Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit

Besluit
«Openbaar»

Ons kenmerk: OPTA/AM/2009/203202
Zaaknummer: 09.0161.34
Datum 16 DEC. 2009
Besluit van het college van de OPTA tot invordering van de door TNT Post verbeurde dwangsom in verband met de bij besluit van het college van 29 september 2009 aan haar opgelegde last

Verloop procedure


1. Bij besluit van 29 september 2009 heeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) aan Koninklijke TNT Post BV (hierna: TNT Post) op grond van artikel 48, eerste lid, van de Postwet 2009, juncto artikel 5.32 van de Algemene wet bestuursrecht een last onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van de verplichting tot het overleggen van gegevens als bedoeld in de Postregeling 2009. In de last onder dwangsom van 29 september 2009 worden, in overeenstemming met de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van 23 juli 2009, drie alternatieven geboden waarmee TNT Post aan de last kan voldoen. Ten aanzien van het in overeenstemming met de uitspraak van de voorzieningenrechter geboden alternatief III, heeft het college vastgesteld dat TNT Post wel heeft voldaan aan de voorwaarden 1, 2 en 5 van dit alternatief , op zeer minimale wijze aan voorwaarde 3, maar niet aan voorwaarde 4. Op grond van voorwaarde 4 dient te worden aangegeven op basis van welke criteria en hoe de kostensoorten van de gemeenschappelijke kosten concreet aan de UPD zijn toegerekend. Het college heeft geconstateerd dat TNT Post niet aan de artikelen 13, tweede lid, en artikel 15, eerste lid onder a, van de Postregeling 2009 heeft voldaan en evenmin aan de ter handhaving van die artikelen eerder door het college opgelegde last onder dwangsom (besluit van 24 juni 2009, OPTA/AM/2009/201381), zodat TNT Post in gebreke blijft om aan haar verplichtingen op grond van de artikelen 13 en 15 van de Postregeling 2009 te voldoen. Het college heeft het daarom aangewezen geacht om tot het opleggen van een tweede last onder dwangsom aan TNT Post over te gaan.


2. Tegen dat besluit heeft TNT Post bij brief van 5 oktober 2009, KONPP.0213, bezwaar gemaakt en op die datum tevens een verzoek om voorlopige voorziening ingediend bij de Rechtbank Rotterdam.


3. Bij uitspraak van 22 oktober 2009 in zaaknummer AWB 09 / 3392 BC - T1 en AWB 09 / 3393 BC - T1 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen in die zin dat de begunstigingstermijn wordt verlengd tot 7 dagen na deze uitspraak. Met de vierde voorwaarde onder III van de last onder dwangsom van het college van 29 september 2009 is volgens de voorzieningenrechter beoogd dat het college inzicht krijgt op basis van welke criteria en hoe de gemeenschappelijke kosten concreet, in de zin van duidelijk en bepaald, aan de UPD zijn toegerekend. Daarin ligt naar het oordeel van de voorzieningenrechter besloten dat TNT Post onderbouwd inzicht biedt in de keuzes die zij heeft gemaakt bij de toerekening van de gemeenschappelijke kosten aan de UPD en hoe die keuzes zijn gemaakt. Het verzoek van TNT Post om het college te verplichten de tarieven vast te stellen voor de afzonderlijke postvervoerdiensten binnen de universele postdienst, omdat het college dat per 1 oktober 2009 niet heeft gedaan, is door de voorzieningenrechter afgewezen.





Besluit
«Openbaar»


4. Bij brief van 29 oktober 2009, 09/PA/U/053, overlegt TNT Post gegevens aan het college ter nadere invulling van de vierde voorwaarde onder III van de last onder dwangsom van het college van 29 september 2009. Op grond van deze voorwaarde waarmee TNT Post kan voldoen aan de last, moet TNT Post aangeven op basis van welke criteria en hoe die (gemeenschappelijke) kostensoorten concreet aan de UPD zijn toegerekend.


5. Bij brief van 12 november 2009, OPTA/AM/2009/203158, concludeert het college dat TNT Post met de door haar aangeleverde gegevens niet heeft voldaan aan voorwaarde 4 van het derde alternatief van de last, zodat zij de aan het besluit van het college 29 september 2009 verbonden dwangsom van 5.000.000,-- heeft verbeurd. Het college heeft in de bijlage bij de brief vragen geformuleerd om alsnog de noodzakelijke informatie van TNT Post te verkrijgen. Het college heeft aangegeven dat, indien hij de volledige en bevredigende antwoorden op deze vragen binnen 5 werkdagen ontvangt, hij zulks in overweging zal nemen bij de vraag welk vervolg aan de invordering van de verbeurde dwangsom van 29 september 2009 moet worden gegeven.


6. TNT Post heeft bij brief van 19 november 2009, PA/U/060, gereageerd op een deel van de vragen uit de brief van het college van 12 november 2009. Ten behoeve van beantwoording van drie vragen verzoekt TNT bij brief van 19 november 2009, kenmerk 2009-134, om uitstel.


7. Bij fax en brief van 25 november 2009, OPTA/AM/2009/203383, heeft het college TNT Post een nadere termijn verleend die afloopt op 30 november 2009 18.00 uur voor het beantwoorden van de 3 vragen en daarbij aangegeven dat hij de te ontvangen gegevens gezamenlijk zal beoordelen met de door TNT Post bij brief van 19 november 2009 overgelegde gegevens. Bij e-mail van 25 november heeft TNT Post aangegeven niet eerder dan donderdag 3 december de gevraagde antwoorden te kunnen opleveren. Het college heeft bij fax en brief van 26 november 2009, OPTA/AM/2009/203394, bericht dat TNT Post de antwoorden op de drie vragen vóór 3 december 18.00 uur dient over te leggen.


8. Bij brief van 3 december 2009, 09/PA/U/064, heeft TNT Post gereageerd op de drie genoemde vragen.

De door TNT Post overgelegde gegevens

De brief van 29 oktober 2009

9. TNT Post heeft bij brief van 29 oktober 2009, 09/PA/U/053, aan het college informatie overgelegd met betrekking tot:
· overzicht van de rechtstreeks toerekenbare kosten naar 7 categorieën van diensten; · het totaalbedrag van de gemeenschappelijke kosten van de UPD; · overzicht uit wat voor soort kosten de gemeenschappelijke kosten bestaan; · een nadere uitleg van de regels ten aanzien van de toerekening van de gemeenschappelijke kosten aan de UPD;
· de berekende daadwerkelijke kosten en de berekening van het redelijk rendement · voorstel voor de vast te stellen UPDtarieven

2





Besluit
«Openbaar»

10. Uit de door TNT Post overgelegde gegevens blijkt dat voor de toerekening van gemeenschappelijke kosten geen a priori onderscheid wordt gemaakt tussen diensten behorende tot de universele postdienst (UPD) en diensten niet behorende tot de UPD. In plaats daarvan bestaat volgens TNT Post onderscheid tussen


11. TNT Post beschrijft in de brief van 29 oktober 2009 dat de universele postdiensten tot wordt gerekend. Buiten de UPD zijn er . TNT Post beschrijft verder hoe de rechtstreeks toerekenbare kosten aan worden toegerekend, en hoe de gemeenschappelijke kosten van worden toegerekend aan de UPD en niet UPD.

De brieven van 19 november 2009 en 3 december 2009
12. Bij brieven van 19 november 2009, kenmerk, 09/PA/U/060, en van 3 december 2009,
09/PA/U/064, reageert TNT Post op de door het college bij brief van 12 november, OPTA/AM/2009/203158, gestelde vragen.

Overwegingen


13. De gegevens die TNT Post aan het college moet overleggen, dienen ter invulling van de vierde voorwaarde onder III van de last onder dwangsom van het college van 29 september 2009. Op grond van deze voorwaarde, moet TNT Post aangeven op basis van welke criteria en hoe de (gemeenschappelijke) kostensoorten concreet aan de UPD zijn toegerekend. Op grond van de door TNT Post overgelegde gegevens moet het college zich een oordeel kunnen vormen over de vraag of de toerekening van de kosten aan de UPD op een redelijke wijze is geschied, en dat bijvoorbeeld niet een onevenredig groot deel van de kosten wordt toegerekend aan de UPD.


14. Bij brief van 12 november 2009, OPTA/AM/2009/203158, heeft het college geoordeeld dat TNT Post binnen de termijn van zeven dagen na de uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 oktober 2009 niet volledig aan de bij besluit van 29 september 2009 aan haar opgelegde last heeft voldaan, meer specifiek aan voorwaarde 4 van het derde alternatief van de last, waarmee TNT Post moet aangeven op basis van welke criteria en hoe de (gemeenschappelijke) kostensoorten concreet aan de UPD zijn toegerekend. Aldus heeft zij de daaraan verbonden dwangsom van 5.000.000,-- verbeurd.


15. Het college oordeelde dat de door TNT Post aangeleverde gegevens geen concreet beeld geven van de afwegingen die TNT Post heeft gemaakt bij de toerekening van de gemeenschappelijke kosten aan de UPD en de overige diensten, en evenmin van de criteria waarmee de gemeenschappelijke kosten aan de UPD worden toegerekend. De informatie geeft voorts geen inzicht in de wijze waarop de gemeenschappelijke kosten concreet aan de UPD zijn toegerekend.

3





Besluit
«Openbaar»

16. Het college heeft in ieder geval de volgende hiaten in de door TNT Post bij brief van 29 oktober 2009 opgeleverde informatie geconstateerd:

1. TNT Post biedt nog geen volledig en dus onvoldoende inzicht in de toerekeningprincipes die zijn gehanteerd en waarom;

2. TNT Post biedt onvoldoende inzicht in de wijze waarop de gemeenschappelijke kosten zijn toegerekend aan , en dus onvoldoende inzicht in hoe die toerekening TNT Post concreet tot de genoemde getallen en daarbinnen tot een concrete toerekening aan de UPD heeft geleid;
3. TNT Post geeft geen inzicht in het gebruik van het ABC-systeem, waarvan ze eerder heeft aangegeven dat dit een belangrijke rol speelt bij de toerekening van de gemeenschappelijke kosten;

4. TNT Post geeft niet aan hoe verschillende, naast elkaar gehanteerde, indelingen zich tot elkaar verhouden;

5. Voor het kwantitatieve inzicht ontbreken cruciale cijfers. Het college heeft eveneens informatie nodig om op een aantal cruciale punten te kunnen vaststellen of hij het beeld dat TNT Post schetst, goed begrijpt.


17. In de bijlage bij de brief van 12 november 2009 heeft het college de door TNT Post geleverde informatie stapsgewijs beschreven en op die onderdelen waar hij inzicht mist naar de hem nog ontbrekende informatie gevraagd met betrekking tot de criteria van de kostentoerekening, de concrete kostentoerekening en de uitkomsten van de kostentoerekening. Kortheidshalve verwijst het college thans naar deze bijlage.


18. TNT Post heeft met de bij de brieven van 19 november 2009 en 3 december 2009 overgelegde reacties op alle vragen een antwoord geformuleerd. Naar het oordeel van het college schiet de beantwoording van TNT Post bij zeven van de negen vragen te kort (te weten 1 (sub c en f), 4 (sub
d), 5 (sub c), 6 (sub a), 7 (sub e), 8 (sub b, c en d) en 9 (sub a en b)). Het college merkt ten aanzien daarvan het volgende op. Bij een aantal van deze antwoorden wordt door TNT Post terugverwezen naar reeds eerder aan het college overgelegde informatie (bijvoorbeeld bij vraag
1c, 1f, 9a), terwijl de eerder verschafte informatie juist de reden was dat het college aanvullende informatie van TNT Post vroeg. Een aantal vragen doet TNT Post af als zijnde "niet relevant" (vragen 8b, 8c en 8d). Bij een aantal van de vragen geeft TNT geen concreet of volledig antwoord op de gestelde vraag (bijvoorbeeld bij vraag 4d, 5c, 6a, 7e, 9b).


19. Gelet op het vorenstaande concludeert het college dat TNT Post onvoldoende volledige en bevredigende antwoorden heeft gegeven op de door hem bij brief van 12 november 2009 gestelde vragen. Bij deze brief heeft het college aangegeven dat indien hij de volledige en bevredigende antwoorden op deze vragen binnen de gestelde termijn ontvangt, hij zulks in overweging zal nemen bij de vraag welk vervolg aan de invordering van de verbeurde dwangsom van 29 september 2009 moet worden gegeven.


20. Nu het college heeft geconcludeerd dat TNT Post onvoldoende volledige en bevredigende antwoorden heeft gegeven op de door hem bij brief van 12 november 2009 gestelde vragen, ziet hij geen reden om van invordering van de verbeurde dwangsom van 5.000.000,-- af te zien.

4





Besluit
«Openbaar»

21. Het college wijst erop dat, indien TNT Post niet binnen zes weken tot betaling van de dwangsom is overgaan, zij over het verschuldigde bedrag tevens wettelijke rente verschuldigd zal zijn.

Besluit:


22. Het college, gelet op artikel 5:37 van de Algemene wet bestuursrecht
- stelt vast dat TNT Post niet heeft voldaan aan de haar bij besluit van 29 september 2009 opgelegde last,

- gaat over tot invordering van het door TNT Post aan dwangsom verschuldigde bedrag van 5.000.000,--.

HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,
Hoofd afdeling Markten

drs. D.I. Bos

Bezwaar
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het College van de OPTA. Het postadres is: College van de OPTA, Postbus 90420, 2509 LK Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht bevatten. Voorts moet het bezwaarschrift de gronden van het bezwaar bevatten.

Het college wijst u op de mogelijkheid die de Algemene wet bestuursrecht de indiener van een bezwaarschrift biedt, om in dat geschrift het college te verzoeken de bezwaarschriftenfase over te slaan. Indien het college uw verzoek inwilligt, zal uw bezwaarschrift worden doorgezonden naar de rechtbank en daar als beroepschrift worden behandeld. De procedure kan daardoor worden verkort. Indien het college uw verzoek niet inwilligt, staat tegen deze beslissing geen beroep open en zal uw bezwaarschrift door het college worden behandeld.
5