Datum 21 december 2009 -
Onderwerp Criteria en protocollering Weeralarm
2
Geachte voorzitter,
In het Algemeen Overleg inzake het kabinetsstandpunt over de evaluatie van de
Wet op het KNMI op 24 maart van dit jaar heb ik aangegeven u nog dit jaar te
informeren over de vernieuwing van het Weeralarm. Hierbij zend ik u het rapport
"Een vernieuwd Weeralarm. Aanpassing weeralarmcriteria en -systematiek"
(bijlage 1), waarin de wijzigingen in de criteria en de protocollering van het
Weeralarm zijn vastgelegd. Bij de totstandkoming zijn meteorologische experts en
stakeholders intensief betrokken geweest. De deelnemers aan het Overleg
Meteorologie, dat ik naar aanleiding van het kabinetsstandpunt over de evaluatie
van de Wet op het KNMI heb ingesteld, hebben geadviseerd over het vernieuwde
Weeralarm. Zij onderschrijven de aangepaste criteria voor het Weeralarm. De
aanbevelingen, die zij doen voor het proces van uitgifte van het Weeralarm, neem
ik over met inachtneming dat op één punt nader onderzoek nodig is (zie hierna
onder punt 5). De verwachting is dat het nieuwe Weeralarm een verbetering
betekent van de kwaliteit van het Weeralarm en van het proces van uitgifte.
De belangrijkste vernieuwingen ten opzichte van de huidige situatie betreffen:
1. Regionalisering: Op basis van de consultatie van betrokkenen is ervoor
gekozen om het Weeralarm te verbijzonderen naar provincie/regio. Het
huidige Weeralarm wordt landelijk uitgegeven. Dit kan leiden tot onbegrip
wanneer zich alleen in een deel van Nederland weerextremen voordoen en in
de rest van het land niet.
2. Minder kans op ,,vals alarm: Voortaan wordt pas een Weeralarm uitgegeven
wanneer met grote zekerheid (een kans van tenminste 90%) kan worden
gezegd dat bepaald extreem weer zich daadwerkelijk gaat voordoen. Tot
dusverre werd een Weeralarm zo vroeg mogelijk uitgegeven, waarbij de
grotere kans op een ,,vals alarm werd geaccepteerd. In de afgelopen periode
is het enkele keren voorgekomen dat op basis van de verwachtingen een
Weeralarm is afgekondigd, waarna het weer uiteindelijk minder extreem werd
dan verwacht. Omdat dit het maatschappelijk draagvlak voor het Weeralarm
ondermijnt, vinden partijen het van belang om de kans hierop te beperken.
a
agina 1 van 2
P
3. Vroeg waarschuwen voor extreem weer: Dat het Weeralarm in een later
Ons kenmerk
stadium wordt afgekondigd maakt het extra belangrijk om vroegtijdig te CenD/DAB-2009/1636
waarschuwen als er mogelijk extreem weer op komst is. Mensen mogen niet
door een Weeralarm worden overvallen. Daarom wordt het begrip
"waarschuwing voor extreem weer" geïntroduceerd. Een "waarschuwing voor
extreem weer" betekent dat mensen en organisaties vroegtijdig worden
gewaarschuwd bij weersomstandigheden, die extreem zijn, maar (nog) geen
Weeralarm rechtvaardigen.
4. Consultatie meteorologische dienstverleners: Bij het bepalen of een
Weeralarm op meteorologische gronden uitgegeven kan worden, zullen
commerciele weerbedrijven nauw worden betrokken.
5. Uitvoeren impactanalyse door weeralarmteam: Indien de meteorologische
omstandigheden een Weeralarm rechtvaardigen voert het weeralarmteam een
impactanalyse uit, die uitmondt in een advies over de vraag of er sprake zal
zijn van een zodanige ontwrichting van de samenleving dat het uitgeven van
een Weeralarm gerechtvaardigd is. Bij dit advies worden deskundige
overheidsorganisaties, zoals RWS-VCNL, KLPD, LVNL en NCC/DCC en
vertegenwoordigers van specifieke doelgroepen, zoals bijvoorbeeld de ANWB,
betrokken. De deelnemers aan het Overleg Meteorologie bevelen aan om een
andere partij dan het KNMI, bijvoorbeeld het Nationaal Crisiscentrum (NCC),
medeverantwoordelijk te maken voor de impactanalyse. Dit is voorgelegd aan
het NCC. Het NCC is bereid om in samenwerking met het Departementaal
Coördinatiecentrum Crisisbeheersing Verkeer en Waterstaat (DCC-VenW) de
komende maanden te onderzoeken welke rol zij kunnen spelen en om de te
volgen werkwijze te doordenken en zo mogelijk te testen. Dit moet leiden tot
een door alle betrokken partijen gedragen en te gebruiken protocol en
werkwijze "extreem weer", waarbij zoveel mogelijk wordt aangehaakt bij
bestaande protocollen en afspraken. Ik verwacht daarover medio 2010
helderheid te hebben.
In bijlage 2 is een overzicht opgenomen ter verduidelijking van de verschillen
tussen de huidige en de toekomstige systematiek en werkwijze. De aanpassing
van de criteria en de protocollering voor het Weeralarm gaat in per 1 februari a.s.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
J.C. Huizinga-Heringa
agina 2 van 2
P
Zie het origineel
Ministerie van Verkeer en Waterstaat