden over de gang van zaken in Kopenhagen. Toch is er wel
degelijk aanleiding voor enig optimisme, vinden Ekko van Ierland en
Pier Vellinga, beiden hoogleraar aan Wageningen University. Klimaat
staat op de agenda in veel landen en de klimaattop heeft een groene
trein op gang gebracht die moeilijk meer is te stoppen.
Prof Ekko van Ierland, hoogleraar Milieu-economie, schreef een column
voor de afdeling Afrika van Radio Nederland Wereldomroep:
âKopenhagen is weliswaar niet met een formeel UN verdrag afgerond.
Toch zijn regeringsleiders van de VS, China, India en Brazilië het op
hoofdlijnen eens geworden om klimaatverandering te beperken tot
maximaal 2 graden Celsius. Bovendien zijn belangrijke stappen gezet om
de uitstoot van broeikasgassen verder te beperken. De EU houdt vast
aan haar voornemen om in 2020 de uitstoot van broeikasgassen met 20
procent te verminderen ten opzichte van 1990.
Hoewel de ontwikkelingslanden en hun Afrikaanse vertegenwoordiger niet
tevreden zijn, bestaat nu het vooruitzicht dat klimaateffecten worden
beperkt. Ook komen omvangrijke bedragen beschikbaar, in aanvulling op
de gelden voor ontwikkelingssamenwerking, om schade van
klimaatverandering - zoals honger door droogte die nu al in Afrika
zichtbaar is, of vernietiging van huizen door overstromingen - te
verminderen.
De VS, de EU, India en China nemen het klimaatvraagstuk heel serieus
en de Chinese premier Wen Jiabao (die ik in Beijing persoonlijk heb
kunnen ontmoeten toen hij nog vice premier was) is bereid om in de
komende jaren concrete maatregelen te nemen, hoewel de uitstoot van
China per hoofd van de bevolking laag is ten opzichte van de VS en
Europa.
Ondanks het ontbreken van een nieuw en formeel UN verdrag is
Kopenhagen mijns inziens toch een keerpunt in de geschiedenis, nu de
internationale gemeenschap heeft besloten om daadwerkelijk een
transitie te maken naar duurzame energie en een koolstofarme economie.
Bij verdere uitwerking biedt dit nieuwe mogelijkheden voor
bedrijfstakken die al sterk zijn in duurzame energie, o.a. in de
productie van zonnecellen, wind- en waterkracht. Ook kunnen we meer
zonne-energie opwekken door de energie van de zon te concentreren in
centrales voor elektriciteitsopwekking, bijvoorbeeld in Zuid Europa of
in Noord Afrika. Afrika kan producent worden van elektriciteit uit
zonne-energie en van duurzame energie door het gebruik van biomassa
(bijvoorbeeld gewasresten of koemest) voor het produceren van biogas.
Deze omwenteling zal niet zonder slag of stoot plaats vinden en er
zijn kosten aan verbonden. Die kosten kunnen we heel goed dragen, door
te sparen op de energierekening voor fossiele brandstoffen en omdat de
duurzame energie in de toekomst steeds goedkoper wordt. We behalen
schaalvoordelen en worden steeds slimmer, bijvoorbeeld in het benutten
van zonne-energie. Oude energie-installaties worden vervangen door
nieuwe technieken. Het is nodig om de energieprijzen op het juiste
niveau te brengen en energieverslindende activiteiten, zoals het
vliegverkeer te beperken tot het noodzakelijke. Of we moeten
uitsluitend vliegen met biobrandstoffen of met duurzame compensatie
van de CO2 uitstoot, bijvoorbeeld door herbebossing.
Vanzelfsprekend is het in Kopenhagen niet mogelijk geweest een verdrag
vast te leggen dat het klimaatprobleem direct en voor altijd oplost.
In de komende jaren zal het klimaatbeleid werkelijk gestalte moeten
krijgen. Echter, de strekking van Kopenhagen is duidelijk: steeds meer
landen in de wereld beseffen dat het probleem moet worden aangepakt en
zijn bereid om daar een stevige bijdrage aan te leveren. Met nieuwe
techniek, met een beperking van de bevolkingsgroei en door aanpassing
in onze levensstijl is dat heel goed mogelijk.â
Lees de column op de site van Radio Nederland Wereldomroep.Â
Prof. Pier Vellinga, hoogleraar Klimaatverandering, water en
veiligheid, werd geïnterviewd in Varaâs Vroege Vogels, samen met
Maarten Hajer, directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving:
âKopenhagen is een gemiste kans en verdient een onvoldoende, maar je
ziet dat de trein doorgaat vanwege de groene economie. Bedrijven en
NGOâs willen door. Politiek gesproken is het stuk gelopen omdat China
niet wil dat wij als Europa in hun potje kijken wat ze precies doen.
Amerika als pioniersland wil eigenlijk ook niet dat wij te veel hen
een regime opleggen. Europa wil dat wel, maar wij zijn daar dan ook
heel goed voor geëquipeerd. We hebben de grootste economie en we
hebben de laagste CO2. Dus wij willen graag strakke spelregels, dat
komt ons goed uit. China wil dat niet, Amerika voorlopig ook niet. En
als je terugkijkt dan hebben die landen het streven naar een sterk
klimaatverdrag als opvolger van Kyoto Protocol eigenlijk al twee jaar
tegengewerkt.â
âWaarschijnlijk moet het allemaal anders. We hebben in ons Holland
Climate House, het paviljoen georganiseerd door een aantal Nederlandse
organisaties, allerlei hoopgevende initiatieven van jongeren, van
lokale en regionale overheden, van bedrijven en van maatschappelijke
organisaties langs gehad. Wat we in Kopenhagen hebben gezien is dat
bedrijven over elkaar tuimelen om grote stappen te maken, maar dat
politici niet in staat zijn geweest daar chocola van te maken.â
âMet Kyoto en wat daaraan voorafging, en met Kopenhagen nu is er een
ambitieus proces in gang gezet: één verdrag voor alle landen. Ik
verwacht, nu er niet een strak verplichtend klimaatverdrag tot stand
is gekomen in Kopenhagen, meer van een alternatief dat al jaren
geleden door verschillende landen is bepleit, een proces van âPledge
and Reviewâ. Hierbij doen landen of groepen van landen zoals de
Europese Unie, vrijwillig toezeggingen op basis van eigen kunnen. Deze
toezeggingen worden vervolgens âgereviewdâ. Op basis van de review
kunnen landen vervolgens hun â pledgesâ weer versterken. De landen
blijven dan zelf de baas, terwijl door internationale vergelijking
duidelijk wordt hoeveel ze eigenlijk behoren te doen als ze het spel
fair willen spelen. In plaats van leidend worden de VN volgend, de
organisatie die het proces bijstuurt. â
âOok al kunnen we klimaatverandering niet goed meer tegenhouden toch
moeten we aan de slag, ook al is het zes over twaalf. Het blijft nodig
het klimaat zo weinig mogelijk te beïnvloeden. Daarnaast speelt de
verzuring van de oceanen door CO-2 dat zullen we zeker moeten
minimaliseren.â
âIn de komende jaren zul je waarschijnlijk twee ontwikkelingen zien:
De burgers gaan druk nog meer uitoefenen op de grote bedrijven, omdat
de internationale politiek het laat afweten. En de bedrijven willen
één mondiale markt, met overal dezelfde spelregels. De
internationale bedrijven zullen, uit vrees voor handelsbeperkingen
zoals CO-2 invoerrechten in toenemende mate vragen om een helder
internationaal regime, iets wat in Kopenhagen niet is gelukt. Het veld
gaat veranderen.â
âEr mag dan geen formeel bindend akkoord zijn, toch is de âtwee graden
doelstellingâ wel op de muur geschreven waardoor bedrijven ten
overstaan van zoveel mensen die in Kopenhagen bijeen waren het niet
verstandig vinden de andere kant uit te fietsen.â
Luister het interview bij Vroege Vogels, tussen 1:30.34 en 1:46.40.
Zie het origineel
(c) 2010 Wageningen UR.