Nummer: 355 JA
Datum: 18 december 2009
Leegstand dreigt voor veel Friese kerken
Veel monumentale kerken in Friesland dreigen de komende jaren in onbruik te raken en een onderhoudsachterstand op te lopen. Dat komt onder meer door ontkerkelijking, fusies tussen kerkgemeenschappen en gebrek aan financiën en vrijwilligers. Tenminste 74 tot 117 Friese kerkgebouwen zullen de komende tien jaar hun oorspronkelijke functie verliezen.
Dat blijkt uit het inventarisatierapport Tink om 'e tsjerken, dat de Stichting Alde Fryske Tsjerken gemaakt heeft in opdracht van de Provincie Fryslân. In veel gevallen zal het lastig zijn om een nieuwe bestemming te vinden.
Uit het onderzoek blijkt dat de bouwkundige staat van de Friese kerken gemiddeld 'redelijk' is. Voor het onderhoud van de 550 Friese kerkgebouwen die nog in kerkelijk gebruik zijn, is de komende zes jaar E 55,4 miljoen nodig. Circa de helft daarvan is nodig voor restauraties; 191 kerkgebouwen hebben een gezamenlijke restauratieachterstand van E 26,6 miljoen.
Naast ontkerkelijking spelen financiële problemen binnen de kerkelijke gemeenschappen een belangrijke rol in de problematiek van vrijkomende kerkgebouwen. Bijna de helft van de kerkbesturen die aan de enquête hebben meegewerkt, zegt voor maximaal tien jaar voldoende inkomsten te hebben voor de instandhouding van het kerkgebouw. Een op de vijf heeft zelfs nog maar voor vijf jaar voldoende inkomsten.
In ongeveer de helft van 168 dorpen waar onderzoek gedaan is naar bestuurlijk-organisatorisch potentieel, blijkt die bestuurskracht klein te zijn en de continuïteit twijfelachtig. De kans dat deze dorpen een herbestemming vinden en organiseren voor een vrijkomend kerkgebouw, is klein. Bovendien beperken de vele dorpshuizen in Friesland de kans dat deze kerkgebouwen voor gemeenschapsactiviteiten gebruikt kunnen worden.
De Stichting Alde Fryske Tsjerken heeft voor het onderzoek samengewerkt met het Steunpunt Monumentenzorg Friesland, de Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen Friesland, de Monumentenwacht en Doarpswurk.
In het rapport is een bijlage opgenomen met alle 770 kerkgebouwen in Friesland die voor kerkelijk gebruik gebouwd zijn. Daarmee is Friesland de eerste provincie die echt álle kerkgebouwen geïnventariseerd heeft. Het rapport is een pure inventarisatie van de situatie, en bevat geen aanbevelingen. De provincie Fryslân ziet het rapport als een belangrijke bouwsteen voor het nog te ontwikkelen Deltaplan Fryske Tsjerken.
---- --
Tink om 'e tsjerken
Inventarisatie Friese kerken
Samenvatting
Inleiding
Nergens in Europa staan zoveel monumentale kerken bij elkaar als in Fryslân. Religieus,
maatschappelijk en cultuurhistorisch zijn ze van grote betekenis. De komende jaren dreigt een
groot aantal kerken de oorspronkelijke, religieuze functie te verliezen. Het draagvlak voor het
gebruik en de instandhouding neemt steeds verder af. Dat komt onder meer door
ontkerkelijking, krimpende financiële reserves en een gebrek aan vrijwilligers en
beroepskrachten die zich willen en kunnen inspannen voor het onderhoud en gebruik van
kerkgebouwen.
In opdracht van de provincie Fryslân is onderzoek gedaan naar de staat van de Friese kerken.
De provincie had dat voornemen al bekend gemaakt in de Nota Erfgoed 2004. Het rapport
Tink om 'e tsjerken is het onderzoeksverslag. Deze samenvatting belicht de hoogtepunten.
Het onderzoek
Het onderzoek naar de staat van de Friese kerken draait om twee vragen:
1. Hoe is de onderhoudstoestand van de Friese kerken, wat is de restauratie-
achterstand en hoeveel geld is er de komende jaren nodig om de gebouwen in goede
staat te krijgen of te houden?
2. Hoeveel kerken zullen naar schatting de komende jaren hun religieuze functie
verliezen, hoe groot is de kans dat het gebouw weer een aangepaste functie kan krijgt
binnen de lokale gemeenschap, en welke alternatieve gebruiksmogelijkheden dienen
zich aan?
De eerste fase van het onderzoek bestond uit een schriftelijke enquête onder alle eigenaren
van kerkgebouwen in Fryslân. Dat leverde een respons van 80 procent op van de 550
kerkgebouwen die nog in kerkelijk gebruik zijn. Onder deze groep is nader onderzoek verricht
naar 214 kerkgebouwen waarvan de eigenaar aangaf dat de bouwkundige conditie te wensen
overlaat. Daarnaast is in de 183 dorpen met minder waar 3000 inwoners, waar blijkens de
enquête mogelijk een of meer kerkgebouwen vrijkomen, onderzoek gedaan naar andere
voorzieningen zoals dorpshuizen en naar de bestuurlijke draagkracht.
Deze deelonderzoeken gaven een beeld van onder meer de bouwkundige staat van de Friese
kerken, de restauratie-achterstand, de te verwachten kosten voor onderhoud, het geschatte
aantal vrijkomende kerken en het gebruikspotentieel daarvan. De conclusies over deze
onderwerpen en hun onderlinge samenhang zijn vervat in het eindrapport Tink om 'e tsjerken.
Het onderzoek is uitgevoerd door de Stichting Alde Fryske Tsjerken, in samenwerking met
Stichting Monumentenwacht Friesland, Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen Friesland,
Stichting Steunpunt Monumentenzorg Friesland en Stichting Doarpswurk. De afdeling
Beleids- en Geo-informatie van de provincie Fryslân verleende verregaande technische
ondersteuning.
Bouwkundige staat
Het onderzoek laat zien dat de bouwkundige staat van de Friese kerken `redelijk' is. Dat wil
zeggen dat de meeste kerken met groot onderhoud in goede staat te brengen zijn en dat bij een
deel van de kerken (deel)restauratie nodig is. De rijksmonumenten staan er bouwkundig
gemiddeld iets beter voor dan de niet-rijksmonumenten.
Om alle Friese kerkgebouwen waarin kerkdiensten plaatsvinden, de komende zes jaar in stand
te houden, is een totaalbedrag van 55,4 miljoen nodig. De rijksmonumenten hebben in
verhouding het meeste geld nodig, vooral met het oog op grotere restauraties.
Bij de nader onderzochte 214 kerkgebouwen hebben 191 een restauratieachterstand van
gemiddeld 139.384 per kerkgebouw, samen 26,6 miljoen. De achterstand is het grootst bij
de relatief kleine kerken en daarbinnen bij de rijksmonumenten.
Van de kerken met een restauratieachterstand heeft 12 procent (25 kerken) minder dan vijftig
leden. Deze 25 kerken zijn voor driekwart rijksmonument en hebben een gezamenlijke
restauratieachterstand van 3,2 miljoen.
Aan de restauratie van rijksmonumenten moet de kerkeigenaar 35 procent bijdragen. In de
meeste gevallen hebben kerkeigenaren (veelal kerkelijke gemeenten) grote moeite dat geld
bijeen te brengen. Het restaureren van niet-rijksmonumenten is meestal goedkoper, maar daar
moeten kerkeigenaren het stellen zonder rijksbijdrage en met vrijwel geen middelen van
provincie en lokale overheden. Restauratie van deze kerken is daarom nog problematischer.
Cultuurhistorische waarde
In het onderzoek is gekeken naar de cultuurhistorische waarde van 255 Friese kerken waarbij
de bouwkundige staat slecht is of waar het lokale draagvlak voor gebruik en onderhoud
problematisch is. Van die 255 kerken heeft bijna eenderde (82 kerken) een hoge
cultuurhistorische waarde. Die waarde zit vooral in de architectonische vormgeving van de
kerkgebouwen en de plaats die ze in hun directe omgeving innemen.
Bij kerken met een hoge cultuurhistorische waarde is de restauratieachterstand gemiddeld
groter dan bij kerken met een lage cultuurhistorische waarde. Dertien kerken die allemaal een
grote restauratie behoeven, hebben een gezamenlijke restauratieachterstand van zo'n 6,5
miljoen. Meer dan de helft daarvan ( 3,5 miljoen) is nodig voor zes kerken met een hoge
cultuurhistorische waarde. Bij de kerken die een grote restauratie nodig hebben is er een
probleemgroep van 22 kerken (waarvan 21 rijksmonument) die een restauratie nodig hebben
van gemiddeld 416.000.
Een groep van 35 gemiddeld gewaardeerde kerken heeft een gezamenlijke
restauratieachterstand van 5,6 miljoen. De achterstand bij de laag gewaardeerde kerken is
relatief laag.
Kerkelijk draagvlak
Ontkerkelijking en fusies tussen kerkelijke gemeenten zijn belangrijke ontwikkelingen in het
afnemende draagvlak voor gebruik en onderhoud van kerkgebouwen in Fryslân. Een kwart
van de kerkgebouwen die voor hun oorspronkelijke functie gebruikt worden, is in eigendom
van een kerkelijke gemeenschap met minder dan honderd leden.
Uit de enquête onder kerkeigenaren blijkt dat de risicogroep van kerken die over tien jaar
waarschijnlijk niet meer in gebruik zijn voor de eredienst, bestaat uit tenminste 74 tot 117
kerken. Dit strookt met de verwachting van de Stichting 2008 Jaar van het Religieus Erfgoed
dat de komende tien jaar zo'n honderd kerkgebouwen in Friesland hun oorspronkelijke
functie zullen verliezen (bron: rapport Geloof in toekomst. Strategisch Plan voor het Religieus
Erfgoed, 2008).
Veel kerkgemeenschappen in Fryslân zijn vrij somber gestemd over hun toekomst. Dat heeft
onder meer te maken met krimpende financiële reserves. De helft van de onderzochte kerken
heeft structurele inkomsten uit rente en pacht. Desondanks zegt een op de vijf kerkbesturen
(85) die aan de enquête hebben meegewerkt, dat de inkomsten nog maximaal vijf jaar genoeg
zijn om het kerkgebouw te onderhouden. Nog eens 134 kerken houden het naar eigen zeggen
financieel niet langer dan tien jaar vol. Samen vormen zij bijna de helft van de onderzochte
kerken. Een `probleemgroep' van 25 kerken heeft een zeer geringe toekomstverwachting.
De inschatting van kerkbesturen hoelang hun kerk nog in gebruik zal zijn voor de eredienst, is
in dit onderzoek in relatie gebracht met de gegevens over restauratieachterstand. Daaruit blijkt
dat meer dan de helft van de restauratieachterstand voorkomt bij kerken die over tien jaar nog
in gebruik zullen zijn door een geloofsgemeenschap. Daarnaast is er een groep van tenminste
37 kerken die over tien jaar waarschijnlijk geen religieuze functie meer hebben, met een
gezamenlijke restauratieachterstand van ruim 5,5 miljoen.
Maatschappelijk draagvlak
In de helft van de 168 dorpen met minder dan 3000 inwoners waar Doarpswurk onderzoek
heeft gedaan, blijkt de bestuurskracht klein te zijn en de continuïteit daarvan twijfelachtig. De
kans dat deze dorpen zelf een herbestemming kunnen vinden en organiseren voor een
vrijkomend kerkgebouw, is klein. De vele dorpshuizen in Fryslân maken de kans bovendien
kleiner dat deze kerkgebouwen voor gemeenschapsactiviteiten gebruikt kunnen worden. In
dorpen waar geen dorpshuis is, is vaak al een andere ruimte die voor
gemeenschapsactiviteiten gebruikt wordt.
In 46 dorpen is geen dorpshuis aanwezig. Hier is de kans groter om de kerk multifunctioneel
te gebruiken. Zestien dorpen hebben helemaal geen ruimte voor gemeenschappelijke
activiteiten. Daar zou de vrijkomende kerk die functie dus kunnen krijgen. In alle zestien
gevallen gaat het echter om heel kleine dorpen, waar de kerk ook nog eens een relatief grote
restauratieachterstand heeft.
Gebruiksmogelijkheden
Behalve het kerkelijk en maatschappelijk draagvlak hebben ook de praktische
gebruiksmogelijkheden van een kerkgebouw invloed op een eventuele herbestemming. Een
waardevol interieur en de aanwezigheid van een kerkhof beperken de mogelijkheden
daarvoor. Bijna de helft van alle Friese kerken heeft een kerkhof rondom, waarvan meer dan
90 procent nog in gebruik is. Van alle kerken die een belangwekkend interieur hebben, zal 17
procent binnen 5 jaar zijn inkomsten zien opdrogen en 45 procent binnen 10 jaar. Tegelijk is
juist bij de kerken met een waardevol interieur en/of een kerkhof het bestuurlijk-
organisatorisch potentieel het grootst.
Tenslotte
In het rapport zijn geen aanbevelingen opgenomen; het is een pure inventarisatie van de
feitelijke situatie van de kerkgebouwen in Fryslân. De provincie Fryslân ziet het rapport als
een belangrijke bouwsteen voor het nog te ontwikkelen Deltaplan Fryske Tsjerken.
In het rapport is een bijlage opgenomen met alle 770 kerkgebouwen in Fryslân die voor
kerkelijk gebruik gebouwd zijn. Daarmee is Fryslân de eerste provincie die echt álle
kerkgebouwen geïnventariseerd heeft.
Bij het rapport hoort een digitale database met alle informatie die verzameld is in het kader
van het onderzoek en twee verzamelingen met foto's van kerkgebouwen, van ds. Theo Hop en
van Peter Karstkarel. De deels vertrouwelijk verkregen informatie wordt alleen voor
beleidsdoeleinden gebruikt en blijft vertrouwelijk. De resterende openbare informatie komt
beschikbaar via de website van de provincie.
Publiekssamenvatting Tink om'e tsjerken 16-12-09 versie 2
---- --
TINK OM 'E TSJERKEN
INVENTARISATIE FRIESE KERKEN
steunpunt
monumentenzorg
fryslân
Project: Ynventarisaasje Fryske Tsjerken
Opdrachtgever: Provincie Frysl n
Opdrachtnemer: Stichting Alde Fryske Tsjerken
Met medewerking van: Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen Friesland, Stichting
Monumentenwacht Friesland, Stichting Steunpunt
Monumentenzorg Friesland en de Stichting Doarpswurk.
Auteurs: Gerhard Bakker, projectleider Ynventarisaasje
Fryske Tsjerken / directeur
Stichting Alde Fryske Tsjerken,
met medewerking van Dick Bloemhof, directeur Steunpunt
Monumentenzorg Friesland
Foto's: Niels de Vries (voorpagina) en Theo Hop (binnenwerk)
Foto Omslag: Emoties bij de sluiting van de voormalige gereformeerde Stadslaankerk van IJlst.
Het gebouw is door de Protestantse Gemeente te IJlst overgedragen aan de Stichting
Behoud Stadslaankerk.
Stuurgroep: Sytse ten Hoeve (bestuurslid SAFT en lid Regionaal College voor de Behandeling van
Beheerszaken van de PKN in Frysl n)
Jan Doede Niemeijer (namens SAFT)
Kees van Stralen (namens de Provincie Frysl n)
Werkgroep: Jouke Jongsma, Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen Friesland
Afke Draijer, Stichting Monumentenwacht Friesland
Dick Bloemhof, Stichting Steunpunt Monumentenzorg Friesland
Eelke Nutma, Stichting Doarpswurk
Ondersteuning: Meile Tamminga en Joost Aulbers, afdeling Beleids- en Geo
Informatie (BGI), van de Provincie Frysl n
Producten: Rapport `Tink om'e tsjerken', met als belangrijkste bijlage de nagenoeg complete lijst van alle
770 kerkgebouwen in Frysl n, zo zorgvuldig mogelijk opgesteld door de provinciale afdeling
BGI en Sytse ten Hoeve.
- Fotobestand ds. Theo Hop
- Fotobestand Peter Karstkarel
- Database met alle verzamelde informatie over 770 kerken (realisatie BGI, Provincie Frysl n)
- Website kerken in Frysl n (realisatie BGI, Provincie Frysl n)
Vormgeving: Tjitse Zijlstra, Provinsje Frysl n
Druk: Afd. Repro Provincie Frysl n
Datum oplevering: 14 december 009
Fasering onderzoek: De enqu te onder de eigenaren van 770 kerkgebouwen in Frysl n vondplaats in het najaar van
008. Het onderzoek door Monumentenwacht en Behoud Kerkelijke Gebouwen
Friesland vond plaats in het voorjaar van 009. De analyse van de informatie vond plaats in de
zomer van 009. Dit rapport is geschreven in de maanden augustus tot november 009.
Voortdurend spannen we ons allemaal in om ons huis, onze Wy allegearre dogge hieltyd wer alle war om de wr ld om s
omgeving, ons dorp en onze stad een plek te laten zijn waar we hinne, s st d, s doarp, s h s in plak w ze te litten d r't wy
graag wonen, werken en onze vrije tijd doorbrengen. Daar mei nocht en wille wenje, wurkje en s frije tiid trochbringe. D r
gaan we natuurlijk mee door. Maar nu is het dringend tijd om geane wy fansels fierder mei. Mar no driuwt de tiid om ekstra
extra aandacht te geven aan een heel bijzonder onderdeel van omtinken te jaan oan in o sa bys nder nderdiel fan s Fryske
ons Friese landschap, de kerkgebouwen. l nskip, de tsjerkgebouwen.
Dat is de onontkoombare conclusie in het rapport waarvan u nu Dat is de n ntkombere konkl zje fan it rapport d r't jo no de
de eerste bladzij leest en dat niet voor niets de naam draagt van earste side fan l ze en dat net samar de namme "Tink om 'e
"Tink om 'e tsjerken . tsjerken draacht.
Het rapport is in opdracht van de provincie Frysl n opgesteld It rapport is yn opdracht fan de provinsje Frysl n opsteld troch
door de Stichting Alde Fryske Tsjerken die daarvoor een de Stichting lde Fryske Tsjerken dy't mei dat doel in
samenwerkingsverband is aangegaan met het Steunpunt gearwurkingsferb n oangien is mei it Steunpunt Monumenten
Monumentenzorg, Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen zorg, Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen Friesland, Monu-
Friesland, Monumenten-wacht en Doarpswurk en onze mentenwacht, Doarpswurk en s eigen provinsjale fdieling
provinciale afdeling Beleids- en Geo-informatie. Belieds- en Geo-ynformaasje.
Zij hebben meer dan 770 Friese kerkgebouwen ge nventari- Hja hawwe mear as 770 Fryske tsjerkgebouwen ynventarisearre.
seerd. Nergens anders in Europa vind je zoveel en zulke Der is gjin oar plak yn Europa d r't safolle en sokke bys ndere
bijzondere kerken gemiddeld per oppervlakte. En we zijn er tsjerken sa ticht byinoar steane. En wy binne d r grutsk op!
trots op!
It rapport lit sjen dat om-ende-by h ndert tsjerkgebouwen it
Het rapport toont aan dat rond de 100 kerkgebouwen de gefaar rinne om harren funksje fan tsjerke de kommende jierren
komende jaren hun kerkelijke bestemming dreigen te verliezen. kwyt te reitsjen. It lit ek sjen dat der noch 191 tsjerkgebouwen
Verder toont het aan dat er nog 191 kerkgebouwen zijn met binne dy't noch foar hast 7 miljoen euro opknapt wurde
een restauratie-achterstand van bijna 7 miljoen euro. Ook laat moatte en ek dat sa'n twah ndert eigners oer tsien jier of
het zien dat ongeveer 00 eigenaren binnen 10 jaar de minder de nderh ldskosten net mear betelje kinne.
instandhoudingskosten niet meer kunnen betalen.
s tsjerkgebouwen liede dus de needklok. As wy dy gebouwen
Onze kerkgebouwen luiden dus de noodklok. ls we ze willen h lde wolle, dan sille wy mei-inoar bepale moatte wat de
behouden, dan zullen we samen moeten bepalen welke waarde doarps- en stedstsjerken s wurdich binne, sille wy d rnei de
de dorps- en stadskerken voor ons hebben, zullen we daarna tsjerkgebouwen goed stypje moatte of in (miskien nije en
samen de kerkgebouwen een goede ondersteuning of oanfoljende ) funksje jaan moatte en sille wy mei-inoar de
(misschien nieuwe of een aanvullende) functie moeten geven skouders nder de restauraasje en it nderh ld sette moatte.
en zullen we samen de schouders onder restauratie en Ryk, provinsje, gemeenten en monuminte-organisaasjes, mar
onderhoud moeten zetten. Rijk, provincie, gemeenten, ynwenners en pleatslike bedriuwen allyksa. In mienskiplike
monumentenorganisaties, net zo goed als inwoners en oanpak fan nderop, oars slagget it net.
plaatselijke bedrijven. Een gezamenlijke aanpak van onderop,
anders lukt het niet. Yn oparbeidzjen mei jo dy't dit l ze en leafst mei safolle mooglik
oaren wolle wy in deltaplan foar beh ld fan s Fryske tsjerken
Samen met u die dit leest en liefst met zo veel mogelijk anderen opstelle en dat ek ta tfiering komme litte wolle. Foar in goed
willen we een Deltaplan voor behoud van onze Fryske Tsjerken deltaplan is yn it foarste plak benammen ynformaasje fanneden.
opstellen en tot uitvoering laten komen. Voor een goed Dy ynformaasje hawwe wy no mei dit rapport. Op gr n d rfan
deltaplan is eerst en vooral informatie nodig. Die informatie kinne wy in goed trochtochte kar meitsje, dat wy kinne ek mei
hebben we nu met dit rapport. Op grond hiervan kunnen we it each op de takomst sizze "Wy hawwe goed om 'e tsjerken
goed onderbouwde keuzes maken zodat we ook met het oog tocht .
op de toekomst kunnen zeggen: "We hawwe goed om 'e
tsjerken tocht .
Jannewietske de Vries, Jannewietske de Vries,
Gedeputeerde. Deputearre.
Paragraaf
1.1 Korte samenvatting 7
1. Aanleiding voor het onderzoek 7
1. Kort historisch perspectief 8
1.4 Problematiek in een notendop 8
1.5 Provinciaal beleid 10
1.6 Gemeentelijk beleid 10
1.7 Onderzoek en opzet 11
1
Paragraaf
.1 Kerken 1
. Andere bestemmingen 1
. Versnelling in het proces 14
.4 Denominaties 15
.5 Stichtingen 15
.6 Dorpsgrootte 16
17
Paragraaf
.1 Onderzoeksgroep 17
. Wat is de onderhoudstoestand? 17
. .1 Bouwkundige staat 17
. . Instandhoudingbehoefte 18
. . Restauratie-achterstand 19
. Eigenaren 1
.4 Deelconclusies 1
Kader: restauratie en onderhoud 4
7
Paragraaf
4.1 Onderzoeksgroep 7
4. Waardering 7
4. Koppeling met restauratie-achterstand 8
4.4 Deelconclusies 0
Kader: een methode 1
4
Paragraaf
5.1 Onderzoeksgroep
5. De gegevens
5. .1 Leden
5. . kerkdiensten 4
5. De toekomstverwachting 4
5. .1 Algemeen 4
5. . Financieel 6
5. . Koppeling algemeen-financieel 6
5. .4 Koppeling toekomstverwachting met ledental 7
5.4 Koppeling met restauratie-achterstand 8
5.5 Koppeling met de cultuurhistorische waarde 9
5.6 Deelconclusies 40
Paragraaf
6.1 Onderzoeksgroep 4
6. De gegevens 4
6. .1 Bestuurlijk organisatorisch potentieel 4
6. . Continu teit 44
6. . Aanwezigheid van een dorpshuis 44
6. Koppelingen 45
6. .1 Bestuurlijk organisatorisch potentieel 45
6. . Kerkelijk draagvlak 45
6. . Cultuurhistorische waarde 46
6. .4 Restauratie-achterstand 46
6.4 Deelconclusies 46
Kader: kerken en dorpshuizen 47
49
Paragraaf
7.1 Onderzoeksgroep 49
7. Indicatoren op gebouwniveau 49
7. .1 aanwezigheid indicatoren 49
7. . indicatoren en gebruikspotentieel 50
7. . indicatoren en de continu teit 51
7. .4 indicatoren en de financi le toekomst 51
7. .5 indicatoren en de restauratie-achterstand 5
7. .6 indicatoren en monumentale waarde 54
7. Deelconclusies 55
Kader: Grotestadskerken 57
Kader: Kerk en interieur 57
5
61
Paragraaf
8.1 Algemeen 61
8. De staat van de kerkgebouwen 61
8. .1 bouwkundige conditie 61
8. . restauratie-achterstand 61
8. . monumentale waarde 6
8. De vrijkomende kerkgebouwen 6
8. .1 kerkelijk draagvlak 6
8. . maatschappelijk draagvlak 6
8. . gebruikspotentieel 64
8.4 Samenvatting 65
69
Case-study 1 Hervormde Kerk Jirnsum (Boarnsterhim) 69
Case-study R.-K. Kerk Easterwierrum (Littenseradiel) 7
Case-study : Van Harenskerk in Sint Annaparochie (Het Bildt) 77
Bijlage 1 : Kerkgebouwen in Frysl n (losse bijlage van 0 pagina's) 81
Bijlage : Deelonderzoek: wat heeft de overheid gedaan? 10
Bijlage : Friese kerken met de status van gemeentelijk monument 108
Bijlage 4: Gesloopte kerkgebouwen 109
Bijlage 5: Beknopt literatuuroverzicht 110
6
1
De komende jaren verliezen in het hele land vele honderden kerkgebouwen hun kerkelijke
bestemming. In het rapport `Geloof in toekomst. Strategisch Plan voor het Religieus Erfgoed'
van de Stichting 008 Jaar van het Religieus Erfgoed wordt de verwachting uitgesproken dat
de komende 10 jaar 1000 tot 1 00 kerkgebouwen hun oorspronkelijke functie zullen verliezen.
Alleen al voor Frysl n gaat het om circa honderd gebouwen in diezelfde periode. D grote
vraag waar de samenleving voor staat, is wat er met al die kerken moet gebeuren. Zijn er
gebouwen bij die zo waardevol zijn dat ze behoud als zodanig verdienen? Welke gebouwen
lenen zich voor alternatief gebruik? Kunnen ze binnen de dorpsgemeenschappen een nieuwe
functie krijgen? Of moeten ze worden herbestemd voor wonen en werken? En k als het
rijksmonumenten zijn?
Dat is de ene kern waar het in dit onderzoek om draait. Daarnaast wil dit rapport antwoord
geven op de vraag hoe het gesteld is met de onderhoudstoestand van het Friese
kerkenbestand. Hoeveel geld is er de komende jaren nodig om de gebouwen in goede staat
te krijgen? En waar doet de restauratieachterstand zich met name voor? Is dat bij de
rijksmonumenten, waarvoor in principe rijkssubsidie beschikbaar is? Of is dat bij de niet-
monumenten, waarvan de eigenaren bij niemand kunnen aankloppen om subsidie? Hoe
moeten kerkbesturen zich opstellen nu die zich ernstig zorgen moeten maken over de
toekomst en zich afvragen of ze hun gebouw over 10 jaar nog wel nodig zullen hebben?
Kerken zijn beeldbepalende elementen in het Friese landschap. Ze vormen bindende,
identiteit-bepalende elementen in de dorpsgemeenschappen. Ze vertegenwoordigen niet
alleen een religieuze rijkdom, maar zijn ook maatschappelijk n cultuurhistorisch van grote
betekenis. Niet alleen in regionaal perspectief, maar nadrukkelijk ook nationaal en
internationaal. Meer dan elders in Nederland zijn in Frysl n (en Groningen) middeleeuwse
kerken in hun oorspronkelijke vorm bewaard gebleven. Bij elkaar vormen ze een schat, die -
naast onder meer de taal en het landschap een van de grote cultuurschatten van Frysl n is.
Ze zijn niet alleen voor de eigen bevolking van waarde, maar ook voor anderen. Voor het
cultuurtoerisme zijn ze van groot belang.
In de laatste decennia is meer en meer het besef doorgedrongen dat dit rijke erfgoed wel
eens van lust tot last zou kunnen worden. Door ontkerkelijking, vergrijzing en
bevolkingskrimp op het platteland neemt het draagvlak voor de instandhouding en het
gebruik van kerkgebouwen al jarenlang af. Dit proces wordt versterkt door fusies op lokaal
niveau binnen de Protestantse Kerk in Nederland. Steeds meer kerken komen leeg te staan,
krijgen een andere functie of dreigen ten prooi te vallen aan de slopershamer.
In de Nota Erfgoed 2004 nam de provincie Frysl n zich voor onderzoek te doen naar de
staat van onderhoud van boerderijen en kerkgebouwen. In dat kader hebben de
Monumentenwacht, de Boerderijenstichting Frysl n en het Steunpunt Monumentenzorg
Frysl n in 006 eerst de staat van onderhoud van historische boerderijen onderzocht. Dat
resulteerde in het rapport Pas op de pleats.
In 008, het Jaar van het Religieus Erfgoed, besloot de provincie om nu ook een inventarisatie
te laten maken van de staat van de Friese kerken. Het resultaat daarvan ligt nu voor u.
7
Er is geen streek in Europa met een grotere dichtheid aan monumentale kerken dan Frysl n.
Al sinds de Middeleeuwen is Frysl n bezaaid met kerken. Elke terp, elk gehucht, elke adellijke
familie streefde naar haar eigen kerk. Kerkelijke en theologische ontwikkelingen deden het
kerkenbestand vooral in de negentiende eeuw almaar verder groeien. De middeleeuwse
rooms-katholieke kerken werden na de Reformatie (zestiende eeuw) opnieuw ingericht voor
de protestantse eredienst. Nadat in de negentiende eeuw de vrijheid van godsdienst
grondwettelijk werd vastgelegd, werden op tal van plaatsen nieuwe rooms-katholieke kerken
gebouwd. In de negentiende en begin twintigste eeuw kwamen daar na enkele
kerkscheidingen de gereformeerde kerken bij. Verder kent Frysl n relatief veel doopsgezinde
`vermaningen'.
Door de secularisatie in de tweede helft van de twintigste eeuw is de rol van de kerk echter
sterk teruggelopen. Heel wat kerkgebouwen hebben hun oorspronkelijke functie reeds
verloren. Het rapport `Geloof in toekomst' van de Stichting 008 Jaar van het Religieus Erfgoed
stelt dat dat in heel Nederland met 900 kerkgebouwen is gebeurd in de periode 1975- 008.
Nog veel meer kerkgebouwen dreigen in de komende jaren hun functie te verliezen. Toch
vertegenwoordigen ze nog steeds een religieuze, monumentale en/of cultuurhistorische
waarde. Dat dwingt tot nadenken over de wenselijkheid van en mogelijkheden voor behoud.
De problematiek van het kerkenbehoud is samen te vatten in zes punten. Ten eerste ligt er het
feit dat het aan het verminderen is. Er zijn nu al ruim honderd kerkelijke
gemeenten in Frysl n die minder dan honderd leden tellen (zie hoofdstuk 5). Veel kerkelijke
gemeenten zijn zo gekrompen en hebben het daardoor financieel zo moeilijk, dat ze moeten
fuseren. Na een fusie komt al snel de vraag op welk gebouw kan worden afgestoten.
Een tweede probleem is dat de kerkelijke gemeenten door hun financi le reserves heen raken.
Veel kerken zijn in de Middeleeuwen gebouwd. Dat gebeurde met gelden van gelovigen, die
zich op die manier wilden verzekeren van hun `zielenheil' in het hiernamaals. Er werd niet
alleen in klinkende munt betaald, maar ook in de vorm van landerijen en onroerend goed. Al
dit bezit is eeuwenlang de kurk geweest waarop de kerkgebouwen dreven. Uit de inkomsten
van rente en pacht werden het onderhoud van de kerk en het traktement van de predikant
betaald. In de Franse tijd kwam hieraan een eind, toen de financi le reserves van de kerkelijke
gemeenschappen werden afgeroomd. Een derde van alle bezit werd onteigend en aan de
staatskas toegevoegd.
In de eeuwen daarna hebben de kerkelijke gemeenschappen steeds verder moeten interen op
hun bezit. Er was sprake van afnemende inkomsten uit grondbezit, terwijl de kostenstijgingen
(vooral in personele sfeer) doorgingen. De al maar hogere vrijwillige bijdragen van
gemeenteleden moesten worden opgebracht door een steeds kleinere groep mensen.
Kerkbesturen die zich genoodzaakt zien kostbare restauraties uit te voeren, konden lange
tijd rekenen op 90 procent subsidie van het Rijk in de subsidiabele kosten. De laatste decennia
was dat slechts 70 procent. Als het niet lukte om aanvullende fondsen te verwerven, zorgde
de restauratie ervoor dat de gemeenschap inteerde op haar vermogen.
Aan het begin van de 1ste eeuw is de situatie bepaald zorgwekkend te noemen. Aan veel
kerkfusies op lokaal niveau liggen financi le redenen ten grondslag. De reserves raken op.
De kurk waarop de meeste kerken dreven, is op veel plaatsen al verdwenen. Kerken voelen
de nadrukkelijk. Op dit gebied wijkt de situatie in Nederland sterk af van elders in
Europa. In Nederland draagt de overheid relatief weinig bij aan de instandhouding van
kerkgebouwen. In een land als Frankrijk, waar de scheiding tussen kerk en staat zo ongeveer
is `uitgevonden', voelt de overheid zich meer verantwoordelijk dan in Nederland. De Franse
overheid onderhoudt de kathedralen, terwijl de gemeentelijke overheden de overige kerken
in stand houden.
8
Een derde aspect van de problematiek ligt op het menselijke vlak. Zoals gezegd is het aantal
kerkleden op veel plaatsen fors gedaald, door secularisatie, kerkverlating en demografische
ontwikkelingen (vergrijzing, bevolkingskrimp). Kleiner wordende kerkelijke gemeenschappen
zagen zich gedwongen met elkaar te gaan samenwerken (en/of te fuseren). Steeds meer taken
zijn bij vrijwilligers terechtgekomen; de tijd van betaalde kosters en beheerders is vrijwel
overal voorbij.
De laatste jaren wordt het echter almaar moeilijker om vrijwilligers te vinden. Niet alleen
binnen de kerkelijke gemeenschappen die nog steeds erediensten houden (met alles wat
daarbij hoort aan catechese, diaconaat, verenigingswerk, enzovoorts). Het geldt ook
daarbuiten. De kerk moet in aandacht concurreren met het dorpshuis, de sportvereniging, de
culturele activiteiten, het dorpsbos iedereen en alles heeft z'n vrijwilligers nodig. En dat in
een tijd dat steeds vaker beide ouders van een gezin werken, en dus minder vrije tijd over
houden om als vrijwilliger actief te zijn.
Al helemaal moeilijk te vinden zijn vrijwilligers die bestuurlijke verantwoordelijkheid willen
dragen voor een langere periode. Dat speelt overal in de samenleving, niet alleen binnen de
kerken. De afnemende en vergrijzende baart grote zorgen, met name ten
aanzien van de kerken. Wie neemt de zorg voor het religieuze erfgoed over als deze `stille
krachten' binnen enkele decennia verdwenen zijn? Nu al is er in sommige dorpen nog maar
n ouderling-kerkrentmeester op wiens schouders de instandhouding van het kerkgebouw
rust (zie casestudy Jirnsum).
In het verleden zijn verschillende kerken ondergebracht in dorpsstichtingen (zie hoofdstuk
.5). Dit betekent dat het dorp de verantwoordelijkheid voor de instandhouding op zich
neemt. In de praktijk blijkt het niet altijd makkelijk om bestuurlijke continu teit te vinden.
Dorpsstichtingen beginnen vaak met elan, maar raken na verloop van tijd maar al te
gemakkelijk slapende doordat er geen bestuurders beschikbaar zijn.
Een vierde aspect van de behoudsproblematiek is dat de onder de vrijwilligers
afneemt, terwijl de complexiteit ten aanzien van de regelgeving en subsidieregelingen
toeneemt.
Een vijfde aspect is dat het moeilijk is om voor alle kerkgebouwen die de komende jaren
vrijkomen, een nieuwe te bedenken. Laat staan dat er verwacht kan worden
dat die ook nog eens rendabel (kostendekkend) is. Religieus erfgoed is nooit exploitabel
geweest; er moest altijd geld bij (zie onder `jildpine'). `Multifunctioneel' maken biedt soms
een oplossing, maar niet elk dorp heeft behoefte aan (nog) een cultureel centrum. Zeker niet
naast de vele dorpshuizen die Frysl n telt en die het ook lang niet allemaal gemakkelijk
hebben.
Wellicht moet er nog meer dan nu gebeurt nagedacht worden over herbestemming van
kerken ( k van de rijksmonumentale) voor wonen, werken, enzovoorts. Dit proces is al heel
lang aan de gang. De cijfers spreken wat dat betreft voor zich. Van de kerkgebouwen die
Frysl n anno 009 telt, zijn er reeds aan het kerkelijk gebruik onttrokken (zie hoofdstuk
). Daarvan staan er circa vijftig leeg (De oude kaart van Nederland; leegstand en
herbestemming in Fryslân, Leeuwarden, februari 008 waarin de leegstaande kerken
overigens niet met naam en toenaam genoemd worden).
Omdat het zo moeilijk is alternatieve en rendabele functies te bedenken, zijn al 8
kerkgebouwen overgedragen aan de Stichting Alde Fryske Tsjerken. Dit gebeurt vanuit het
besef dat de onderhoudskosten niet meer door de kerkelijke gemeenschap of de dorpelingen
zelf georganiseerd hoeven te worden, en dat de onderhoudstechnische kant dan in ieder geval
professioneel geregeld is. Waarbij voor de dorpsbewoners alleen nog de verantwoordelijkheid
rest, om enige activiteiten te organiseren die de directe kosten dekken (gas, water, licht).
Maar zelfs dat is niet altijd makkelijk voor de plaatselijke commissies die de gebouwen van de
Stichting Alde Fryske Tsjerken beheren. Waarmee ook de zesde kern van het behoudsvraagstuk
9
in beeld komt, en dat is het feit van de sterk toegenomen concurrentie op de accommoda-
tiemarkt. Niet alleen de bestaande dorpshuizen, multifunctionele centra en caf s in de dorpen
maken het lastig om een kerkgebouw `ook nog eens' rendabel te exploiteren. Er is ook in
toenemende mate concurrentie van nog in gebruik zijnde kerken. Steeds meer
kerkrentmeesters weten hun financi le draagvlak te verbreden door (neven)ruimten te
verhuren voor allerlei activiteiten. Deze actieve kerkelijke gemeenten beschikken over de
benodigde vrijwilligers en bestuurskracht, door simpelweg te putten uit hun ledenbestand.
Daarmee staat een actieve kerkelijke gemeente op voorsprong.
Met deze zes kernpunten is de behoudsproblematiek in een notendop samen te vatten. Het
aantal kerkleden is in veel dorpen te klein om het geld op te kunnen brengen dat nodig is voor
gebruik en onderhoud. De financi le reserves raken op. Er zijn maar moeizaam vrijwilligers te
vinden. Laat staan vrijwilligers die bestuurlijke verantwoordelijkheid willen nemen. De
deskundigheid neemt af, terwijl de regelgeving alleen maar ingewikkelder wordt. Het is niet
makkelijk om voor al die vrijkomende kerkgebouwen een nieuwe functie te vinden binnen de
dorpsgemeenschappen. Vooral omdat er al heel veel kerkgebouwen zijn vrijgekomen en
herbestemd, waardoor de concurrentie op de accommodatiemarkt groot is.
Het is deze achtergrond, die het probleem zo nijpend maakt: wat kunnen we als samenleving
doen met de vele tientallen kerkgebouwen die de komende 10 jaar vrijkomen? `Er komt een
ramp op ons af', aldus Sytse ten Hoeve in het rapport De oude kaart van Nederland
(Leeuwarden, februari 008), en dat besef schreeuwt om een Deltaplan.
Na het verschijnen van de Nota Erfgoed in 004 heeft de provincie Frysl n niet stilgezeten. De
problematiek van de leegkomende kerken bleef om aandacht vragen. Landelijk onderzoek
maakte in 008, het Jaar van het Religieus Erfgoed, duidelijk dat er statistisch bezien de
komende 10 jaar circa 100 kerkgebouwen in Frysl n hun functie voor de eredienst zullen
kwijtraken.
Het nieuwe College van Gedeputeerde Staten dat in 007 aantrad, heeft de nood hiervan
onderkend. In het Koersdocument, een soort `coalitieakkoord' op provinciaal niveau, wordt
dan ook melding gemaakt van de kerken als onderdeel van het `Frysk eigene': `Samen met de
gemeenten moeten initiatieven uit de regio worden ondersteund. Particulier initiatief om te
investeren in het onderhoud van het `Frysk eigene', zoals de terpen, kerken, karakteristieke
boerderijen en authentieke bebouwing van dorpskernen, wordt gestimuleerd'.
Een jaar later werd het Wurkprogram Fryske Fiersichten 2009-2011 gepresenteerd. Daarin
worden 10 duurzame, vernieuwende en `Frysk eigene' vergezichten centraal gesteld. Daarbij
wil de provincie inzetten op projecten `waarmee structurele langetermijneffecten voor de
provincie worden bewerkstelligd, vernieuwingen tot stand worden gebracht en waarmee het
Frysk eigene van de provincie wordt versterkt'.
Als derde op de lijst van Fiersichten wordt het Deltaplan Fryske Tsjerken genoemd: een
bundeling van voorstellen die betrekking hebben op de instandhouding en het gebruik van
kerkgebouwen in Frysl n. Onderhavige rapportage kan dan ook gelezen worden als
bouwsteen voor de verdere ontwikkeling van het Deltaplan.
Waar de provincie Frysl n bezig is om beleid te ontwikkelen voor de instandhouding van de
kerkgebouwen, valt op dat de Friese gemeenten betrekkelijk weinig doen op dit punt (zie
bijlage ). Wat in Frysl n ontbreekt (en overigens ook in vele andere provincies), is een
aanvullende provinciale en gemeentelijke waardebepaling van de kerkgebouwen.
10
In de Concept Nota Erfgoed 010- 014 (oktober 009) spreekt de Provincie uit dat zij wil
vaststellen welke kerkgebouwen van provinciaal belang zijn. Tot die groep behoort mogelijk
ook een aantal niet-rijksmonumentale kerken. Als deze lijst is samengesteld kan de Provinciale
Adviescommissie (PACH) die nu nog de aanvragen voor restauratiesubsidies van niet-
monumentale kerken beoordeelt, worden opgeheven.
Het Rijk heeft een duidelijk standpunt over welke kerken subsidie `verdienen' door deze
gebouwen de status van rijksmonument te geven. De provincie is nu ook bijna zo ver. De Friese
gemeenten blijven hierbij nog achter. Een negental Friese gemeenten heeft een gemeentelijke
monumentenlijst of werkt daaraan. Op sommige van die gemeentelijke monumentenlijsten
staan ook kerken. In totaal gaat het om 19 kerkgebouwen in 5 gemeenten. Daarnaast zijn er
4 kerken op niet-offici le lijsten van behoudswaardige of beeldbepalende panden (zie bijlage
).
Provinciale en gemeentelijke monumentenlijsten vormen onmisbare instrumenten om in de
toekomst de beperkte middelen gericht te kunnen inzetten. Zodat in ieder geval die
monumenten steun krijgen, waarvan de overheid (c.q. de samenleving) vindt dat ze bewaard
moeten worden.
De provincie Frysl n en de Stichting Alde Fryske Tsjerken hebben elkaar gevonden in twee
thema's van onderzoek. Enerzijds is dat de vraag hoe de kerken er bouwkundig bijstaan. Hoe
kan de provincie haar beperkte middelen op dat punt het beste inzetten? Anderzijds is dat de
vraag hoeveel kerkgebouwen de komende jaren hun kerkelijke functie verliezen. En wat kan
er met de vrijkomende kerkgebouwen gedaan worden?
Deze twee thema's zijn in het kader van het onderzoek uitgewerkt tot vier subthema's:
de bouwkundige conditie van het onroerend kerkelijk erfgoed in Frysl n;
het maatschappelijke draagvlak (religieus, bestuurlijk) van kerkgebouwen;
een bepaling van de cultuurhistorische waarde van kerkgebouwen;
het gebruikspotentieel van (mogelijk) leegkomende kerkgebouwen.
Het onderzoek is uitgevoerd door de Stichting Alde Fryske Tsjerken, in samenwerking met de
Monumentenwacht Friesland, Behoud Kerkelijke Gebouwen Friesland, Steunpunt
Monumentenzorg Friesland en Doarpswurk. Daarbij verleende de provinciale afdeling Beleids-
en Geo-informatie (BGI) verregaande technische ondersteuning. De heren Meile Tamminga
en Joost Aulbers verdienen het hier bij name genoemd te worden. De projectleiding was in
handen van Gerhard Bakker, directeur van de Stichting Alde Fryske Tsjerken. Het proces werd
bewaakt door een Stuurgroep, die bestond uit Kees van Stralen (namens de Provincie), Sytse
ten Hoeve (als deskundige op het gebied van kerkgebouwen en van het kerkelijk leven in
Frysl n) en Jan Doede Niemeijer (namens de SAFT).
Het onderzoek is opgedeeld in vier fases. In de eerste fase is een schriftelijke enqu te
gehouden onder alle eigenaren van kerkgebouwen in Frysl n. Hierbij is als uitgangspunt
genomen de lijst van kerkgebouwen, zoals die is samengesteld door de afdeling Beleids- en
Geo Informatie (BGI) van de Provincie Frysl n en Sytse ten Hoeve, aangevuld met informatie
van Reliwikie.nl.
De respons op de enqu te was opmerkelijk groot. Maar liefst 80 procent van de eigenaren van
de 550 nog in gebruik zijnde kerkgebouwen heeft de moeite genomen het enqu teformulier
in te vullen en 60 procent van de 0 aan het kerkelijk gebruik onttrokken gebouwen (zie
tabel 1). Een dergelijk hoge respons heeft de provinciale afdeling BGI niet eerder meegemaakt
bij andere projecten. Het geeft aan hoe zeer de problematiek leeft onder de eigenaren van
de kerkgebouwen cq de kerkrentmeesters.
11
Naar aanleiding van de eerste resultaten van de enqu te is een eerste selectie gemaakt.
Besloten werd om de focus te richten op de grootste probleemgroep van kerkgebouwen met
een bouwkundig- of een draagvlakprobleem, en om de kerkgebouwen die al aan het kerkelijk
gebruik onttrokken zijn, niet verder te onderzoeken. In die groep heeft het probleem - van
dreigende leegstand in de komende jaren - zich in zekere zin al `opgelost'.
In de tweede fase is nader onderzoek verricht. Eerst naar 14 kerkgebouwen waarvan de
eigenaar aangaf dat de bouwkundige conditie te wensen overlaat. Dit deel van het onderzoek
is uitgevoerd door de stichtingen Monumentenwacht en Behoud Kerkelijke Gebouwen
Friesland. Van iedere kerk is bekeken hoeveel geld er de komende 6 jaar nodig is om het
gebouw in goede conditie1 te brengen. Parallel aan dit onderzoek is door de stichting
Doarpswurk gekeken naar de aanwezigheid van andere voorzieningen (dorpshuizen,
multifunctionele centra) en naar het bestuurlijke draagvlak in 18 dorpen waar blijkens de
enqu te mogelijk een (of meer) kerkgebouw(en) vrijkomen. Daarnaast heeft het Steunpunt
Monumentenzorg Friesland ge nventariseerd welke inspanningen de overheden de laatste
tijd hebben gepleegd om het religieus erfgoed in stand te houden (bijlage ).
Op basis van de informatie uit de eerste twee fasen is in de derde fase, die van de analyse,
gekeken welke conclusies uit deze deelonderzoeken getrokken kunnen worden. In deze derde
fase kwam ook het onderwerp gebruikspotentieel van de vrijkomende kerken in beeld. Wat
valt er te zeggen over het mogelijke gebruik in de toekomst?
In de vierde fase van het onderzoek werd het eindrapport geschreven, dat conclusies bevat
maar geen aanbevelingen, zoals uitdrukkelijk in de opdracht van de Provincie Frysl n is
bepaald. Nadrukkelijk moet worden opgemerkt, dat in de deelonderzoeken niet lle
kerkgebouwen zijn onderzocht. Elk deel kent zijn eigen onderzoeksgroep (tabel 1). Dit
betekent dat niet alle onderzoeksgroepen van dezelfde grootte zijn of anderszins
vergelijkbaar. Mede daarom zijn de onderzoeksgegevens uit de diverse onderzoeksgroepen
niet allemaal te extrapoleren naar de totale groep van 770 kerkgebouwen. Ieder hoofdstuk
begint met een toelichting over de samenstelling van de onderzoeksgroep en de mate waarin
de verkregen informatie is te extrapoleren naar het totale bestand.
Aantal kerken
Totale bestand aan kerkgebouwen 770
Groep A: in kerkelijk gebruik 550
Respons vanuit groep A op enqu te 459
Groep B: buiten kerkelijk gebruik 0
Respons vanuit groep B op enqu te 1 5
H : Bouwkundige conditie (selectie uit groep A) 14
H4: Cultuurhistorische waarde (selectie groep A) 55
H5: Kerkelijk draagvlak (hele responsgroep A) 459
H6: Maatschappelijk draagvlak (selectie groep A) 18
Tabel 1: Overzicht onderzoeksgroepen (deelselecties)
In dit rapport worden eerst de algemene gegevens over het Friese kerkenbestand
weergegeven (hoofdstuk ). In hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de bouwkundige
conditie van de kerken en van de onderhoudsbehoefte en de restauratie-achterstand. In
hoofdstuk 4 is de cultuurhistorische waarde van (een deel van) de kerken aangegeven, en
wordt dit in relatie gebracht tot de bouwkundige conditie. In hoofdstuk 5 wordt een beeld van
het kerkelijk draagvlak geschetst, ook in relatie met de eerder behandelde aspecten:
bouwkundige conditie en cultuurhistorische waarde. Zo worden in elk hoofdstuk
dwarsverbanden gelegd met de daarvoor ge nventariseerde gegevens. Dat geldt ook voor het
maatschappelijk draagvlak (hoofdstuk 6). In hoofdstuk 7 wordt ingegaan op het
gebruikspotentieel van de kerken die vrijkomen, gerelateerd aan (belemmerende) factoren.
In elk hoofdstuk worden deelconclusies getrokken, die in het slothoofdstuk tot eindconclusies
leiden.
1 In de praktijk heeft niet iedere eigenaar de middelen beschikbaar om het gebouw continue in goede
1
conditie te houden. Veel eigenaren nemen genoegen met "sober en doelmatig onderhoud, zodat het
gebouw in ieder geval wind- en waterdicht is.
2
De provincie Frysl n telt anno 009 precies 770 kerkgebouwen op haar grondgebied (zie voor
een complete opsomming bijlage 1). Het gaat in dit onderzoek om gebouwen die voor
religieus gebruik gebouwd zijn. Daarmee is meteen al een eerste beperking aangegeven. De
`succeskerk' van ds. Bottenbley in Drachten valt bijvoorbeeld buiten het onderzoekskader,
want die is gevestigd in een voormalig garagepand. Zo zijn er nog veel meer kerkelijke
gemeenschappen gevestigd in panden die oorspronkelijk niet als kerk gebouwd zijn. Al deze
kerken worden in dit onderzoek niet meegeteld. Ook de kerkgebouwen die op enig moment
in de tijd gesloopt zijn, vallen buiten het kader van dit onderzoek (zie bijlage 4).
Van de 770 kerkgebouwen die voor kerkelijk gebruik gebouwd zijn, is vastgesteld in welke
periode ze gebouwd zijn (tabel ). In absolute cijfers kent deze provincie vooral kerken uit de
periode 1850 1940.
Kerk w.v. RM SAFT (RM) vm kerk(overig) w.v. RM Totaal
Middeleeuwen (voor 1580) 9 9 6 7 5 1 6
Na de Reformatie (1580 1850) 106 104 1 1 1 149
Jonge Bouwkunst (1850 1940) 18 80 1 8 1 46
Wederopbouw (1945 1960) 50 1 6
Nieuwe Tijd (1960 heden) 84 86
551 77 38 181 1 770
Tabel2:allekerkennaarbouwperiode;RM=Rijksmonument;vm=voormalig
Volgens het rijksmonumentenregister telt Frysl n in totaal 4 8 rijksmonumenten in de CBS-
categorie (kerkgebouwen) en 54 in de CBS-categorie 4 (kerkelijke onderdelen zoals orgels,
pastorie n en kerkhoven). Als alleen naar de kerkgebouwen wordt gekeken, bedraagt het
totale aantal rijksmonumentale kerken . Van de Rijksmonumentale kerken zijn er nog 77
in gebruik als kerk, 8 overgedragen aan de Stichting Alde Fryske Tsjerken en nog eens 1
aan het kerkelijk gebruik onttrokken. Die laatste kerken hebben dus ook een andere
bestemming gekregen.
Frysl n telt ten opzichte van de min of meer vergelijkbare provincie Groningen relatief meer
Rijksmonumenten ( 46 tegenover 4 ).
Van de 770 kerkgebouwen die voor religieuze doeleinden gebouwd zijn, hebben er 19 een
andere dan een kerkelijke bestemming gekregen. Dat is niet een ontwikkeling van de
afgelopen jaren, maar een proces dat al eeuwen gaande is. Ook al deze kerkgebouwen vallen
buiten het kader van dit onderzoek. Op deze plek wordt kort genoemd wat er te zeggen is
over de leegstand c.q. de huidige functie.
Volgens het rapport De oude kaart van Nederland; leegstand en herbestemming in Fryslân
(Leeuwarden, februari 008) bedraagt het aantal leegstaande kerkgebouwen vijftig. Het
rapport noemt deze gebouwen echter niet met naam en toenaam. De provinciale afdeling
Beleids- en Geo Informatie (BGI) komt op basis van eigen onderzoek uit op 1 kerkgebouwen
die leegstaan of gebruikt worden voor opslag en kerkgebouwen waarvan de huidige
bestemming onbekend is (tabel ).
1
totaal waarvan rijksmonument
Woning/bedrijf 89 5
Cultureel 9 0
Dorpshuis 9 0
Museum 7
Atelier 5
Kerkelijk 4
Aula
Leegstand, opslag 1 1
Onbekend 6
181 31
Tabel3:Voormaligekerkennaarnieuwefunctie
Van de voormalige kerken die een nieuwe functie hebben gekregen, is 17% rijksmonument.
Een onbekend aantal kerkgebouwen is ooit gesloopt en niet vervangen door nieuwbouw
(bijlage 4).
Het proces dat kerkgebouwen hun functie verliezen, is in de tweede helft van de twintigste
eeuw versneld. Vooral als gevolg van secularisatie (mensen laten hun geloof los) en
ontkerkelijking (mensen keren de kerk de rug toe; hetgeen niet per se betekent dat ze hun
geloof loslaten).
In de afgelopen decennia is het proces van vrijkomende kerkgebouwen opnieuw versneld,
vooral als gevolg van de samenwerkings- en fusieprocessen van gereformeerden, hervormden
en lutheranen op lokaal niveau. Verwacht wordt dat er de komende 10 jaar opnieuw een
versnelling zal plaatsvinden, nu de fusie van deze kerken tot Protestantse Kerk in Nederland
(PKN) op landelijk niveau in 004 afgerond werd.
De versnelling kan zichtbaar worden gemaakt op basis van de enqu te onder de eigenaren van
770 gebouwen. Van de 19 kerken die hun oorspronkelijke functie kwijt zijn geraakt, is van
198 bekend in welk jaar dat gebeurd is (tabel 4). Alleen de laatste jaar ( 006- 008) zijn al
kerken buiten gebruik gesteld. Als de ontwikkelingen in hetzelfde tempo doorgaan, zouden
dat er in de periode 006- 015 in totaal 77 kunnen worden!
aantal Gemiddeld per jaar
V r 1945
1946-1955 0,
1956-1965 6 0,6
1966-1975 40 4,0
1976-1985 9 ,9
1986-1995 ,
1996- 005 5 5,
006-heden 6,6
Niet ingevuld 1
219 3,1
Tabel 4: Aan kerkelijk gebruik onttrokken
In het rapport `Geloof in toekomst! Strategisch Plan voor het Religieus Erfgoed' van de
Stichting 008 Jaar van het Religieus Erfgoed worden de landelijke ontwikkelingen toegelicht.
In tabel 5 valt te lezen dat de afgelopen jaar al 900 kerken aan het kerkelijk gebruik
onttrokken zijn (gemiddeld 5 per jaar, oftewel een per weken).
14
Katholieke kerken - 00
Protestantse kerken -600
Synagogen -10
Kloosters (vestigingen) -1500
Tempels +100
Moskee n +4 0
Tabel 5: Af- en toename aantal kerkgebouwen in de periode 1975-2008
Voor de periode 008 tot 018 (tabel 6) verwacht men een afname van nog eens 1000 tot
1 00 kerkgebouwen (100 per jaar, oftewel per week).
Katholieke kerken - 400 - 500
Protestantse kerken - 600 - 700
Synagogen 0
Kloosters (vestigingen) - 1 0
Tempels + 0
Moskee n + 10
Tabel6:Verwachteontwikkelingindeperiode2008-2018
De verwachting dat er in Frysl n de komende 10 jaar nog 100 kerkgebouwen vrijkomen, is aan
dit onderzoeksrapport ontleend.
Verreweg de meeste kerkgebouwen in Frysl n zijn in gebruik bij (voormalige) hervormde
gemeenten ( 74). De groep (voormalige) gereformeerde kerkgebouwen is veel kleiner (186).
Uit tabel 8 blijkt dat relatief veel gereformeerde kerken een nieuwe bestemming hebben
gekregen ( 7 %).
Totaal Waarvan Waarvan Herbestemd Percentage
monument in gebruik (inclusief SAFT) herbestemd
als kerk binnen groep
PKN hervormd 74 8 7 101 7%
PKN gereformeerd 186 15 116 70 7%
Katholiek 44 0 7 7 16%
Doopsgezind 6 9 4 8%
Overig 10 5 86 17 16,5%
Tabel 7: Indeling kerken naar denominatie
Steeds meer kerken worden ondergebracht in een stichting. Dit betekent dat de kerkelijke
gemeente formeel niet meer de wettige eigenaar is. Sommige stichtingen zijn om bestuurlijke
redenen door de kerkelijke gemeente opgericht. Een duidelijk voorbeeld daarvan is te zien in
doopsgezinde kring in midden Frysl n. Een koepelstichting neemt daar het beheer van diverse
gebouwen op zich, voor een aantal verder zelfstandig functionerende plaatselijke gemeenten.
Uit tabel 9 blijkt dat er in Frysl n 8 kerkgebouwen die nog als zodanig in gebruik zijn, zijn
ondergebracht in een stichting. Van de 19 kerken die aan het kerkelijk gebruik onttrokken
zijn, zijn er 65 ondergebracht bij een stichting, waarvan 8 bij de Stichting Alde Fryske Tsjerken.
Totaal Waarvan in gebruik als kerk Waarvan herbestemd
Stichting 7 8 65
waarvan SAFT 38
Anders 697 54 154
Tabel 8: Aantal kerken in beheer bij stichting
15
Relatief veel rijksmonumentale kerkgebouwen staan in Frysl n in dorpen met maar
betrekkelijk weinig inwoners, zoals blijkt uit tabel 9.
Aantal inwoners Aantal rijksmonumenten Cumulatief Cumulatief-procentueel
1- 5 0,6
6-50 6 8 ,
51-75 8 16 4,6
76-100 16 9,
101-150 14 46 1 ,
151- 00 10 56 16,
01- 50 19 75 1,7
51- 00 11 86 4,8
01-500 44 1 0 7,6
501-1000 58 188 54,
>1001 158 46 100
Tabel9:Rijksmonumentalekerkengerelateerdaaninwonertaldorpen
Een kwart van de rijksmonumentale kerken (86) staat in dorpen met minder dan 00 inwoners.
16
3 De bouwkundige conditie is van 14 kerken bepaald. De selectie van de kerken in de
onderzoeksgroep is gebaseerd op de enqu te. De kerken waarvan de eigenaren zelf hebben
aangegeven dat zij inschatten dat de bouwkundige conditie `zeer slecht', `slecht', `matig' of
`redelijk' is, zijn onderzocht. Daarnaast dienden de kerken nog in gebruik te zijn voor de
eredienst.
De stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen Friesland en de Monumentenwacht hebben deze
14 kerken onderzocht en onder andere de instandhoudingbehoefte bepaald, zowel in totaal
als naar de vier onderdelen 'exterieur', `fundering', `interieur' en `toren'. Van deze onderzochte
14 kerken waren er 161 rijksmonument (75%) en 5 niet ( 5%).
Van deze onderzoeksgroep zijn er 147 kerken PKN hervormd (69%), kerken PKN
gereformeerd (11%), 16 kerken rooms-katholiek (7%), 1 kerken doopsgezind (6%) en
behoren 16 kerken tot de categorie `overig' (7%). Het is hierbij opmerkelijk, maar
kerkhistorisch gezien verklaarbaar dat van de PKN hervormde kerken 90% rijksmonument is
en van de rooms-katholieken en doopsgezinden respectievelijk 6 % en 67%, terwijl van de
`nieuwere' en `jongere' kerken in de categorie `overig' en PKN gereformeerde kerken dit
respectievelijk 5% en 6% is.
Aan de hand van inspectierapporten, meerjaren onderhoudsplannen en bouwkundige
inspecties, is van deze 14 kerken de algehele bouwkundige conditie (zeer slecht, slecht, matig,
redelijk, goed) en de instandhoudingbehoefte voor een periode van 6 jaar bepaald,
overeenkomstig de systematiek van de BRIM. De instandhoudingsbehoefte kan worden
beschouwd als een bedrag dat nodig is om de kerken in een bouwkundig goede staat te
brengen dan wel te houden (zie voetnoot 1 op pagina 9)).
Hoewel het op zich lastig is te onderscheiden waar onderhoud ophoudt en restauratie begint
is, mede afhankelijk van de grootte van de kerk ook een `gradatie' aangelegd van bedragen
die per jaar nodig zijn voor regulier onderhoud; 6.000 per jaar, 10.000 per jaar en 0.000
per jaar.
Als het reguliere onderhoud wordt afgetrokken van de instandhoudingbehoefte, blijft de
restauratie-achterstand over. Deze achterstand is in drie gradaties opgedeeld; van 0 tot
100.000 (binnen bestaande middelen op te lossen), van 100.000 tot 00.000 (behoorlijke
restauratie waar aanvullende middelen voor nodig zijn) en boven de 00.000 (grote
restauratie).
De algehele bouwkundige conditie van de (onderzochte 14) kerken is gemiddeld genomen
matig (`herstel- of deelrestauratie gewenst') tot redelijk (`door middel van groot onderhoud
in goede staat te brengen'). Over de hele linie genomen lijken de rijksmonumenten er
bouwkundig iets beter voor te staan dan de niet-rijksmonumenten.
17
totaal kerken rijksmonumenten niet-rijksmonumenten
aantal % aantal % aantal %
Zeer slecht 4 1
Slecht 7 4 6
Matig 67 31 48 0 19 6
Redelijk 11 52 86 5 6 49
Goed 4 11 0 1 4 7
Tabel 10: Bouwkundige conditie, naar monumentenstatus
Als de bouwkundige conditie wordt bekeken naar denominatie, dan ontstaat het beeld dat
het in het algemeen iets minder is gesteld met de doopsgezinde en rooms-katholieke kerken,
maar vooral met de (PKN) gereformeerde kerken; meer dan 60% van deze kerken in de
onderzoeksgroep is `matig' of nog slechter (zie tabel 10).
(PKN) hervormd (PKN) geref. rooms-katholiek doopsgezind overig
aantal % aantal % aantal % aantal % aantal %
Zeer slecht 1 6
Slecht 4 1 4 1
Matig 4 9 1 57 6 8 4 1
Redelijk 78 5 9 9 9 56 7 58 9 55
Goed 0 14 1 6 1 9 1
Tabel 11: Bouwkundige conditie naar denominatie
De totale instandhoudingbehoefte van de onderzochte 14 kerken is 5, miljoen in de
komende 6 jaar. Hiervan is 9, miljoen (8 %) nodig voor rijksmonumenten, terwijl in deze
onderzoeksgroep 75% rijksmonument is. Als deze instandhoudingbehoefte van 5, miljoen
in 6 jaar wordt afgezet tegen wat in totaliteit de laatste 6 jaar aan onderhoud, restauratie en
instandhouding is uitgegeven ( 59,5 miljoen), dan lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat de
instandhoudingbehoefte is afgenomen en dat de kerken in Frysl n er gemiddeld redelijk
voorstaan.
Uit het deelonderzoek `Wat heeft de overheid gedaan?' (bijlage ) blijkt dat de rijks-,
provinciale en gemeentelijke overheid van die in Friese kerken ge nvesteerde 59,5 miljoen
4 % hebben bijgedragen met instandhoudingsubsidies ( 5,8 miljoen). Hiervan ging meer
dan 90% naar rijksmonumenten. Wel moet bedacht worden dat die investering in de laatste
6 jaar ging naar 4 8 kerken, terwijl het in de huidige situatie om 14 kerken gaat. Bovendien
is in die 6 jaren relatief veel extra geld beschikbaar gesteld (onder meer door de provincie
Frysl n met `Frysk Erfskip' en het Rijk met de `achterstandsregeling' RRWR).
totaal kerken rijksmonumenten niet-rijksmonumenten
aantal % aantal % aantal %
Relatief klein
100.000 - 00.000 9 4 74 5 19 6
Groot
> 00.000 9 14 7 18 4
Tabel 12: Instandhoudingsbehoefte, naar monumentenstatus
18
De instandhoudingbehoefte ligt bij de rijksmonumenten hoger, en daarbij vooral in duurdere
restauraties. Om de niet-rijksmonumenten in stand te houden zijn kleinere bedragen nodig,
hetgeen verklaarbaar is doordat deze niet-rijksmonumenten de veelal kleinere kerken zijn.
(PKN) hervormd (PKN)geref. Rooms-kath. doopsgez. overig
aantal % aantal % aantal % aantal % aantal %
Relatief klein
100.000-
00.000 68 46 1 5 6 8 5 1
Groot
> 00.000 0 14 1 4 24 16
Tabel 13: instandhoudingsbehoefte, naar denominatie
De kleinere doopsgezinde en `overige' kerken vergen duidelijk minder aan instandhouding
dan de grotere hervormde kerken. De echt grotere rooms-atholieke kerken hebben een
duidelijk grotere instandhoudingbehoefte.
Als het reguliere benodigde onderhoud wordt afgetrokken van de instandhoudingbehoefte,
blijft de restauratie-achterstand over. Voor het reguliere onderhoud zijn gradaties
ge ntroduceerd ( 6.000, 10.000 en 0.000 per jaar) die redelijkerwijs corresponderen met
de grootte van de kerk. Zodoende wordt 6.000 aan regulier onderhoud afgetrokken van
de instandhoudingbehoefte van een kleine kerk voor 6 jaar. Zo ontstaat een beeld van de
restauratie-achterstand naar grootte van de kerk. Van de onderzoeksgroep van 14 kerken
hebben er op grond van de hiervoor geschetste benadering, 191 een restauratie-achterstand
met een totaalbedrag van 26.622.375 in 6 jaar, hetgeen gemiddeld 139.384 per kerk is.
totaal kerken rijksmonumenten niet-rijksmonumenten
Categorie regulier aantal % Bedrag aantal % Bedrag aantal % Bedrag
onderhoud p. jaar In mln In mln In mln
6.000 161 84 0, 0 116 80 15,96 45 98 4, 4
10.000 5 1 4,9 4 17 4,78 1 0,14
0.000 5 1,51 5 1,51
Tabel 14: Restauratie-achterstand, naar monumentenstatus
Opmerkelijk genoeg is de restauratie-achterstand het grootst bij de rijksmonumenten. Niet
alleen in absolute zin, maar ook relatief; 8 % van de restauratie-achterstand is te vinden bij
rijksmonumenten terwijl de rijksmonumenten 75% uitmaken van de onderzoeksgroep. Bij
rijksmonumenten is de gemiddelde restauratie-achterstand 15 . 79 per kerk per 6 jaar, bij
niet-rijksmonumenten is dat 95. 17. Bij rijksmonumenten zitten de meeste monumentale
waarden, wat meer kosten met zich mee brengt om die te herstellen en te restaureren. Die
meerkosten maken ook dat men met de bescheiden middelen alleen kan doen wat
hoogstnoodzakelijk is of zelfs dat niet waardoor niet-fundamentele gebreken blijven
bestaan.
De restauratie-achterstand is hoofdzakelijk te vinden bij de relatief kleinere kerken; 84% van
de achterstand zit in de onderhoudscategorie 6.000. Ook daarbinnen is de achterstand bij
rijksmonumenten groter (gemiddeld 1 7.586 per kerk per 6 jaar) dan bij de niet-
rijksmonumenten (gemiddeld 94. per kerk per 6 jaar).
19
Denominatie In mln Aantal kerken Aantal kerken % kerken Gemiddeld bedrag
met achterstand met achterstand per kerk in
(PKN) Herv. 18,66 147 1 5 9 1 8.
(PKN) Geref. ,56 96 161.6 6
Rooms Kath. ,7 16 1 81 09.808
Doopsgezind 0,64 1 11 9 57.7 9
Overig 1,01 16 10 6 100.700
Tabel 15: Restauratie-achterstand, naar denominatie
Hoewel er relatief gezien minder rooms-katholieke kerken met een restauratie-achterstand
zijn (81% t.o.v. 9 % of 96% bij andere denominaties), ligt de achterstand per kerk bij de
gereformeerde kerken en vooral de rooms-katholieke kerken hoger dan het gemiddelde en
hoger dan wat er per hervormde kerk nodig is. De relatie met de grootte van de kerk is ook
hier duidelijk. Dit blijkt ook uit de veel lagere achterstand per kerk bij de (veelal kleinere)
doopsgezinde kerken. De achterstand is relatief het kleinst bij de `overige' en vaak kleinere
jongere geloofsgemeenschappen (6 %).
Bij het onderzoeken van de instandhoudingbehoefte en de bepaling van de restauratie-
achterstand is ook gekeken in welk onderdeel van de kerk de achterstand zit. Die vier
onderdelen zijn: exterieur (casco), fundering, interieur en toren. Daar waar die vier onderdelen
specifiek als belangrijkste achterstandspunt (of een van de belangrijkste punten) worden
vermeld, staat dat als `aantal malen genoemd' in de navolgende tabel. Daar waar het een
samengestelde restauratie is of er niet specifiek n hoofdoorzaak valt aan te wijzen, staat dit
als `niet specifiek' vermeld. Als dit wordt afgezet tegen de onderhoudscategorie n, ontstaat
het volgende beeld:
Aantal malen genoemd naar onderhoudscategorie
Kerkonderdelen totaal % 6.000 % 10.000 % 0.000 %
Exterieur / casco 1 7 59 114 6 9 8 4 67
Fundering 1 1
Interieur 7 1 1 4 17
Toren 15 7 15 8 0 0
Niet specifiek 44 0 0 16 11 45
Tabel 16: Restauratie-achterstand, gespecificeerd op interieur-onderdelen
De restauratie-achterstand zit voor 60% (de `funderingsgevallen' meegerekend) specifiek
in het exterieur van de kerken en derhalve in het (constructief) bouwkundig herstel. Het
grootste deel hiervan (6 %) zit in de onderhoudscategorie 6.000, en dus weer in de kleinere
kerken.
0
De eigenaren van de kerken konden in de enqu te (vragen 8a en 8b) aangeven hoe zij de
bouwkundige conditie van hun kerkgebouw op dit moment inschatten en of zij dachten dat
hun kerkgebouw binnen 10 jaar ingrijpend onderhoud en/of restauratie nodig had. Als deze
gegevens naast die van de `experts' worden gelegd, geeft dat het volgende beeld:
Bouwkundige conditie Eigenaren MW en BKG
Aantal % aantal %
Zeer slecht 6 1 4
Slecht 18 7
Matig 67 11 67 1
Redelijk 179 9 11 5
Goed 18 5 4 11
Geen mening 1 4 0 0
Tabel17:Bouwkundigeconditie;kloptdetaxatievandeeigenaren?;
MW=Monumentenwacht,BKG=BehoudKerkelijkeGebouwenFriesland
Uit tabel 17 zou kunnen worden geconcludeerd dat de kerkeigenaren positiever zijn over de
bouwkundige conditie dan de experts hebben. Echter, hierbij moet wel worden aangetekend
dat de bouwkundige onderzoeksgroep van 14 kerken zeker niet de 18 kerken omvatte
waaraan de eigenaar de kwalificatie `goed' koppelde. Als `goed' en `geen mening' buiten
beschouwing zouden worden gelaten, ontstaat het beeld dat 66% de kerk als `redelijk'
kwalificeert, 5% als `matig' en 9% als `(zeer) slecht'. Een beeld dat veel meer overeenkomt
met de gedachten van de experts.
Inschatting Eigenaren MW en BKG
Aantal % aantal %
Ja 191 1 1 57
Nee 97 49 9 4
Onbekend 1 1 0 0 0
Tabel18:Ingrijpendonderhoudbinnen10jaar;kloptdetaxatievandeeigenaren?
De groep van 191 kerken waarvan de eigenaar heeft aangegeven dat het kerkgebouw binnen
10 jaar ingrijpend moet worden opgeknapt, maakt al onderdeel uit van de onderzoeksgroep
van de 14 kerken. Daarvan hebben de experts aangegeven dat 57% een restauratie-
achterstand heeft en dus gerestaureerd moet worden. Hieruit kan worden geconcludeerd dat
in de inschatting of er binnen 10 jaar ingrijpend onderhoud/restauratie nodig zal zijn, de
kerkeigenaren veel negatiever zijn dan de experts.
Bij de hierna volgende conclusies uit de resultaten van dit bouwkundig deel van het onderzoek
bij 14 kerken, gaan wij er van uit dat deze onderzoeksgroep in grote lijnen representatief is
voor de Friese kerken; alle verschillende typen, ouderdom en mate van wettelijk bescherming
van kerken die in Frysl n aanwezig zijn, zijn vertegenwoordigd.
De vraag of de gegevens uit deze onderzoeksgroep ( 8% van het totale kerkenbestand) van
14 kerken n-op- n te extrapoleren zijn naar het totale bestand van 770 kerkgebouwen,
is iets lastiger te beantwoorden. Op zich is het wel mogelijk. Immers, alle kerkgebouwen
waarvan de eigenaren in de enqu te aangaven dat zij dachten dat hun kerk er slecht, matig
of redelijk bijstond, zijn onderzocht. Daarbij zijn uit diezelfde responsgroep degenen gevoegd
die `onbekend' hadden ingevuld, en een aantal bekende probleemgevallen uit de non-
responsgroep.
1
Echter, daar waar de eigenaar dacht dat de bouwkundige conditie `goed' was, is dit niet verder
onderzocht. Daarmee is de onderzoeksgroep gelijk aan de groep kerkgebouwen waar
herstelwerkzaamheden moeten plaatsvinden. Dat vertekent het beeld enigszins. Ook hebben
19 van de 770 kerken de afgelopen decennia een andere bestemming gekregen. Aangezien
in dit bouwtechnische onderzoek alleen naar kerkgebouwen is gekeken die nog in kerkelijk
gebruik zijn, zou er ook alleen maar ge xtrapoleerd kunnen worden naar die groep (van 551)
kerken.
Dit betekent voor de bouwkundige conditie dat de resultaten uit de onderzoeksgroep een
getrouw beeld geven van de algehele bouwkundige staat van alle 551 Friese kerkgebouwen
die in kerkelijk gebruik zijn.
Het voorgaande betekent voor de totale instandhoudingbehoefte het volgende. De
instandhoudingbehoefte van de 14 bouwkundig onderzochte kerken is 5, miljoen. Voor
de andere bouwkundig niet-onderzochte 7 kerken kan alleen worden gekeken naar het
benodigde regulier onderhoud. Dat bedraagt met een aanname van een gemiddeld
onderhoudsbedrag van 10.000 per jaar per kerk 0, miljoen. De instandhoudingbehoefte
voor alle 551 kerken is dan ook 55,4 miljoen in 6 jaar. Dit laatste bedrag bestaat dus uit het
reguliere onderhoud en de restauratie-achterstand van de bouwkundig onderzochte 14
kerken plus het reguliere onderhoud van de 7 bouwkundig niet onderzochte kerken.
Voor de totale restauratie-achterstand betekent dit het volgende. De restauratie-achterstand
is alleen feitelijk bekend van de bouwkundig onderzochte 14 kerken. Die onderzochte groep
kerken stond al als `slechter' bekend. Immers, die selectie van kerken in de onderzoeksgroep
vloeide voort uit de enqu te, in die zin dat de kerken zijn onderzocht waarvan de eigenaren
zelf hebben aangegeven dat zij inschatten dat de bouwkundige conditie `zeer slecht', `slecht',
`matig' of `redelijk' is. Dat betekent dat de resultaten uit de onderzoeksgroep vrijwel ook de
totale achterstand laten zien zoals die er voor alle kerken met kerkelijk gebruik zal zijn. Van
de 7 niet-onderzochte kerken kon ook alleen maar een bedrag aan regulier benodigd
onderhoud worden gegeven, ook al omdat de kwalificatie `goed' betekende dat met regulier
onderhoud zonder actie de kerk `goed' kan worden gehouden en dat er derhalve geen sprake
is van restauratie-achterstand. En als de (veel negatiever oordelende) kerkeigenaar al `goed'
heeft ingevuld, dan zal daar geen achterstand bij te bespeuren zijn. Er is dus geen restauratie-
achterstand bekend bij de niet onderzochte 7 kerken en die zal er ook nauwelijks zijn.
Kortom, de bij de onderzoeksgroep van 14 kerken geconstateerde restauratie-achterstand
van 6,6 miljoen is tevens te beschouwen als de totale restauratie-achterstand bij de gehele
groep van 551 kerken.
Dit houdt in dat deze kerken met groot onderhoud in goede staat te brengen zijn en dat
veelal herstel of een (deel)restauratie nodig is. De algehele kwalificatie `redelijk' wil niet
zeggen dat er niets nodig is om het in die redelijke staat te houden of in betere staat te
brengen.
Over de gehele linie genomen, staan de rijksmonumenten er bouwkundig iets beter voor dan
de niet-rijksmonumenten.
In het algemeen is het met de bouwkundige conditie iets minder gesteld bij de doopsgezinde,
rooms-katholieke kerken en vooral bij de (PKN) gereformeerde kerken; meer dan 60% van
de (PKN) gereformeerde kerken scoort `matig' of nog slechter.
De instandhoudingbehoefte van de onderzochte 14 kerkgebouwen is 5, miljoen in de
komende 6 jaar. Dit betekent 55,4 miljoen voor alle kerken waarin nog `gekerkt' wordt.
De instandhoudingbehoefte ligt bij de rijksmonumenten hoger, met een belangrijk deel (18%)
in de duurdere restauraties (> 00.000).
Om de niet-rijksmonumenten in stand te houden zijn kleinere bedragen nodig (60%
6,6 miljoen in de komende 6 jaar. De restauratie-achterstand is het grootst bij de
rijksmonumenten, zowel in absolute zin (1,6 keer groter) als ook relatief (8% meer) ten
opzichte van de niet-rijksmonumenten.
De restauratie-achterstand is vooral te vinden bij de kleinere kerken (84% van de achterstand
in de onderhoudscategorie 6.000 per jaar), waarbinnen de achterstand bij de
rijksmonumenten weer groter is (1,5 keer groter) dan bij de niet-rijksmonumenten.
De achterstand is bij gereformeerde en rooms-katholieke kerken hoger dan gemiddeld, en bij
de doopsgezinde en `overige' kerken relatief gezien het kleinst. Ook hier is de relatie met de
grootte van de kerk evident.
De restauratie-achterstand zit voor 60% specifiek in het exterieur van de kerken, namelijk in
het (constructief) bouwkundig herstel.
Op enkele hoogstnoodzakelijke grotere restauraties na, gaat het in Frysl n in totaal om een
instandhoudingbehoefte van 55,4 miljoen en een restauratie-achterstand van 6,6 miljoen,
die vooral (84%) te vinden is bij een grote groep van relatief kleine kerken. De
instandhoudingbehoefte is bij 7 % van de rijksmonumenten en bij 96% van de niet-
rijksmonumenten met minder dan 00.000 per kerk in 6 jaar te realiseren.
Voor wat de rijksmonumenten betreft is de instandhoudingbehoefte en de restauratie-
achterstand op een enkel geval na, met de 'opgerekte' financi le mogelijkheden in de BRIM
voor wat betreft het rijksdeel (65 % subsidie) op te lossen. Het eigen aandeel van de
kerkeigenaren - de niet gesubsidieerde subsidiabele kosten ( 5 %) en de niet-subsidiabele
kosten blijft daarbij problematisch. Hoewel er relatief gezien minder geld nodig is voor de
niet-rijksmonumenten, is de financi le situatie voor deze groep nog minder rooskleurig
aangezien daar geen rijksmiddelen tegenover staan en vrijwel geen middelen van de lokale
en provinciale overheid.
Het is niet zo eenvoudig aan te geven wat het onderhoud van een kerkgebouw per jaar kost.
Nog veel moeilijker is het om aan te geven wanneer sprake is van `restauratie'. In de praktijk
wordt onderhoud meestal niet gepleegd naar technische noodzaak, maar naar de
beschikbaarheid van de middelen. Wanneer er te weinig geld is, wordt onderhoud uitgesteld.
Dat leidt bij veel kerkelijke gemeenten tot een beleid van `pappen en nathouden'. Lang niet
alle kerkelijke gemeenten hebben zo veel inkomsten dat zij het zich kunnen permitteren om
voortdurend preventief onderhoud te laten plegen, om zo de kerk continue in perfecte staat
te houden. Onderhoud wordt door eigenaren ook wel uitgesteld omdat het in de praktijk
gemakkelijker is om geld te werven voor restauraties dan voor onderhoud.
In het kader van dit onderzoek hebben de Stichtingen Behoud Kerkelijke Gebouwen
Friesland en de Monumentenwacht Friesland als uitgangspunt genomen, dat
preventief onderhoud van een eenvoudig zaalkerkje op het Friese platteland
gemiddeld 6.000 euro per jaar kost. Een wat grotere kerk kost 10.000 euro per jaar.
De nog grotere kerken vergen gemiddeld 0.000 euro per jaar. Bij de allergrootste
(stads)kerken kan dit bedrag overigens nog verder oplopen.
Een grens tussen onderhoud en restauratie is niet goed aan te geven.
Als het onderhoud uitgesteld wordt, is er op enig moment sprake van achterstallig
onderhoud. Als dat ook niet wordt ingehaald, is er op den duur vanzelf een
restauratie nodig.
In dit rapport is de onderhoudsachterstand (gedefinieerd als: onderhoudsbehoefte
minus regulier onderhoud) in drie gradaties opgedeeld: van 0 tot 100.000
(binnen bestaande middelen op te lossen), van 100.000 tot 00.000 (behoorlijke
restauratie waar aanvullende middelen voor nodig zijn) en boven de 00.000
(grote restauratie).
Mede omdat de grens tussen onderhoud en restauratie niet scherp te trekken is,
heeft het Rijk de twee regelingen die daarvoor bestonden, samengevoegd tot n
nieuwe regeling, de BRIM (Besluit Rijksregeling Instandhouding Monumenten). Via
de BRIM vergoedt het Rijk 65% van de subsidiabele kosten. Er mag per kerk een
Periodiek Instandhoudings Plan (PIP) voor 6 jaar ingediend worden, met een
investeringsplafond van (sinds juni 009) maximaal 1 miljoen euro aan subsidiabele
kosten. Een restauratie mag eventueel ook in delen worden uitgevoerd.
Overigens is minister Plasterk (OCW) voornemens om in het kader van de
Modernisering Monumentenzorg (MoMo) toch weer een nieuwe
restauratieregeling in het leven te roepen. Dit staat gepland voor 010.
4
Restauratie van de kerk van Ter Idzard, voorjaar 2009
5
Kerkgebouwen die niet de status hebben van rijksmonument, ontvangen geen
rijkssubsidie. De eigenaren van deze kerken kunnen wel aankloppen bij de provincie
Frysl n. Die subsidieert anno 009 restauraties van rijksmonumenten met 15% tot
een maximum van 60.000 euro. Niet-rijksmonumenten komen in aanmerking voor
5% subsidie, mits de Provinciale Adviescommissie PACH hiermee instemt.
Een principi le discussie die nog moet plaatsvinden, is of er gekozen wordt voor
een verticale of een horizontale subsidi ring. Met verticale subsidi ring wordt
bedoeld dat ls een monument subsidie krijgt van het Rijk, om die reden de
provincie en de gemeente daarop aanvullingen beschikbaar stellen (dan volgt men
dus de Rijksdienst in haar keuzes). Bij een horizontale subsidi ring krijgen de
eigenaren van een rijksmonument hun subsidie van het Rijk en vullen provincie en
gemeenten dat niet aan. De provincies maken in dit systeem hun eigen lijst met
provinciale monumenten, die voor provinciale subsidie in aanmerking komen. En
ook de gemeenten maken dan hun eigen lijsten.
Voordeel van het horizontale systeem is dat meer eigenaren subsidie kunnen
ontvangen, omdat er groepen naast elkaar gekozen worden. Nadeel is dat de
eigenaren van rijksmonumenten geen provinciale en gemeentelijke subsidie
ontvangen, en het dus extra moeilijk hebben, zeker als het om particuliere
(kerkelijke) eigenaren gaat zonder vermogenspositie.
Deskundigen in de monumentenwereld vinden het overigens jammer dat de term
`restauratie' geschrapt is. Van de cultuurfondsen die in het verleden wilden
bijdragen aan restauraties, moet nog maar worden afgewacht of ze ook willen
investeren in instandhouding.
Er zijn kerkelijke eigenaren zonder vermogenspositie die grote moeite hebben om
het eigen aandeel in restauraties op te brengen (in de oude regelingen was dat 0%
op de subsidiabele kosten plus alle niet subsidiabele kosten). Menig restauratie heeft
daardoor lang op zich laten wachten.
Het idee om `vermogende' kerkelijke eigenaren uit te sluiten van subsidies van
provincies, gemeenten en cultuurfondsen (omdat ze het in feite gemakkelijk zelf
wel zouden kunnen betalen), is in het verleden altijd afgewezen omdat hierdoor
aan `inkomenspolitiek' zou worden gedaan, en dat is volgens deskundigen
grondwettelijk niet mogelijk.
6
4
Van een selectie van 55 kerken is de monumentale c.q. cultuurhistorische waarde globaal
bepaald. De kerken in deze selectie hebben allemaal f een bouwkundig probleem (zie
hoofdstuk ) f een `draagvlakprobleem' (zie de hoofdstukken 5 en 6). Ten behoeve van de
waardebepaling hebben de kerkendeskundigen Sytse ten Hoeve en Peter Karstkarel elk
onafhankelijk van elkaar per kerk de architectonische waarde, de waarde van het interieur, de
ensemblewaarde (kerk in relatie tot zijn directe omgeving) en de waarde binnen de groep
(denominatie) alsmede het cultuurhistorisch belang beoordeeld. Deze vijf `criteria' opgeteld
gaven een totale score c.q. totale cultuurhistorische waarde van de kerk. De scores van beide
deskundigen zijn gemiddeld. Daaruit volgde een onderverdeling in drie gradaties c.q.
kwalificaties: hoge cultuurhistorische waarde, gemiddelde cultuurhistorische waarde en lage
cultuurhistorische waarde.
De cultuurhistorische waarde is dus de totale samengestelde waarde (architectonisch, interieur,
ensemble en waarde binnen de groep) die uit cultuurhistorisch oogpunt aan de monumentale
kerk wordt toegedicht. Deze waarde is dus een soort maatstaf waarmee deskundigen een
bepaald gebouw waarderen. Dat is iets anders dan het belang dat bijvoorbeeld de eigenaar
aan het gebouw hecht vanwege bijvoorbeeld streekhistorische gebeurtenissen.
Op deze plaats moet nogmaals benadrukt worden dat de cultuurhistorische waarde dus niet
is bepaald voor het totale bestand van 770 kerkgebouwen, maar slechts voor een beperkt
aantal bedreigde kerkgebouwen. Belangrijke, grote kerkgebouwen zijn hier buiten beeld
gebleven.
Een indeling van de beoordeelde 55 bedreigde kerkgebouwen naar waardering en naar
onderdelen, levert het volgende beeld op (tabel 19):
Aantal beoordeelde kerken:
Cultuurhistorische architec- interieur ensemble binnen de groep cultuurhist.- totaal
Waarde tonisch belang
aant % aant % aant. % aant. % aant. % aant. %
Hoog 114 45 87 34 54 21 74 29 52 20 82 32
Gemiddeld 107 42 100 39 178 70 68 27 58 23 129 51
Laag 34 13 68 27 23 9 113 44 145 57 44 17
Totaal 255 100 255 100 255 100 255 100 255 100 255 100
Tabel 19: Cultuurhistorische waarde, naar deelaspecten
De meeste waarde van de kerken wordt gezien in de architectonische waarde van de
kerkgebouwen; 45% van de kerken van de waarderingsgroep wordt hier `hoog' op
gewaardeerd. In de totale cultuurhistorische waarde is er blijkbaar een `top' van 8 kerken met
een `hoge' waarde en een klein deel met `lage' waarde (44 kerken). Niettemin heeft 8 % van
de kerken een hoge of gemiddelde cultuurhistorische waarde. Opmerkelijk is dat in 57% van
de kerken het cultuurhistorische belang `laag' wordt gewaardeerd, en dat ditzelfde ook geldt
voor de waarde binnen de groep c.q. denominatie (44%). Dit laatste percentage is echter een
gemiddelde van de denominaties. Als deze afzonderlijk onder de loep worden genomen,
ontstaat het volgende beeld:
7
Aantal beoordeelde kerken / waarde binnen de groep:
Cultuurhistorische (PKN)herv (PKN)geref rooms-kath Doopsgez. overig totaal
waarde
aant % aant % aant. % aant. % aant. % aant. %
Hoog 59 4 7 10 46 1 6 15 74 9
Gemiddeld 48 7 5 19 6 7 4 5 8 68 7
Laag 68 9 0 74 6 7 1 7 6 46 11 44
Tabel20:Cultuurhistorischewaarde,naardenominatie
Opvallend is hierbij dat de hervormde en rooms-katholieke kerken met respectievelijk 4% en
46% `hoog' op de totale cultuurhistorische waarde scoren, en vooral de gereformeerde en
doopsgezinde kerken `laag' scoren met 74% en 76%. Blijkbaar worden de `oude' kerken door
de deskundigen hoger gewaardeerd dan de `nieuwere' kerkgebouwen.
Nog interessanter dan de cultuurhistorische waarde van de kerkgebouwen zelf, is de koppeling
met de bouwkundige conditie, de instandhoudingbehoefte en vooral met de restauratie-
achterstand. Antwoorden op vragen als `zit de restauratie-achterstand in kerken met hoge of
lage waarde?' zouden bouwstenen kunnen zijn voor te ontwikkelen (subsidie)beleid.
Van de (bouwkundige) onderzoeksgroep van 14 kerken, zijn de kerken die in bezit zijn van
de Stichting Alde Fryske Tsjerken (SAFT) of in eigendom zijn bij andere (plaatselijke) stichtingen
niet in de (waarderings)groep van 55 beoordeeld. Dat waren 51 kerken.
Als bij de resterende bouwkundig onderzochte kerken (16 ) naar de cultuurhistorische
waardering wordt gekeken, blijkt uit de volgende tabel dat er 47 `hoog' gewaardeerd ( 9%),
84 `gemiddeld' gewaardeerd (5 %) en `laag' gewaardeerd (19%) zijn. Dit betekent dat de
restauratie-achterstand voor meer dan de helft in de `gemiddeld' gewaardeerde kerken zit.
Restauratie-achterstand
Cultuur- Aantal Aantal % Gemiddeld Totaal- Categorie Categorie Categorie
histo- kerken met Bedrag per bedrag 6.000 10.000 0.000
rische achter- Kerk in mln
waar- stand
dering
Mln ak Mln Ak Mln Ak
Hoog 47 46 0 160. 17 7, 7 ,85 0 ,1 1 1,40 4
Gemiddeld 84 74 49 1 8. 78 10, 4 8,68 65 1,57 9 0 0
Laag 0 1 7 .000 ,19 ,16 9 0,0 1 0 0
Totaal 16 150 100 1 .000 19,80 14,69 1 4 ,69 1,40 4
Niet
gewaar-
deerd 51 41 166. 41 6,8 5,51 7 1, 0,11 1
Tabel 21: Restauratie-achterstand, naar onderhoudscategorie (ak=aantal kerken)
8
De gemiddelde restauratie-achterstand per kerk is het grootst bij de `hoog' gewaardeerde
kerken. Bijna 5 % van de restauratie-achterstand in miljoenen euro's is te vinden bij de
`gemiddeld' gewaardeerde kerken; bij de onderhoudscategorie 6.000 is dit zelfs 59%.
Restauratie-achterstand bij de categorie onderhoud van 0.000 komt alleen bij een viertal
`hoog' gewaardeerde kerken voor.
Achterstand naar grootte restauratie
Relatief klein Behoorlijk Groot
00.000
Cultuur- Totaal- Totaal- Totaal
historische aantal % bedrag aantal % bedrag aantal % bedrag
waardering In In In
Hoog 1 9 1.168.650 19 9 .166.500 6 46 .506.050
Gemiddeld 44 1.7 .050 5 54 5.55 .000 7 54 .979.000
Laag 19 7 545.1 5 11 17 1.6 .000 0 0 0
Niet 7 900.500 8 1. 9 .000 6 .57 .000
Gewaar-
deerd
Tabel 22: Restauratie-achterstand, naar omvang van de restauratie
Bij de 150 gewaardeerde en bouwkundig onderzochte kerken, wordt ongeveer 6,5 miljoen
van de restauratie-achterstand oftewel bijna nderde gevormd door een dertiental
grotere restauraties. Meer dan de helft van dit bedrag is nodig voor 6 `hoog' gewaardeerde
kerken. Circa 5,6 miljoen van de restauratie-achterstand oftewel 7% - wordt gevormd
door een grote groep van 5 `gemiddeld' gewaardeerde kerken. De restauratie-achterstand
bij de `laag' gewaardeerde kerkgebouwen is relatief laag; geen grote restauraties, maar een
dertigtal kleinere restauraties.
Van de bouwkundig onderzochte 14 kerkgebouwen, waren er 11 die op bouwkundige
conditie (zeer) slecht scoorden. Alle 11 behoren tot de onderhoudscategorie 6.000. Van deze
11 zijn er 5 als `gemiddeld' gewaardeerd qua cultuurhistorische waarde en 6 niet gewaardeerd.
Het betreft 7 hervormde kerken, `overige' kerken en n gereformeerde kerk, waarbij er van
deze 11 kerken 7 rijksmonument zijn. Het gaat daarbij om een totale restauratie-achterstand
van 4, miljoen.
Van de bouwkundig onderzochte kerkgebouwen, waren er 1 die een grote restauratie (>
00.000) moeten ondergaan. Dit is gedeeltelijk een andere groep dan in de alinea hiervoor.
Immers, voor de restauratie van een bouwkundig slecht kerkje is niet altijd meer nodig dan
00.000. Van de groep van 11 komen er 7 ook in deze groep van 1 voor. Deze 1 kerken
kennen een totale restauratie-achterstand van ongeveer 10,6 miljoen. Van deze 1 zitten er
15 in de onderhoudscategorie 6.000, 4 in de categorie 10.000 en in de
onderhoudscategorie 0.000. Van deze 1 zijn er 6 als `hoog' gewaardeerd, 8 als `gemiddeld'
en 6 niet gewaardeerd; `laag' gewaardeerde kerken komen in deze groep dus niet voor. Op
n na zijn het allemaal rijksmonumenten. Van deze 1 kerkgebouwen zitten er 15 in de
onderhoudscategorie 6.000, 4 in de categorie 10.000 en in de onderhoudscategorie
0.000. Het betreft 15 (voormalig) hervormde kerken, rooms-katholieke kerken,
gereformeerde kerken en n kerk in de categorie `overig'.
Er is dus een groep van 5 kerken die er qua bouwkundige conditie slecht aan toe is en/of die
een restauratie-achterstand van meer dan 00.000 heeft. Daar zit geen enkele kerk bij die
op cultuurhistorische waarde `laag' scoort. Drie daarvan zijn momenteel in restauratie ofwel
worden binnenkort gerestaureerd. Blijven er grotere probleemgevallen over met een
gemiddelde restauratie-achterstand van 461.000 per kerk, op n na allemaal
rijksmonumenten.
9
De achterstand zit dus enerzijds in een relatief kleine probleemgroep van kerken die een
grote restauratie nodig hebben en `gemiddeld' tot `hoog' worden gewaardeerd, en anderzijds
in een grote groep van 1 8 kerken die een behoorlijke of kleine restauratie nodig hebben en
vooral `gemiddeld' tot `laag' worden gewaardeerd.
Onderstaande conclusies hebben betrekking op een groep van 55 kerkgebouwen die een
probleem hebben ten aanzien van de bouwkundige conditie of ten aanzien van het draagvlak.
Uit de voorgaande tabellen en gegevens kunnen de volgende conclusies worden getrokken.
Bij de 55 bedreigde kerken waarvan de cultuurhistorische waarde is bepaald, is er sprake van
een `top' van 8 kerken ( %) die `hoog' gewaardeerd worden.
Van de 55 problematische kerken zijn 114 (45%) `hoog' gewaardeerd op het onderdeel
`architectonische waarde'. Voor wat betreft het onderdeel `interieur' is dit lager; 87 kerken
( 4%). De `ensemble waarde' oftewel de waarde van de kerk in zijn ruimtelijke context, wordt
`gemiddeld' gewaardeerd in een grote groep van 178 kerken (70%). Kortom, de kerk wordt
vooral gewaardeerd vanwege de architectuur, maar ook als belangwekkend gebouw in zijn
omgeving.
Van de 55 kerkgebouwen scoren de (PKN) hervormde kerken (59) en rooms-katholieke kerken
(10) met respectievelijk 4% en 46% `hoog' op de totale cultuurhistorische waarde. De (PKN)
gereformeerde en doopsgezinde kerken scoren `laag' met respectievelijk 74% en 76%.
Blijkbaar worden de `oude' kerken hoger gewaardeerd op basis van een gevoel voor oudere
monumentale gebouwen, dan de relatief `nieuwere' kerkgebouwen die `moderner' worden
ervaren en daardoor als minder monumentaal.
De gemiddelde restauratie-achterstand per kerk is het grootst bij de `hoog' gewaardeerde
kerken ( 1% meer dan het gemiddelde). Meer dan de helft van de restauratie-achterstand
in miljoenen euro's is te vinden bij de `gemiddeld' gewaardeerde kerken. Bij de 150
gewaardeerde en bouwkundig onderzochte kerken, bestaat nderde van de restauratie-
achterstand ( 6,5 miljoen) uit dertien grotere restauraties.
Van de gezamenlijke restauratie-achterstand bij 1 grote restauraties ( 6,5 miljoen), is meer
dan de helft ( ,5 miljoen) nodig voor 6 `hoog' gewaardeerde kerken. Een groep van 5
`gemiddeld' gewaardeerde kerken heeft 5,6 miljoen restauratie-achterstand. De restauratie-
achterstand bij de `laag' gewaardeerde kerkgebouwen is relatief laag; geen grote restauraties,
maar 0 kleine restauraties. Er is een probleemgroep van kerken die een grote restauratie
(gemiddeld 461.000 per kerk) nodig hebben. Daar zit maar n niet-rijksmonument bij.
0
De restauratie-achterstand zit voor een deel ( 8%) in een relatief kleine probleemgroep van
grotere en cultuurhistorisch hooggewaardeerde kerken die een grote restauratie nodig
hebben, en voor het grootste deel (6 %) in een grote groep van 1 8 kleinere en
cultuurhistorisch gemiddeld gewaardeerde kerken die een normale restauratie nodig hebben.
In het kader van dit onderzoek is de cultuurhistorische waarde bepaald van een
selectie van 55 van de 551 nog in gebruik zijnde kerkgebouwen in Frysl n. Het
gaat om een methode, waarbij de waarde van een kerkgebouw op een meer
gedifferentieerde manier is beoordeeld.
De indeling die het Rijk maakt is redelijk simpel: f een gebouw is een
rijksmonument (of een zogenaamd `vanwege-monument' omdat er bijvoorbeeld
een waardevol orgel of grafmonument in de kerk aanwezig is) f een gebouw is
geen monument. Binnen de groep rijksmonumenten wordt verder geen
onderverdeling gemaakt. In de cultuurhistorische waardebepaling zoals die in dit
hoofdstuk gepresenteerd wordt, is de kerk beoordeeld op vijf criteria:
architectonische waarde, waarde van het interieur, ensemblewaarde, waarde binnen
de groep van kerkgebouwen van de eigen denominatie en cultuurhistorisch belang.
Met name de laatste drie aspecten zijn relatief nieuw; daarom een korte toelichting.
Als een kerkgebouw een mooi ensemble vormt in relatie met z'n directe omgeving,
is dat een extra argument voor behoud. Denk aan een kerkgebouw met
naastgelegen pastorie uit dezelfde periode en bijbehorend kerkhof. Zo'n kerk heeft
een hogere ensemblewaarde dan bijvoorbeeld een eenvoudige kerk die nauwelijks
opvalt in een winkelstraat.
Kerkgebouwen zijn tot nu toe nooit eerder systematisch beoordeeld binnen hun
groep. Onbekend is dus bijvoorbeeld welke gereformeerde kerken het meest
waardevol zijn, of welke doopsgezinde `vermaningen' (vaak schuilkerkjes). Terwijl
dit bij de afweging van welk gebouw behouden moet worden (en subsidie
`verdient') toch waardevolle informatie kan zijn. Hetzelfde geldt voor het
cultuurhistorische belang: dat ds. Francois HaverSchmidt (als auteur bekend onder
zijn pseudoniem Piet Paaltjens) in de kerk van Foudgum gestaan heeft, is informatie
die mee zou kunnen c.q. moeten tellen.
In het kader van het project is voor een probleemgroep van 55 kerkgebouwen een
dergelijke waardebepaling gemaakt. In theorie is zo'n waardebepaling goed
bruikbaar als beleidsinstrument. Er zou bijvoorbeeld voor gekozen kunnen worden
om alleen kerken met een hoge cultuurhistorische waarde in aanmerking te laten
komen voor provinciale restauratiesubsidie. Of om kerken met een hoge
cultuurhistorische waarde extra te beschermen, bijvoorbeeld tegen aanpassingen
bij herbestemming voor wonen en/of werken. Om een dergelijke waardebepaling
echt een rol te kunnen laten spelen in (beleids)keuzes, is het noodzakelijk dat eerst
lle 770 kerkgebouwen in Frysl n beoordeeld worden en dan ook veel grondiger
dan nu gebeurd is. De ervaring van dit onderzoek heeft uitgewezen dat hiervoor
een breder samengestelde commissie zou moeten worden opgetuigd, die ruim de
tijd zou moeten krijgen, evenals een ambtelijke ondersteuning - zoals eerder is
1
gebeurd met het MIP- en MSP-project, waarbij de Rijksmonumentenlijst is uitgebreid
met jonge monumenten.
De 55 kerkgebouwen waarvan de cultuurhistorische waarde bepaald is, staan in
een lijst met bovenaan de meest waardevolle gebouwen en onderaan de minst
waardevolle. Die lijst kan in theorie als beleidsinstrument gebruikt worden. In
hoeverre moeten overheden zich geroepen voelen om kerkgebouwen te
beschermen die evident een lage cultuurhistorische waarde hebben? Een dergelijke
lijst kan maar al te gemakkelijk ge nterpreteerd worden als `slooplijst'.
Om te voorkomen dat de `behoudsdiscussie' (welke kerkgebouwen zijn het waard
om te behouden en eventueel provinciale en/of gemeentelijke subsidie te krijgen)
een `sloopdiscussie' wordt, blijft de lijst die Sytse ten Hoeve en Peter Karstkarel
gemaakt is, strikt geheim. De informatie is alleen gebruikt voor trendmatige
analyses, en dus vooral om te laten zien dat het in theorie een beleidsinstrument k n
worden.
De waarde van de huidige lijst is op zichzelf betrekkelijk, omdat lang niet alle 770
kerkgebouwen beoordeeld zijn en omdat de beoordeling door Sytse ten Hoeve en
Peter Karstkarel vanwege de beperkte middelen slechts globaal heeft kunnen
plaatsvinden, om tijdsredenen en vanwege het grote aantal kerkgebouwen.
De hervormde kerk van Foudgum, waar Piet Paaltjens gepreekt heeft
5
De onderzoeksgroep bestaat uit alle 551 kerkgebouwen die medio december 008 nog als
zodanig in gebruik waren. Dit hoofdstuk is gebaseerd op de respons van de 459 eigenaren die
het enqu teformulier hebben ingevuld.
Op deze plek moet benadrukt worden dat in dit onderzoek de situatie per gebouw wordt
geanalyseerd. In werkelijkheid zijn veel eigenaren verantwoordelijk voor meerdere
kerkgebouwen, bijvoorbeeld als er sprake is van gefuseerde kerkelijke gemeenten (hervormd
met gereformeerd), van een streekgemeente of van andersoortige samenwerkingsverbanden.
Streekgemeenten hebben leden en gebouwen in of meer dorpen. De verantwoordelijkheid
ligt meestal bij een gezamenlijke kerkenraad. Daarbij worden de kosten van de predikant
`gedeeld'; hij of zij gaat bij toerbeurt in de verschillende kerken voor.
Wanneer de ledentallen en daarmee de inkomsten te ver dalen en er dus onvoldoende
middelen zijn om het gebouw (of meerdere gebouwen) in stand te houden, komt vanzelf de
vraag naar boven welk gebouw kan worden afgestoten. Een voorbeeld daarvan is de
hervormde streekgemeente Ried c.a. Schingen e.a., die in de jaren zeventig van de twintigste
eeuw nog eigenaar was van 8 kerkgebouwen. In 1975 is de helft daarvan overgedragen aan
de Stichting Alde Fryske Tsjerken (Boer, Peins, Zweins en Schalsum). De streekgemeente heeft
er nu nog altijd 4 in bezit (Ried, Slappeterp, Schingen en Dongjum).
Uit de enqu te kwam het volgende beeld naar voren aangaande het aantal kerkleden dat
(nog) aan de desbetreffende kerk is verbonden.
Hoeveel leden rekende men toe aan het kerkgebouw ?
Totaal
Aantal kerkleden Aantal met kerkfunctie % SAFT aantal %
0 10 6 1 6 1
11 50 66 14 1 67 1
51 100 4 9 1 4 9
101 - 00 69 15 1 70 14
01 00 6 14 6 1
01 600 94 0 94 0
601 > 107 107
Totaal 447 97 450 9
n.v.t. 7 10
Enqu te niet ingevuld 5 1 7 7
Tabel 23: aantal kerkleden gerelateerd aan het kerkenbestand
Bijna een kwart van de kerkgebouwen ( %) wordt gebruikt door kerkelijke gemeenten met
meer dan 600 leden. Een vrijwel even grote groep ( 4%) heeft minder dan 100 leden. Dat
betekent dat grofweg de helft van alle kerken met een kerkfunctie tussen de 100 en de 600
kerkleden hebben.
Als gekeken wordt naar de frequentie waarmee erediensten plaatsvinden in de kerk, blijkt het
volgende:
Totaal
Aantal kerkdiensten Aantal met kerkfunctie % SAFT aantal %
Wekelijks 68 58 68 54
Tweewekelijks 79 17 1 80 16
Driewekelijks 9 8 1 40 8
Maandelijks 7 8 4 41 8
Anders 7 1 7
Niet ingevuld 4 1 1 5 7
Tabel 24: frequentie van de erediensten
In ruim de helft (58%) van de kerkgebouwen is wekelijks een kerkdienst. In 15% van de
gevallen is de frequentie van kerkdiensten laag; slechts n keer per maand of anderszins.
Aangezien er een verschil kan zijn tussen het aantal kerkleden en het aantal mensen dat bij
een kerkdienst aanwezig is, is ook naar het bezoek van de eredienst gekeken:
Totaal
Aantal kerkgangers Aantal kerkgebouwen % SAFT aantal %
0 10 4 1 1 5 1
11 5 67 15 1 68 14
6 50 11 4 4 116
51 - 100 111 4 1 11
101 00 11 4 11
01 00 7 6 7 5
01 > 18 4 18 4
Niet ingevuld 8 1 9 8
Tabel25:aantalkerkgebouwengerelateerdaanhetgemiddeldekerkbezoek
In 16% van de kerkdiensten in Frysl n (71 kerken) zijn minder dan 5 mensen aanwezig. De
hoofdmoot van de kerkdiensten (7 %) heeft tussen de 6 en 00 mensen per kerkdienst (in
5 kerken). Zo'n 10% van de kerkdiensten (45 kerken) heeft meer dan 00 bezoekers.
In de vorige paragraaf werd gekeken naar het huidige aantal kerkleden en het huidige
kerkbezoek (voor de eredienst). In het licht van het onderzoek is het natuurlijk belangrijk te
weten wat de verwachting voor de toekomst is qua kerkbezoek en qua gebruik voor de
eredienst. Daarmee kan een indicatie worden gegeven over het vrijkomen van kerken voor
mede- dan wel hergebruik. Onderverdeeld naar denominatie komt uit de enqu te het
volgende naar voren over de kans dat een kerkgebouw over 10 jaar nog in gebruik is:
4
(PKN) herv. (PKN) ger. r-k doopsgez. overig totaal
Ingeschatte aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal %
kans
Zeer klein 11 4 1 15
Klein 17 7 1 14 1 0 7
Matig 15 6 4 5 1 4 1 5 9 9 6
Redelijk 6 5 19 6 18 10 0 10 18 107
Groot 1 1 5 8 44 1 6 15 45 0 55 5 51
Geen mening 9 4 10 11 4 1 4 1 8 15 5 8
Niet ingevuld 5 1 1 1 1 8
Tabel26:Kansdateenkerkgebouwover10jaarnogingebruikis,naardenominaties
De kans dat het kerkgebouw over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst wordt door
driekwart van de eigenaren (binnen de responsgroep van 459 kerken) als `redelijk' tot `groot'
ingeschat. Zo'n 16% schat in (kans `matig', `klein' en `zeer klein') dat het over 10 jaar (zeer)
waarschijnlijk afgelopen is met kerkdiensten in hun kerk. Dat betreft 74 kerken. Daarnaast
zijn nog eens 4 kerken die op deze vraag `geen mening' of `niet ingevuld' heeft gegeven.
Deze worden in dit onderzoek ook tot de `risicogroep' gerekend.
Opmerkelijk zijn de verschillen per denominatie. Kijkend naar de `negatief' ingeschatte kans
(matig, klein en zeer klein), ligt die bij de gereformeerde kerken ( %) en hervormde kerken
(17%) het hoogst. De rooms-katholieke kerken zijn het meest positief over de kans dat hun
kerken over 10 jaar nog erediensten hebben (80%), de gereformeerde kerken het minst
positief (66%).
Geven de verwachtingen over het aantal kerkleden en het gebruik voor de erediensten een
indicatie over het vrijkomen van kerken, ook de verwachting voor welke termijn de inkomsten
zullen volstaan voor de instandhouding van het kerkgebouw is zo'n indicator. Onderverdeeld
naar denominatie geeft dit het volgende beeld.
(PKN) herv. (PKN) geref. r-k doopsgez. overig Totaal
aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal %
1-5 jaar 46 18,4 1 14,9 7 0,6 5 15, 14 5,5 85 18,5
6-10 jaar 67 6,8 7,9 10 9,4 1 9,4 9 16,4 1 8,8
> 10 jaar 1 1 48,4 9 , 11 ,4 14 4 ,4 17 0,9 19 41,8
Niet ingevuld 16 6,4 1 1 ,9 6 17,6 1 15 7, 50 10,9
50 100 87 100 4 100 100 55 100 459 100
Tabel 27: Voor welke termijn volstaan de inkomsten voor het instandhouden, naar denominatie
Het aantal kerkelijke gemeenten (binnen de responsgroep van 459 kerken) dat het financieel
sowieso wel langer dan 10 jaar denkt te redden, bedraagt 19 (41,8 %). Meer dan de helft is
daar in min of meerdere mate onzeker over en wordt in dit onderzoek tot de `risicogroep'
gerekend.
E n op de 5 kerken (18,5%) zegt dat de inkomsten niet langer dan 5 jaar toereikend zijn voor
de instandhouding van het kerkgebouw. Bijna de helft van de kerken (47, %) houdt het niet
langer dan 10 jaar vol.
5
Uitgesplitst naar denominaties is de financi le toekomstverwachting het somberst in de
categorie `overig' ( 5,5 %). De rooms-katholieke kerken zijn in dit opzicht tweede ( 0,6 %),
de hervormden derde (18,4 %). Relatief weinig gereformeerde kerken (14,9 %) maken zich
zorgen dat hun inkomsten voor niet meer dan 5 jaar toereikend zijn voor de instandhouding
van het gebouw.
Het meest optimistisch over de toekomst zijn de hervormde kerken (48,4 %). Opvallend is dat
de doopsgezinde kerken (4 ,4 %) positiever zijn dan de gereformeerden ( , %) en de rooms-
katholieke kerken ( ,4). De categorie `overig' is hekkensluiter: 0,9 % verwacht ook over 10
jaar nog voldoende inkomsten te hebben voor de instandhouding van het gebouw. Dat de
categorie `overig' zo slecht scoort, hoeft geen verbazing te wekken. De kerkgenootschappen
die tot deze categorie gerekend worden, zijn in het algemeen relatief jong, en hebben weinig
bezittingen. Zij draaien grotendeels op de bijdragen van de leden en eventueel wat verhuur
van kerkzalen.
Interessant is om vast te stellen hoe groot de overlap is tussen de groepen van kerken die in
het algemeen somber zijn n die financieel somber zijn.
Voor welke termijn volstaan de inkomsten
wat is de kans dat dit 1-5 jaar 6-10 jaar > 10 jaar niet ingevuld Totaal
kerkgebouw over
10 jaar in gebruik
is voor de eredienst
zeer klein 10 15
klein 10 12 7 1 0
matig 5 16 5 9
redelijk 18 6 4 10 107
groot 59 1 0 5
geen mening 16 8 5 6 5
niet ingevuld 1 4 8
85 1 19 50 459
Tabel 28: Kans dat kerk over 10 jaar nog in gebruik is, gerelateerd aan de inkomsten voor de instandhouding van
het kerkgebouw
In totaal 5 eigenaren schatten de kans als `zeer klein' tot `matig' in dat hun kerkgebouw over
10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst, n geven tegelijkertijd aan dat hun inkomsten
voor niet meer dan 5 jaar toereikend zijn voor de instandhouding van het gebouw. Als de
termijn verlengd wordt tot 10 jaar, gaat het om 6 kerkgebouwen.
Het is opvallend dat de overlap maar z gering is. Wellicht redeneert men dat het onderhoud
nog wel een tijdje kan wachten, als er nu even (?) onvoldoende inkomsten zijn? Onvoldoende
inkomsten betekent immers niet automatisch dat het kerkgebouw ook moet worden
afgestoten.
Een andere en zeer re le mogelijkheid is dat kerkelijke gemeenten die het financieel moeilijk
hebben, `verstopt' zitten in de groepen `geen mening' of `niet ingevuld' (samen 4 kerken),
of niet hebben meegedaan aan de enqu te en behoren tot de non-responsgroep van 9
kerken. Kleine kerkelijke gemeenschappen die nauwelijks meer functioneren door het
ontbreken van kader, voeren niet zelden geen administratie meer en laten het invullen van
enqu tes ook achterwege.
Kerkelijke gemeenten hebben inkomsten uit `levend geld' (collectes en vrijwillige bijdragen)
en soms ook uit `stille reserves' (banktegoeden, aandelen, grondbezit, panden). De middelen
zijn niet onbeperkt. Wanneer het aantal kerkleden daalt, en parallel daaraan de inkomsten
dalen, moet de kerkenraad kiezen wat er met de beperkte middelen gedaan wordt. In veel
6
gevallen krijgt het `pastoraat' dan voorrang boven de `stenen'. Dit betekent dat ervoor
gekozen wordt om wel de dominee te betalen, maar geen (of minder) geld te besteden aan
het gebouw.
In het geval van streekgemeenten, zoals die steeds vaker voorkomen binnen de
(gereformeerde en hervormde) kerken van de Protestantse Kerk in Nederland, wordt er vaak
voor gekozen om n (of meer) van de gebouwen niet meer of nog maar mondjesmaat te
onderhouden.
Aangezien het onderzoek geen zicht biedt op de werkelijke financi le situatie ter plaatse, is
ervoor gekozen om in de rest van dit hoofdstuk alleen te werken met de algemene taxatie van
de eigenaar zelf of het kerkgebouw over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst.
Dat de eigenaren van de 459 kerkgebouwen die hebben meegewerkt aan het onderzoek zich
financieel niet helemaal in de kaart hebben laten kijken, blijkt uit de respons op de vragen
naar `andere structurele inkomstenbronnen' (naast de inkomsten uit vrijwillige bijdragen).
Ja nee Totaal
Aantal %
rente 86 55,8 17 459
dividend (aandelen) 50 10,9 409 459
huur (bv pastorie) 151 ,9 08 459
pacht (bv land en of boerderij) 48,6 6 459
anders 5 11, 407 459
Tabel29:Structureleinkomstenandersdanuitvrijwilligebijdragen
De helft van de kerkelijke eigenaren heeft n st de vrijwillige bijdragen van de
gemeenteleden ook nog structurele inkomsten uit rente (55,8 %) en pacht van landerijen
en/of boerderijen (48,6 %).
Veel mensen denken dat het kerkelijk draagvlak staat of valt met het aantal gemeenteleden.
Als er maar weinig leden zijn, is de kans groter dat de kerk zijn functie waarschijnlijk binnen
10 jaar wel zal verliezen, luidt dan de redenering. Uit paragraaf 5. .1 kan worden afgeleid dat
er 114 kerken zijn met minder dan honderd leden. Zijn dat k de kerken die somber zijn
over hun toekomst?
Aantal kerkleden
wat is de kans
dat dit
kerkgebouw
over 10 jaar in
gebruik is voor
de eredienst 0 - 11 - 51- 101- 01- 01- Niet
10 50 100 00 00 600 600 > ingevuld Totaal
zeer klein 1 6 1 4 1 15
klein 1 4 4 7 8 1 0
matig 1 4 7 5 4 9
redelijk 1 1 0 19 1 9 107
groot 5 8 0 5 74 5
geen mening 1 6 8 1 5 11 1 7
niet ingevuld 1 4 1 8
Tabel30:kansover10jaarnogingebruik,gerelateerdnaaraantalkerkleden
7
Uit de tabel blijkt dat van de kerken met minder dan 100 kerkleden, 1 op de 5 somber (kan
zeer klein, klein en matig) is over de kans dat de kerk over 10 jaar nog in gebruik is voor de
eredienst. Bij kerken die meer dan 100 kerkleden hebben, is dat 14%. Er wordt dus iets
somberder gedaan bij de kerken met minder dan 100 leden en vooral bij kerken met minder
dan 10 leden.
Wel zou men zich kunnen afvragen of het ledental op zichzelf wel een goede indicator is voor
de vraag of een kerkgebouw binnen 10 jaar zijn functie zal verliezen. Het vermoeden bestaat
dat er soms `stille reserves' zijn bij kleine kerkelijke gemeenten, in de vorm van landerijen of
gebouwen. Er zijn voorbeelden in Frysl n bekend van kerkelijke gemeenten waar er
(twee)wekelijks amper 10 mensen in een kerk komen en dat er nog ten hoogste
kerkenraadsleden zijn, maar dat het gebouw er pico bello bijstaat dankzij de financi le
reserves.
Lang niet altijd wordt de noodzaak gevoeld om samen te werken (of te fuseren) met kerkelijke
gemeenten in de directe omgeving. Zo lang er nog een kerkrentmeester is die `de boel
draaiende houdt, is er in de beleving van de kerkelijke gemeente geen sprake van een
probleem. Het mag duidelijk zijn dat dergelijke situaties op langere termijn toch niet houdbaar
zijn. Als die ene `warbere' kerkrentmeester wegvalt om wat voor reden ook, zitten de
achterblijvers met een groot probleem. Dit zijn echter nadrukkelijk uitzonderingssituaties, die
niet het algemene beeld bepalen.
Aantal Rijksmonumenten Niet-rijksmonumenten Totaal
kerkleden
aantal Bedrag % aantal Bedrag % Aantal Bedrag %
0 - 10 58 .000 1 1 8.000 4 591.000
11 - 50 16 . . 00 10 5 98.500 7 1 .6 0.800 10
51 100 10 1.4 0.650 6 4 191.6 5 5 14 1.61 . 75 6
101 00 1 .57 .400 11 4 58.500 6 5 .8 1.900 11
01 00 1 1.84 .450 8 7 501.500 1 0 . 4 .950 9
01 600 5 .968.000 18 6 604.000 15 1 4.57 .000 17
601 > 18 . 91.500 15 14 1.717.000 4 5.008.500 19
n.v.t. . 00 1 48.600 1 5 80.800 1
Niet ingevuld 6 6.146.150 7 509.000 1 9 6.655.150 5
Tabel 31: Restauratieachterstand gerelateerd aan aantal lidmaten en monumentenstatus
Als het aantal kerkleden wordt afgezet tegen de restauratie-achterstand, dan blijkt dat
restauratie-achterstand voor 6% (en als de niet-respons niet wordt meegerekend, zelfs 49%)
voorkomt bij kerken die meer dan 00 kerkleden hebben. Dat (b)lijkt logisch; dat zijn de
grotere kerken die relatief gezien ook een grotere restauratie-achterstand hebben. Opvallend
is daarbij wel dat er verschil is tussen rijksmonumenten ( % van de achterstand in kerken met
meer dan 00 leden) en niet-rijksmonumenten (57% van de achterstand in kerken met meer
dan 00 leden). Dit verschil zou gezocht moeten worden in een aantal grotere niet-
rijksmonumentale (gereformeerde) kerken. Echter, dat lijkt niet zo logisch omdat vrijwel alle
grote kerken met achterstand rijksmonument zijn. Waarschijnlijker is dat de relatief grote
non-respons ( 7%) bij de rijksmonumenten dit beeld vertekent en dat daar een aantal grote
kerken met veel kerkleden tussenzitten waarvan de kerk rijksmonument is. Ongeveer 1 %
van de restauratie-achterstand doet zich voor bij kerken met minder dan 50 leden. Het gaat
hier om 5 kerken die een achterstand van ruim , miljoen hebben, waarvan driekwart
rijksmonument is.
8
Ingeschatte Rijksmonumenten Niet-rijksmonumenten Totaal
kans
aantal Bedrag % aantal Bedrag % Aantal Bedrag %
Zeer klein 10 .165. 00 10 16 .500 4 1 . 7.700 9
Klein 4 64 .500 7 581.500 14 11 1. 5.000 4
Matig 11 1.781.000 8 51.000 6 14 .0 .000 8
Redelijk 0 .576.850 16 11 761.000 18 41 4. 7.850 16
Groot 44 6.478.450 9 15 1.555.7 5 8 59 8.0 4.175 0
Geen mening 7 1. 88.500 6 4 70.000 7 11 1.558.500 6
Niet ingevuld 9 6.556.150 9 4 555.000 1 4 7.111.150 7
Tabel32:restauratieachterstandgerelateerdaandekansdatdekerkover10jaarnietmeerin
gebruikis,enaandemonumentenstatus
Als de restauratie-achterstand wordt afgezet tegen de kans dat de kerk over 10 jaar niet meer
in gebruik is (voor de eredienst), dan kan worden gesteld dat 46% (en als de niet-respons
niet wordt meegerekend, zelfs 69%) van de restauratie-achterstand voorkomt bij kerken die
over 10 jaar ook nog wel in gebruik zullen zijn voor de eredienst. Eenvijfde deel van de
achterstand komt voor bij kerken waarvan men de kans klein acht dat daar over 10 jaar nog
erediensten worden gehouden. Hierbij is er weinig verschil tussen rijksmonumenten en niet-
rijksmonumenten. Er is dus een restauratie-achterstand van in ieder geval ruim 5,5 miljoen
in 7 kerken waarvan de kans groot is dat over 10 jaar die kerken niet meer in gebruik zullen
zijn (voor de eredienst). Door de grote groep (54 kerken) die de enqu te op dit punt niet heeft
ingevuld, zou dit bedrag nog hoger kunnen uitpakken.
De verwachting of de kerk over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst, zegt iets over het
vrijkomen van de desbetreffende kerk. De verwachting dat de kerk op termijn voor
herbestemming of ander gebruik in beeld komt, is dan groot. Het is dan interessant te weten
wat de monumentale waarde van die kerken is. Mede in het licht van die mogelijke
herbestemming van de kerk zelf, is de kans dat de kerk over 10 jaar nog in gebruik is voor de
eredienst (en ook het aantal kerkleden) afgezet tegen de architectonische waarde van de
kerk.
Kans dat de kerk Architectonische waarde
over 10 jaar nog
in gebruik is
voor de eredienst
Hoog Gemiddeld Laag Totaal
aantal % aantal % aantal % aantal %
Groot 59 51,8 1 9 9 6,5 99 8,8
Redelijk 8 4,6 6 ,7 10 9,4 74 9
Matig 10 8,8 9 8,4 5,9 1 8,2
Klein 6 5,3 7 6,5 5 14,7 18 7,1
zeer klein 2,6 7 6,5 5,9 1 4,7
geen mening 5 4,4 9 8,4 5 14,7 19 7,5
niet ingevuld ,5 8 7,5 1 ,9 1 4,7
Tabel 33: Architectonische waarde gerelateerd aan de kans dat de kerk over 10 jaar nog in gebruik is voor de
eredienst
9
Iets meer dan de helft van de gebouwen binnen de groep van 55 kerken waarvan de waarde
bepaald is - en waarvan de eigenaar aangeeft dat de kans groot is dat ze over 10 jaar nog in
gebruik zijn voor de eredienst - heeft een hoge architectonische waarde (51,8%). Voor in
totaal 16,7% van de gebouwen met een hoge architectonische waarde is de kans `zeer klein'
tot `matig' dat ze over 10 jaar nog in gebruik zijn. Een kwart van de kerkgebouwen waarvan
de eigenaar aangeeft dat de kans `zeer klein' tot `matig' is dat ze over 10 jaar nog in gebruik
zijn voor de eredienst, heeft een lage architectonische waarde ( 6,5 %).
Architectonische waarde
ledental Hoog Gemiddeld Laag Totaal
aantal % aantal % aantal % aantal %
0-10 1 0,9 ,8 5,9 6 ,4
11-50 6 22,8 15 14 5,9 4 16,9
51-100 14 1 , 11 10, 6 17,6 1 1 ,
101- 00 7 23,7 0 18,7 5 14,7 5 0,4
01- 00 11 9,6 0,6 8,8 6 14,1
01-600 17 14,9 14 1 ,1 7 0,6 8 14,9
601 of meer 14 1 , 16 15 9 6,5 9 15,
n.v.t. 1 0,9 1 0,4
niet ingevuld 4 ,5 5 4,6 9 ,5
114 100 107 100 4 100 55 100
Tabel 34: architectonische waarde, gerelateerd aan ledental
Iets minder dan de helft van de kerkgebouwen (binnen de beoordeelde groep van 55
kerkgebouwen) met een hoge architectonische waarde is eigendom van kerkelijke gemeenten
met minder dan 00 leden (47,4 %).
In totaal 74 eigenaren schatten de kans `zeer klein' tot `matig' dat hun gebouw over 10 jaar
nog in gebruik is voor de eredienst. Nog eens 4 eigenaren weten het niet. Daarmee kan de
`risicogroep' geschat worden op tenminste 74 tot 117 kerkgebouwen. De groep is mogelijk
nog groter, doordat 9 kerkeigenaren niet meegewerkt hebben aan de enqu te (non-re-
spons).
Opmerkelijk zijn de verschillen per denominatie. Kijkend naar de `negatief' ingeschatte kans
(matig, klein en zeer klein), ligt die bij de (PKN) gereformeerde kerken ( %) en (PKN)
hervormde kerken (17%) het hoogst. De rooms-katholieke kerken zijn het meest positief over
de kans dat hun kerken over 10 jaar nog erediensten hebben (80%), de (PKN) gereformeerde
kerken het minst positief (66%).
40
Deze groep is mogelijk nog groter, omdat 50 kerkbesturen bij deze vraag niets hebben
ingevuld.
In totaal 5 eigenaren schatten de kans als `zeer klein' tot `matig' in dat hun kerkgebouw over
10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst, n geven tegelijkertijd aan dat hun inkomsten
voor niet meer dan 5 jaar toereikend zijn voor de instandhouding van het gebouw. Als de
termijn verlengd wordt tot 10 jaar, gaat het om 6 kerkgebouwen.
.
Bij kerken die meer dan 100 kerkleden hebben, is dat 14%. Er wordt dus iets somberder
gedaan bij de kerken met minder dan 100 leden en vooral bij kerken met minder dan 10 leden.
Er is hierbij een verschil tussen rijksmonumenten ( % van de achterstand in kerken met meer
dan 00 leden) en niet-rijksmonumenten (57% van de achterstand in kerken met meer dan 00
leden).
Het gaat hier om 5 kerken die een achterstand van ruim , miljoen hebben, waarvan
driekwart rijksmonument is.
Eenvijfde deel van de achterstand komt voor bij kerken waarvan men de kans dat daar over
10 jaar nog erediensten worden gehouden, negatief inschat. Hierbij is er weinig verschil tussen
rijksmonumenten en niet-rijksmonumenten.
Door de grote groep (54 kerken) die de enqu te op dit punt niet heeft ingevuld, zou dit
bedrag nog veel hoger uit kunnen pakken.
Voor in totaal 16,7% van de gebouwen met een hoge architectonische waarde is de kans `zeer
klein' tot `matig' dat ze over 10 jaar nog in gebruik zijn. Van de kerkgebouwen met hoge ar-
chitectonische waarde, is de helft in eigendom van kerkelijke gemeenten met minder dan 00
leden.
41
Minimaal 74 kerken zullen hoogstwaarschijnlijk over 10 jaar niet meer in gebruik zijn voor de
eredienst. Bijna de helft van alle kerkbesturen zegt het financieel gezien niet langer dan 10
jaar vol te kunnen houden. Slechts eenvijfde deel van de restauratie-achterstand komt voor
bij kerken die binnen afzienbare termijn vrij zullen komen. Van de kerken die binnen 10 jaar
hun functie zullen verliezen, heeft een kwart een lage architectonische waarde.
4
6
De onderzoeksgroep bestaat uit 18 kerkgebouwen in 168 dorpen met minder dan 000
inwoners. Deze kerkgebouwen hebben minder dan honderd kerkleden en zitten bovendien
in de `risicogroep' met eigenaren die denken dat de kans `zeer klein' tot `matig' is dat hun
gebouw over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst. Of ze denken dat hun inkomsten niet
langer dan 5 jaar toereikend zijn voor de instandhouding van het gebouw.
Stichting Doarpswurk, gevestigd te Raerd (B), heeft per dorp een inschatting gemaakt van het
bestuurlijk-organisatorisch potentieel, op basis van het aantal inwoners, het aantal
vrijwilligersorganisaties en de kennis van het veld zoals die bij medewerkers van Doarpswurk
aanwezig is. Daarnaast heeft Doarpswurk een inschatting gegeven van de continu teit van dit
potentieel voor de komende 10 jaar.
Wanneer een kerkelijke gemeente te klein is geworden of geen geld meer heeft, rijst op enig
moment de vraag wat er met het kerkgebouw moet gebeuren. Een van de mogelijkheden is
dat het gebouw wordt verkocht en een particuliere bestemming krijgt. Een andere
mogelijkheid is dat de kerk een openbare functie houdt, bijvoorbeeld als dorpshuis, cultureel
centrum of museum. In dat geval zijn er mensen nodig die de bestuurlijke en organisatorische
verantwoordelijkheid op zich willen nemen, van binnen of van buiten het dorp. Wanneer die
bestuurskracht niet gevonden kan worden, komt eventueel - en pas in laatste instantie een
overdracht van het kerkgebouw aan de Stichting Alde Fryske Tsjerken in beeld.
In dit licht bezien is het belangrijk te weten hoe het gesteld is met het bestuurlijk-
organisatorisch potentieel in de dorpen. In het kader van het onderzoek heeft Doarpswurk
gekeken naar de kerken met minder dan honderd leden, die somber zijn over de toekomst van
het kerkgebouw of die de financi le situatie voor de instandhouding van het gebouw somber
ingeschat hebben.
Doarpswurk gaat er vanuit dat het bestuurlijk-organisatorische potentieel `klein' is als er
minder dan 1 vrijwilligersorganisaties (cijfers 005) in een dorp aanwezig zijn. Het potentieel
wordt `gemiddeld' ingeschat bij 1 tot 0 vrijwilligersorganisaties en `groot' bij meer dan 0
clubs. In een aantal gevallen is hiervan afgeweken, als de kennis die bij Doarpswurk aanwezig
is daartoe aanleiding gaf.
aantal kerken % aantal dorpen %
Klein 89 48,6 85 50,6
Gemiddeld 0 16,4 55 ,7
Groot 64 5,0 8 16,7
Tabel 35: Bestuurlijk-organisatorisch potentieel
Ineft,schatmemendandehelftvan-organisatorischDoarpswurkalstegenhetinlichtgehouden
henetiets er hetbestuurlijk dedorpendie potentieel `klein' (50,6%).
4
Een andere vraag is hoe het gesteld is met de continu teit van dit bestuurlijk-organisatorisch
potentieel. In dorpen waarvan de bevolking krimpt, kan nu misschien nog wel voldoende
bestuurskracht gevonden worden, maar hoe zit dat over 10 jaar?
kerken dorpen
aantal % aantal %
bestuurskracht klein/continu teit twijfelachtig 8 45,4 80 47,6
bestuurskracht klein/continu teit verzekerd 6 , 5
bestuurskracht gemiddeld/continu teit verzekerd 0 16,4 8 16,7
bestuurskracht groot/continu teit verzekerd 64 4,9 55 ,7
Tabel 36: Continuïteit van het bestuurlijk-organisatorisch potentieel
In iets minder dan de helft van de dorpen (47,6 %) is de bestuurskracht volgens Doarpswurk
klein en is de continu teit daarvan bovendien twijfelachtig.
Doarpswurk benadrukt overigens dat haar taxatie slechts relatieve waarde heeft. Zo
gemakkelijk is het niet om vanuit het stichtingskantoor te peilen hoe het zit met de
bestuurskracht. Dat merkt Doarpswurk voortdurend in haar werk. In dorpen waarvan de eigen
adviseurs op basis van de ervaringen uit het verleden bijvoorbeeld dachten dat het moeilijk
zou zijn om een bestuur te vinden voor een nieuw dorpshuis, blijkt dat in werkelijkheid soms
toch te lukken. Bij de inschatting van de continu teit wordt de onzekerheid alleen maar groter.
De taxatie die Doarpswurk van de dorpen gegeven heeft, is vertrouwelijk. De informatie wordt
alleen gebruikt voor de trendmatige analyses in dit rapport.
Wanneer een kerkgebouw zijn kerkelijke functie verliest, rijst de vraag wat er met het gebouw
moet gebeuren. Moet het verkocht worden aan een particulier die er een eigen bestemming
aan geeft? Of kan het gebouw een openbare functie behouden, bijvoorbeeld als dorpshuis of
cultureel centrum?
Frysl n kent van dit laatste enkele geslaagde voorbeelden. Denk aan De Bidler in Wergea, de
voormalige hervormde kerk, nu functionerend als cultureel centrum voor de weide omgeving.
Of denk aan de Groate Kerk in Sint Jacobiparochie, de voormalige hervormde kerk,
overgedragen aan de Stichting Alde Fryske Tsjerken en nu al weer vele jaren bij een aparte
stichting Groate Kerk in gebruik als het cultureel centrum voor de hele gemeente het Bildt.
Dorpshuizen in voormalige kerken zijn bijvoorbeeld te vinden in Oldetrijne (voormalig
hervormd), Reitsum (voormalig gereformeerd), en Rotstergaast (voormalig hervormd), Tijnje
(voormalig Vrije Evangelisatiekerk). In Warns is de voormalige gereformeerde kerk
overgenomen door een particulier en verbouwd tot theater annex dorps-cultuurhuis.
Uitgangspunt voor het onderzoek is de stelling dat als een dorp nog geen dorpshuis of
multifunctioneel centrum (mfc) heeft, het maatschappelijk draagvlak wellicht groter is om de
vrijkomende kerk eventueel een publieke functie te geven. Doarpswurk heeft daarom
nagegaan in hoeveel van de 168 onderzochte dorpen een dorpshuis of mfc aanwezig is, dan
wel andere ruimten die te gebruiken zijn voor gemeenschapsactiviteiten.
De aanwezigheid van een dorpshuis verkleint de kans om de kerk voor dorpshuisgerelateerde
activiteiten te herbestemmen. In 1 1 van de 168 dorpen (7 %) is dat het geval. Van de 1 1
dorpshuizen kunnen er 5 multifunctioneel gebruikt worden (4 %). Dat maakt de kans om de
kerk te herbestemmen voor dorpshuisgerelateerde activiteiten kleiner. Niet onmogelijk want
er kan ook samenwerking en/of afstemming tussen kerk en dorpshuis zijn maar wel kleiner.
44
Van de 168 dorpen zijn er 71 (4 %) waar, naast het dorpshuis, ook andere ruimten aanwezig
zijn die voor gemeenschapsactiviteiten gebruikt kunnen worden (horeca, sportkantines,
multifunctionele ruimtes bij scholen en jeugdhonken e.d).
In 46 dorpen is geen dorpshuis aanwezig. Hier is de kans groter om de kerk multifunctioneel
te gebruiken. Van de betreffende dorpen hebben er 1 echter wel een andere ruimte die
eventueel voor dorpsactiviteiten gebruikt kan worden (horeca, sportkantines, multifunctionele
ruimtes bij scholen en jeugdhonken e.d).
In 16 dorpen is n geen dorpshuis c.q. multifunctioneel centrum n geen andere ruimte die
voor (verenigings) activiteiten gebruikt kan worden. In deze overigens allemaal zeer kleine
kernen is de kans het grootst dat het vrijkomende kerkgebouw herbestemd kan worden
voor dorpsactiviteiten.
Vrijkomende kerkgebouwen kunnen concurrenten worden van dorpshuizen (zie het kader
aan het slot van dit hoofdstuk). Waar concurrentie is, dalen de prijzen. Dit is niet goed voor
de exploitatie van zowel het dorpshuis als het kerkgebouw. In de wereld van de dorpshuizen
is dan ook niet iedereen even blij met al die vrijkomende kerkgebouwen, die zich op dezelfde
markt zullen begeven. Niet alleen op de markt van (culturele) activiteiten, maar ook op die van
vrijwilligers. Om de markt van de gemeentelijke subsidies niet te vergeten: waarom zou een
dorpshuis wel subsidie krijgen en een cultureel centrum in een kerkgebouw niet?
Uit het onderzoek van Doarpswurk blijkt dus dat er 16 dorpen zijn zonder dorpshuis of andere
ruimtes die voor gemeenschapsactiviteiten te gebruiken zijn (horeca, kantines, e.d.). Het gaat
om zeer kleine dorpen. Om in te kunnen schatten hoe re el het is om te denken dat deze 16
kerkgebouwen herbestemd kunnen worden voor dorpshuisachtige functies, worden voor deze
16 kerken koppelingen gelegd met het bestuurlijk-organisatorisch potentieel en de
continu teit daarvan, met kerkelijk draagvlak, met de cultuurhistorische waarde en de
restauratie-achterstand.
In alle 16 dorpen wordt de bestuurskracht door Doarpswurk als klein ingeschat. Dat de
bewoners zelf een dorpsstichting voor de instandhouding van hun kerk zullen oprichten, ligt
daarmee niet voor de hand. Ook het bestuurlijk-organisatorisch potentieel is klein.
Een van deze 16 kerken die in dorpen zonder dorpshuis staan, de voormalige hervormde kerk
van Vinkega, is al jarenlang buiten gebruik. De lokale Stichting Behoud Finkegea ijverde voor
het behoud als dorpshuis. Maar de gemeenteraad van Weststellingwerf zag dat niet zitten. Het
is volgens de fracties twijfelachtig of hier voldoende geld en vrijwilligers voor te vinden zijn.
Eind 008 wilde de gemeenteraad ook geen toestemming geven om in de kerk te mogen
wonen, ook al noemde de wethouder dat de `enige kans' om het niet-monumentale
kerkgebouw te behouden (Leeuwarder Courant, 9 september 008).
Van 1 van de 16 kerken is bekend hoeveel kerkleden zij hebben. Van deze 1 kerken hebben
er 10 (8 %) minder dan 50 kerkleden. Bij deze 1 kerken is er maar n waar meer dan 50
mensen deelnemen aan een eredienst, de rest heeft minder dan 50 deelnemers en in 5
gevallen zelfs minder dan 5 mensen.
In 6 van de 16 dorpen denken de leden van de kerkelijke gemeente dat de kans groot is dat
hun gebouw over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst. Herbestemming is hier dus
helemaal niet aan de orde, hoewel de inkomsten in de helft van de 6 dorpen slechts toereikend
zijn voor 6 tot 10 jaar.
45
In van de 16 dorpen schat de kerkelijke eigenaar de kans als `zeer klein' in dat het
kerkgebouw over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst en denkt men concreet aan
overdracht aan de Stichting Alde Fryske Tsjerken.
Bij deze 16 kerken die mogelijk als dorpshuis of multifunctioneel centrum zouden kunnen
worden herbestemd, is er volgens 8% van de kerkelijke gemeenten zelf geen sprake van dat
de kerk binnen 10 jaar vrijkomt voor herbestemming.
Van deze 16 kerken zijn 14 (88%) rijksmonument. De helft van de 16 kerken behoort ook tot
de `onderzoeksgroep' waarvan de cultuurhistorische waarde is bepaald. Van deze 8 kerken was
er maar n die `laag' scoorde.
Bijna al deze 16 kerken die mogelijk als dorpshuis of multifunctioneel centrum zouden kunnen
worden herbestemd, zijn van cultuurhistorische waarde.
Van deze 16 kerken zaten er 10 ook in de `onderzoeksgroep' waarvan de
instandhoudingsbehoefte en de restauratie-achterstand zijn bepaald. Deze 10 kerken vallen
allemaal in de onderhoudscategorie > 6.000 per jaar en zijn als kleine kerkjes te betitelen.
Deze 10 kerken hadden in totaal een restauratie-achterstand van 1.54 .000, dus gemiddeld
154. 00 per kerk. Dat is meer dan het gemiddelde van alle kerken (zie hoofdstuk ), wat te
wijten is aan een drietal grote restauraties die nodig zijn in deze groep van 10 kerken.
Bij deze 16 kerken die mogelijk als dorpshuis of multifunctioneel centrum zouden kunnen
worden herbestemd, is er dus sprake van kleine kerkjes die allemaal een restauratie-
achterstand hebben, waarvan groot.
De kans dat deze dorpen een herbestemming vinden en organiseren voor het eventueel
vrijkomende kerkgebouw, is volgens Doarpswurk klein.
Bij deze 16 kerken die mogelijk als dorpshuis of multifunctioneel centrum zouden kunnen
worden herbestemd, is er:
- sprake van geringe bestuurskracht en een klein bestuurlijk-organisatorisch potentieel;
- volgens 8% van de kerkelijke gemeenten zelf geen sprake van dat de kerk binnen 10 jaar
46
vrijkomt voor herbestemming;
- sprake van kleine kerkjes met een grote cultuurhistorische waarde;
- sprake van relatief grote restauratie-achterstand.
In het kader van het maatschappelijk draagvlak, lijkt het voor de hand te liggen dat als een
kerk vrij komt deze zou kunnen worden herbestemd voor een andere openbare functie op
sociaal-cultureel vlak, oftewel dorpshuis of multifunctioneel centrum. Van de (`risico')groep
van eigenaren die denken dat de kans `zeer klein' tot `matig' is dat hun gebouw over 10 jaar
nog in gebruik is voor de eredienst, zou voor 16 kerken in Frysl n een herbestemming tot
dorpshuis een optie kunnen zijn. Gezien de andere restricties die er nog bij deze 16 kerken
spelen (geringe bestuurskracht, klein bestuurlijk-organisatorisch potentieel, grote
cultuurhistorische waarde, relatief grote restauratie-achterstand), zou wellicht in 8 kerken in
Frysl n nog een dorpshuis gerealiseerd kunnen worden. Hoewel afstemming en samenwerking
mogelijk is tussen kerk en dorpshuis, lijkt het structureel herbestemmen van vrijkomende
kerken tot dorpshuis geen re le optie. Nevengebruik van kerkgebouwen vindt steeds meer
plaats (cr ches, zalenverhuur), maar het is niet waarschijnlijk dat hiermee een substantieel
deel van de instandhoudingkosten opgebracht kan worden.
Kerkenendorpshuizen
Kerkgebouwen begeven zich op dezelfde markt als dorpshuizen en kunnen in die
zin concurrenten van elkaar zijn. Beide bieden zich aan als vergaderlocatie en als
podium voor (culturele) activiteiten. Het is een economische wetmatigheid dat de
prijzen dalen als er te veel concurrentie is. Dat is niet goed voor de exploitatie van
zowel het dorpshuis als het kerkgebouw. In de wereld van de dorpshuizen is dan ook
niet iedereen even blij met al die vrijkomende kerkgebouwen, die zich mogelijk op
dezelfde markt gaan bewegen.
In de afgelopen decennia is door de overheden fors ge nvesteerd in dorpshuizen. De
kerkgebouwen die in deze zelfde periode vanwege de secularisatie hun
oorspronkelijke functie verloren hebben, zijn opvallend genoeg maar zelden
herbestemd tot dorpshuis. Dat is eigenlijk alleen gebeurd in Oldetrijne, Reitsum,
Rotstergaast en Tijnje.
In Warns is een kerk overgenomen door een particulier en omgebouwd tot theater
annex dorps-cultuurhuis. Enkele andere kerken zijn omgevormd tot cultureel
centrum zoals De Bidler in Wergea en de Groate Kerk in Sint Jacobiparochie.
Er zijn voorbeelden bekend van dorpen waar met de inwoners is gesproken over
de herbestemming van kerk tot dorpshuis, en waar men er uiteindelijk toch voor
gekozen heeft om dat niet te doen. In Edens/Iens is nabij het kerkje een geheel
nieuw dorpshuisje neergezet. In Baaijum is ervoor gekozen het dorpshuis (in een
voormalig schoolgebouwtje) te verbouwen, in plaats van de hervormde kerk over te
nemen en voor dit doel te gebruiken. In Oostrum wil het dorp een dorpshuis nabij
het evenemententerrein, hoe zeer de gemeente Dongeradeel en de Stichting Alde
Fryske Tsjerken ook aandringen om hiervoor de kerk te gebruiken. In Wier wil het
dorpshuis Ald Skoalle `verhuizen' naar nieuwbouw bij het kaatsveld om een
gezamenlijke exploitatie met de kaatskantine te bereiken, waar de Stichting Alde
Fryske Tsjerken juist pleit om het dorpshuis op de huidige locatie naast de kerk te
ontwikkelen in onderlinge samenwerking. Kerk en dorpshuis hoeven elkaar namelijk
helemaal niet te beconcurreren, maar kunnen juist aanvullend op elkaar
programmeren. Dorpshuizen programmeren meer gericht op het `gewone volk';
47
kerken vullen het gat op dat daarmee ontstaat door wat `cultureler' te
programmeren.
Overigens is het ook een feit dat er onder dorpshuizen ook exploitatieproblemen
bestaan, evenals problemen met het vinden van vrijwilligers. In Lollum hebben
bijvoorbeeld zowel de gereformeerde kerk als het dorpshuis het moeilijk.
De Groate Kerk van Sint Jacobiparochie
48
7
Een belangrijke vraag naast de verwachte hoeveelheid kerken die vrijkomt, is de vraag hoeveel
daarvan hergebruikt c.q. herbestemd zou kunnen worden. Voor die vraag naar het
gebruikspotentieel zijn een aantal indicatoren opgesteld (en ook uit de enqu te naar voren
gekomen) die in meer of minder mate als gebruiksbeperkingen kunnen worden bestempeld.
Die indicatoren zijn op gebouwniveau:
- gescheiden eigendom kerk en toren
- cultuurhistorisch waardevol interieur
- aanwezigheid van een kerkhof
- aanwezigheid van nevenruimte
- aanwezigheid van een keuken
- aanwezigheid van een toilet
- aanwezigheid van verwarming
Niet alleen op het niveau van het kerkgebouw, maar ook op dorpsniveau spelen indicatoren
mee die als beperkende factoren kunnen worden gezien voor toekomstig gebruik. Als zodanig
zijn op dorpsniveau in dit onderzoek gedefinieerd:
- ruimtelijke economische dynamiek
- bestuurlijk en organisatorisch potentieel
- continu teit
- potentie voor herbestemming voor wonen en/of werken
(belangstelling voor) multifunctioneel gebruik
In dit hoofdstuk wordt enerzijds geput uit de enqu tegegevens van 497 kerken met een
kerkelijke functie; daarvan worden de gegevens in een tabel weergegeven. Anderzijds wordt
op basis van dezelfde onderzoeksgroep als in het vorige hoofdstuk van 18 kerkgebouwen
in 168 dorpen met minder dan 000 inwoners - in kruistabellen de relatie gelegd tussen de
`risicogroep' en de mate waarin de indicatoren op gebouwniveau (interieur, omgeving en
kerkhof) en op dorpsniveau bijdragen aan de (her)gebruikspotentie. De risicogroep omvat
kerken met minder dan honderd kerkleden en waarvan de eigenaren denken dat de kans
`zeer klein' tot `matig' is dat hun gebouw over 10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst
en/of denken dat hun inkomsten niet langer dan 5 jaar toereikend zijn voor de instandhouding
van het gebouw).
In het kader van het mogelijk hergebruik, kan het een belemmering zijn dat de toren van de
kerk en de kerk zelf (het `schip') niet dezelfde eigenaar hebben. Van de 497 kerken in Frysl n
die (nog) voor de eredienst worden gebruikt, heeft een op de 5 kerken meerdere eigenaren.
In veel gevallen is die eigenaar van de toren een (burgerlijke) gemeente of een gemeentelijke
stichting.
Ook een kerkhof rond een kerk vooral als dat nog als begraafplaats in gebruik is beperkt
de mogelijkheden voor functies in de kerk als deze vrij zou komen. Bijna de helft van alle
Friese kerken (47%) heeft een kerkhof rondom, waarvan meer dan 90% nog in gebruik is als
begraafplaats.
In meer dan de helft van de Friese kerken wordt het interieur als belangwekkend en van
cultuurhistorische waarde gezien. Als deze waarden behouden zouden moeten blijven, dan
beperkt ook dat de mogelijkheden voor herbestemming.
49
Ook uit andere vragen van de enqu te valt te concluderen, dat 66% van de eigenaren vindt
dat het interieur beperkingen oplegt aan het nevengebruik en 46% dat ook voor
omgevingsfactoren vindt gelden. Dit terwijl 1% de kerk `slecht' of `matig' geschikt vindt voor
nevengebruik en 6% de kans `groot' of `redelijk' inschat dat er over 5 jaar nevenactiviteiten
in het kerkgebouw zullen plaatsvinden. Overigens is meer dan de helft van de kerkeigenaren
(5 %) wel eens benaderd om het kerkgebouw voor niet-kerkelijke nevenactiviteiten
beschikbaar te stellen. Dat is hetzelfde percentage als het aantal kerkgebouwen dat
momenteel al wordt gebruikt voor niet-kerkelijke nevenactiviteiten.
De aanwezigheid van aan- of ingebouwde nevenruimten, keuken- en inpandige
toiletvoorzieningen verhoogt de huidige (neven)gebruiksmogelijkheden en wellicht daardoor
ook juist het gebruikspotentieel voor eventuele nieuwe functies. Deze voorzieningen zijn
aanwezig in grofweg tweederde van alle kerken waarin (nog) kerkdiensten plaatsvinden. Uit
de enqu te blijkt dat 5 % vindt dat er een belangwekkend interieur aanwezig is, dat er in
61% van de kerken aan- of ingebouwde nevenruimten zijn, dat er in 6 % van de kerken een
keukenvoorziening is en dat er in 77% van de kerken inpandige toiletvoorzieningen zijn.
Om te kunnen achterhalen in welke mate de indicatoren op gebouwniveau bijdragen aan de
gebruikspotentie, zijn de kansen om het kerkgebouw in de toekomst eventueel
multifunctioneel te gebruiken `gekruist' met de indicatoren interieur en kerkhof en de vraag
in de enqu te of men aan wilde geven of er omgevingsfactoren zijn die beperkingen
opleggen.
Is er belangstelling om de kerk
multifunctioneel te gebruiken ?
Indicatoren op groot Klein blanco Totaal
gebouwniveau
Ja, aangrenzend 7 4 1
Ja, rondom 1 5 7 1 1
Nee 15 14 7 6
Blanco 4 7 1
Ja 9 49 0 108
Nee 19 5 16 60
Blanco 4 7 4 15
Ja 8 48 6 10
Nee 9 19 71
Blanco 1 4 5 10
Tabel 37: multifunctioneel gebruik gerelateerd aan indicatoren op gebouwniveau
In het algemeen kan worden gesteld, dat de belangstelling groot is in 7% van de gevallen
en klein in 44% van de gevallen. Een relatief grote groep `blanco' maakt het lastig om
betrouwbare conclusies te trekken.
Daar waar een kerkhof rondom aanwezig is, is de belangstelling om de kerk multifunctioneel
te gebruiken in 6% groot en in 44% klein. Als er geen kerkhof aanwezig is, is de
belangstelling groter; 4 % grote belangstelling en 9% kleine belangstelling. Daar waar een
belangwekkend interieur aanwezig is, is de belangstelling om de kerk multifunctioneel te
gebruiken in 7% groot en in 45% klein. Als er geen belangwekkend interieur is, is de
50
belangstelling groter; % grote belangstelling en 4 % kleine belangstelling. Daar waar
omgevingsfactoren als belemmerend worden gezien, is de belangstelling om de kerk
multifunctioneel te gebruiken in 7% groot en in 47% klein. Als de omgevingsfactoren niet
als belemmerend worden gezien, is de belangstelling groter: % grote belangstelling en
41% kleine belangstelling.
Met het voorgaande kan eigenlijk alleen maar het beeld worden bevestigd dat alle drie
indicatoren in gelijke mate bijdragen aan de conclusie dat de belangstelling om de kerk
multifunctioneel te gebruiken kleiner wordt vanwege de aanwezigheid van een waardevol
interieur, van een kerkhof of andere omgevingsfactoren.
Ook zijn de vragen `hoe zijn de kansen om het kerkgebouw in de toekomst multifunctioneel
te gebruiken' en `is er potentie voor de herbestemming van de kerk voor wonen en/of werken'
aan elkaar gekoppeld. In slechts van de 18 gevallen (1%) werden beide vragen met `groot'
beantwoord. In 4% van de gevallen was het antwoord op beide vragen `klein'.
Aangezien op de vraag `hoe is het bestuurlijk-organisatorisch potentieel' in alle 18 gevallen
met `gemiddeld' is geantwoord, biedt een tabel daarover geen soelaas. Tevens is het zo, dat
met het oog op de mogelijke toekomst beter kan worden uitgegaan van de inschatting van
Doarpswurk over de continu teit van dat bestuurlijk-organisatorisch potentieel. Als deze
continu teit van het bestuurlijk-organisatorisch potentieel wordt gekruist met de indicatoren,
kan in het algemeen worden gesteld, dat de continu teit in bestuurlijk-organisatorisch
potentieel in 56% van de gevallen `verzekerd' is en in 44% van de gevallen `twijfelachtig'.
Daar waar een kerkhof rondom aanwezig is, is de continu teit van het bestuurlijk-
organisatorisch potentieel in 60% van de gevallen `verzekerd' en in 40% van de gevallen
`twijfelachtig'. Als er geen kerkhof aanwezig is, blijkt de continu teit minder verzekerd te zijn;
47% `verzekerd' en 5 % `twijfelachtig'. Daar waar een belangwekkend interieur aanwezig is,
is de continu teit van het bestuurlijk-organisatorisch potentieel in 64% van de gevallen
`verzekerd' en in 6% van de gevallen `twijfelachtig'. Als er geen belangwekkend interieur
aanwezig is, blijkt de continu teit minder verzekerd te zijn; 4 % `verzekerd' en 57%
`twijfelachtig'. Daar waar omgevingsfactoren als belemmerend worden gezien, is de
continu teit van het bestuurlijk-organisatorisch potentieel in 6 % van de gevallen `verzekerd'
en in 8% van de gevallen `twijfelachtig'. Als de omgevingsfactoren niet als belemmerend
worden gezien, blijkt de continu teit minder verzekerd te zijn; 49% `verzekerd' en 51%
`twijfelachtig'.
Met het voorgaande kan eigenlijk alleen maar het beeld worden bevestigd, dat alle drie de
indicatoren in gelijke mate bijdragen aan de conclusie, dat de continu teit van het bestuurlijk-
organisatorisch potentieel `zekerder' is bij de aanwezigheid van een waardevol interieur, van
een kerkhof of andere omgevingsfactoren. De conclusie kan zijn dat er blijkbaar meer
bestuurspotentieel aanwezig is als er waarden of bijzondere omstandigheden en/of
belemmerende factoren aanwezig zijn.
Ook zijn de vragen `wat is de inschatting van de continu teit van het bestuurlijk-organisatorisch
potentieel' en `is er potentie voor de herbestemming van de kerk voor wonen en/of werken'
aan elkaar gekoppeld. In slechts 7 van de 18 gevallen (4%) was de continu teit `verzekerd' en
de potentie voor herbestemming `groot'. In 1% van de gevallen was de continu teit
`twijfelachtig' en de potentie voor herbestemming `klein'.
Om te kunnen zien hoe het met de gebruikspotentie zit bij kerken die binnen 5 tot 10 jaar
vrijkomen, zijn de indicatoren gekoppeld aan de termijn waarop de eigenaren hebben
51
aangegeven dat de inkomsten (nog) volstaan. Dat levert de volgende tabel op.
Voor welke termijn volstaan de inkomsten ?
indicatoren 1-5 jaar 6-10 jaar > 10 jaar Niet ingevuld Totaal
Ja, aangrenzend 8 5 7 1 1
Ja, rondom 4 51 105 16 196
Nee 47 74 75 8
Niet ingevuld 6 5 1 14
Totaal 85 1 19 50 459
Ja 4 67 11 19 41
Nee 9 59 69 6 19
Niet ingevuld 4 6 10 5 5
Totaal 85 1 19 50 459
Ja 4 6 76 10 19
Nee 8 68 11 50
Niet ingevuld 4 1 5 7 17
Tabel 38: Financiële situatie gerelateerd aan omgevingsfactoren
Van de kerken waar binnen 5 jaar de inkomsten niet meer toereikend zijn (en die dus zeer
waarschijn binnen deze termijn vrijkomen), heeft 8% een kerkhof, hetzij rondom hetzij
aangrenzend en heeft 55% geen kerkhof. Andersom zal van alle kerken die een kerkhof
rondom hebben, 1 % binnen 5 jaar haar inkomsten zien opdrogen en 8% binnen 10 jaar.
Van de kerken waar binnen 5 jaar de inkomsten niet meer toereikend zijn, heeft 49% een
waardevol interieur en 46% niet. Andersom zal van alle kerken die een belangwekkend
interieur hebben, 17% binnen 5 jaar haar inkomsten zien opdrogen en 45% binnen 10 jaar.
Van de kerken waar binnen 5 jaar de inkomsten niet meer toereikend zijn, worden in 51% van
de gevallen de omgevingsfactoren als belemmerend ervaren en in 45% niet. Andersom zal
van alle gevallen waar de omgevingsfactoren als belemmerend worden ervaren, % binnen
5 jaar haar inkomsten zien opdrogen en 55% binnen 10 jaar.
Om de grote vraag te kunnen beantwoorden wat we met de vrijkomende kerken zouden
kunnen, is het mede van belang om te zien hoe de restauratieachterstand zich manifesteert
naar de indicatoren van het gebruikspotentieel. Immers, als de restauratieachterstand vooral
zou voorkomen bij die kerken waar de indicatoren positief bijdragen aan het
gebruikspotentieel dus negatief zou scoren op waardevol interieur en/of aanwezigheid
kerkhof - , dan zou beleidsmatig kunnen worden overwogen om juist daar wel of geen
subsidiemiddelen in te steken. Vandaar dat in de volgende tabel de restauratieachterstand
(van 191 kerken uit de desbetreffende onderzoeksgroep) is afgezet tegen de indicatoren
`aanwezigheid kerkhof', `belangwekkend interieur' en `omgevingsfactoren'.
5
Wat is de restauratieachterstand naar de indicatoren van het
gebruikspotentieel ?
Kerkelijke functie ?
JA NEE SAFT TOTAAL
indicatoren Aantal In Aantal In Aantal In Aantal In
Ja,
aangrenzend 7 1.115.000 1 00.000 1 8.000 9 1.65 .000
Ja,
Rondom 77 10.716.000 6 0.100 4 .569.600 107 14.615.700
Nee
57 6.8 .000 1 47.000 1 485.000 59 7. 65.000
Niet
ingevuld 9 .057.175 7 9 5.500 16 .99 .675
Totaal
150 0.7 1.175 15 1.61 .600 6 4. 9 .600 191 6.6 6. 75
JA 87 1 .086.675 46 .600 11 .177. 00 101 15.7 7.575
NEE 5 6.146.500 5 410.500 15 .115. 00 7 8.67 . 00
Niet ingevuld 10 1.488.000 7 7 8.500 17 . 6.500
Totaal 150 0.7 1.175 15 1.61 .600 6 4. 9 .600 191 6.6 6. 75
JA 78 10.017.1 5 7 574.100 5 .807.600 110 14. 98.8 5
NEE 64 9.19 .000 1 00.000 1 485.000 66 9.978.000
Niet ingevuld 8 1.511.050 7 7 8.500 15 . 49.550
Tabel 39: Restauratie-achterstand gerelateerd aan indicatoren en gebruikspotentieel
In het algemeen kan worden gesteld dat 78% van de restauratieachterstand voorkomt bij
kerken die als zodanig nog een kerkelijke functie vervullen. Die restauratieachterstand bij
kerken in functie van bijna 1 miljoen, komt voor bij kerken waarvan 5 % een kerkhof
rondom heeft, waarvan 6 % een waardevol interieur heeft en waarvan 48% beperkende
omgevingsfactoren kent.
In het kader van dit hoofdstuk `gebruikspotentieel', is het kijken naar kerken die geen
kerkelijke functie meer vervullen niet echt meer van belang. Immers, zij zijn al vrijgekomen.
Het is van meer belang om de kerken met een kerkelijke functie (en die mogelijk nog
vrijkomen) te onderzoeken op wat we er mee zouden kunnen.
Van de 150 kerken met een restauratieachterstand die nog een kerkelijke functie hebben, is
de restauratieachterstand relatief veel hoger bij kerken die een kerkhof hebben (aangrenzend
en rondom); die achterstand is gemiddeld 159.878 per kerk, terwijl de restauratieachterstand
bij kerken die geen kerkhof hebben gemiddeld 119.877 per kerk is.
Dit beeld is bij kerken met een belangwekkend of waardevol interieur ongeveer hetzelfde. Zo
is de gemiddelde restauratieachterstand bij kerken met een waardevol interieur 150.4 en
bij kerken die geen belangwekkend interieur hebben 115.97 .
Bij de omgevingsfactoren is dit beeld eerder omgekeerd. Bij de kerken waar de
omgevingsfactoren als beperkend worden ervaren, is de restauratieachterstand gemiddeld
1 8.4 5 per kerk en als deze factoren niet als belemmerend worden gezien, is dit 14 .641
gemiddeld per kerk.
Het voorgaande lijkt er op te duiden dat de restauratieachterstand relatief groter is bij kerken
met een kerkhof en een belangwekkend interieur. Dit (b)lijkt ook logisch. Eerder werd al
geconstateerd dat de restauratie-achterstand groter is naarmate de cultuurhistorische waarde
hoger is. De aanwezigheid van een waardevol interieur is daar een onderdeel van. Echter, ook
de aanwezigheid van een kerkhof lijkt de achterstand te vergroten. Bevestigd wordt wel dat
5
de aanwezigheid van een waardevol interieur en een kerkhof als een belemmerende en (dus
ook) kostenverhogende factor moeten worden gezien.
Om de vraag te kunnen beantwoorden wat we met de vrijkomende kerken zouden kunnen,
is het ook van belang om te zien hoe de indicatoren van het gebruikspotentieel zich
manifesteren naar de monumentale waarde van de kerk. Immers, als de monumentale
waarden vooral hoog zouden zijn bij die kerken waar de indicatoren positief bijdragen aan
het gebruikspotentieel dus negatief zou scoren op waardevol interieur en/of aanwezigheid
kerkhof - dan zou beleidsmatig kunnen worden overwogen om juist daar wel of geen
subsidiemiddelen in te steken.
In het navolgende zijn dan ook zowel de architectonische waarde en de waarde van het
interieur afgezet tegen de indicatoren van het gebruikspotentieel. Dit voor zowel de
onderzoeksgroep van 55 kerken waarvan de monumentale waarde is bepaald, als voor de
onderzoeksgroep van 18 kerken die Doarpswurk heeft onderzocht op het gebruikspotentieel.
Van deze laatste groep is naar 180 kerken gekeken, aangezien van die 18 kerken niet
voorkwamen in de beoordeelde groep van 55 kerken.
In het algemeen kan worden gesteld dat van de kerken die een hoge architectonische waarde
hebben, 8 % een kerkhof heeft (aangrenzend en rondom), 75% een waardevol interieur
heeft en 6 % (belemmerende) omgevingsfactoren kent. Binnen de onderzoeksgroep van de
180 kerken voor het gebruikspotentieel zijn deze percentages respectievelijk 9 %, 74% en
64%. Met andere woorden: voor de mogelijk vrijkomende kerken geldt nog meer dat de
monumentale waarde gelijk opgaat met de aanwezigheid van een kerkhof en/of een
waardevol interieur.
Van de kerken die een kerkhof (aangrenzend en rondom) hebben, is 61% van hoge
architectonische waarde, 8% `gemiddeld' en 1% van `lage' architectonische waarde. Bij de
groep gebruikspotentieel van 180 kerken, zijn deze percentages exact hetzelfde. Van de
kerken die een waardevol interieur hebben, is 55% van hoge architectonische waarde, 6%
`gemiddeld' en 8% van `lage' architectonische waarde. Bij de groep gebruikspotentieel van 180
kerken, zijn deze percentages respectievelijk 59%, 5% en 6%. Van de kerken waar de
omgevingsfactoren belemmerend worden ervaren, is 5 % van hoge architectonische waarde,
41% `gemiddeld' en 6% van `lage' architectonische waarde. Bij de groep gebruikspotentieel
van 180 kerken zijn deze percentages respectievelijk 56%, 9% en 5%.
Het voorgaande rechtvaardigt de stelling, dat de aanwezigheid van een kerkhof en een
waardevol interieur bijdragen aan een hoge architectonische waarde. Hiermee wordt opnieuw
bevestigd dat hoe hoger de architectonische waarde is, des te meer het gebruikspotentieel
wordt belemmerd.
Als naar de waarde van het interieur wordt gekeken, ontstaat eenzelfde wellicht nog iets
geprononceerder - beeld. In het algemeen is het zo dat van de kerken die een hoogwaardig
interieur hebben, 69% een kerkhof heeft (aangrenzend en rondom), 7 % een waardevol
interieur heeft volgens de kerkeigenaar en 59% (belemmerende) omgevingsfactoren kent.
Binnen de onderzoeksgroep van de 180 kerken voor het gebruikspotentieel zijn deze
percentages respectievelijk 80%, 70% en 6 %. Van de kerken die een kerkhof (aangrenzend
en rondom) hebben, is het interieur in 8% van de gevallen van hoge waarde, in 41%
`gemiddeld' en in 1% van `lage' waarde. Bij de groep gebruikspotentieel van 180 kerken,
zijn deze percentages respectievelijk 4%, 45% en 1%. Van de kerken die volgens de
eigenaren een belangwekkend interieur hebben, is volgens de `experts' het interieur in 41%
van de gevallen ook van hoge waarde, in 40% `gemiddeld' en 19% van `lage' waarde. Bij de
groep gebruikspotentieel van 180 kerken, zijn deze percentages respectievelijk 6%, 44% en
0%. De eigenaren lijken het interieur van hun kerk dus belangwekkender te vinden of
hechten er meer `belevingswaarde' aan dan de `experts' op grond van monumentale waarden
van het interieur aanwezig achten. Van de kerken waar de omgevingsfactoren belemmerend
54
worden ervaren, is in 8% van de gevallen het interieur van hoge waarde, in 40% `gemiddeld'
en % van `lage' waarde. Bij de groep gebruikspotentieel van 180 kerken, zijn deze
percentages respectievelijk 5%, 44% en 1%.
Ook met deze cijfers blijkt eens te meer: hoe hoger de monumentale waarde van het interieur,
hoe groter de belemmering voor hergebruik.
Bijna de helft van alle Friese kerken heeft een kerkhof rondom, waarvan meer dan 90% nog
in gebruik is als begraafplaats. In meer dan de helft van de Friese kerken wordt het interieur
als belangwekkend en van cultuurhistorische waarde gezien. Van de eigenaren vindt 60% dat
het interieur beperkingen oplegt aan het nevengebruik en 46% dat ook voor
omgevingsfactoren vindt gelden. Dit terwijl 1% de kerk `slecht' of `matig' geschikt vindt voor
nevengebruik en 6% de kans `groot' of `redelijk' inschat dat er over 5 jaar nevenactiviteiten
in het kerkgebouw zullen plaatsvinden. Meer dan de helft van het aantal kerkgebouwen
(5 %) wordt momenteel al gebruikt voor niet-kerkelijke nevenactiviteiten. De aanwezigheid
van aan- of ingebouwde nevenruimten, keuken- en inpandige toiletvoorzieningen verhoogt
juist de huidige (neven)gebruiksmogelijkheden en daardoor ook het gebruikspotentieel voor
eventuele nieuwe functies. Deze voorzieningen zijn aanwezig in grofweg tweederde van alle
kerken waarin kerkdiensten plaatsvinden.
Blijkbaar is er meer bestuurspotentieel aanwezig als er waarden of bijzondere
omstandigheden en/of belemmerende factoren in het geding zijn.
Anderzijds zal van alle kerken die een kerkhof rondom hebben, 1 % binnen 5 jaar zijn
inkomsten zien opdrogen en 8% binnen 10 jaar. Van alle kerken die een belangwekkend
interieur hebben, zal 17% binnen 5 jaar zijn inkomsten zien opdrogen en 45% binnen 10 jaar.
Gekoppeld aan tabel 6 (paragraaf 5. . ) gaat het alsdan om 5 kerken die de kans als `zeer
klein' tot `matig' inschatten dat hun kerkgebouw over 10 jaar nog in gebruik is voor de
eredienst n aangeven dat hun inkomsten voor niet meer dan 5 jaar toereikend zijn voor de
instandhouding van het gebouw. Als de termijn verlengd wordt tot 10 jaar, gaat het in totaal
om 6 kerkgebouwen.
In het algemeen kan worden gesteld dat 78% van de restauratieachterstand voorkomt bij
kerken die als zodanig nog een kerkelijke functie vervullen. Die restauratieachterstand bij
kerken in functie van bijna 1 miljoen, komt voor bij kerken waarvan 5 % een kerkhof
rondom heeft, waarvan 6 % een waardevol interieur heeft en waarvan 48% beperkende
omgevingsfactoren kent. Van de 150 kerken met een restauratieachterstand die nog een
kerkelijke functie hebben, is de restauratieachterstand relatief veel hoger bij kerken die een
kerkhof hebben (aangrenzend en rondom); die achterstand is gemiddeld 159.878 per kerk,
terwijl de restauratieachterstand bij kerken die geen kerkhof hebben gemiddeld 119.877
per kerk is. Dit beeld is bij kerken met een belangwekkend of waardevol interieur ongeveer
hetzelfde. Zo is de gemiddelde restauratieachterstand bij kerken met een waardevol interieur
150.4 en bij kerken die geen belangwekkend interieur hebben 115.97 . Dat de
restauratieachterstand relatief groter is bij kerken met een kerkhof en een belangwekkend
interieur, (b)lijkt logisch. Eerder werd al geconstateerd dat de restauratieachterstand groter
55
werd naarmate de cultuurhistorische waarde hoger was. De aanwezigheid van een waardevol
interieur is daar een onderdeel van. Echter, ook de aanwezigheid van een kerkhof lijkt de
achterstand te vergoten. Bevestigd wordt wel dat de aanwezigheid van een waardevol
interieur en een kerkhof als een belemmerende en (dus ook) kostenverhogende factor moeten
worden gezien.
Er kan worden gesteld dat van de groep van 180 kerken voor het gebruikspotentieel die een
hoge architectonische waarde hebben, 9 % een kerkhof heeft (aangrenzend en rondom),
74% een waardevol interieur heeft en 64% (belemmerende) omgevingsfactoren kent. Van de
kerken die een interieur met hoge waarde hebben, heeft 80% een kerkhof (aangrenzend en
rondom), 70% een waardevol interieur volgens de kerkeigenaar en 6 % (belemmerende)
omgevingsfactoren. Van de kerken die een kerkhof (aangrenzend en rondom) hebben, is het
interieur in 8% van de gevallen van hoge waarde, in 41% `gemiddeld' en in 1% van `lage'
waarde. Van de kerken die volgens de eigenaren een belangwekkend interieur hebben, is
volgens de `experts' het interieur in 41% van de gevallen ook van hoge waarde, in 40%
`gemiddeld' en 19% van `lage' waarde. Bij de groep gebruikspotentieel van 180 kerken, zijn
deze percentages respectievelijk 6%, 44% en 0%. De eigenaren lijken het interieur van hun
kerk dus belangwekkender te vinden of hechten er meer `belevingswaarde' aan dan de
`experts' aan het gebouw toekennen op grond van monumentale waarden van het interieur.
Bij het zoeken naar antwoorden op de vraag naar het gebruikspotentieel (wat kunnen we
met de vrijkomende kerkgebouwen?) blijken de aanwezigheid van een kerkhof en een
waardevol interieur als belemmerende factoren te worden gezien. Van de kerken die mogelijk
vrijkomen, heeft bijna de helft een kerkhof rondom (waarvan meer dan 90% nog in gebruik
is als begraafplaats) en meer dan de helft een interieur dat als belangwekkend en van
cultuurhistorische waarde wordt gezien. Er zijn maar enkele gevallen waar de
(her)gebruikspotentie hoog is en de (continu teit van) bestuurlijk-organisatorische potentie
ook. Bij de mogelijk vrijkomende kerken ligt de restauratieachterstand relatief gezien hoger,
mede door de aanwezigheid van een waardevol interieur en zelfs door de aanwezigheid van
De Sint Martinus en Bonifatiuskerk van Dokkum
56
De problematiek van de vrijkomende kerkgebouwen waarvoor niet makkelijk een
nieuwe bestemming te vinden is, speelt zich in het hele land af. In de praktijk blijkt
dat er in de grote steden relatief makkelijk oplossingen gevonden worden.
Woningcorporaties, bedrijven en instellingen zien allerlei mogelijkheden om te
investeren in verbouwingen voor wonen en werken. De Task Force Toekomst
Kerkgebouwen heeft hier een indrukwekkend aantal voorbeelden van verzameld in
de brochure `Kerkgebouwen met toekomst' (december 007). Soms is actie van
verontruste burgers nodig om te voorkomen dat een kerkbestuur al te snel voor
sloop kiest, en kan nagedacht worden over een alternatieve bestemming.
In Frysl n speelt het probleem van de vrijkomende kerkgebouwen vooral op het
platteland, waar de bevolking krimpt en bovendien de ontkerkelijking het draagvlak
voor de instandhouding doet verdampen. Kijken we naar de grote steden, dan
springen vooral Leeuwarden, Drachten, Heerenveen en Sneek in het oog. In alle vier
plaatsen is te zien dat veel gebouwen die vrijkwamen, door andere
kerkgenootschappen of geloofsgemeenschappen zijn overgenomen. Sloop komt
bijna niet voor; in Leeuwarden is eigenlijk alleen de Goede Herderkerk een
voorbeeld van een kerk die afgebroken is.
In Drachten zijn op dit moment alle 19 kerkgebouwen nog in gebruik. Heerenveen
telt 14 kerkgebouwen, waarvan er buiten gebruik zijn (Nieuweschoot en
Nijehaske). Van de 1 kerkgebouwen in Sneek zijn er 4 buiten gebruik: Noorderkerk,
Ichthuskerk, Vredekerk en Zuiderkerk. In Leeuwarden zijn 4 kerkgebouwen. Twaalf
daarvan hebben geen kerkelijke bestemming meer: Johannes de Doperkerk;
Catharijnekerk van Hoek; Synagoge; Westerkerk; Doopsgezinde kerk
(Zwitserwaltje); Christelijk-gereformeerde kerk (Wybrand de Geeststraat); Gebouw
Irene (Noorderweg); Noorderkerk (Grote Kerkstraat); Schranskerk; Baptistenkerk
(Trompstraat); Regenboogkerk (Hooidollen); Leger des Heils (Tuinen). Nog eens 7
kerkgebouwen in Leeuwarden en Leeuwarden-Huizum dreigen hun kerkelijke
functie binnen afzienbare tijd te verliezen, waaronder de monumentale
gereformeerde Koepelkerk en mogelijk ook de al even monumentale
gereformeerde Pelikaankerk. De beide laatste gebouwen zijn cultuurhistorisch
(architectonisch en stedebouwkundig) zo waardevol, dat behoud geboden lijkt. De
toekomstige bestemming van de dorpskerk in Leeuwarden-Huizum (wel of niet met
aanpassing van het monumentale interieur) is onzeker.
57
Interieur van de Van Harenskerk in Sint Annaparochie
58
een kerkhof.
Nergens in Nederland zijn zo veel waardevolle kerkinterieurs bewaard gebleven als
in Friesland. Na de Reformatie in 1580 verdwenen welhaast alle middeleeuwse
elementen die hoorden bij de rooms-katholieke mis van v r die tijd: altaren,
heiligenbeelden, muurschilderingen, doksalen, enzovoorts. In plaats daarvan kwam
een interieur dat gericht was op de protestantse eredienst: een preekstoel als
middelpunt (vanwege de nadruk op de verkondiging van het Woord), een orgel (ter
ondersteuning van het zingen `tot eer van God'), een doophek, vrouwenbanken
aan de zuidzijde, mannenbanken aan de noordzijde en voor de adel de zogenaamde
`herenbanken'. De voornaamheid van al deze eikenhouten kerkmeubelen werd
gecombineerd met kleurrijke gebrandschilderde wapenglazen en rouwborden met
veel verguldsel en heraldiek. Kroonluchters en ander glimmend koperwerk zorgden
voor een verdere verlevendiging. Met name de rijk gebeeldhouwde preekstoelen
maken Friesland bijzonder, zoals die van Bolsward, Koudum, Sexbierum en Sint
Annaparochie.
In de laatste decennia is het kerkinterieur steeds meer onder vuur komen te liggen.
Hierbij zijn twee ontwikkelingen aan te wijzen. Enerzijds worden aanpassingen
gewenst ten behoeve van liturgische vernieuwingen in de eredienst. Dat betekent
dat er meer ruimte moet komen voor de predikant - bijvoorbeeld om voorafgaand
aan de preek v r in de kerk even met de kinderen te praten - en het koor of de
muziekgroep. In dat soort gevallen staat het doophek al snel in de weg.
Anderzijds zijn aanpassingen nodig om de kerk meer multifunctioneel te kunnen
gebruiken: voor concerten, rommelmarkten, exposities en musicals is het handig als
de vaste banken plaatsmaken voor meer comfortabele, verplaatsbare losse stoelen.
Aanpassingen van monumentale kerkinterieurs zijn vergunningplichtig vanwege de
Monumentenwet. De laatste jaren doen steeds meer kerkelijke gemeenten een
beroep op artikel 18 van deze wet. Daarin staat vermeld dat aanpassingen alleen zijn
toegestaan `voor zover het een beslissing betreft waarbij wezenlijke belangen van
het belijden van de godsdienst of de levensovertuiging in dat monument in het
geding zijn'. Vrij vertaald komt dit erop neer dat de vergunning niet geweigerd kan
worden als de kerkelijke gemeente kan aantonen dat de aanpassingen noodzakelijk
zijn voor de eredienst.
In de Monumentenwet staat dat een en ander geregeld moet worden in overleg
en dat er goedkeuring voor nodig is. In de praktijk treden kerkelijke gemeenten
soms eigengereid op. In Garyp werd in 007 bijvoorbeeld het gave, statige en
karakteristieke interieur uit 178 verwijderd zonder toestemming van burgerlijke en
kerkelijke instanties. De karakteristieke inrichting van de Doopsgezinde Kerk in
Drachten ging recent teloor. Plannen om oude interieurs grondig aan te pakken,
worden uitgevoerd of zijn in voorbereiding voor de kerken van Franeker
(Martinikerk), Gytsjerk, Hallum, Huins, Leeuwarden-Huizum, Vrouwenparochie,
Raerd, Wolvega, Wommels en Workum.
De door eerdere wijzigingen ontluisterde interieurs van de kerken van Tzummarum
en Woudsend kregen onlangs een nieuwe inrichting, die totaal afwijkt van wat in
Friesland traditioneel is. Als argument wordt vaak genoemd, dat een nieuw interieur
zou kunnen zorgen voor een nieuw elan, een opleving in de kerkgang. In de praktijk
valt dat tegen, zeker op de langere termijn. In de Rooms-Katholieke Kerk, waar de
interieurvernieuwingsgeest in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw
rondwaarde, hebben velen inmiddels spijt en wordt er soms veel geld uitgegeven
om kerken terug te brengen in de monumentale staat van weleer.
Deze opmerkingen zijn niet bedoeld als een pleidooi om alles bij het oude te
houden. `Veranderingen moeten ook nu plaats kunnen vinden, maar vanuit een
59
historisch besef, met respect voor het waardevolle uit het verleden, met smaak en
behoud van wat religieus en historisch gezien waardevol is. Kerkgebouwen en hun
interieurs zijn velen dierbaar, juist vanwege hun gewijde en historische karakter. Als
we ze dat karakter ontnemen en deformeren tot karakterloze multifunctionele
centra, dan zal de gemeenschap niet meer de behoefte hebben kerken te gebruiken
en zich er voor in te zetten', aldus Sytse ten Hoeve (Leeuwarder Courant, 3 juni
2008).
Een ander verhaal is het wanneer een kerkgebouw zijn oorspronkelijke functie
verliest en wordt losgelaten door de geloofsgemeenschap die er vaak eeuwen
gebruik van heeft gemaakt. Dan moet er gezocht worden naar nieuwe
bestemmingen. In dat geval kan een waardevol monumentaal interieur maar al te
makkelijk een `sta in de weg' zijn. In de voormalige gereformeerde kerk van
Wierum, nu Museumkerk Eben Ha zer (particulier bezit), hebben de banken
plaatsgemaakt voor comfortabele stoelen. In de voormalige hervormde Groate Kerk
van Sint Jacobiparochie, nu eigendom van de Stichting Alde Fryske Tsjerken en
ge xploiteerd als cultureel centrum, zijn niet alleen de banken maar ook de
preekstoel verwijderd (nu te zien in het kerkje op Schokland). In de voormalige
hervormde kerk van Raard (Dongeradeel), eveneens eigendom van SAFT, is het
gehele interieur wit geschilderd, inclusief preekstoel, ten behoeve van het Oerka
Museum van Irene Verbeek dat erin gevestigd is. In het register van de Rijksdienst
voor Cultureel Erfgoed (monumentenzorg) is voor een flink aantal van de 46
monumentale kerken in Friesland vermeld of er een waardevol interieur aanwezig
is. Beleidsmatig is echter in eerste instantie niet het Rijk verantwoordelijk voor
handhaving, maar het gemeentebestuur. Die moet de afweging maken of het
gebruiksbelang van de eigenaar zwaarder weegt dan het belang van het monument
op zich.
Minister Plasterk van Onderwijs Cultuur en Wetenschap is voorstander van een
versoepeling van het nu nog restrictieve beleid, om alternatief (mede)gebruik
gemakkelijker mogelijk te maken. Binnen de monumentenwereld woedt nu een
discussie of het niet beter is om een groep monumenten aan te wijzen die het
verdient om ze zo veel mogelijk in hun oude staat te behouden, en om het beleid
voor de rest te versoepelen (zie het artikel `Heilige huisjes' van Wilma van Hoeflaken
in het tijdschrift Oog, nummer 17, 009).
60
8
Het onderzoek waarvan dit rapport het verslag bevat, was er hoofdzakelijk op gericht om
antwoord te krijgen op twee hoofdvragen:
Hoe staan de kerken er in Frysl n (bouwkundig) bij, en wat zijn daarbij de eventuele
restauratie-achterstanden?
Hoeveel kerken komen er de komende jaren vrij, en wat is daar de (her)gebruikspotentie van?
In het voorgaande zijn al een aantal deelconclusies getrokken. Deze zullen per hoofdvraag
worden gebundeld en in samenhang worden samengevat.
Dit houdt in dat deze kerken met groot onderhoud in goede staat te houden of te brengen
zijn en dat veelal herstel of een (deel)restauratie nodig is. De algehele kwalificatie `redelijk'
wil niet zeggen dat er niets nodig is om de kerken in die redelijke staat te houden of in betere
staat te brengen. Over de gehele linie genomen staan de rijksmonumenten er bouwkundig iets
beter voor dan de niet-rijksmonumenten. In het algemeen is het met de bouwkundige conditie
iets minder gesteld bij de doopsgezinde, de rooms-katholieke kerken en vooral bij de (PKN)
gereformeerde kerken; meer dan 60% van de gereformeerde kerken scoort `matig' of nog
slechter.
De instandhoudingbehoefte van de onderzochte 14 kerken is 5, miljoen in de komende
6 jaar. Dit betekent 55,4 miljoen voor alle kerken in Frysl n waarin nog `gekerkt' wordt. De
instandhoudingbehoefte ligt bij de rijksmonumenten hoger, met een belangrijk deel (18%) in
de duurdere restauraties (> 00.000). Om de niet-rijksmonumenten in stand te houden zijn
kleinere bedragen nodig (60% 6,6 miljoen in de komende 6 jaar. Dit kan beschouwd worden als de totale restauratie-
achterstand voor alle kerken waarin nog (gedeeltelijk) `gekerkt' wordt. De
restauratie-achterstand is het grootst bij de rijksmonumenten, zowel in absolute zin (1,6 keer
groter) als ook relatief (8% meer) ten opzichte van de niet-rijksmonumenten. De restauratie-
achterstand is vooral te vinden bij de kleinere kerken (84% van de achterstand in de
onderhoudscategorie 6.000 per jaar), waarbinnen de achterstand bij de rijksmonumenten
weer groter is (1,5 keer groter) dan bij de niet-rijksmonumenten. De achterstand is bij
gereformeerde en rooms-katholieke kerken hoger dan gemiddeld, en bij de doopsgezinde en
`overige' kerken relatief gezien het kleinst. Ook hier is de relatie met de grootte van de kerk
evident. De restauratie-achterstand zit voor 60% specifiek in het exterieur van de kerken en
derhalve in het (constructief) bouwkundig herstel.
61
Er is hierbij een verschil tussen rijksmonumenten ( % van de achterstand in kerken met meer
dan 00 leden) en niet-rijksmonumenten (57% van de achterstand in kerken met meer dan 00
leden).
Het gaat hier om 5 kerken die een gezamenlijke achterstand van ruim , miljoen hebben,
waarvan driekwart rijksmonument is.
Eenvijfde deel van de achterstand komt voor bij kerken waarvan men de kans dat daar over
10 jaar nog erediensten worden gehouden, negatief inschat. Hierbij is er weinig verschil tussen
rijksmonumenten en niet-rijksmonumenten.
Door de grote groep (54 kerken) die de enqu te op dit punt niet heeft ingevuld, zou dit
bedrag nog veel hoger kunnen uitpakken.
Bij de 55 van de 551 kerken waarvan de cultuurhistorische waarde is bepaald, is er sprake van
een `top' van 8 kerken ( %) die `hoog' gewaardeerd worden.
Van de 55 kerken zijn 114 (45%) `hoog' gewaardeerd op het onderdeel `architectonische
waarde'. Voor wat betreft het onderdeel `interieur' is dit lager; 87 kerken ( 4%). De
`ensemblewaarde' oftewel de waarde van de kerk in zijn ruimtelijke context, wordt
`gemiddeld' gewaardeerd in een grote groep van 178 kerken (70%). Kortom, de kerk wordt
vooral gewaardeerd vanwege de architectuur, maar ook als belangwekkend gebouw in zijn
omgeving.
Van de 55 kerkgebouwen scoren de (PKN) hervormde kerken (59) en rooms-katholieke kerken
(10) met respectievelijk 4% en 46% `hoog' op de totale cultuurhistorische waarde. De (PKN)
gereformeerde en doopsgezinde kerken scoren `laag' met respectievelijk 74% en 76%.
Blijkbaar worden de `oude' kerken hoger gewaardeerd, dan de `nieuwere' kerkgebouwen.
De gemiddelde restauratie-achterstand per kerk is het grootst bij de `hoog' gewaardeerde
kerken ( 1% meer dan het gemiddelde). Meer dan de helft van de restauratie-achterstand in
miljoenen euro's is te vinden bij de `gemiddeld' gewaardeerde kerken. Bij de 150
gewaardeerde en bouwkundig onderzochte kerken, bestaat eenderde van de restauratie-
achterstand ( 6,5 miljoen) uit een dertiental grotere restauraties. Meer dan de helft van dit
bedrag ( ,5 miljoen) is nodig voor 6 `hoog' gewaardeerde kerken. Een groep van 5
`gemiddeld' gewaardeerde kerken heeft 5,6 miljoen restauratie-achterstand. De restauratie-
achterstand bij de `laag' gewaardeerde kerkgebouwen is relatief laag; geen grote restauraties,
maar 0 kleine restauraties. Er is een probleemgroep van kerken die een grote restauratie
(gemiddeld 461.000 per kerk) nodig hebben. Daar zit maar n niet-rijksmonument bij.
6
74 eigenaren schatten de kans als `zeer klein' tot `matig' in dat hun gebouw over 10 jaar nog
in gebruik is voor de eredienst. Nog eens 4 eigenaren weten het niet. Daarmee kan de
`risicogroep' vastgesteld worden op tenminste 74 tot 117 kerkgebouwen. Opmerkelijk zijn de
verschillen per denominatie. Kijkend naar de `negatief' ingeschatte kans (matig, klein en zeer
klein), ligt die bij de (PKN) gereformeerde kerken ( %) en (PKN) hervormde kerken (17%) het
hoogst. De rooms-katholieke kerken zijn het meest positief over de kans dat hun kerken over
10 jaar nog erediensten hebben (80%), de gereformeerde kerken het minst positief (66%).
In totaal 5 eigenaren schatten de kans als `zeer klein' tot `matig' in dat hun kerkgebouw over
10 jaar nog in gebruik is voor de eredienst en geven tegelijkertijd aan dat hun inkomsten voor
niet meer dan 5 jaar toereikend zijn voor de instandhouding van het gebouw. Als de termijn
verlengd wordt tot 10 jaar, gaat het om 6 kerkgebouwen.
Voor in totaal 16,7% van de gebouwen met een hoge architectonische waarde is de kans `zeer
klein' tot `matig' dat ze over 10 jaar nog in gebruik zijn. Van de kerkgebouwen met hoge
architectonische waarde, is de helft in eigendom van kerkelijke gemeenten met minder dan
00 leden.
De kans dat deze dorpen een herbestemming vinden en organiseren voor het eventueel
vrijkomende kerkgebouw, is volgens Doarpswurk klein.
6
Bij deze 16 kerken die mogelijk als dorpshuis of multifunctioneel centrum zouden kunnen
worden herbestemd, is er:
- sprake van geringe bestuurskracht en een klein bestuurlijk-organisatorisch potentieel;
- volgens 8% van de kerkelijke gemeenten zelf geen sprake van dat de kerk binnen 10 jaar
vrijkomt voor herbestemming;
- sprake van kleine kerkjes met een grote cultuurhistorische waarde;
- sprake van relatief grote restauratie-achterstand.
Bijna de helft van alle Friese kerken heeft een kerkhof rondom, waarvan meer dan 90% nog
in gebruik is als begraafplaats. In meer dan de helft van de Friese kerken wordt het interieur
als belangwekkend en van cultuurhistorische waarde gezien. Van de eigenaren vindt 60% dat
het interieur beperkingen oplegt aan het nevengebruik en 46% vindt dat ook
omgevingsfactoren beperkend zijn. Dit terwijl 1% de kerk `slecht' of `matig' geschikt vindt
voor nevengebruik en 6% de kans `groot' of `redelijk' inschat dat er over 5 jaar
nevenactiviteiten in het kerkgebouw zullen plaatsvinden. Meer dan de helft van het aantal
kerkgebouwen (5 %) wordt momenteel al gebruikt voor niet-kerkelijke nevenactiviteiten.
De aanwezigheid van aan- of ingebouwde nevenruimten, keuken- en inpandige
toiletvoorzieningen verhoogt juist de huidige (neven)gebruiksmogelijkheden en daardoor
ook het gebruikspotentieel voor eventuele nieuwe functies. Deze voorzieningen zijn grofweg
in tweederde van alle kerken waarin kerkdiensten plaatsvinden, aanwezig.
Blijkbaar is er meer bestuurspotentieel aanwezig als er waarden of bijzondere
omstandigheden en/of belemmerende factoren in het geding zijn.
Anderzijds zal van alle kerken die een kerkhof rondom hebben, 1 % binnen 5 jaar zijn inkom-
sten zien opdrogen en 8% binnen 10 jaar. Van alle kerken die een belangwekkend interieur
hebben, zal 17% binnen 5 jaar zijn inkomsten zien opdrogen en 45% binnen 10 jaar.
In het algemeen kan worden gesteld dat 78% van de restauratieachterstand voorkomt bij
kerken die als zodanig nog een kerkelijke functie vervullen. Die restauratieachterstand bij
kerken in functie van bijna 1 miljoen, komt voor bij kerken waarvan 5 % een kerkhof
rondom heeft, waarvan 6 % een waardevol interieur heeft en waarvan 48% beperkende
omgevingsfactoren kent. Van de 150 kerken met een restauratieachterstand die nog een
kerkelijke functie hebben, is de restauratieachterstand relatief veel hoger bij kerken die een
kerkhof hebben (aangrenzend of rondom); die achterstand is gemiddeld 159.878 per kerk,
terwijl de restauratieachterstand bij kerken die geen kerkhof hebben gemiddeld 119.877
per kerk is. Dit beeld is bij kerken met een belangwekkend of waardevol interieur ongeveer
hetzelfde. Zo is de gemiddelde restauratieachterstand bij kerken met een waardevol interieur
150.4 en bij kerken die geen belangwekkend interieur hebben 115.97 . Dat de
64
restauratieachterstand relatief groter is bij kerken met een kerkhof en een belangwekkend
interieur, (b)lijkt logisch. Eerder werd al geconstateerd dat de restauratieachterstand groter
is naarmate de cultuurhistorische waarde hoger is. De aanwezigheid van een waardevol
interieur is daar een onderdeel van. Echter, ook de aanwezigheid van een kerkhof lijkt de
achterstand te vergoten. Bevestigd wordt wel dat de aanwezigheid van een waardevol
interieur en een kerkhof als een belemmerende en (dus ook) kostenverhogende factor moeten
worden gezien.
Gesteld kan worden dat van de groep van 180 kerken voor het gebruikspotentieel die een
hoge architectonische waarde hebben, 9 % een kerkhof heeft (aangrenzend en rondom),
74% een waardevol interieur heeft en 64% (belemmerende) omgevingsfactoren kent. Van de
kerken die een interieur met hoge waarde hebben, heeft 80% een kerkhof (aangrenzend en
rondom), 70% een waardevol interieur volgens de kerkeigenaar en 6 % (belemmerende)
omgevingsfactoren. Van de kerken die een kerkhof (aangrenzend en rondom) hebben, is het
interieur in 8% van de gevallen van hoge waarde, in 41% `gemiddeld' en in 1% van `lage'
waarde. Van de kerken die volgens de eigenaren een belangwekkend interieur hebben, is
volgens de `experts' het interieur in 41% van de gevallen ook van hoge waarde, in 40%
`gemiddeld' en 19% van `lage' waarde. Bij de groep gebruikspotentieel van 180 kerken, zijn
deze percentages respectievelijk 6%, 44% en 0%. De eigenaren lijken het interieur van hun
kerk dus belangwekkender te vinden of hechten er meer `belevingswaarde' aan dan de
`experts' aan het gebouw toekennen op grond van monumentale waarden van het interieur.
De algehele bouwkundige conditie van de historische Friese kerk is `redelijk'. Met groot on-
derhoud zijn deze kerken in goede staat te houden of te brengen, waarbij veelal herstel of
een (deel)restauratie nodig is. Dit wil niet zeggen dat er niets nodig is om het in die re-
delijke staat te houden of in betere staat te brengen. Over de gehele linie genomen staan
de rijksmonumenten er bouwkundig iets beter voor dan de niet-rijksmonumenten. In het al-
gemeen is het met de bouwkundige conditie iets minder gesteld bij de doopsgezinde,
rooms-katholieke en (PKN) gereformeerde kerken.
De instandhoudingbehoefte van alle kerken in Frysl n waarin nog `gekerkt' wordt, is 55,4
miljoen in 6 jaar. De instandhoudingbehoefte ligt bij de rijksmonumenten hoger, met een
belangrijk deel (18%) in de duurdere restauraties van boven de 00.000). Om de niet-
rijksmonumenten in stand te houden zijn kleinere bedragen nodig (60%
65
Op enkele hoogstnoodzakelijke grotere restauraties na, gaat het in Frysl n om een restauratie-
achterstand bij 150 kerken voor een totaalbedrag van , 5 miljoen over een periode van 6
jaar die vooral (84%) te vinden is bij een grote groep van relatief kleine kerken. De restauratie-
achterstand zit voor een deel ( 8%) in een relatief kleine probleemgroep van grotere en
hooggewaardeerde kerken die een grote restauratie nodig hebben, en voor het grootste deel
(6 %) in een grote groep van 1 8 kleinere en gemiddeld gewaardeerde kerken die een
normale restauratie nodig hebben. Slechts eenvijfde deel van de restauratie-achterstand komt
voor bij kerken die binnen afzienbare termijn vrij zullen komen.
Van de kerkgebouwen die nu in gebruik zijn, zullen tussen de 74 en 117 kerken
hoogstwaarschijnlijk over 10 jaar niet meer in gebruik zijn voor kerkdiensten. Een kwart van
de kerkgemeenschappen die deze kerken nu nog gebruiken en instandhouden, heeft minder
dan honderd kerkleden. In 15% van de kerkgebouwen is de frequentie van kerkdiensten
slechts n keer per maand. Bijna de helft van de kerkgemeenschappen zegt het financieel
gezien met hun kerkgebouw niet langer dan 10 jaar vol te kunnen houden. Hoewel de helft
van de onderzochte kerkgebouwen structurele inkomsten uit rente en pacht heeft, zeggen 85
dat de inkomsten niet langer dan 5 jaar toereikend zijn voor de instandhouding van het
kerkgebouw. Van de kerken die binnen 10 jaar hun functie zullen verliezen, heeft een kwart
een lage architectonische waarde. Er is een probleemgroep van 5 kerken waarvan
aangegeven is dat de kans klein is in dat hun kerkgebouw over 10 jaar nog in gebruik is voor
de eredienst n dat de inkomsten voor niet meer dan 5 jaar toereikend zijn voor de
instandhouding van het gebouw. Als die termijn verlengd wordt tot 10 jaar, gaat het om 6
kerkgebouwen.
In het kader van het maatschappelijk draagvlak, leek het voor de hand te liggen dat als een
kerk vrijkomt deze kan worden herbestemd voor een andere openbare functie op sociaal-
cultureel vlak, zoals dorpshuis of multifunctioneel centrum. Van de (`risico')groep van
eigenaren die denken dat de kans klein is dat hun gebouw over 10 jaar nog in gebruik is voor
de eredienst, zou voor 16 kerken in Frysl n een herbestemming tot dorpshuis een optie zijn.
Gezien de andere `restricties' die er nog bij deze 16 kerken spelen (geringe bestuurskracht,
klein bestuurlijk-organisatorisch potentieel, grote cultuurhistorische waarde, relatief grote
restauratie-achterstand), kan wellicht in 8 kerken in Frysl n een dorpshuis gerealiseerd
worden. Hoewel er natuurlijk afstemming en samenwerking mogelijk is tussen kerk en
dorpshuis, lijkt het structureel herbestemmen van vrijkomende kerken tot dorpshuis geen
re le optie. Nevengebruik van kerkgebouwen vindt steeds meer plaats (cr ches, zalenverhuur),
maar het is niet waarschijnlijk dat hiermee een substantieel deel van de instandhoudingkosten
opgebracht zal kunnen worden. Voor kerken die te koop komen te staan, zullen in eerste
aanleg andere passende functies moeten worden gezocht.
In het licht van het gebruikspotentieel (wat kunnen we met de vrijkomende kerken?) blijken
de aanwezigheid van een kerkhof en een waardevol interieur belemmerende factoren te zijn.
Van de kerken die mogelijk vrijkomen, heeft bijna de helft een kerkhof rondom (waarvan
meer dan 90% nog in gebruik is als begraafplaats) en meer dan de helft een interieur dat als
belangwekkend en van cultuurhistorische waarde wordt gezien. Er zijn maar enkele gevallen
waar de (her)gebruikspotentie hoog is en de (continu teit van) bestuurlijk-organisatorische
potentie ook. Bij de mogelijk vrijkomende kerken ligt de restauratieachterstand relatief gezien
hoger, mede door de aanwezigheid van een waardevol interieur en zelfs door de
aanwezigheid van een kerkhof.
66
67
De hervormde kerk van Jirnsum
68
9 De hervormde kerk van Jirnsum wordt per 1 januari 010 buiten gebruik gesteld. Het uit 1878
daterende gebouw, dat voorzien is van een gaaf en zeer rijk negentiende-eeuws interieur en
een fraai Van Dam-orgel, wordt vermoedelijk verkocht. Plannen om er een andere
bestemming aan te geven, zijn er nog niet. `Wie het weet, mag het zeggen.'
De Hervormde Gemeente Jirnsum is formeel nog steeds een zelfstandige gemeente, die dus
ook een eigen kerkenraad heeft. Die bestaat op dit moment uit n persoon. In de praktijk
wordt al jaren samengewerkt met de zustergemeenten van H ns-Leons, Mantgum-Skillaerd,
Dearsum en Raerd-Poppenwier (in totaal 1 5 leden). De predikant, die gezamenlijk betaald
wordt en een aanstelling voor 50 procent heeft (en in Reduzum-Friens-Idaerd nog eens 50
procent), preekt bij toerbeurt in de verschillende dorpen.
Op papier telt de Hervormde Gemeente Jirnsum 5 leden. Bij de kerkdiensten, die 8 keer per
jaar worden gehouden (een keer per maand, als tweede dienst van de predikant om 11.00 uur,
behalve in de lange zomerperiode) komen er hooguit 1 kerkgangers, waarvan 4 of 5 uit
buurdorpen. Dat aantal is inclusief de predikant, de organist en diaken Sake Weiland, die
tevens als koster functioneert.
Weiland is al geruime tijd het enige kerkenraadslid in functie. In februari 008 heeft hij alle
leden uitgenodigd voor een gemeenteavond. `Bij die gelegenheid besloten de twaalf
aanwezigen een punt te zetten achter het zelfstandig voortbestaan en te fuseren. Niet met
het veel grotere buurdorp Grou, waar overigens de meeste gereformeerde Jirnsumers ter
kerke gaan, maar met Raerd-Poppenwier.'
De streekgemeente die daarmee ontstaat, neemt de hele boel in Jirnsum over, legt Weiland
uit. `Kerkgebouw, pastorie (een bungalow uit de jaren zeventig die verhuurd wordt), kapitaal
n landerijen.' Dit is behoudens goedkeuring van de kerkelijke instanties.
De Jirnsumer hervormden is verteld dat er na 1 januari 010 geen diensten meer in hun
gebouw gehouden zullen worden, en dat kerk en pastorie op termijn vermoedelijk verkocht
zullen worden. `Het is niet anders', berust Weiland. `Had ik niet in de kerkenraad gezeten,
dan was ik ook al niet meer gegaan. Na de fusie zien ze mij niet meer in de kerk; die tijd is
gewoon voorbij.'
Financieel zou de Hervormde Gemeente Jirnsum het best nog een tijdje kunnen redden, weet
Weiland. `Geld is in Jirnsum, dankzij de opbrengsten uit de bezittingen, het probleem niet.
Maar de realiteit is dat er amper mensen in de kerk komen. Voor die acht tot twaalf mensen
laat je niet een predikant komen.'
Vanwege het beperkte gebruik van het kerkgebouw vindt er al jaren ook maar heel minimaal
onderhoud plaats. `De laatste kerkrentmeester, de heer Nugteren, heeft er altijd voor gezorgd
dat het gebouw er keurig bijstaat. Maar hij is nu op hoge leeftijd en al geruime tijd uit de
kerkenraad. Inmiddels mag er aan het interieur hier en daar wel wat gebeuren. Maar voor wie
doe je het nog?'
De kerk als ziel van het dorp? Voor Jirnsum gaat dat volgens Weiland niet op. `Dat is gewoon
niet zo. Rond het voetbalveld is het 's zondags drukker. Ik roep al jaren dat er iets moet
gebeuren. Er is wel iemand geen kerklid overigens - die het gras rond de kerk maait. En
iedereen vindt ook dat de vlag in top moet als er feest is. En ik word ook wel gewaarschuwd
als de klok stilstaat. Maar verder onderneemt niemand actie.'
`Als de kerk gesloopt zou worden? Ja, d n krijg ik vermoedelijk iedereen over me heen. Maar
nu is er niemand die een idee heeft. Een jaar of vier geleden was er op meerdere locaties een
69
expositie waar alle creatievellingen uit het dorp hun werk konden laten zien. In onze kerk
waren toen bloemsierkunst werkstukken te zien. Later is daar nooit een vervolg op gekomen.'
Weiland heeft geen idee welke andere functie de kerk zou kunnen krijgen. `We hebben in
Jirnsum al een dorpshuis dat acht jaar geleden nog grondig is verbouwd. Verder zijn er twee
kroegen. En er is natuurlijk de rooms-katholieke kerk. Die zit in een relatief jong gebouw. De
kans dat zij in onze kerk zouden willen trekken, is volgens mij miniem. Ze hebben een kerkhof
achter de kerk, dus die zie ik niet verhuizen.'
Het derde kerkgebouw in Jirnsum, de voormalige doopsgezinde `Fermanje', heeft al wel een
nieuwe bestemming gekregen. `Die is alweer een tijdje geleden verkocht aan een particulier,
die een gedeelte bewoont en een ander gedeelte gebruikt voor exposities. N g een culturele
ruimte erbij is volgens mij niet realistisch. Dus nee, ik heb geen idee wat er met de kerk moet
gebeuren. Zeg het maar Ik roep het maar heel hard rond: uiteindelijk heb je natuurlijk maar
n spreekwoordelijke gek nodig die er een idee bij heeft.'
Een besluit over de toekomst van de Jirnsumer kerk wordt te zijner tijd door de kerkenraad
van de nieuw gevormde streekgemeente genomen. Daar zit vanaf 010 dus geen Jirnsumer
meer in. `Zo is het', beseft Weiland. `Ik ben alleen nog beschikbaar als contactpersoon. Als er
een nieuwe bestemming gevonden wordt, willen we dat hier natuurlijk wel graag horen.
Maar zeggenschap hebben we dan niet meer. De verantwoordelijkheid ligt elders.'
De hervormde kerk van Jirnsum is nog betrekkelijk jong. Hij werd in 1877-1878 op
de huidige plaats aan de voormalige Rijksstraatweg gebouwd omdat het hart van
Case-studyp2het eerst genoemdKerktEasterwierrumde(Littenseradiel)e vroegere kerk,
het dor zich inmiddeR.-K.plaats had richting de rivier de Boarn. D
ls ver
die voor wordt in stukken uit veertiende eeuw, stond aan de
HoertgteindvnegentiendeoomismvanHegweeegaanumensenennogZonenbeweging.parochielevoendvoorpnagoern
zomkdomtgevDaarbijHopelijkzicht.nk`WeaodieetaelgpeamoGemeente).Eamnsnvan.rDneebuougebouwiwaseergr te
k eejsouuinveigendomor suknaohHervormdeoalsiebveannaafpsltaeartwiiedreuemomearagkenzvchri a-
pot anderinmiddelsakraa n- de anldreeditennchi)
pulskerk. en.catie. inenssteerslechtade ,pvarechaninikdoe tveonhetouwd voor de oueenim-
bnderlaadarntojert r e
Ts trkeruo redew
e b n, tg l ka
( ne egr a a s s rdie
( v ri t s
steedser tetmeeseeeuw ai
iskekrenst e
e st. tdaan l rDe hoge kosten
t a toe.
de omde k ez
t Het arhersteldevormden i sn
t vroegere chmwaneinog
o i wbouvst ee
p e
te e lo maaktekrijgenwenie we najaareproberengeb '
Het orgel in de deVan Dam in de
orgelbouwer kerk was in1869
uit Leeuwarden gebruik van
Deendeurooms-kietsatholiekSintkrerkmenbouwererkWVoltervergvrantEasterwierrum,onminweeneninnieen
k rooms-kawtholiekaedeeve Wirokerkan gebouwdatero1926,nnaariseenrtontwerpeanrmonu-
o d pijp erk. N huizing v ishet an D in Riele.aHetmeeneasze ieu vke debe-
m rgel i 1878 naa d k,
mentwalsddeemFrieslanddbelangrijkeokoerkeisdor2000dgrondigeving.Deuimaarhiwelto sch
veelsterkveoor atoudereijden ormdeekzijvel(1905)en eomg gerestaureerd. tec
er het aan weersz et loz den oo . D ar w het instrum t
oogpunt r
wat duidelijkerbeel bhervlendv rh tin p
eaanwezig.
epa tarc
OppapieEasterwierrum,otorbersum,amaerokrhwaenro,otBpneandde,reSibr0andabuorren,opersoal,nBoa5
ledeninstandhoudingrvanhkerkelijkesgemeentenmoppenklesoelaas. Dedsituatie enoTnvooreder22-
zumeeneuawoertn BiledenmalstellendeBijaoor.eeerevdienspeawiere14 a ressenbiedt gev e
kom,vnWmozedel,twvntrikwchenwMraennngvuDed,Ded,nauwelijks in
fusie dekleine ie a rwier toten streekgemeenten
e een
isina r ee rond Jirnsum
d ijk retsr v D ld
helde
i n er l b itlitt nal
Jir zs. nt rmpj
i
inclusiefwordtngebruikt
De rteltvan paoc devkerkgebouwenruPvtrmderk knvanastuwreeenkggehuIudgdeetwraktink
er irhet'tien goert,eanEa teR. Jr
aula. akde kerkdiensten ,weeomkeer in de twee weken ordej,
sondet. r k
e P dieieen
i r isEadeensumeebroik eeneld,
s
in
DenParochiewordenWirogehouden,samenigerestaureerd.eInaHeteanbezoekers geteld.ergea-Jirnsumusen
Jir suemalaatsteooptijdbhetuigeval deZualleseensgeznman. mvnparocnringeblJad.demaarolffIiese15eeuit
Raerd
deminKnimaman nt`O euro d' rdemaar amper 10 Wytgaard,netWalsninasWkerk
miljoen wordenmetook parochiesDearsumbdrijftlde e Mantgum S
Deze arten
i e g z lijk et a to,is
Boukwordendegehoudens onderReduzum,eAegum,nIdaerdesrawmeernumrafknodmspiarischDaarbijmde
gendekerkgangers.vanousdvanuigrotevoanzivnngnvdeEaehaken veel eke e tgo. no.carmerian
wordt heH.voor anwerktmwas - en.Eop en amenlzjt, maaJahiuwe.ijksEkucharingers.
ook -i
nutver1, d Lekkum,hebb
ZinndBijlogeervorminghvan pastoriengoestreekgemeente rtpaterFriens komen
m al. H en Leons r a l kWrkga
e
ea Ookgaenetrdieuinddemoeilijker
b d t ec arieen edleidinge n g enig bs eni rwkerkgangers af.
10 tot w k-
ti i i a d`O
Zuid'wordt hethijtee s
,nerin , diensten sevitrie mg vnanoemeritue iikkerkelijkalevenlin e p stirevi n-
de
s m Wekwame ambtsdragers/bestuurders te vinden.
n jergea. vis
b
HveerHdentcontinuïteitonvganteedemparochie,eveerteellenedPeoredtenesnKerkznc(interimaucaoorzitter),
oi teeHettingaeenndnerrmwonen,inoEasterswierrum;tdeisa)aenKroameri hezdoerrgaennvtkpomenon).
etkergens tuuKevk rdEea(sneernieeguemehnteftanoe rhannest e om i N
Volkbesde rra ittrwrrrl m ) v gd tes an l dteomaken
m et
P etikeraenrana iuit
Alleen ngk(p T a ensten)teTzmvVnspers(osneJobart
irs e i r ecnees
r anderenbestuursleden erino uit
n. JarmTeeerlras(denit
F i cost tie s
dedorpenindeomgeving.
70
Jirnsum dus al geruime tijd `niet-kerkordelijk'.
Een kerkelijke gemeente die wil fuseren of het gebouw wil verkopen of overdragen
aan de Stichting Alde Fryske Tsjerken, heeft toestemming nodig van de kerkelijke
instanties. Binnen de Protestantse Kerk in Nederland is het Regionaal College voor
de Behandeling van Beheerszaken (RCCB) daarvoor het aangewezen orgaan.
71
De rooms-katholieke kerk van Easterwierrum
7
Het bestuur van de rooms-katholieke parochie van Easterwierrum maakt zich grote zorgen
over de toekomst. Het aantal parochianen dat naar de eucharistievieringen komt is de laatste
jaren sterk gedaald, evenals de inkomsten. De bodem van de spaarpot komt inmiddels in zicht.
`We gaan dit najaar proberen het parochieleven een impuls te geven. Hopelijk krijgen we de
mensen nog in beweging.'
De rooms-katholieke Sint Wirokerk is gebouwd in 19 6, naar een ontwerp van de bekende
rooms-katholieke kerkenbouwer Wolter ter Riele. Het is net zo min een monument als de iets
oudere hervormde kerk (1905) van Easterwierrum, maar wel in een veel sterkere mate
beeldbepalend voor het dorp en de omgeving. De uit architectonisch oogpunt voor Friesland
belangrijke kerk is in 000 grondig gerestaureerd.
Op papier telt de parochie van Easterwierrum een kleine 140 adressen en ongeveer 5 leden
in Easterwierrum, Dearsum, Raerd, Poppenwier, Sibrandabuorren, Tersoal, Boazum, Wiuwert,
Britswert, Mantgum, Jorwert, Baard en Easterlittens. In de praktijk komen er zo'n twintig
mensen naar de erediensten, die om de week gehouden worden, inclusief het tien leden
tellende koor.
De Parochie H. Wiro werkt samen met de parochies van Wytgaard, Wergea-Warten en Jirnsum
in het verband `Om de Zuid'. Er is een gezamenlijk betaalde lekenpastor, Susan Boukema-
Koopman uit Lekkum, en een gezamenlijk parochieblad. Eucharistievieringen worden
gehouden onder leiding van emeritus pater Jaring J. de Wolff o.carm uit Zandbergen, die
vanouds uit de omgeving van Easterwierrum afkomstig is. In de weekeinden dat er
eucharistievieringen zijn in de vier samenwerkende parochies `Om de Zuid', logeert hij in de
pastorie van Wergea.
Het kerkbestuur van Easterwierrum heeft goede redenen om zich zorgen te maken over de
continu teit van de parochie, vertellen Johannes Kramer (interim voorzitter), Piet Hettinga
(penningmeester), Tom Visser (secretaris) en Jan Terra (contactpersoon). Alleen Hettinga en
Terra wonen in Easterwierrum; de andere bestuursleden komen uit de dorpen in de omgeving.
`Het is moeilijk om met een paar mensen de parochie draaiende te houden. We gaan dit najaar
met de parochianen in gesprek om te kijken of we met elkaar toch niet een soort
basisgemeente in stand kunnen houden. Het parochieleven heeft een nieuwe impuls nodig.
Er is een harde kern die alles op alles wil zetten om de parochie in stand te houden, maar die
groep is nu te klein. Wij zijn zelf zo ongeveer de jongste bezoekers; van onder de vijftig zie
je niemand meer in de kerk.'
Toen Tom Visser (Wiuwert) zich negen jaar geleden bij de parochie aansloot, waren er nog
misdienaars tijdens de eucharistievieringen. Op een gegeven moment realiseerde hij zich dat
die allemaal verdwenen waren. `Mijn kinderen gingen nog naar de cr che en de
kindernevendiensten', herinnert ook Piet Hettinga zich nog goed. `Het is allemaal verdwenen,
net als het jongerenkoor en de catechese. Voorbereidingen voor het vormsel en de eerste
communie: het is allemaal voorbij.'
`Tijdens Palmpasen is de kerk redelijk goed bezet met jonge gezinnen en jongeren', weet Jan
Terra. `De rest van het jaar zie je ze niet.' Het gaat hem als Easterwierrumer `ik woon hier al
veertig jaar' echt aan het hart. `Dit is een dorp van alles samen. Er is een dorpshuis en een
school. De begraafplaats bij de middeleeuwse toren is ondergebracht in een brede stichting.
Maar in de parochie wordt het steeds moeilijker.'
Financieel kan de parochie het nog enkele jaren volhouden, vertelt penningmeester Piet
Hettinga. `In 008 moesten we opnieuw een beroep doen op de reserves. Die zijn niet zo groot
hoor. De caritas (de rooms-katholieke variant van de diaconie) heeft nog wel een spaarpotje,
maar zal dat geld, dat bestemd is `voor de armen', nooit allemaal in de kerk willen steken. Er
moet dus echt wat gebeuren.'
7
Over de gebouwen van de Rooms-Katholieke Kerk gaat de bisschop van Groningen, niet het
lokale parochiebestuur. `Het betekent dat de toekomst van het kerkgebouw uiteindelijk niet
bepaald wordt door het parochiebestuur, maar door de bisschop', legt waarnemend voorzitter
Johannes Kramer uit.
Landelijk is de lijn dat de gewijde kerkgebouwen alleen gesloopt mogen worden en niet
herbestemd voor wonen of werken. De vele rooms-katholieke kerken in het zuiden van het
land die inmiddels wel een nieuwe functie hebben gekregen, zoals de Dominicuskerk in
Maastricht waarin nu een boekhandel gevestigd is, laten zien dat dit beleid in voorgaande
jaren anders dan nu - niet altijd zo zwart-wit werd uitgevoerd. Maastricht is een voorbeeld
van een vroege herbestemming. Vandaag de dag houden de bisschoppen onverzettelijk vast
aan sloop van kerkgebouwen die niet meer in gebruik zijn.
Nevengebruik van de kerk is binnen de Rooms-Katholieke Kerk formeel ook niet toegestaan.
Het kerkgebouw wordt beschouwd als heilige, `gewijde grond'. In Easterwierrum vinden zo
nu en dan wel wat `rustige' culturele activiteiten in de kerk plaats, met optredens van een
korps en een koor. `En het Berne-iepenloftspul wijkt naar de kerk uit als het slecht weer is
tijdens de uitvoeringen', vertelt Terra.
Het kerkbestuur van Easterwierrum is op dit moment op zoek naar een nieuwe voorzitter.
Johannes Kramer neemt waar zo lang die nog niet gevonden is. De vorige voorzitter, Piet van
Putten, heeft na acht jaar afscheid genomen. Hij was ook waarnemend voorzitter van het
samenwerkingsverband `Om de Zuid'. In het nummer van juli 009 van het gezamenlijke
parochieblad `Fjouweresom' schrijft hij dat een fusie van de vier parochies `misschien
noodzakelijk is, maar niet erg'. `Een centraal bestuur ( ) kan dan allerlei taken ( ) overnemen
van vrijwilligers. Parochianen kunnen zich dan ( ) concentreren op het pastorale werk, op
goede gezamenlijke vieringen, en waar dat mogelijk is aansluiten bij wat er gebeurt in eigen
dorp of streek. De parochiegemeenschap kan dan, eventueel zonder bestuur en zelfs als het
moet zonder gebouw, blijven bestaan als hedendaagse geloofskern midden in de samenleving.
Dat geloof is er bij mij na acht jaar nog steeds.'
Het kerkbestuur dat er nu zit, wil daar nu geen uitspraken over doen. `We gaan er alles aan
doen om het parochieleven nog een impuls te geven. Hopelijk lukt het nog om het tij te keren',
vat Jan Terra samen. `In december weten we meer.'
Over de vraag wat er met het kerkgebouw moet gebeuren als alle inspanningen
vergeefs blijken, wil het parochiebestuur nu nog niet nadenken. `Als je nuchter
nadenkt, weet je dat het goedkoper is om te fuseren en een busje te laten rijden
naar Jirnsum', verzucht Tom Visser. `Maar daar kunnen we op dit moment (augustus
009) niet mee naar buiten treden, want dan hebben onze pogingen dit najaar bij
voorbaat geen zin meer.'
74
Het aanzicht van Easterwierrum wordt bepaald door de losse middeleeuwse
kerktoren op de oorspronkelijke terp (de `Tsjerkebuorren') en de neogotische rooms-
katholieke kerk. De hervormde kerk, die de nog (!) in 1905 gesloopte middeleeuwse
dorpskerk verving, valt nauwelijks op en heeft geen monumentale waarde. Het
gebouw wordt hooguit een keer per kwartaal gebruikt door de Protestantse
Streekgemeente De Slachsang, waaronder ook Wiuwert en Britswert vallen. De
diensten van de Slachsang trekken gemiddeld twintig bezoekers. Dankzij het
kerkelijk bezit is er nog geen noodzaak om een van de drie kerkgebouwen af te
stoten. `Wy hawwe it der wolris oer: hoe lang kin dit noch sa trochgean?', zegt
secretaris Jan Frits Nauta in de Leeuwarder Courant van 4 oktober 008. `Der sil in
tiid komme, dat it net mear slagget, mar safier is it noch net.'
75
De Van Harenskerk in Sint Annaparochie
76
De Protestantse Gemeente te Sint Annaparochie heeft er bij de fusie in 004 voor gekozen om
op langere termijn verder te gaan met n kerkgebouw, de (voormalige gereformeerde)
Gideonskerk (19 5). De kerkrentmeesters willen de veel oudere (voormalige hervormde) Van
Harenskerk (168 ) op korte termijn al onderbrengen in een stichting die los van de kerkelijke
gemeente staat. `Het grote probleem is: wat m et je met dat gebouw?'
Toen de Gereformeerde Kerk van Sint Annaparochie (1100 leden) in 004 fuseerde met de
Hervormde Gemeente ( 50 leden), telden ze samen nog 1450 zielen. Inmiddels is dat aantal
met honderd gezakt. Gezien deze getalsverhoudingen lag de keuze voor de Gideonskerk voor
de hand, mede ook vanwege het grotere bijgebouw (De Bining) bij de Gideonskerk. Het
minder grote bijgebouw van de Van Harenskerk (De Schakel) is inmiddels verkocht aan een
woningcorporatie en heeft een nieuwe bestemming gekregen.
De diensten in de Gideonskerk worden wekelijks bezocht door 150 tot 00 mensen. De
Protestantse Gemeente heeft anderhalve predikantsplaats en een kerkelijk werker in dienst
voor 60%. Dat geeft al aan dat de financi n niet de directe reden zijn om de Van Harenskerk
af te stoten. `Het is de verantwoordelijkheid voor twee gebouwen waar we vanaf willen', legt
kerkrentmeester Teake Brandsma uit.
De Van Harenskerk wordt nog maar een paar keer per jaar gebruikt, met name tijdens de
zomermaanden, de bid- en dankstond voor gewas en arbeid, de Kerstnachtdienst en voor
enkele zangdiensten op zondagavond. `We hebben bij de fusie afgesproken dat we beide
gebouwen tien jaar zouden aanhouden', zegt Brandsma. `Maar wat moet je met een gebouw
als er maar zo weinig in gebeurt?'
De discussie over de toekomst van de Van Harenskerk is in een stroomversnelling gekomen
toen een groepje gemeenteleden zich sterk wilde maken om het achttiende-eeuwse Radeker-
orgel in oude luister te herstellen. Het oorspronkelijke pijpwerk van dit orgel is ooit verkocht
toen er geen geld was voor een hoogstnoodzakelijke restauratie. Op dit moment ligt het
pijpwerk opgeslagen bij orgelbouwer Reil in Heerde. `Voor het herstel van het orgel is 50.000
euro nodig. Als kerkrentmeesters vinden we dat daar niet zo maar toe besloten kan worden,
zonder eerst over de toekomst van de Van Harenskerk te spreken. De kerkenraad wil daar in
de herfst van dit jaar een beslissing over nemen. Ik verwacht dat gekozen wordt voor
overdracht aan een dorpsstichting, f overdracht aan de Stichting Alde Fryske Tsjerken.'
Als de Van Harenskerk in een stichting wordt ondergebracht, willen de kerkrentmeesters
bedingen dat de kerk nog een keer of 15 per jaar kan worden teruggehuurd voor trouwerijen
en begrafenissen en voor een aantal kerkdiensten. Het gebouw moet dan ook in de huidige
staat blijven bestaan, en mag dus niet worden omgebouwd tot woning of bedrijfspand. De
belangrijkste reden om het gebouw af te stoten, is dat de kerkenraad van de
verantwoordelijkheid en de risico's af wil van twee gebouwen. `Het onderhoud wordt nu nog
zo veel mogelijk gedaan door vrijwilligers. Deze zomer hebben we met elkaar nog de vloer
geverfd. Met zo'n oud gebouw is er altijd wat.'
Rond de Van Harenskerk functioneert een vrij actieve `commissie open deuren'. Daarin zijn ook
verschillende dorpelingen actief die geen kerklid zijn. Zij verzorgen de openstelling op
zaterdagmiddag, organiseren acties (zoals recent nog voor de aanschaf van nieuwe lopers in
de kerk), werven donateurs en proberen in het algemeen belangstelling te wekken voor de
Van Harenskerk. `De verhouding tussen de kerkrentmeesters en deze commissie is een tijdje
verstoord geweest', zegt Brandsma. `De laatste twee jaar gaat het gelukkig weer een stuk
beter. Of de commissieleden bereid zijn om verder te werken onder de vlag van een stichting?
Daar is nog niet over gesproken. Ons uitgangspunt is wel dat de kerk zo breed mogelijk
gedragen moet worden door het dorp. Vandaar ook dat we contact hebben opgenomen met
plaatselijk belang.'
Plaatselijk belang Sint Annaparochie telt 450 leden, die elk 5 euro per jaar betalen. Voorzitter
77
Wim Koopmans is tevens lid van de Protestantse Gemeente. `De toekomst van de Van
Harenskerk heeft bij ons nog niet op onze agenda gestaan. Maar als het op onze weg komt,
ben ik de eerste om ervoor te vechten. Ik denk dat ik de rest van het bestuur wel meekrijg om
in ieder geval een afvaardiging te leveren voor het toekomstige stichtingsbestuur.'
Het grote probleem is dat ook Koopmans `geen idee' heeft wat er met de kerk moet gebeuren
als die in een stichting is ondergebracht. `N g een cultureel centrum ligt niet voor de hand,
met de Groate Kerk in Sint Jacobiparochie op zo'n korte afstand. De Van Harenskerk is een
beeldbepalend monument, met een bijzonder rijke historie die samenhangt met het ontstaan
van het Bildt. Niemand zou het pruimen als hij zou verdwijnen. Maar een goede bestemming?
Ik zou het niet weten.'
De Protestantse Gemeente heeft de afgelopen decennia een aardige reserve kunnen
opbouwen, mede dankzij de inkomsten uit bijgebouw De Bining en enkele legaten. Als de
Van Harenskerk wordt overgedragen aan een stichting, wil de Protestantse Gemeente dan
ook ongeveer de helft van het vermogen beschikbaar stellen als `bruidsschat' ( 50.000 euro).
`Daarmee moet de nieuwe stichting zich goed kunnen bedruipen', denkt Brandsma.
Koopmans verwacht dat het niet makkelijk zal zijn om in het dorp voldoende draagvlak te
vinden voor de instandhouding van de Van Harenskerk. `Sint Annaparochie is de afgelopen 5
jaar explosief gegroeid. Maatschappelijk gezien is het dorp `los zand' geworden. Veel
bewoners werken buiten het dorp en hebben minder binding met de plaats zelf. Laat staan
met de Van Harenskerk.'
Vijfkerken
Bijlage1Kerkenlijst
Sint Annaparochie is een dorp met circa 000 inwoners. Er zijn twee zalencentra.
Naast het bijgebouw De Bining bij de Gideonskerk is er ook nog een
multifunctioneel centrum, `Ons Huis'. De begraafplaats ligt tegenover de
Gideonskerk. Begrafenissen vinden dan ook vaak vanuit De Bining plaats. In het
dorp staan nog drie andere kerkgebouwen. De doopsgezinde Vermaning (1871) aan
de Statenweg wordt circa een keer per maand gebruikt. De rooms-katholieke kerk
(1959) wordt wekelijks gebruikt voor eucharistievieringen met 50 tot 100
parochianen uit de wijde omgeving. De voormalige Noorderkerk (een zogenaamde
`Doleantiekerk') wordt gebruikt als meubelopslag; eigenaar Prebohus is bezig met
een projectplan voor het gebouw. De voormalige `Afscheidingskerk' is in de jaren
zestig van de vorige eeuw afgebroken. Hier staat nu nog de openbare bibliotheek,
maar ook daar zijn alweer sloopplannen voor.
78
Monumentenzorg
Het voorbeeld van Sint Annaparochie laat helder zien dat kerkelijke gemeente de
instandhouding van monumentale kerkgebouwen niet als haar taak zien. Zelfs als
er nog geen financi le tekorten zijn, moet er vaak toch uit kostenoverwegingen
(`goed rentmeesterschap') voor gekozen worden om het aantal gebouwen terug te
brengen. Pastoraat (zielzorg) heeft voorrang boven stenen (instandhouding van de
gebouwen). Met name in protestantse kringen wordt onder het woordje kerk
allereerst de `levende gemeenschap van Christus' verstaan, de gemeenschap van
mensen, en pas in tweede instantie het gebouw. Uiteraard leveren de keuzes binnen
kerkelijke gemeenten wel spanningen op, omdat er ook kerkleden zijn die uit
religieuze, emotionele en/of culturele overwegingen een eeuwenoud godshuis niet
willen en kunnen missen en niet willen afstoten.
Eenbijzonderekerk
Uit oogpunt van cultuurhistorie is de Van Harenskerk uit 168 niet zo maar een
dorpskerkje, maar een van de belangrijkste kerkelijke monumenten van Friesland en
ook een gebouw van nationale allure met zelfs internationale aspecten. Het is in de
provincie een van de weinige voorbeelden van zeventiende-eeuwse kerkelijke
centraalbouw.
De kerk heeft een uitzonderlijk rijk ingericht interieur met een van de fraaiste Friese
preekstoelen. Het overdadig met snijwerk versierde pronkstuk is een geschenk ter
herinnering aan de hertogin van Simmern, prinses Maria van Oranje Nassau, de
dochter van Frederik Hendrik. Een rijk gedecoreerde herenbank herinnert aan het
bekende geslacht Van Haren, evenals een grafkapel met imposante koperen deuren,
die een geschenk zijn van de koning van Zweden. Van het orgel van Johan Radeker,
een medewerker van de vermaarde Christian M ller, is de rijk gebeeldhouwde kast
bewaard gebleven.
Veel mensen denken dat Rembrandt in deze kerk getrouwd is met Saskia, dochter
van burgemeester Rombertus Uylenburgh van Leeuwarden. Dat klopt niet helemaal:
het huwelijk vond in 16 4 plaats in de voorganger van de Van Harenskerk, die op
dezelfde plaats stond. Op het plein voor de kerk zijn Rembrandt en Saskia
vereeuwigd in brons.
De Van Harenskerk is een voorbeeld van een Friese dorpskerk die door
monumentale en cultuurhistorische waarde niet alleen van plaatselijk, maar van
nationaal en internationaal belang is.
79
81
rouwlocatie"T "Muziekschool; woning
gebruik bij
oning oning rouwlocatie"
Bloemenwinkel W W Sociaal-cultureel oning T oning
Huidig Sociaal-cultureel W Museum "Museum; Bedrijf/atelier Leegstand 1971 Leegstand W Horeca Garage
buiten
Jaar 1976 2000 2001 2008 Ja 2008 1992 1971 1986 2002 1910 1982 1998 1977 1863
Kerkfunctie gebruik Ja Ja Ja Nee Nee Ja Nee Nee Nee Nee Ja Nee SAFT Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee SAFT Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja
Kerk
Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Denominatie PKN PKN PKN VVH Gereformeerd PKN Gereformeerde Doopsgezind PKN Doopsgezind Gereformeerd PKN Gereformeerd Hervormd PKN PKN Hervormd PKN PKN PKN PKN Gereformeerd Hervormd PKN PKN PKN Doopsgezind PKN RK PKN PKN PKN RK Doopsgezind PKN Gereformeerd Doopsgezind PKN
Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw
1861?
Bouwjaar 12e 1809 12e 1886 1903 1759 1934 1836 1753 1856 1738 12e 1893 1634 12e 1970 1903 1956 1869 12e 1910 ca 1782 1916 14e 1876 1856 1876 1914 1856 1962 1728 1883 1862 1982 1920 1625 1832
6
67
25 14
8 3
29 13 2 3
12 24 4 7-9 11 74 . 44 26
3 1
18 5 2 5 6
6 21 1 8 20
50 3
1 2 Sytstrawei
oer Miente 15
T 25 Zuidzijde Kerkstraat
1 Jongstraat
`e Sminiaweg Emstweg Odulphusstraat Swinderenstraat
artenterp eaze esteres Cammingaw de
erp sjerkebuorren an sjerkepaed an aart . sjerkewâl sjerkewâl an
Adres Mockamawei W T Jonkerschap Monnikenweg Om Koarte Buorren T Andringastraat W V Kerkbuurt Kerkbuurt T Mounebuorren W V V Kerksingel V Oude Lutjewoude Pypkewei Geawei Aldedyk Harmen Dekemawei Sint T T V Raadhuisstraat Raadhuisstraat S. Gaaikemastraat Wilhelminastraat Camminghastraat
Kerk Kerk Kerk Kerk
Kerk Kerk Kerk Kerk
Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk
Kerk Kerk Beeldkerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk
Gereformeerde en
rijzinnig refkerk Odulphuskerk Ludgeruskerk
V Gereformeerde kerk Doopsgezinde Doopsgezinde Gereformeerde T Gereformeerde Doopsgezinde Mande Paadwizer Gereformeerde Doopsgezinde
oord- Breahûs
erptsjerke
Naam Hervormde Gertrudiskerk Gertrudiskerk vm Hervormde vm T vm Gemeente vm Doelhoftsjerke vm vm Pauluskerk Expositiekerk W Michaëlkerk Gereformeerde vm Gereformeerde Hervormde Lambertuskerk Gereformeerde vm Hervormde Pypketsjerke Augustinitsjerke Hervormde vm Hervormde Sint Hervormde Gereformeerde De It Sint Doopsgezinde De vm vm Hervormde
Plaats Aalsum Abbega Achlum Achlum Achlum Akkrum Akkrum Akkrum Aldeboarn Aldeboarn Aldeboarn Aldtsjerk Allingawier Allingawier Anjum Anjum Appelscha Appelscha Appelscha Arum Arum Arum Augsbuurt Augustinusga Augustinusga Baaium Baard Baard Bakhuizen Bakkeveen Bakkeveen Balk Balk Balk Balk Balk Balk Ballum
concerten vergaderruimte
gebruik
rouwlokatie; erkplaats/opslag oning/bedrijf oning oning oning rouwlocatie
Huidig Atelier "T exposities" Winkel W Sociaal-cultureel Sociaal-cultureel W W W Aula Dorpsactiviteiten Meditatiecentrum Exposities, Cultuurhistorisch W Muziekruimte Concerten, T
buiten
Jaar gebruik 1996 1975 1966 1841 2002 1975 1936 1820 1971 1975 2004 1979 1970 1580 1934 1987 1980
Kerkfunctie Ja Ja Nee SAFT Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Nee Ja Ja Nee SAFT Ja Ja Ja Nee Ja Nee Nee Ja Nee SAFT Ja Nee SAFT Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Ja SAFT Ja SAFT
Evangelisatie Gereformeerde
Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - -
oortgezet
Denominatie Doopsgezind VEG Hervormd Hervormd PKN PKN PKN PKN Gereformeerd Doopsgezind PKN Doopsgezind PKN RK Hervormd Hervormd PKN PKN GKV Doopsgezind PKN Doopsgezind Hervormde V Kerk Hervormd Hervormd PKN Gereformeerd Hervormd PKN Doopsgezind RK PKN Hervormd RK RK PKN Ja Hervormd PKN Hervormd
Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja VGK Ja Ja Ja
eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw
1515
Bouwjaar 1883 1947 1916 13e 1669 1924 1803 1966 1921 1841 1966 18e 1779 1871 1843 14e ? 1540 1946 1807 12e 1720 1906 1905 1852 13e 1617 1909 12e 1466 1849 1933 1929 15e ca 1849 1871 1911 13e 12e 12e
9 41 3 4
1 41
11 17 1 1
24 8 33 11 52
15 2 13
114 3 21 12 52 86 17 10 1
16 89 1 87
Hiemen 3 8
Oost 23 38
17
13 61 27 2 eg 27
de Dijlakker Buorren
Aismawei W Kerkhof Dijlakker
.v Margrietwei
Havens Wiersmastraat
yndenlaan altawei esterbuorren
sjerkepaed ermaningsstrjitte sjerkestrjitte oorstraat sjerkebuorren Grote sjerkepaed
Adres Camminghastraat Middenweg Bandsloot T Buorren J.H. .Lv Achter Kerkepad V Hofsleane Buorren T Vitusdyk Markeweg Buorren Unemastrjitte V Hoofdstraat Hoofdstraat T De W Boelenswei Boelenswei Oude Boijlerweg Oedsmawei Sint Groot Skilwyk Grote Gasthuissingel Broereplein Kerkstraat W Easterbuorren T Ids Greate
gebouw)
rijgemaaktV
Kerk Kerk
Kerk Kerk Kerk (Oranje
Kerk Kerk Kerk Kerk
Kerk Kerk Kerk Evangelisatie Kerk
Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk
Kerkje Boyl
Martinikerk
of
Vituskerk Margryt Franciskuskerk
Hervormde Gereformeerde Doopsgezinde Doopsgezinde Doopsgezinde Hervormde Witte Gereformeerde Mirakelkapel Martinuskerk
Naam Doopsgezinde Rehobotkerk vm Mariakerk Martinuskerk Gereformeerde Dorpskerk Ontmoetingskerk vm Doopsgezinde Kruiskerk vm Koepelkerk Sint Hervormde Mariakerk Gereformeerde Nicolaaskerk Gereformeerde vm Maartenskerk vm vm Het Hervormde Hervormde Dorpskerk vm Sint Grote Doopsgezinde Sint Gasthuiskerk Broerekerk vm vm Hervormde Gereformeerde Mariakerk Hervormde Johanneskerk
Plaats Ballum Bantega Bantega Bears Beetgum Beetgumermolen Beetsterzwaag Beetsterzwaag Beetsterzwaag Berlikum Berlikum Berlikum Berlikum Blauwhuis Blesdijke Blessum Blija Blija Blija Blija Boazum Boazum Boazum Boelenslaan Boelenslaan Boer Boijl Boksum Boksum Bolsward Bolsward Bolsward Bolsward Bolsward Bolsward Bolsward Boornbergum Boornbergum Bornwird Brantgum Britsum
Kome
+
gebruik
Koninkrijk
oning oning
Huidig Opslag Cultureel Muziekstudio Uw W werkruimte/atelier Dorpsactiviteiten Atelier W
buiten
Jaar gebruik 1968 1975 1957 2001 1998 2005 2000
Kerkfunctie Ja Nee SAFT Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Gelovigen
van
Evangelisatie Evangelisatie
Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd
- - - - - - - (Bond) - - - - - - - - - - - - - - -
ergadering
Denominatie PKN Gereformeerd Hervormd PKN CGK PKN Doopsgezind GKV PKN PKN PKN PKN Hervormde RK VEG PKN PKN RK PKN PKN PKN PKN CGK Doopsgezind PKN PKN PKN GKV PKN Hervormde Hervormd Doopsgezind PKN Gereformeerd PKN PKN PKN PKN RK V
Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw
1920
Bouwjaar 1968 1859 12e 1913 1952 1955 1957 1977 1897 1446 1851 1892 1905 1952 1959 12e 1976 1950 13e 1895 1784 1873 1916 1973 1767 1968 1850 12e 1938 13e 1880 ca. 1856 1661 1912 12e 1889 13e 1908 1872 2003
27
18
1 8
2 . 66
5 38
48 2 61 26
12a 37 3
15 3 7 5 62 127 34 76 74 73
23 39 5 48 1 19-21 2
21 1 7 34
Jellingastrjitte Kuiperstr 11 86
Beatrixstraat 1
Havenstraat 16
2 eenweg
Feitsmaweg Achtkant R.H. Wier V
Noard
erp oorstraat oorweg oorweg oorweg sjerkepaed
Adres Stêdpaed Lieuwe T It Kavelweg Ds. Julianalaan De V Oude Kerkbuurt Ds Molenweg Hillamaweg Prinses Nieuwstad Bulthuissingel Kapelstrjitte Kerkhof Herestraat Uithof De Dorpsweg Hoofdweg Doniaweg V Hereweg Doniaweg V V Steenwijkerweg Jokweg Ds. Meyerweg Meyerweg Nummer Buren T Marwei Koningstraat Hantumerweg
Kerk Kerk
Kerk Kerk
Kerk Akkerwoude Kapel
Kerk Kerk Kerk sjerke
Dantumawoude T
Kerk Kerk Murmerwoude Kerk Kerk
sjerke Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk
T Gereformeerde Gereformeerde Rehoboth
Hervormde
Martinuskerk Evangelische Janskerk Bonifatiuskerk
Hoekstien Gereformeerde Evangelisatiekerk Ikker Johanneskapel Ontmoeting Begroeting Hervormde Brongergea Gereformeerde
rije
Naam De vm Joriskerk Broekster Christelijk Gereformeerde Doopsgezinde Fonteinkerk Kruiskerk Mariakerk Hervormde Gereformeerde vm Sint V Kruiskerk De vm Johanneskerk Gereformeerde Hervormde Hervormde Hervormde Christelijk Doopsgezinde De Hervormde Benedictuskerk De Bonifaciuskerk Ned. vm Doopsgezinde Nij vm Nicolaaskerk Hervormde Sint Hervormde Sint Gebouw
Blesse Hoeve Knipe Knipe Knipe
Plaats Britsum Britsum Britswert Broek Broeksterwoude Broeksterwoude Buitenpost Buitenpost Buitenpost Buitenpost Burdaard Burdaard Burgum Burgum Burgum Burgum Burgum Burgwerd Burgwerd Burum Burum Cornjum Cornwerd Damwoude Damwoude Damwoude Damwoude Damwoude Damwoude Damwoude De De De De De Dearsum Dedgum Deinum Delfstrahuizen Dokkum Dokkum
-praktijk
gebruik
oning oning
Huidig W Leegstand W Bedrijf/atelier Acupunctuur
buiten
Jaar gebruik 2004 1970 1982 1914 1997
Kerkfunctie Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja
Gemeente
en Gemeente
Evangelisatie rij) Evangelisatie Evangelisatie Evangelisatie Evangelisatie
(V (Unie) Fellowship Getuigens
Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Gereformeerd Gereformeerd Gereformeerd Gereformeerd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - -
Denominatie CGK GKV Doopsgezind Remonstrants PKN PKN PKN Hervormde RK Baptisten PKN Hervormde Gereformeerd PKN PKN PKN Doopsgezind PKN GKV AG GKV PKN PKN PKN Evangelische Hervormde RK CGK PKN Baptisten Gereformeerde Christian Jehovah' Islam Hervormde PKN Particuliere PKN
Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
2002 Ja
eeuw 1840
Bouwjaar 1977 1974 1852 1972 1926 15e 1929 1934 2006 1777 1917 ca 1912 1714 1743 1790 1980 1965 1954 1974 1994 1970 1997 1966 1926 1963 1965 1925 1954 1974 1925 1974 1909 1921, 1972 1928 1713
5
30
2 1 1 8
3 74
14 3 1
37 2 Smitweg 12
8 26 65
24 18
98 72 89 148 350 71 25
12 3 10 27a 54 40 3
olter 19
Keppels 2 W 161
14 Legeweg Haersmasingel Panderstraat Sijtzamaweg
de Drift Kolken uiteweg Singel Dracht Skieding
an orenstraat an
Adres Stationsweg Snip Op Oostersingel Markt Nieuwebuurt Bronlaan Zaagmolenstraat Dorpsstraat Petersburg Herenweg Herenweg Geert De Zuiderbuurt Flevo De V Middelwyk Klokhuislaan Dwarswijk Ringweg Brouwerssingel Berglaan Pier Houtlaan Burgemeester W Zuidkade De T De Zuiderdwarsvaart De Smidswei Folgersterloane V
Kerk
Gemeente
Kerk
rijgemaakt Poort
V Rehoboth Elim Leeft
De Kerk Kerk
Kerk Christelijke Kerk Genootschap Gemeente
Kerk Jezus
Gemeente Gereformeerde
erlosserkerk
Kerk V Kerk
Gereformeerde gemeente
Sint-Martinuskerk erkt
W Kerkje
erenigde of Kerk orenstraat
V Haëzer T
Apostolisch Bethel-kerk) Rehobothkerk) en
Fontein Evangelisatiekerk Evangelisatiekerk Gereformeerde Arke Fontein Hoeksteen Schakel Menorah Oase Christelijk Evangelisatiekerkje Gereformeerde vm
Naam Christelijk Gereformeerde Kerk De Oosterkerk Grote vm Bonifatiuskapel Gemeentecentrum Hervormde vm vm Gereformeerde Laurenstsjerke Grote Doopsgezinde De De Het De De De De Evangelische (vm Kapelkerk Goddelijke Eben Zuiderkerk Baptisten Gereformeerde Kerk (vm Koninkrijkszaal vm vm Bidt Hervormde
Plaats Dokkum Dokkum Dokkum Dokkum Dokkum Dokkum Dokkum Dokkum Dokkum Dongjum Donkerbroek Donkerbroek Donkerbroek Donkerbroek Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachten Drachtster compagnie Drachtstercompagnie Drachtstercompagnie Driesum
gebruik
jeugdcentrum. oning
Huidig Appartementen vm Expositieruimte W Pelgrimskapel Winkel
buiten
Jaar gebruik 2006 1970 2000 2004 1993 1975 2006 2007 1979
Kerkfunctie Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja SAFT Nee Ja SAFT Ja Ja Ja Nee Ja Ja
Evangelisatie Evangelisatie
Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - (Bond) -
Denominatie CGK GKV PKN PKN Gereformeerd RK Hervormde PKN PKN PKN PKN Gereformeerd PKN PKN PKN RK PKN PKN PKN PKN PKN PKN PKN PKN PKN Gereformeerd Gereformeerd PKN PKN PKN PKN Hervormd Hervormd PKN PKN RK VEG Doopsgezind Hervormde CGK PKN
Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
1920
1905,
eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw 1200
Bouwjaar 1972 1977 1968 1876 1908 1839 1925 1544 1906,1951 1794 14e 1902 12e 1950 1869 1926 1905 1757 1955 1919 13e 1864 1913 1773 1746 1888 1890 13e 1865, 15e 1767 13e 1918 1875 ca 1963 1878 1960 1901 1925 1425
1
4 5
69 1
4 9 15
14 17 1
5 51 2
63 1 4 13 66
22 ferhausweg 35 30 16 31
3 42 53 11-13
22 15 14 34
6 Of 11
1 1c
2 6 1
ei 2 41
W Beimastraat Paaltjenspad
Buorren Sânnen
sjerkebuorren sjerkebuorren sjerkebuorren orenlaan sjerkewei sjerkeleane sjerkepaed sjaerddyk
Adres ytseL De De T Hearewei Dubbelestreek Puoldyk T Wiidswei Dominee T Wynserdyk Huylckensteinstrjitte E.M. T Dilledyk Fugelsangleane Hoofdweg Duimstraat Steinfeksterwei Omgong T Hoofdweg T T Dodingawei Dorpsstraat Dorpsstraat Hogebeintumerweg Kerkpad Buren Holdingawei Zuideinde T Piet Godsacker Noord Hofstraat Dijkstraat Zuiderkade Breedeplaats
Kerk
rijgemaaktV Wite) Kerk Kerk Kerk
Kerk
Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk
Alde Fochteloo Kerk
Doperkerk
Kerk (d' Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk
Elsloo de Gereformeerde
Evangelisatiekerk
Geboortekerk
Wirokerk Franciskuskerk
Rehobothkerk NH Gereformeerde Evangelische
Gangulfuskerk Gereformeerde Gereformeerde Martinuskerk Evangelisatievereniging
alburgakerk rij
Naam Maranatha Gereformeerde Gereformeerde W vm Maria vm Salviuskerk Gereformeerde Hervormde Martinikerk vm Margarethakerk Gereformeerde Hervormde Sint Hervormde Laurenskerk Kruiskerk Gereformeerde St. Hervormde Dorpskerk Hervormde Hervormde vm vm Johannes Gereformeerde St. Hervormde Hervormde Pelgrimskapel Laurentiuskerk Mariakerk Sint V Doopsgezinde vm Bethel Christelijk Martinikerk
Drogeham
Plaats Drogeham Drogeham Drogeham P Dronrijp Dronrijp Dronrijp Dronrijp Earnewâld Earnewâld Easterein Easterein Easterlittens Eastermar Eastermar Easterwierrum Easterwierrum Echten Echtenerbrug Ee Ee Elahuizen Elsloo Engelum Engwierum Engwierum Exmorra Exmorra Ferwert Ferwert Ferwoude Finkum Fochteloo Folsgare Foudgum Franeker Franeker Franeker Franeker Franeker Franeker
,
zangkoor
gebruik
oning/appartementen oning
Huidig W Opslag Opslag Expositieruimte repetities concerten Restaurant Kinderopvang W Leegstand
buiten
Jaar gebruik 1998 1990 1991 1972 1978 1964 1970 2008 1911 2007 2007
Kerkfunctie Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja SAFT Ja SAFT SAFT Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja SAFT Nee Ja
Gemeente
rij)
Gedoopte (V Getuigens
van Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Denominatie Gem. Christenen PKN Baptisten PKN GKV VGK PKN Gereformeerd Gereformeerd PKN PKN PKN Gereformeerd PKN PKN PKN Hervormd PKN PKN Hervormd PKN Gereformeerd Doopsgezind Evangelische Jehovah' RK PKN PKN Doopsgezind PKN PKN Doopsgezind PKN Doopsgezind PKN Boeddhistisch PKN PKN PKN PKN
Rijks- monument Ja 1893 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
32
Ja
eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw
1760
Bouwjaar ca Zilverstraat 1850 1795 1957,1997 1928 14e 1870 1892 19e 1838 1962 1896 1685 1926 1629 12e 1758 1770 1797 1972 1915 1939 1870 ? 1967 12e 1936 1829 12e 12e 1911 13e 1780 1912 1991 1335 13e 1891 1663
120 102A 63
1 14 21 73 43
1a 53 4 2
2
49 41 7 40 60 58 44
46 18 17
12 3 3
7 28 4 4 9 16
29 23 1
9 5
1 Hofstraat Buorren Streek Wier 5
Sytsemawei Poorthoek Leijen fingaweg
an Paed Hof
olheksleane sjerkepaed sjerkestrjitte
Adres Zilverstraat Zilverstraatkerk Schilcampen V t T Zeedijk Zeedijk Munkedijk J.Jelles T Greate Boeijengastrjitte Boeijengastrjitte Friese De Harstawei Hege It De Schansbrug Brouwerswal Stationsweg Brouwerswal Compagnonsstrjitte Compagnonstrjitte Buorren Kievitstraat Hoofdstraat Kerkstraat Canterlandseweg Of Kerkpad Langebuorren Langebuorren Stoepawei T Wierumerweg Fenneweg Stinsenwei
Kerk
Maranatha Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk
Kortezwaag
Kerk
Gedoopte Kerk Kerk Kerk Centrum
Kerk Gereformeerde Kerk Kerk Kerk kerk Kerk Kerk Kerk Kerk
van Gemeente Fermanje
Haëzer Pauluskerk Piterkerk Annakerk
Paedwizer Gereformeerde Gereformeerde Pieltsjerke Gereformeerde Gereformeerde Gereformeerde Maartenskerk Alde Hoeksteen Gereformeerd
oortgezet
Naam Gemeente Christenen Franeker Baptisten Hervormde De V Hervormde vm vm De Petrustsjerke Andreastsjerke vm Hervormde Gereformeerde Hervormde Hervormde Hervormde Hervormde Hervormde Ontmoetingskerk vm Doopsgezinde Eben Koninkrijkszaal Sint Agneskerk vm Doopsgezinde Sint Martinuskerk Doopsgezinde St. vm De Boeddhistisch Nicolaaskerk Sint vm Hervormde
Plaats Franeker Franeker Friens Frieschepalen Frieschepalen Gaast Gaast Gaastmeer Gaastmeer Garyp Garyp Gauw Gauw Gerkesklooster Gerkesklooster Ginnum Goënga Goingarijp Gorredijk Gorredijk Gorredijk Gorredijk Gorredijk Gorredijk Gorredijk Goutum Grou Grou Grou Gytsjerk Hallum Hallum Hallum Hallum Hantum Hantum Hantumhuizen Hantumhuizen Harich
gebruik
Huidig Winkel Garage/pakhuis Bedrijf Aula
buiten
Jaar gebruik 1973 1952 1976
Kerkfunctie Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja
Kerk
(Unie) Getuigen Heils Getuigen (Unie) (Unie) Getuigen
s s s
Hervormd Gereformeerd des Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd
- - - - - - - - - - - - -
Denominatie PKN VGK Baptisten ELK HELK GKV Doopsgezind CGK PKN RK Jehovah' Leger PKN PKN PKN PKN Jehovah' PKN PKN GKV Baptisten PKN RK PKN GKV Baptisten AG PKN PKN Nederlands Gereformeerde Hervormd NAK RK Hervormd Doopsgezind PKN Jehovah' Christengemeente
Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
2006 1840
Ja
en
eeuw eeuw
1996
Bouwjaar 1928 1913 1958 1879 1902 1926, herbouw 1997 1968 1953 1880 1998 1934 1775 1818 18e 1854 1974 1852 1930 1962 1918 1890 1876 1797 1973 1938 1968 1867 1921 1988 1775 ? 1933 15e 1762 1968 1993 15 2
8 15
67 27-29
17 77
2 58a 41 43 5-9
113 61 6 3 2
24
Singel 14
75 1 Ekstraat Hemstraat 12
6 76 49 30 106 13 2
13 Boven 3-5
65 50 Kennedylaan 137
3 150
Boothstraat van der
Stijlstraat eenscheiding
Ossenmarkt V
van 48
Lanen Rudolf Skatting
armoltstrjitte armoltstrjitte alckeniersweg sjerkebuorren eluwelaan ermaningsteeg
Adres W W De Simon Grote Noordooster Zoutsloot Oosterparkweg Midlumerlaan Zuiderhaven Jan Thorbeckestraat William Kerkpad Kapellewei Haulsterweg Dorpsstraat Meester Kerkstraat Hoofdweg V Norgerweg De Harinxmastrjitte T President Leliestraat Piet Fok Burgemeester Falkenaweg Oude Herenwal V Crackstraat Rotstergaastweg V Europalaan Kattebos Amelandlaan
Kerk Kerk
Kerk
Haven Kerk Nijehaske
Kerk Kerk Fok
Bethel Kerk Pniël Kerk kerk Kerk
Kerk De de
Kerk Gereformeerde Evang-Lutherse Kerk Kerk Kerk Genootschap Kerk
Heils-Kerk Nieuwe aan Herder Apostolische Geestkerk
des of
Michaelkerk Jozefkerk
Lutherse Hersteld Fonteinkerk Kerk hervormde Wijnstok
oortgezet
Naam Hervormde V Baptistenkerk vm vm Kerkgebouw Doopsgezinde Ichthuskerk Gereformeerde Sint Koninkrijkszaal Leger Grote Kapelle Hervormde Hervormde Koninkrijkszaal Hervormde Gereformeerde Kruiskerk Baptistenkerk Ichthuskerk Sint Haghakerk De Baptistenkerk Apostolisch De Kruiskerk Goede Hervormde Nieuw Heilige vm Nieuweschoot Doopsgezinde Europalaankerk Koninkrijkszaal De
Plaats Harkema Harkema Harlingen Harlingen Harlingen Harlingen Harlingen Harlingen Harlingen Harlingen Harlingen Harlingen Harlingen Haskerdijken Haskerhorne Haule Haulerwijk Haulerwijk Haulerwijk Haulerwijk Haulerwijk Heeg Heeg Heeg Heerenveen Heerenveen Heerenveen Heerenveen Heerenveen Heerenveen Heerenveen Heerenveen Heerenveen Heerenveen Heerenveen Heerenveen Heerenveen Heerenveen
-/
dienst evene
atelier nog
werkruimte
met +
gebruik jaar culturele,
per
oning oning oning
rouwlokatie rijmetselaars
Huidig Dorpsactiviteiten Cultuurhistorisch Cultuurhistorisch W kantoorruimte Expositieruimte T W 12x W Atelier menten V Cultureel Zeilschool
buiten
oning
Jaar gebruik Ja 2002 1975 1997 2005 1982 1850 2008 1894 W 1986 2006 1971 1968
Hervormd-
Kerkfunctie PKN Ja nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja SAFT Ja Ja Nee Ja Nee Ja SAFT Ja Ja Ja Nee Ja SAFT Ja Nee Ja 2001 Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee
Gereformeerde Evangelisatie
Orthodox
Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Hervormd, Oekumenisch
Denominatie Russisch PKN PKN Hervormd PKN PKN PKN PKN PKN PKN Hervormd Koptisch-Orthodox PKN Gereformeerd PKN Doopsgezind PKN vm nu Doopsgezind PKN PKN Doopsgezind Doopsgezind PKN PKN Christelijke Kerk PKN Nee Hervormd Gereformeerd PKN PKN PKN PKN Hervormde PKN Hervormd Hervormd
Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Gereformeerd Ja Ja Ja Ja Ja
eeuw eeuw eeuw
Bouwjaar 1896 1889 1947 1937 1793 1872 1869 1200 1873 1874 1877 12e 1889 1450 18e 1632 1653 1883 12e 1867 1678 1923 1732 1850 1678 1933 1888 1876 1894 1621 1959 1938 1200 1960 1711 1935 1774 1870 1935
5
95 30 42
2
4 7 3 12 6 73 54 127
6 8 3 1
15 1
2 40 8 22 2 1 1 4 2 11 2
18 18 1 15 3 150 1 6
12
Hearewei Hearewei ylvaleane Tjerkewei
A
Klaster Visscherwei
esterlaan
uinen
Adres De Buorren Skoalledyk Binnenwei Binnenwei Kerkstraat Hantumerweg Schwartzenbergweg Buorren Sierdsmaweg Lege Lege van Skilpaed Schoolstraat Kerkstraat T Kerkbuurt Hege Herenweg Oosterlaan W Koningsstrjitte Stationsweg Kerkstraat Elbasterwei Jeltewei Jeltewei Jeltewei Schoterlandseweg Schoterlandseweg Ds. Nummer Swagermanstraat Rijksstraatweg Rijksstraatweg Buorren Boppesteech Masterein
Kerk Kerk
Klooster Kerk Kerk Kerk
Kerk Kerk
Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk
Kerk Kerk Kerk
Doperkerk
Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk
de
Orthodox Orthodoxe Hervormde
1621 Perspectief
Kerk Kerk
Gereformeerde Doopsgezinde Doopsgezinde Christelijke Gereformeerde Gereformeerde Hervormde
sjerkje
Naam Nicolaaskerk Russisch Martinuskerk Gereformeerde Witte Hervormde Hervormde Hervormde Hervormde Hervormde Gereformeerde Nicolaaskerk Koptisch Johannes vm Grote vm Hervormde Hervormde Doopsgezinde Sint-Magnuskerk Gereformeerde vm Doopsgezinde Willibrorduskerk Gereformeerde vm Gereformeerde Johanneskerk vm T vm Noord-Jeruël Hervormde Nieuw Hofkerk Hersteld Gertrudiskerk Hervormde vm
Plaats Hemelum Hemelum Hempens Hemrik Hemrik Herbaijum Hiaure Hichtum Hidaard Hieslum Hijum Hijum Hilaard Hilaard Hindeloopen Hindeloopen Hindeloopen Hitzum Hogebeintum Hollum Hollum Hollum Holwerd Holwerd Holwerd Holwerd Hommerts Hommerts Hommerts Hoornsterzwaag Hoornsterzwaag Houtigehage Húns Hurdegaryp Hurdegaryp Hurdegaryp Idaerd Idsegahuizum Idskenhuizen
-
PKN
exposities concer
gebruik bazars"
oning oning rouwlokatie; rouwlokatie;
erenigingsgebouw rouwlokatie ten,
Huidig Muziekverenigingen W Kerkmuseum W Winkel-galerie Leegstand V T Concerten "T "T Horeca
buiten
Jaar gebruik 2008 1985 1936 1975 2006 1986 2005 1994 2003 1973 1975
Kerkfunctie Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Nee Ja Nee Nee Ja SAFT Ja Ja Ja Ja SAFT Ja SAFT SAFT Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Kerk
(Unie)
Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd
- - - - - - .Evangelisatie - - - - Katholieke - - - - - - - .Evangelisatie - - - - - -
Denominatie PKN PKN PKN Gereformeerd Doopsgezind Gereformeerd PKN Doopsgezind PKN Hervormd PKN Rechtzinnig Herv PKN PKN Doopsgezind RK Hervormd PKN PKN Oud PKN PKN Doopsgezind RK Hervormd PKN Hervormd Hervormd PKN PKN PKN PKN Rechtzinnig Herv PKN PKN PKN Baptisten PKN PKN PKN
Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw
1911
Bouwjaar 1889 1874 1830 1910 1857 1915 1860 1864 1806 13e 1893 ca 12e 1877 1684 1966 1886 1897 13e 12e 1644 1995 1824 1953 1752 1864 1713 1525 12e 15e 1941 1923 1916 1906 12e 1925 1969 1882 1974 13e
7
3 28 46 1
1 16-17 16 4 11
12 19 28
18 2 3 54 42 13
4 26 39 24 16
69 70-72 110 20
48 10 28 31 15 184 138 29 3
2 141 97
erp Pierwei
T Molweg
Burmaniaweg Borgerstraat Harinxmastrjitte
`e
an sjerkebuorren oorstraat oorstraat illebuorren an
Adres Bramenstraat V Eegracht Stadslaan Eegracht Heidenskipsterdyk Brânbuorren Hearedyk T Kerkstraat Hegedijk Finsterbuorren Op Rijksweg Rijksweg Rijksweg Hikkaarderdyk Marwei Schoolstraat Sluytermanwei Midstraat E.A. Midstraat Midstraat Bergsmawei Klaas Kerklaan Kerkelaan Greate V V Oostenburgstraat Eskesstraat Foyingaweg Foarwei Foarwei Skoallestrjitte T V Boerestreek
Kerk Kerk
Kerk Schurega Thuishaven
Kerk Hervormde Kerk Kerk Kerk
kerk Kerk Kerk Kerk De
Kerk Kerk Kerk Kerk Baerdttsjerke Kerk Kerk Kerk Kerk
van
Marcuskerk Mattheuskerk
Gereformeerde Hervormde Rechtzinnig Doopsgezinde Gereformeerde Oerdracht Kandelaar Evangelisatiekerk
Naam Gereformeerde Hervormde Mauritiuskerk Stadslaankerk Doopsgezinde vm Hervormde Doopsgezinde Martinikerk vm Hervormde vm Hervormde Mauritiuskerk vm Sint Catherinakerk vm Petruskerk Radboudkerk Hobbe De Doopsgezinde Sint Petruskerk Hervormde Hervormde Thomastsjerke Laurentiuskerk Maartenskerk De Oosterkerk vm Gereformeerde Hervormde Gereformeerde Baptistenkerk Benedictuskerk Gereformeerde Hervormde
Heidenskip Heidenskip
Plaats Idskenhuizen Iens IJlst IJlst IJlst It It Itens Itens Jannum Jellum Jelsum Jelsum Jirnsum Jirnsum Jirnsum Jislum Jistrum Jistrum Jorwert Joure Joure Joure Joure Jouswier Jubbega Jubbega Katlijk Kimswerd Kollum Kollum Kollum Kollum Kollumerpomp Kollumerzwaag Kollumerzwaag Kollumerzwaag Kootstertille Kootstertille Kortehemmen
gebruik
Huidig Winkel Bedrijvencentrum Dansschool Poppodium Leegstand Kaaspakhuis
atelier
+
buiten
oning
Jaar gebruik 2006 W 2004 Ja Ja 1964 1983 1760
Kerkfunctie Ja Nee Ja 1966 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja
Gemeente Gemeente
Gelovigen
Gemeente
Gemeente Adventisten van
Evangelisatie
Heils (Unie) Getuigens
Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Evangelische Evangelische des Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd
- - - - - - - - - - - - - - - (Bond)
olle olle ergadering
Denominatie Doopsgezind Gereformeerd PKN Nee PKN PKN PKN PKN PKN PKN PKN Remonstrants Gereformeerde PKN PKN RK GKV CGK NAK Evangelische V Zevendedag V Leger ELK Baptisten PKN Doopsgezind RK Joods Hervormd PKN PKN PKN RK PKN VEG Hervormde Doopsgezind V Jehovah'
Rijks- monument Ja Gereformeerd Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
eeuw eeuw 1620
Bouwjaar 1902 1874 1857 1895 15e 1781 1777 1993 1492 1972 1969 1525 ? 1960 1923 1933 2004 1986 1933 1962 1960 1980 1940 2009 1774 1955 1932 1760 1884 1805 1510 1964 12e 1925 1937 1976 1915 ? ca 1963 2008
8
15
28-30
2 95 77 76 31
222 2C 272 19
3 1
1 20 26
9 2 1 102 10 78 67 14 54
57 7 133 59 16 222
38 142
Hoofdstraat NZ
Moensstrjitte Hoven de 24a hoven 119
1 5
17 Oosterstraat Scorelstraat Dorp
de de
Binckesstraat 9 Kerkstraat 4 Fabritiusstraat
Jokse van
erlengde ollegaastdam eideflora
sjerkebuorren Hou aleriusstraat redeman riesstraat rijheidsplein
Adres Hoofdstraat V Jacob Petronella T t Oasingaleane Havingastate Monnikemuurstraat De Goudenregenstraat Grote Achter V V V Agora V Huizumerlaan Emmakade Archipelweg Achter Eeskwerd Bleeklaan W Nieuwe Jan Pelikaanstraat Wirdumerdijk Bonifatiusplein Sacramentsstraat Bagijnestraat Julianalaan Huizum Carel Harlingerstraat W Molenpad Noorderweg Zwitserswaltje Archipelweg Esdoornstraat
Kerk
Kerk Kerk Kerk
Kerk
Kerk Doperkerk Gemeente Franciscuskerk)
Kerk Kerk
de Irene Sint
Kerk Kerk Kerk Lutherse
Hoven Heils Huizum
Jacobijnerkerk Hof
Kerk (vm
de
of Apostolische des esterkerk Pniël
Bonifatiuskerk Dominicuskerk Evagelische
Gereformeerde Gereformeerde Schakel Open Fenix Johannes Morgenster Synagoge W Oase Gebouw Doopsgezinde
aalse rije
Naam Doopsgezinde vm Martinikerk vm Hervormde Hervormde Hervormde De Grote Adelaarkerk De W Achter De Koepelkerk vm De Bethel-kerk Nieuw Salvatorkerk Opstandingskerk Adventkerk Perspectief Leger Evangelisch Parkkerk Pelikaankerk Doopsgezinde Sint vm vm Kurioskerk Dorpskerk Kapel Sint De V vm vm Uitzicht Koninkrijkszaal
Plaats Koudum Koudum Koudum Kubaard Kubaard Langezwaag Langweer Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden
Aka
centrum
Fryske kerkdiensten,
gebruik
oning oning/bedrijf oning
Huidig Leegstand Multicultureel Congreszaal demy Bedrijvencentrum Sociaal-cultureel Wijkcentrum Appartementen W W Sociaal-cultureel W Incidenteel
buiten
Jaar gebruik 2008 1580 2004 2004 1996 1986 1986 1925 1982 1972 Ja 1802 2005 Cultureel
Hervormd-
Kerkfunctie Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja SAFT Ja Ja PKN Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja SAFT Ja Ja
rij) rij) rij)
Heils (Unie) (V Getuigen (V (V
s
Licht
des Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - - - -
Denominatie Leger Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Baptisten Hervormd Christengemeenschap CGK PKN PKN NAK Levend RK Baptisten Jehovah' Joods PKN Baptisten AG PKN Hervormd PKN PKN Doopsgezind PKN PKN PKN PKN PKN Baptisten PKN PKN Doopsgezind RK PKN Hervormd PKN PKN
Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw
Bouwjaar 1936 15e 1889 1910 1936 1971 1850 1911 1778 1716 1963 1877 1901 1982 ? 1820 1889 1953 1963 13e 16e 13e 1927 1860 18e 13e 1915 1785 1557 1775 19e 1660 1965 1910 1938 16e 13e 13e 12e
20 51
10
31 4a 3 3
17 4
50 16 17
Geestraat 24 36 37 2
106 9 3 100 11
1 12
de 4
1 60 62 1 30 3 Lenigestraat 20
14-16 92 45 29 Bootsmastraat
Kerkstraat rompstraat 1 2 17
T 10 Galemawei
Hooidollen Buorren
ega aaxenserweg
uinen oorstreek sjerkepaed uinstraat urfland van
Adres T V Grote Schrans M.H. De Droevendal Wijbrand T Kerkhof T T Schans W Betelgeuze Schans Nieuwburen Lijnbaan Gerben Nummer Noardermieddijk Doarpsstrjitte Doarpsstrjitte Buorren De Kerkstraat W Buren Buorren Brink Cynthia Kerkeburen Buren Bleekstraat Kerkstraat S Jepmaloane Hegebuorren Buorren
Hoek
Kerk
van Kerk esternijtsjerk
W
Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk
Heils Kerk
Kerk Kerk Genootschap Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk
des
Apostolische Licht Willibrorduskerk
Doniakerk Martinuskerk
Leger Catharijnekerk Noorderkerk Schranskerk Baptistenkerk Regenboogkerk Christelijk Synagoge Baptistenkerk Doopsgezinde Anker
an
Naam vm vm vm vm vm vm Galileakapel vm Gereformeerde Hervormde Hervormde Nieuw Levend Heilige Rehobothkerk Koninkrijkszaal vm Gereformeerde vm Apostolisch Catharinakerk Gertrudiskerk Hervormde Gereformeerde Hervormde vm (fragment) Hervormde Gereformeerde Hervormde Gertruduskerk Hervormde Baptistenkerk V Het Doopsgezinde Sint Mariakerk Hervormde Godeharduskerk Sint-Pontianuskerk
Plaats Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Lekkum Lemmer Lemmer Lemmer Lemmer Lemmer Lemmer Lemmer Lemmer Lemmer Lemmer Leons Lichtaard Lioessens Lioessens Lippenhuizen Lippenhuizen Lollum Lollum Longerhouw ytsewierrumL Makkinga Makkum Makkum Makkum Makkum Makkum Mantgum Marrum Marrum Marssum
peuterspeelzaal
gebruik
2007
oning/bedrijf erenigingsgebouw oning/bedrijf oning rouwlocatie
Huidig Expositieruimte W V W W Dorpshuis Leegstand/opslag tot Groepsaccommodatie Natuurmuseum Museum T Leegstand
buiten
Jaar gebruik 1965 2000 2003 1948 1992 1879 1986 2004
Kerkfunctie Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Ja Nee Ja Nee Ja Ja Nee Nee Nee Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Nee Ja
Evangelisatie Evangelisatie
(Unie)
Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Zendingsgemeente -
rije
Denominatie PKN PKN PKN PKN PKN Hervormd GKV VVH PKN Gereformeerd PKN Doopsgezind PKN PKN VVH Hervormd Hervormde PKN PKN RK RK Gereformeerd Doopsgezind PKN PKN PKN PKN PKN PKN PKN Hervormde PKN PKN PKN PKN V Hervormd PKN GKV Gereformeerd Baptisten
Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
2003 1528
eeuw eeuw
1729
Bouwjaar 1874 1776 1912 13e 1857 1726 1949 1930 1505 1904 1912 1911 1850 1843 1929 1806 1903 1914 1899 1848 1879 1963 1850 1824 12e 1925 1668 1893 1779 1928 1891, 1908 1894 1525 1899 1919 35 186
74 37 89 38 49 2 39
27 19 42
7 1 7 23
11 20
6 3 14 12 12 7
Jongweg 9 2 4 11 2
1 1 38
43 93 de 1 1
2 26 7
16 40
Stuyvesantweg
Bekkerstrjitte
sjerkebuorren illedyk sjerkestrjitte sjerkestrjitte ermaningspad sjerkepaed sjerkegreft
Adres Skilpaed T B. Kerkstraat Schoterlandseweg Schoterlandseweg Schoterlandseweg Meinardswei Meinardswei T Zeeweg Hellingstrjitte T T Achterwei Grindweg Grindweg Methardusstraat Methardusstraat Ballumerweg Kardinaal Strandweg V Kerkplein Hoofdstraat Wiesterweg T Bornensisstraat Schoterlandseweg Schuringaweg Domela Nieuwenhuisweg Doarpsstrjitte Hearrewei Kerkweg yklamaweiL Peter Nummer T Rijksstraatweg Zevenhuisterweg Zevenhuisterweg
Kerk Kerk
Immanuel
Kerk Kerk
Kerk
Kerk Mildaem Kerk Kerk Kerk Rots Kerk Kerk
Kerk Dijken
Protestantse Hervormde De
Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk de Kerk Kerk Kerk
sjerkje Himeltsje
T Kerk
rijgemaakt rijzinnig rijzinnig tussen
Clemenskerk
V V Gereformeerde Doopsgezinde Lebuïnuskerk V Evangelisatiekerk RK Gebouw Hoekstien Gereformeerde
Alde
sjongertsjerke
Naam Hervormde Hervormde Gereformeerde Hervormde T It vm Gereformeerde vm Meinardskerk vm Gereformeerde vm St. Hervormde vm Hervormde vm Gereformeerde Hervormde vm Sint vm Doopsgezinde Hervormde Hervormde Gereformeerde Hervormde Gereformeerde Hervormde Kerk Houten Doarpsstrjittekerk Hervormde Nicolaaskerk De Maranathakerk Hervormde Hervormde Immanuëlkerk vm Baptistenkerk
Ameland Ameland Ameland Ameland Ameland Dongeradeel Dongeradeel Altoenae Beets Beets
Plaats Menaldum Metslawier Metslawier Midlum Mildam Mildam Mildam Minnertsga Minnertsga Minnertsga Moddergat Molkwerum Molkwerum Morra Morra Munnekeburen Munnekeburen Munnekezijl Munnekezijl Nes Nes Nes Nes Nes Nes Nes Niawier Niawier Nieuwehorne Nij Nij Nij Nijega Nijeholtpade Nijemirdum Nijetrijne Nijhuizum Nijland Noardburgum Noardburgum Noardburgum
09)
kerk-
(mrt
nog
bedrijf cultureel
(ook Exposities + centrum
gebruik verbouwd Cultuurtoeristisch
oning oning oning erkplaats
rouwzaal,
Huidig W Dorpshuis diensten) 1996 Logement wordt T Bedrijf W Kerkelijk Concerten W Bildts Informatiecentrum W
buiten
oning
Jaar gebruik W 1979 SAFT 1999 1966 1977 1897 2003 1990 1997 1971
Kerkfunctie Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja 1992 Ja Ja Ja Ja Nee Hersteld Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja SAFT Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Nee Ja
Kerk Kerk
Kerk
Evangelisatie .Evangelisatie
Evangelische Evangelische
Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - (Bond) - -
Denominatie PKN VGK PKN Hervormde PKN PKN PKN Rechtzinnig Nee PKN PKN PKN PKN Hervormd Gereformeerde PKN Gereformeerd PKN PKN Molukse GKV Gereformeerd Rechtz.Herv Molukse PKN PKN Gereformeerd PKN Gereformeerd PKN PKN Hervormd PKN PKN PKN VEG Hervormd Doopsgezind PKN Gereformeerd PKN
Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
.Evangelisatie
Herv
eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw
Bouwjaar 1850 1933 1640 1893 13e 1874 1882 1936 12e 1545 1875 1794 1870 1415 13e 1888 1890 15e 1964 1957 1931 1928 1996 1735 1965 1888 1860 1890 1897 1860 16e 1979 1908 1695 1918 1905 1806 1927 1910 1850
6
2
57 30
7
1 37-39 61
15 1
29 6 4 5 184 25 29
Oost 15 28
9 Evangelisatie 14 1 31
6 164 63 10
6 1 23 28 1 11 7
Prinsstraat 6 Schuilingstraat 6
Esch 26 24 29
12 Albadaweg Albadaweg
Buorren Hieming Frankensingel Cingel Streek
erp erpleane sjerkebuorren an an
Adres Rijksstraatweg Dwarsvaartweg Hoofdstraat Hellingstraat Wijnserdijk Rengersweg Fiifgeawei Hervormde Molenlaantje Willinge Hoofdweg Kerkweg Hoofdweg Kerkhofslaan Achterwei Haerdawei T Langgrousterwei De Schapekamp Hooge Molenweg Prinsenstraat De Brink Jan Buren Buren Hernepaed Nessenwei De T Kommisjewei Kommisjewei T V Leijsterstreek Dominee V De Aldewei
kerk Kerk Kerk Kerk
Kerk Gemeente
Kerk Evangelisatie Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk
Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk
Kapel
fingawier .
Of Eschkerk
Herv
Joriskerk Ceciliakerk Evangelische
Hervormde Rechtzinnig Hervormde Gereformeerde Anker
Bining Gereformeerd Gereformeerde Gereformeerde Hervormde Gereformeerde
Hippolytuskerk rije
Naam Protestantse Gereformeerde Protestantse vm Mariakerk Ontmoetingskerk Kerkje vm Bonifatiuskerk Stephanuskerk Hervormde Hervormde vm St Sint vm De Sint Rehobot Hooge vm Ned. Jakub Dorpskerk Het vm Martinuskerk vm Gereformeerde Johanneskerk Nicolaaskerk Gereformeerde Hervormde Johannestsjerke V vm Julianakerk Gereformeerde vm Hervormde
(G.)
Bildtzijl Bildtzijl Bildtzijl Bildtzijl Leije
fingawier
Plaats Noardburgum Noordwolde Noordwolde Noordwolde Oentsjerk Oentsjerk Of Oldeberkoop Oldeberkoop Oldeholtpade Oldeholtwolde Oldelamer Oldetrijne Olterterp Oosterbierum Oosterbierum Oosternijkerk Oosternijkerk Oosterwolde Oosterwolde Oosterwolde Oosterwolde Oosterwolde Oosterwolde Oosterwolde Oosterzee Oosterzee Oosthem Oosthem Oosthem Oostrum Opeinde Opeinde Oppenhuizen Oude Oude Oude Oude Oude Oudega
Fûgelhûs
activiteiten `t
gebruik Museum
museum
oning/bedrijf oning rouwlokatie
Huidig W W Exposities Culturele Museum Atelier ook Dagopvang Leegstand Aula Oerka Dorpshuis T Gemeenschapshuis
buiten
Jaar 1967 2001 1975 2000 1968 2008 2008 1978 1979 1981 1986
Kerkfunctie gebruik Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja SAFT Ja Nee Nee Ja Nee Ja Ja Nee Nee Nee SAFT Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja
Gemeente
Evangelisatie Evangelisatie
Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Denominatie PKN PKN Hervormde PKN Gereformeerd PKN PKN PKN Gereformeerde PKN PKN PKN PKN PKN PKN Hervormd Hervormde Hervormd Gereformeerd PKN Hervormd PKN Doopsgezind PKN Doopsgezind Hervormd Hervormd PKN PKN RK PKN Gereformeerd PKN PKN PKN PKN PKN Hervormd Doopsgezind PKN PKN PKN PKN
Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw
Bouwjaar 12e 1910 1962 1755 1888 1906 1924 1790 1933 1965 1752 15e 16e 13e 14e 13e 1913 1810 1889 13e 1845 14e 18e 1916 1848 1860 13e 1916 1815 1892 15e 1896 1738 1653 12e 1913 12e 1928 1838 1724 1937 1756 1732
20 24 31
1 6 12 23 16
23
1 3 12 8 28 3
9 2 49 11 8 3 2 11
1 55 3 4 1
47 3 17
1 31 1 46 9 1 18 44 2
eldstraweg 6 21 16-18
V Buren Buren
ange
Buorren Buorren T
sjerkhofspaed
Adres Buorren Buorren Goartersreed Pastorijstrjitte Breksdyk Badweg Schoterlandseweg Kerkstraat Huningspaed Marktweg Schoterlandseweg Foarwei Jetze De Kerkbuurt Dorpsstraat Dorpsstraat Pepergaweg Buren Buren T Grote Grote Pibemalaan Binnenbuorren Binnenbuorren De De Buorren Slypsterwei Haadstrjitte Flieterpsterdyk Flieterpsterdyk Kerkpad Juckemaweg Kerkstraat Kerkweg Schoterweg Haven Buorren Buorren Slachtedijk Nummer
Rehoboth
Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk
Kerk
Evangelisatie Kerk Kerk Fermanje Kerk kerk Kerk
Kerk
sjerke Stichting
T Doperkerk de Doper
Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk
de de
Stuyvesantkerk
Agatha Martinuskerk
Hervormde Gereformeerde Fontein Gereformeerde Hervormde Gereformeerde Doopsgezinde Gereformeerde Hervormde
Ljochtbeaken
Naam Sint It vm Ankertsjerke vm Hervormde Gereformeerde De Boskerk Sionskerk Skoattertsjerke Hervormde Hervormde Antoniuskerk Johannes Sint-Gertrudiskerk Evangelisatie Pieter vm Hervormde vm Victoriustsjerke Schuilkerkje vm vm Hervormde Johannes Marthakerk Laurentiuskerk Sint Vincentiuskerk vm Hervormde Hervormde Alexanderkerk Gereformeerde Roodkerkje vm Doopsgezinde Hervormde Gereformeerde Hervormde Hervormde
.) .)
(S.) (S.) (S.) (W (W
Plaats Oudega Oudega Oudega Oudega Oudega Oudehaske Oudehorne Oudemirdum Oudemirdum Oudeschoot Oudeschoot Oudwoude Ouwsterhaule Paesens Parrega Peins Peins Peperga Piaam Piaam Pietersbierum Pingjum Pingjum Pingjum Poppenwier Poppenwier Raard Raard Raerd Reahûs Reduzum Reitsum Reitsum Ried Rinsumageest Rinsumageest Roodkerk Rotstergaast Rottevalle Rottevalle Rottevalle Ryptsjerk Sandfirden
rouw-T
Kittiwake
Atelier centrum, centrum
+
gebruik
oning oning oning oning oning
Huidig Cultuurhistorisch W Winkel W Jeugdhonk W Opslag W Muziekruimte Leegstand/opslag Cultureel locatie W Cultureel Winkel
buiten
Jaar gebruik 1975 1994 1979 1998 1976 1992 1927 1970 1993 1926 1979 1999 1953
Kerkfunctie SAFT Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee SAFT Ja Nee Ja Ja Ja SAFT Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Nee
Evangelisatie Evangelisatie rij)
(Unie) (V
Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Denominatie PKN PKN Gereformeerd PKN AG PKN Gereformeerd PKN Hervormde PKN PKN RK PKN Gereformeerd PKN PKN PKN PKN PKN PKN CGK Hervormde Hervormd PKN Gereformeerd Doopsgezind RK PKN Hervormd PKN PKN RK PKN PKN PKN RK Gereformeerd Gereformeerd Baptisten Baptisten
Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
eeuw eeuw eeuw
Bouwjaar 13e 1861 1891 1914 1925 1788 1907 1865 1929 1962 1866 1915 1877 1889 13e 1879 1905 1927 1862 1949 1970 1905 13e 1682 1889 1871 1959 1927 1844 1904 1721 1887 1963 1926 1647 1934 1930 1881 1953 1883
8
1 4
4
20 14 7-9
17 3 27 1 67
2 8 . 43 3
21 3 1 44 10 223
4 52 10
240 139 21 2 14 1a 1 14
Costerstraat 105
33 12 Hundlingiuspad 69 29 Ein 2
. 108 Lodewijkstraat
Hiddesstr
Osingaweg Osingaweg Akenwei Harenstraat Jansz Harenstraat Saksenstraat
H.W .
an an Lange
sjerkepaed aeijewyk an an
Adres Kerkstraat Achterbuorren Legedyk Hollandiastraat Grindweg Grindweg V V Badweg Langestreek Ds Badweg Buorren Smidstraat Schoolstraat Achterom T Tjerk It Binnenwei T van Birdaarderstraatweg V Stadhoudersweg Statenweg Jan V Oosteinde G.v Omloop Kerkstraat Streek Menamerdyk Heerenwal Kapelstreek Achterom Kerkgracht Willem Oppenhuizerweg
"
Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk
Kerk Kerk
Evangelisatie Kerk
de Heren Centrum Kerk
Kerk Kerk Kerk Kerk Kapel Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk"""
de Kerk Kerk Kerk
van Kerk
Harenskerk Noorderkerk
Egbert Groate Nicolaaskerk Fredericuskerk redekerk
Gereformeerde Apostolische Gereformeerde Hervormde Gereformeerde Gereformeerde Rehobothkerk an Gereformeerde V
V vm Doopsgezinde Vicarie Gideonkerk Groate "Cultureel
errijzenis
Naam Nicolaaskerk Martenstsjerke vm Hervormde vm Hervormde vm Hervormde vm Ontmoetingskerk Hervormde Sint Hervormde vm Hervormde vm Sixtuskerk Gereformeerde Hervormde Hervormde Elim vm Kloosterkapel V "De Hervormde Sint Hervormde Hervormde Protestantse Sint vm Noorderkerk Baptistenkerk vm
Annaparochie Annaparochie Annaparochie Annaparochie Annaparochie Jacobiparochie Jacobiparochie Nicolaasga Nicolaasga
Plaats Schalsum Scharnegoutum Scharnegoutum Scharsterbrug Scherpenzeel Scherpenzeel Schettens Schettens Schiermonnikoog Schiermonnikoog Schiermonnikoog Schiermonnikoog Schingen Schraard Schraard Sexbierum Sexbierum Sexbierum Sibrandabuorren Siegerswoude Siegerswoude Siegerswoude Sijbrandahuis Sint Sint Sint Sint Sint Sint Sint Sint Sint Sintjohannesga Slappeterp Sloten Sloten Sloten Sneek Sneek Sneek
bij
dorps
bureau met
gebruik
erkplaats/garage oning oning rouwlokatie; rouwlokatie
Huidig Leegstand Kerkelijk Bedrijf/galerie Kunstobject Winkel W woning W Buurtvereniging W atelier/workshop "T activiteiten" Leegstand T
buiten
Jaar gebruik 2007 2007 2000 2000 1979 Ja 1972 1926 2005 1980 2000 1998 1978 1975
Hervormd-
Kerkfunctie Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja PKN Nee Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Nee SAFT SAFT SAFT
Evangelisatie Evangelisatie
(Unie) Getuigens
Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd
- - - - - - - - - - - - -
Denominatie Hervormd PKN CGK RK NAK Doopsgezind PKN PKN NAK PKN PKN Gereformeerd PKN Baptisten Doopsgezind Hervormde RK PKN Doopsgezind Ja Gereformeerd PKN Gereformeerd Gereformeerd PKN GKV PKN CGK Jehovah' Doopsgezind PKN Hervormde PKN PKN Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd
Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw
Bouwjaar 1960 1955 1907 1871 1974 1842 1889 1530 1930 1870 15e 1884 1861 1886 1900 1935 1921 1739 1904 12e 1878 1973 1846 1917 1769 1980 1965 1996 1995 1804 1685 1928 1614 13e 1864 13e 16e 1843
B
49 7 57 4
2 11
18 1
5 9 40 25 8
8 8 14
35 31
30 45 16 aart aart 61 13
69 92 43 6 V V 23 53
Frisostraat 1a 48
16 46 3
Nassaustraat . 35 Japicxstrjitte
62 28 10 Buorren
Bockamakade Kerkstraat W Jellessingel
van Jirden
Dellen Dellen
estvierdeparten
sjerkebuorren oorstraat oorstraat oorstraat yttadyk
Adres Jan Leeuwarderkade Willemstraat Singel Middelzeelaan Singel Rienk Grote Johan Beuckenswijkstraat T Schans V V V W Pepergaweg Steggerdaweg Kakewei Pieter Uniawei Gijsbert Groningerstreek Heerenweg Greate De Groningerstraat De Nije Gedempte Gedempte Miedwei Doarpsstrjitte Kerkbuurt Kerkbuurt A Idzardaweg Pastorielaan
Kerk Kerk Kerk Kerk
Kerk Kerk Kerk Petersburg
Stadsfenne Sperkhem Kerk
Kerk
Stins Fermanje sjerkeT
Kerkje
Martinuskerk Fredericuskerk Vituskerk Gregoriuskerk
Haven Gereformeerde Evangelisatiekerk Gereformeerde Hege Gereformeerde Rehobothkerk Ark Flambou Gereformeerde
Naam Ichthuskerk Oosterkerk Witte Sint Kerkgebouw Doopsgezinde Zuiderkerk Martinikerk Kerkgebouw De Hervormde vm (Zwanenkerk) Nicolaaskerk Baptistenkerk Doopsgezinde vm Sint Protestantse Doopsgezinde Sint vm De vm vm Dorpskerk De De Ichthus Koninkrijkszaal Feanster Doarpstsjerke Antoniuskerk Sint vm Nicolaes Bonifatiuskerk Rotondekerk
Evangelisatiekerk
vm
Idzard
er erband
Plaats Sneek Sneek Sneek Sneek Sneek Sneek Sneek Sneek Sneek Sondel Spannum Stavoren Stavoren Stavoren Stavoren Steggerda Steggerda Steggerda Stiens Stiens Stiens Stiens Stroobos Sumar Sumar Surhuisterveen Surhuisterveen Surhuisterveen Surhuisterveen Surhuisterveen Surhuisterveen Surhuizum Surhuizum Suwâld Suwâld Swichum T T
gebruik
oning oning/atelier oning oning oning oning
Huidig Bedrijf Leegstand W W Kantoor/woning Museum. Zondagschool/buurthuis W W W Leegstand Muziekvereniging W Concerten
buiten
Jaar gebruik 1998 2008 2007 1994 1985 1996 1995 1987 2001 2008 1970 1817 1983
Kerkfunctie Nee Nee Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Nee Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Nee Ja Nee SAFT
Kerk
Bond
Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd
- - - - - - - - - - Evangelisatie - - - - - - - Gereformeerde - - - - - .Evangelisatie - -
rije rije
Denominatie Hervormd Doopsgezind PKN PKN Doopsgezind PKN PKN PKN RK Gereformeerd PKN RK Doopsgezind PKN Gereformeerd PKN PKN PKN V Hervormd PKN PKN Doopsgezind PKN PKN Gereformeerd PKN GKV PKN PKN V PKN Gereformeerde PKN PKN PKN PKN Gereformeerd Rechtzinnig Herv PKN Doopsgezind PKN
Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
eeuw eeuw eeuw eeuw
Bouwjaar 1875 1865 1854 1921 1850 16e 13e 1967 1961 1952 1881 1967 1850 1663 1952 1913 1838 1864 1916 1890 1921 1699 1871 1626 1703 1892 12e 1984 1953 1692 1984 1878 1966 1911 1720 1903 1548 1924 1870 1877 18e 1690
56b
1 4 1 318 15 46
18-20 1
71 2 47
22 6
7 18 27 1
6 1 40 5 6 8 1
25 14 39
37 64 35 87 86
46 35 10 1 44 33 56 59
2
Reedekerstraat arren
streek W
esterburen esterbuurtstraat esterein altaweg ommelseweg
sjerkepole erpstraat sjerkebuorren sjerkepaed
Adres Buorren Buorren T Nesserweg Nieuwbuurt Kerkstraat Dorpsstraat Heereweg Brouwershoekweg Oosterburen W Ecuadorstraat Molenstraat W Burg. W Koumelkerspaed De De Riperwei Rolbrêgedyk T Aengwirderweg Pastoriesingel Gaestdyk W Kerkstraat Dobbe Optwizel T Optwizel Smitswei Bjirkewei Bjirkewei Buorren W Franekerweg Buorren Buorren T Formoanje Buorren
Kerk
Kerk Kerk Kerk Kerk
Kerk Kerk Kerk
Visser
Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk
de Kerk Kerk sjerke Petruskerk
Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk T Kerk Kerk
Sint
Brandanuskerk Evangelisatiekerk
10 Petrus Gereformeerde
Janskerk of
rije Petruskerk Evangelisatie
Hervormde Doopsgezinde Doopsgezinde ET RK vm Sint Gereformeerde V Hervormde Gereformeerde Gereformeerde Gereformeerde Evangelisatie Mosterdzaadje Doopsgezinde
St. Regenboog Vituskerk
esterkerk rije
Naam vm vm Hervormde Gereformeerde vm Hervormde vm Doopsgezinde W vm Gereformeerde Hervormde Hervormde vm vm Gereformeerde Hervormde Doopsgezinde Aengwirder Hervormde vm Sint De Gereformeerde Oude Rehobothkerk Hervormde V Gereformeerde St. vm Johanneskerk vm vm Het Sint-Martinustsjerke vm Hermeskerk
est est est est
Hoorn Midsland Midsland Midsland MidslandHervormde W W W W
erherne erherne erkaple ernaard ernaard ernaard erschelling erschelling erschelling erschelling erschelling erschelling erschelling erschelling erschelling ersoal ersoal erwispel ijnje ijnje ijnje irns wijzel wijzel wijzel wijzel wijzelerheide wijzelerheide wijzelerheide ytsjerk
Plaats T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T Tjalleberd Tjalleberd Tjerkgaast Tjerkwerd Tjerkwerd T T T T T T T T Tzum Tzum Tzummarum Tzummarum Tzummarum Tzummarum Uitwellingerga
Dorps-
Centrum
annex
gebruik
Bidler
oning/bedrijf oning/bedrijf oning/bedrijf rouwlokatie
Huidig Leegstand Atelier W Theater cultuurhuis W W Consistorie Appartementen Cultureel De T Cultureel Museum-Expositieruimte Bedrijf
buiten
Jaar gebruik Ja 1580 2000 1923 2003 2009 1965 1973 1979 1983 2004 1982
Kerkfunctie Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Nee Ja Nee Ja Nee Nee Ja SAFT Ja SAFT Ja Nee Nee Ja Ja Ja
Gemeente
Hervormd Gereformeerd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Evangelisatie Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd
- - Gereformeerde - - - - - - - - - - - . - - - - - - -
Denominatie GKV PKN PKN Doopsgezind CGK Oud PKN PKN Hervormd PKN PKN PKN PKN PKN RK RK Doopsgezind PKN Gereformeerd PKN Gereformeerd PKN PKN Rechtzinnig Herv PKN Doopsgezind RK Doopsgezind Hervormd PKN Hervormd PKN Hervormd PKN Gereformeerd Gereformeerd PKN PKN PKN
Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
1671
eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw
2
Bouwjaar 1975 13e 1961 1865 1973 1973 1850 1648 1903 1605 1670 13e 15e 16e 16e 1949 1877 1682 1892 1885 1879 1965 1780 1908 11e 1956 1862 1865 1872 13e 1708 12e 12e 1911 1875 1889 1904 1778
23
8 1
12 6 3 1
3a 6 21
6 6 13 24 24 17 1
8 2 Coehoornstraat 2
22 23 eide
7 2 19 10 24 1 2 4
85 19a W 1
47 9 37 23 5
âl van
Faberweg W Buorren Eker
Noard
Feart Zwette
sjessensweg sjerkepaed sjerkepaed sjerkepaed sjerkereed
Adres De Selmien Mounestrjitte Zuiderweg Stationsweg Burg. De Hoofdstraat Noordwolderweg Kerkplein Kerkplein Buorren T T Op'e Boppelâns Het Buorren Buorren Buorren Hoofdstraat Meagere Hoofdstraat Breebergweg ytseL Kerkbuurt Kerkbuurt Gele Kerkbuurt Kalkhuswei Feytebuorren Omgong T Kerkplein Hoofdstraat Jachtlustweg Menno T T
Kerk
rijgemaaktV
Kerk Kerk Haëzer Kerk einterp
Samuel kerk W
Kerk Kerk Gemeente Kerk
Kerk Kerk Kerk Kerk
Kappenburg Dooperkerk Eben Kerk
Gereformeerde Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk Kerk
van de
Oud Burcht
Janskapel Martinuskerk
Hervormde Kapel Gereformeerde Gereformeerde Evangelisatie Doopgezinde Bidler Gereformeerde
aste
Naam Gereformeerde Sint-Pieterskerk Gereformeerde Doopsgezinde Christelijke Kerk Gereformeerde Swettetsjerke Johanneskerk vm Nicolaaskerk Hervormde Hervormde Thomaskerk Petruskerk vm Sint Doopsgezinde Johannes vm Hervormde vm Gereformeerde Hervormde vm Johanneskerk Doopsgezinde Sint vm De Hervormde Bartolomeüstsjerke Vituskerk Hervormde Hervormde Museumkerk vm V Andreaskerk Hervormde
eenwouden eenwouden eenwouden eenwouden eenwouden rouwenparochie aaksens aaxens answerd arns arns arns arns arns arstiens arten arten arten askemeer eidum ergea ergea ergea ergea estergeest esthem etsens
Plaats Ureterp Ureterp Ureterp V V V V V Vinkega Vlieland V W W W W W W W W W W W W W W W W W W W W W Wier Wierum Wierum Wijckel Wijckel Wijnaldum Wijnjewoude
Ponkje
gebruik woning
oning oning/bedrijf oning oning oning/bedrijf oning
Huidig Garagebedrijf W wordt W W Leegstand W W Appartementen W Restaurant
buiten
Jaar gebruik 1925 1975 2003 1962 1970 1972 2005 1998 1968
Kerkfunctie Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja
Kerk
Evangelisatie rij)
(V (Unie)
Gereformeerd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Gereformeerd Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd
- - - - .Evangelisatie - - - - - - - - Gereformeerde - - - - - - -
rije
Denominatie PKN GKV PKN RK PKN PKN Gereformeerd Rechtzinnig Herv Gereformeerd PKN RK PKN Doopsgezind Hervormde PKN PKN PKN Baptisten PKN PKN RK PKN V Doopsgezind PKN PKN Gereformeerd PKN VVH PKN RK Doopsgezind Baptisten Gereformeerd Gereformeerd Doopsgezind RK PKN PKN PKN
Rijks- monument Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw
1880
Bouwjaar 1908 1978 13e 1966 1891 ca. 1874 1934 1925 12e 1903 1633 1960 1927 1983 12e 12e 1883 1870 1923 1939 1646 2004 1875 13e 1889 1888 1728 1908 1480 1877 1695 1895 1887 1912 1858 1792 1837 1805 1922
1 1
34 91 5 1 11 37 13
2 11 6 4
36a 13 2
68 40 W 13 11
9
2 17 49 7
2 27 18 27
66 75 34
175 100
ylvaweg Buorren 5 1
14 A 1 19 52 sjerkhofT
esterein olsumerwei eersterweg Noard Noard
sjerkebuorren an erp erp oorweg
Adres Merkebuorren Merkebuorren Breeberchspaed Tjissema Spannumerdyk T Swichumerdyk Legedyk Legedyk Hof Arumerweg Kerkplein Arumerweg Molenweg V T ytseL W W Kerkstraat ycklamawegL Kerkstraat Beatrixstraat Hoofdstraat T Hottingawei W Salverdastraat It Merk Noard Noard Súd It Iewal Fermaningsteeg Merkstrjitte Ald Kerklaan V
Kerk
Kerk van Kerk Kerk Kerk Kerk
Duurswoude
Kerk Kerk Kerk Kerk
Kerk Kerk Kerk
Hervormde Bethel
Kerk Kerk Evangelisatie Nicolaas Hoogte Kerk Kerk
Maria H. de
erenfriduskerk
op
Martinustsjerke erpstrakerkje Franciscuskerk rijzinnig W Michaëlkerk
Kerk Hemelopneming Gereformeerde Unitaskerk Kerk Evangelisatiekerk Hoekstien T Mirt Gereformeerde V Gertrudiskerk Gereformeerde Gereformeerde Doopsgezinde Karmel
olentijnkerk
Naam Gereformeerde Maranatha Hervormde RK ten Gereformeerde Mariakerk vm Hervormde vm Sint RK T Koepelkerk Doopsgezinde vm De Nicolaaskerk Ursulakerk vm Pancratiuskerk Ichtuskerk Sint Kerk De Doopsgezinde Jacobikerk Gereformeerde vm Hervormde vm St. Sint Doopsgezinde Baptistenkerk vm vm vm Sint De Hervormde Gereformeerde
olsum olvega olvega olvega olvega olvega ommels ommels ons ons orkum orkum orkum orkum orkum orkum oudsend oudsend oudsend oudsend outerswoude outerswoude
Plaats Wijnjewoude Wijnjewoude Wijnjewoude Wijtgaard Winsum Winsum Wirdum Wirdum Wirdum Witmarsum Witmarsum Witmarsum Witmarsum Witmarsum Wiuwert Wjelsryp Wjelsryp W W W W W W W W W W W W W W W W W W W W W W
gebruik
Huidig Concerten
buiten
Jaar gebruik 1975
Kerkfunctie Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja SAFT
Christus
van
amminga.T
Hervormd Hervormd Hervormd Hervormd Gereformeerd BGI.
- - - - - Meile.
Denominatie GKV PKN PKN PKN Gemeenschap PKN PKN Doopsgezind CGK Pinkstergemeente Hervormd
t.a.v
afdeling
BGI,
Rijks- monument Ja Ja Ja Ja provinciale afdeling
de
en
Frysln,
eeuw
Hoeve
Bouwjaar 1952 13e 1865 1905 1966 1964 1963 1904 1976 1960 1783
ten
31 provincie
16
Sytse de
1 6 32 aan
1
10 44 1 door
12 31
sjerkepaed ogelsang orenstraat oorstraat
Adres Kerklaan Nummer T Schoolstraat V T Schoolstraat V Noorderstationstraat Zuiderstationsstraat Hoofdweg
doorgegeven
samengesteld
rijgemaaktV (Rotonde?) worden
Christus mogelijk
Kerk Kerk
van Kerk Rehoboth
Kerk Kerk Kerk kunnen
Kapel
zorgvuldig
.Geref.Kerk
zo
Naam Gereformeerde Vituskerk Hervormde Hervormde Gemeenschap Hervormde Gereformeerde Doopsgezinde Chr Filadelfia Reginakerk correcties
is
lijst
Deze Eventuele
outerswoude
Plaats W Wyns Ysbrechtum Zurich Zwaagwesteinde Zwaagwesteinde Zwaagwesteinde Zwaagwesteinde Zwaagwesteinde Zwaagwesteinde Zweins
In het kader van het grote onderzoek `Inventarisatie Friese kerken', is er een deelonderzoek
gelast naar de mate waarin de overheden zowel in directe financi le zin bijdragen aan de
instandhouding van monumentale kerkgebouwen als in directe zin kerkbesturen
ondersteunen met aanvullend beleid of andere maatregelen. Voor dit deelonderzoek is op
basis van een offerte op 1 maart 009 door de stichting Alde Fryske Tsjerken opdracht
verstrekt aan de stichting Steunpunt Monumentenzorg Frysl n.
De door de stichting Alde Fryske Tsjerken geformuleerde onderzoeksvragen waren:
1) Hoeveel geld hebben de Friese gemeenten de afgelopen 6 jaar uit eigen middelen besteed
aan restauraties van kerken?
) Wat hebben deze gemeenten de afgelopen 6 jaar gedaan op het gebied van instand-
houding c.q. exploitatie, afstemming accommodatiebeleid; planvorming; ondersteuning
herbestemming - en wat is het beleid voor de komende jaren?
) Hoe is de inbreng van Rijk en provincie op deze punten?
4) Is er op deze manier een matrix samen te stellen, waarin te zien is wie wat doet voor de
kerken (Rijk, provincie en gemeenten) ?
Om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden, zijn de vragen aan de 1 Friese
gemeenten, de provincie Frysl n en aan de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE, voorheen
RACM) gesteld. De meest snelle vorm daarvoor is de enqu te. Deze is op 16 maart jl. met een
begeleidende brief aan alle colleges van B&W in Frysl n gestuurd, alsmede per mail aan alle
contactambtenaren monumentenzorg (zie bijlagen). De gegevens van de RCE en de provincie
Frysl n zijn niet via een enqu te verkregen, maar zijn door hen deels op verzoek aangeleverd
en deels door het Steunpunt vergaard.
De eerste vraag van de enqu te is geheel op de directe financi le ondersteuning uit eigen
middelen van kerkrestauraties gericht, zowel voor rijksmonumenten als niet-rijksmonumenten.
De vraag is puur financieel en kijkt achterom naar wat de overheid heeft ge nvesteerd. De
tweede en derde vraag zijn vooral gericht op wat de overheid in indirecte zin heeft gedaan
aan instandhouding van kerken en ondersteuning van kerkbesturen. De vragen zijn meer
beleidsmatig; wat heeft de overheid aan (aanvullend) beleid en ondersteuning gedaan? Hierbij
is er ook een vraag naar toekomstig beleid gesteld. In verband met het uiteindelijke doel van
dit onderzoek om te komen tot een Deltaplan Fryske Tsjerken, is de toekomstgerichte vraag
van belang.
De gegevens die in dit deelonderzoek zijn verkregen, hebben alleen betrekking op de rijks-,
provinciale- en gemeentelijke overheid. Er is dus niet in beeld gebracht wat andere
10
organisaties en fondsen hebben bijgedragen en wat het eigen financi le aandeel is geweest
van de kerkbesturen. Dat zou een aanvullend onderzoek om objectniveau vergen.
De gegevens zijn samengevat in een tabel (zie bijlage). Die gegevens zijn geanalyseerd en uit
die analyse konden conclusies worden getrokken. De uitkomsten en conclusies zijn in de
volgende paragraaf weergegeven in twee delen; de directe financi le ondersteuning en de
indirecte beleidsmatige ondersteuning.
De rijksoverheid draagt via de RCE alleen financieel bij aan restauratie, onderhoud en
instandhouding van rijksmonumentale kerken en onderdelen daarvan (torens, orgels en
uurwerken). Op objectniveau draagt het Rijk niet bij in aanvullend beleid of ondersteuning van
kerkbesturen.
De provincie Frysl n draagt hoofdzakelijk bij aan de objectgerichte monumentenzorg (74%
van wat zij aan kerken uitgeeft) en dus vanuit eigen fondsen in de restauratie en het
onderhoud van zowel rijks- als niet-rijksmonumenten. Daarnaast ( 6%) ondersteunt zij een
provinciale stichting die 5 kerken beheert en heeft zij in projecten waarin (de problematiek
van) het religieus erfgoed centraal staat gesubsidieerd (Jaar van het Religieus Erfgoed) of
innovatie daarbij gestimuleerd (E-Tsjerke). Bovendien wordt de grote Kerkeninventarisatie -
waar dit deelonderzoek deel van uitmaakt door de provincie Frysl n betaald.
Daar waar de Friese gemeenten uit eigen middelen bijdragen aan de instandhouding van
kerken, is dit hoofdzakelijk het geval bij rijksmonumenten, als aanvulling op een rijksbijdrage.
Daarnaast is de financi le ondersteuning vaak gericht op het onderhoud van `eigen'
kerktorens of via een bijdrage aan gemeentelijke stichtingen met kerktorens in eigendom. Is
er bij het Rijk alleen sprake van objectgerichte subsidies en bij de provincie van objectgerichte
subsidies en projecten, bij de gemeenten is er naast incidentele subsidies voor anderen en
financiering van eigen monumenten ook voor een klein deel beleidsmatige ondersteuning, die
meestal niet echt in geld is uit te drukken. Te denken valt dan onder andere aan planologische
medewerking bij herbestemming van kerken en huur van een kerk als trouwlocatie.
Het Rijk heeft de laatste 6 jaar met vier verschillende geldstromen (Brrm, 1-jarig Brom, 10-
jarig Brom en Rrwr) aan kerkgebouwen (inclusief kerktorens) ruim 19 miljoen aan
restauratie- en onderhoudssubsidie verstrekt in Frysl n. Als daar ook de uurwerken, klokken
en orgels bij zouden worden geteld, is er in de periode 00 t/m 008 door het Rijk
in Friese kerken gestoken. Dit op een bedrag van ruim 6 , miljoen aan totale kosten
en 55, miljoen aan totale subsidiabele kosten. Dit betekent dat de rijksoverheid gemiddeld
van de instandhoudingkosten voor een kerk voor haar rekening neemt. Als alleen naar
de kerkgebouwen wordt gekeken, betekent dit het financieel ondersteunen van 540 objecten
(waarbij kerken en bijbehorende en toren als twee objecten zijn geteld). Ontdaan van dat
laatste onderscheid, heeft de rijksoverheid gemiddeld per Friese rijksmonumentale kerk
bijgedragen. De jaarlijkse bijdragen zijn over de jaren 00 t/m 008 ongeveer
hetzelfde, maar hebben in 006 en 008 wel een extra `boost' van gemiddeld 1,4 miljoen per
jaar gekregen door de `achterstandsregeling'.
10
De provincie Frysl n heeft de laatste 6 jaar met drie verschillende geldstromen
(Subsidieregeling Cultuurhistorie en Monumentenzorg, Frysk Erfskip en Plattel nsprojekten)
via objectgerichte instandhoudingsubsidies bijna uitgegeven aan Friese
kerkgebouwen. Zo'n 8 % hiervan was voor rijksmonumenten en circa 18% voor niet-
rijksmonumenten. Van dit geld zijn 71 Friese kerken gerestaureerd, hetgeen gemiddeld
per kerk betekent. Hierbij moet wel worden aangetekend dat in de ene geldstroom
de bijdrage veel hoger ligt (Frysk Erfskip) dan in de andere (subsidieregeling cultuurhistorie
en monumentenzorg). De provinciale bijdragen laten door de jaren heen meer fluctuatie zien
dan de rijksoverheid. Dit komt onder andere door het Fryske Erfskip in 00 , door de prioriteit
voor boerderijen en kerken in het monumentenfonds vanaf 006 en door de (vanaf 007)
ontdekte subsidiemogelijkheden vanuit Plattel nsprojekten. Hoewel de totale kosten niet
bekend zijn, kan uit de gegevens en andere informatie worden herleid, dat de provinciale
overheid gemiddeld van de restauratiekosten voor een kerk voor haar rekening neemt.
Bij rijksmonumenten is dit lager dan bij niet-rijksmonumenten, hetgeen vanuit de
subsidiepercentages in de subsidieregeling verklaarbaar is.
Van de 1 Friese gemeenten hebben 7 gemeenten de enqu te ingevuld geretourneerd; een
respons van 87%. Van deze 7 gemeenten zijn er 6 ( %) die de laatste 6 jaar geen financi le
bijdrage uit eigen middelen in de restauratie of het onderhoud van kerken hebben gestoken.
De gemeenten die wel financieel hebben bijgedragen, hebben dat met een totaalbedrag van
ruim ,4 miljoen gedaan. Het grootste deel daarvan (ruim , miljoen, oftewel 9 %) ging
naar rijksmonumenten. Wat verder opvalt, is dat de gemeentelijke bijdragen hoofdzakelijk
worden gestoken in de instandhouding van kerktorens die in eigendom zijn bij de
desbetreffende gemeente (54%) of bij een duidelijk aan de gemeente gelieerde gemeentelijke
stichting (18%). De (subsidie)bijdragen van de gemeenten gaan dus maar in 8% van de
gevallen naar kerken die niet qua eigendom aan de gemeente zijn verbonden. De gemeenten
die in directe zin de instandhouding van kerken financieel ondersteunen, hebben dat
aangaande 106 objecten gedaan, hetgeen gemiddeld per kerk betekent. Hierdoor
draagt de gemeentelijke overheid gemiddeld bij aan de onderhouds- en
restauratiekosten van een kerk. Hierbij moet wel nadrukkelijk worden bedacht, dat dit voor
een zeer groot deel eigen middelen zijn voor eigen monumenten en dus als eigenaarbijdrage
moeten worden beschouwd en niet als subsidie aan een kerkeigenaar. Dit betekent eigenlijk
dat de gemeenten bij een willekeurige kerk (niet bij hen in eigendom) gemiddeld ongeveer
van de restauratiekosten voor hun rekening nemen. In de jaren 00 , 004 en 005 blijven
de gemeentelijke bijdragen op hetzelfde niveau (gemiddeld 00.000). In 006 en 007 ligt
dit niveau bij gemiddeld 450.000. Het jaar 008 laat een nog grotere toename zien (
619.000). De reden lijkt in de cofinanciering te zitten van de restauratie van rijksmonumenten
die door het Rijk in het kader van de achterstandsregeling zijn gehonoreerd.
De bijdrage van het Rijk, speelt zich via de RCE - alleen af in het subsidi ren van onderhoud,
restauratie en instandhouden van rijksmonumenten. Op het gebied van aanvullend beleid of
ondersteuning van kerkbesturen draagt het Rijk niet bij, of de specifieke deskundigheid bij de
RACM als kenniscentrum (orgels, glas-in-lood, natuursteen, enz.) die wordt geraadpleegd,
moet als zodanig worden aangemerkt. Ook dan is er slechts sprake van ondersteuning bij
alleen rijksmonumenten.
104
Naast de ,4 miljoen die de provincie Frysl n de laatste 6 jaar direct in de objectgerichte
monumentenzorg voor kerken heeft gestoken, heeft de provincie in die periode ook nog een
bedrag van uitgegeven aan indirecte ondersteuning. Dit gebeurde in de vorm van
een budgetsubsidie van gemiddeld 111.000 per jaar voor de stichting Alde Fryske Tsjerken.
Die stichting betaalt daarmee haar uitvoerend bureau dat zorg draagt voor de instandhouding
en het beheer van de 8 kerken die deze stichting in eigendom heeft. Daarnaast vond er
ondersteuning plaats, door het meefinancieren van projecten. Zo wordt de `Inventarisatie
Friese Kerken', waar dit onderzoek deel van uitmaakt, betaald met het oog op het formuleren
van een Deltaplan Fryske Tsjerken. Met een subsidie voor ` 008 Jaar van het Religieus Erfgoed'
is bijgedragen aan meer duurzame aandacht voor (de problematiek van het vrijkomen van)
religieuze gebouwen. Ook is bijgedragen aan het project E-Tsjerke om de Friese monumentale
kerken (op een moderne manier) toegankelijker te maken, opdat meer mensen de kerk en de
provincie bezoeken.
Van de 7 Friese gemeenten die hebben gereageerd, geven 15 gemeenten (56%) aan, dat zij
op geen enkele wijze de afgelopen 6 jaar aan aanvullend beleid of ondersteuning van kerken
dan wel kerkbesturen heeft gedaan. En dat terwijl de gemeentelijke overheid bij uitstek de
overheidslaag is die dat op lokaal niveau en met beleid zou kunnen c.q. moeten doen.
Van de gemeenten die aangeven dat wel te doen (44%), is de verscheidenheid aan soorten
ondersteuning groot, maar is dat vaak niet in geld uit te drukken. Het gaat vaak om
incidentele projecten waar ambtelijke ondersteuning plaatsvindt of planologische
medewerking wordt verleend, bijvoorbeeld inzake herbestemming van kerken (onder andere
de Noorderkerk te Sneek inzake het Culturele Kwartier). Naast ondersteuning bij
herbestemming (in 4 gemeenten), vindt ook ambtelijke en soms financi le ondersteuning
plaats bij gebruiksvergunningen ( gemeenten) en bouwhistorisch onderzoek ( gemeenten).
De diversiteit inzake ondersteuning bij de `exploitatie van een kerk' (inclusief
accommodatiebeleid) is groot. Dit varieert van een vast klein bedrag in de exploitatie van een
kerk tot de verhuur van een gemeentelijk pand ten behoeve van een moskee, en van de
aankoop van een klokkenstoel tot het huren van een kerk als trouwlocatie.
De 8 gemeenten die beleid op dit vlak hebben geformuleerd, hebben dat bijna alleen maar
(88%) gedaan op het vlak van subsidiebeleid c.q. een subsidieverordening voor de
instandhouding van monumenten (hetzij gemeentelijke monumenten, hetzij aanvullend op
rijksmonumenten) in het algemeen, waar kerken een (klein) deel van uitmaken.
De 11 gemeenten die geen beleid hebben geformuleerd maar dit wel van plan zijn, willen
dat ook vooral gaan doen op hetzelfde vlak als hiervoor genoemd waar gemeenten al wel
beleid hadden geformuleerd. Concreet houdt dat in: 4 gemeenten willen een gemeentelijk
monumentenlijst gaan opstellen, eveneens 4 gemeenten willen een subsidieverordening gaan
opstellen voor (gemeentelijke monumenten dan wel aanvullend op rijksmonumenten) en
gemeenten willen de kerktorens in gemeentelijk eigendom overdragen aan een op te richten
stichting. Er zijn in totaal gemeenten die aangeven een erfgoedbreed beleid (cultuurhistorie
en monumenten) te willen opzetten, waarvan n dat in samenhang met een gemeentelijke
monumentenlijst wil doen.
105
De 7 gemeenten die geen beleid hebben geformuleerd en dat ook niet van plan zijn, geven
als redenen aan:
- `de kerken staan er goed bij' waardoor er geen problemen worden
gezien bij het instandhouden van de kerken en er dus geen beleid nodig is ( gemeenten);
- men onderhoud en restaureert de eigen kerktorens en heeft geen
budget beschikbaar voor restauraties van andere kerken of voor een subsidieverordening (
gemeenten);
- door de gemeentelijke herindeling zal er toch nieuw (gezamenlijk) beleid
moeten worden ontwikkeld en vooruitlopend daarop wenst men niet te investeren in het
opzetten van eigen beleid (1 gemeente).
In een tabel c.q. gewenste matrix samengevat, geeft dit het volgende beeld:
Bedrag in * % Bedrag in * % Bedrag in * % Bedrag in *
Directe
financi le
Ondersteuning /
instandhouding
kerkgebouwen:
Rijksmonumenten 0.88 .905 100% 1.958.000 8 % .4 0.748 9 % 5. 6 .65
Niet-
Rijksmonumenten 0 0% 4 .805 18% 17 .97 7% 605.777
Indirecte
ondersteuning
aan kerken en
kerkbesturen:
Projecten en 0 0% 854.847 100% 0 0% 854.847
budgetsubsidie
beheerstichting
Herbestemming, 0 0% 0 0 107. 94 100% 8 . 94
gebruiksvergunningen
Bouwhistorisch
onderzoek, exploitatie,
accomodatiebeleid
* Bedragen zijn totaalbedragen over de laatste 6 jaar ( 00 t/m 008)
106
Uit het voorgaande zijn de volgende deelconclusies te trekken:
Het Rijk en de provincie Frysl n hebben de laatste 6 jaar respectievelijk gemiddeld ,5 miljoen
en 400.000 per jaar in de restauratie van kerken (en onderdelen daarvan) gestoken. Bij het
Rijk ging dat (logischerwijs) voor 100% naar rijksmonumenten, bij de provincie Frysl n is dat
8 %.
Een op de 5 Friese gemeenten draagt niet financieel bij aan de instandhouding van kerken.
De gemeenten die dat wel doen, doen dat in totaal (van 7 gemeenten) met een gemiddeld
bedrag van 4 .000 per jaar. Hiervan gaat meer dan de helft naar de kerktorens die in bezit
zijn van de desbetreffende gemeente of van deze gemeente uitgaande stichtingen, wat dus
als eigenaarbijdrage moet worden beschouwd. Van wat de gemeenten bijdragen, gaat 9 %
naar rijksmonumenten.
Indirecte (beleidsmatige) ondersteuning wordt door het Rijk niet gegeven, en door de
provincie Frysl n slechts in projectvorm en door ondersteuning van een enkele stichting. Beleid
door de hogere overheden in dezen is alleen maar subsidiebeleid.
Minder dan de helft van de Friese gemeenten biedt op indirecte wijze (beleidsmatige)
ondersteuning. Waar ondersteuning plaatsvindt, heeft dat vooral met incidentele zaken te
maken als de herbestemming van een kerk of gebruiksvergunningen voor de nevenfunctie
van de desbetreffende kerk. Van de gemeenten die beleid hebben geformuleerd of dat van
plan zijn te doen, is dat vrijwel alleen op het vlak van een gemeentelijke monumentenlijst
en/of van een subsidieverordening c.q. subsidiebeleid voor monumenten in het algemeen.
De deelconclusies kunnen als volgt worden samengevat:
De overheden kennen ten aanzien van kerken vrijwel alleen subsidiebeleid dat gericht is op
het instandhouden van de (monumentale) kerkgebouwen.
Het geld dat de overheden in kerken investeren, gaat voor meer dan 90% naar
rijksmonumenten.
Er is nauwelijks aanvullend (en op elkaar afgestemd) beleid bij de overheden inzake de
problematiek van de kerken en de ondersteuning van kerkbesturen daarbij.
107
Appelscha Ooststellingwerf vm. Trefkerk 190 Nee, Kerkhof is rijksmonu
bedrijf/atelier ment
Boornbergum Smallingerland Gereform. kerk 1911 Ja, VGK
Donkerbroek Ooststellingwerf Gereform. kerk 191 Ja, Rijksmonument
PKN Geref. vanwege orgel
Drachten Smallingerland Zuiderkerk 19 5 Ja,
PKN Geref.
Drachten Smallingerland vm. Rehobothkerk 19 5 Ja, Ch. Fellowship
Winkel
Harlingen Harlingen vm. Lutherse kerk 1879 Nee,
Haule Ooststellingwerf Hervormde kerk 1854 Ja,
PKN Hervormd
Haulerwijk Ooststellingwerf Hervormde Ja,
kerk 185 PKN Hervormd
Haulerwijk Ooststellingwerf Gereform.kerk 19 0 Ja,
PKN Geref.
Heerenveen Heerenveen Kruiskerk 19 1 Ja,PKN Geref.
Heerenveen Heerenveen Kerk Nijehaske 1775 Nee, Bedrijf
Houtigehage Smallingerland Noord-Jeru l 19 8 Ja, PKN Hervormd
Offingawier Sneek Kerkje Offingawier 188 Ja,PKN Hervormd Toren is rijksmonument
Oudega Smallingerland It Ljochtbaken 1910 Ja,
PKN Geref.
Oudehorne Heerenveen Gereform.kerk 19 4 Ja,PKN Geref.
Sneek Sneek Noorderkerk 1881 Nee, Cult. Centrum
Sneek Sneek Ichtuskerk 1960 Nee, Leegstand
Sneek Sneek Kerk Sperkhem 19 0 Ja,NAK
Tjalleberd Heerenveen Doopsgezindekerk 1871 Ja,
Doopsgez.
19
Geen officieel aangewezen gemeentelijke monumenten, maar (zonder status) voorkomend op een lijst van beeldbepalende of be
houdenswaardige panden :
Doopsgezinde kerk Balk Gaasterl n-Sleat 186 Ja, Doopsgezind
Ichtuskerk Heeg Wymbritseradiel 1890 Ja,
PKN Geref.
Sint Jozefkerk Heeg Wymbritseradiel 1876 Ja,RK
Stadslaankerk IJlst Wymbritseradiel 1910 Ja/Nee, Geref. Muziekverenig.
Rijksmonument
4 vanwege orgel
108
In het verleden zijn al heel wat kerkgebouwen gesloopt omdat de kerkelijke eigenaar het
onderhoud niet meer kon betalen, het aantal lidmaten te ver was teruggelopen en/of het
gemakkelijker/goedkoper was om op een andere locatie nieuw te bouwen. Vooral in de
tweede helft van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw is er op dit punt veel
gebeurd. Met name in de groep van gereformeerde kerken, die dikwijls ingrijpend werden
vernieuwd of vervangen vanwege een groeiend aantal kerkgangers en de emancipatie en
zelfbewustwording van de gereformeerden in het algemeen.
Sytse ten Hoeve heeft op basis van literatuur- en archiefonderzoek vastgesteld dat er in 1648
op het vasteland van Frysl n in totaal kerkdorpen waren, naast de elf steden met een of
meer kerken. Sinds de Reformatie zijn er tot en met de negentiende eeuw 57 kerken
afgebroken (en niet vervangen):
- op 5 plaatsen, waar een klokkenstoel op een kerkhof staat;
- op 7 plaatsen, waar een losse toren staat;
- op 6 plaatsen waar louter een kerkhof bewaard bleef;
- op 6 plaatsen waar ook het kerkhof niet bewaard bleef.
- In Harlingen de Westerkerk
- In Leeuwarden de St Vituskerk en de kerk van Nijehove.
Monumentale hervormde historische stads- en dorpskerken die in de twintigste eeuw werden
afgebroken en niet op hun historische plaats vervangen werden, zijn die van:
- Engwier (190 )
- Easterwierrum (1904, nieuwbouw elders)
- Siegerswoude (1905, nieuwbouw elders)
- Opeinde (1908, nieuwbouw elders)
- Idskenhuizen (19 6, nieuwbouw elders)
- Leeuwarden, Galilee rkerk (1940)
- Heerenveen, Kruiskerk (1969, nieuwbouw elders)
- Drachtstercompagnie (197 , na leegstand en brand)
- Jutrijp (1976; stond niet meer op historische plaats, maar tegenover kerkhof)
- Gorredijk (1985, nieuwbouw elders)
- Beets (1989)
- Leeuwarden, Goede Herderkerk ( 00 )
Na 1945 afgebroken waardevolle kerken van andere dan hervormde denominaties:
Rooms-katholiek:
- Franeker (1961, vervangen)
- Jirnsum (1965, vervangen)
- Wytgaard (1965, nieuwbouw elders)
Gereformeerd:
- Makkum (1965, nieuwbouw op dezelfde plaats)
- Anjum (1967, na brand)
- Leeuwarden, Oosterkerk (1981)
- Joure (1984, nieuwbouw elders)
- Marrum ( 000)
109
J. Sonneveld, Inventarisatie kerkelijke gebouwen in Nederland, (Vrije Universiteit
Inventarisatie Kerkelijke Gebouwen in Nederland, Amsterdam, 005).
Zie:
Reliwiki
Zie:
Nico Nelissen (red.), Geloof in de toekomst. Strategisch Plan Religieus Erfgoed, (Stichting
008 jaar van het Religieus Erfgoed, Berne-Heeswijk, 008).
Zie:
Sytse ten Hoeve, `Friesland Kerkenland?', `Torens, kerken en klokkenstoelen in Friesland'
en `Friese dorpen' in: Fryslân XIII- en en XIV/XV- 009. (Koninklijk Fries Genootschap
Leeuwarden, juli en oktober 008 en juli 009).
Sytse ten Hoeve, `Respect voorop bij aanpak kerkinterieurs', in: Leeuwarder Courant,
juni 008 en Tijdschrift Monumenten 9-7 (Cuyk, 008)
Door Jelsma, `Hoe verder met Godshuizen in Nederland', in: Vitruvius nr. 5, (Educom,
Rotterdam, oktober 008).
Rob Wolters, `Deltaplan toekomst kerkgebouwen', in: Katholiek Nieuwsblad,
('s-Hertogenbosch, 6 januari 007).
Zie:
`Bedreigde kerkgebouwen en kloosters', december 007.
`Kerkgebouwen met toekomst', december 007.
`Open kerken - Voorbeelden ter inspiratie', zonder datum.
`Beter beleid kerkgebouwen - Tips voor overheden', zonder datum.
`Tien-puntenplan voor toekomst kerkgebouwen'; december 008.
Lydia Jongmans, Brigitte Linskens en Arie de Groot (red.), Handreiking Religieus
Erfgoed voor burgerlijke en kerkelijke gemeenten. Van kerkelijk gebruik tot
herbestemming (Den Haag ,2008).
VerenigingNederlandseGemeenten
Diverse artikelen in VNG-magazine:
`Zijn veel kerkgebouwen `vogelvrij'?', in: VNGM, 0 maart 007
`Hoe zijn monumentale kerkgebouwen beter te gebruiken?', in: VNGM 8 mei 007.
`Van Vollenhoven: beloon herbestemming monumenten', in: VNGM, 8 mei 007.
`Tweede leven voor kerkgebouwen', in: VNGM, 11 juni 007.
` 008 is het Jaar van het Religieus Erfgoed', in: VNGM, 15 januari 008.
`Van Vollenhoven pleit voor nationaal fonds tegen sloop van kerken', in: VNGM, 1 januari
008).
Zie: (trefwoorden: aanpassing kerkgebouwen).
110
Regnerus Steensma, Kerken wat doe je er mee?, (Bosch en Keuning, Baarn, 1981).
Tessel Pollman, Herbestemming van kerken. Een ontnuchterend relaas, (Zeist, 1995).
Caspar Dullemond (red.), Niet onder stoelen of banken. Over een ander gebruik van
kerkgebouwen, (Boekencentrum, Den Haag, 1997).
Gert Jan van Harst, Monumentale kerkgebouwen, een lust voor de kerk!, (Boekencentrum,
Zoetermeer, 000).
Kees Doevendans en Gertjan van der Harst (red.), Het kerkgebouw in het post-industriële
landschap.( Boekencentrum, Zoetermeer, 004).
Projectgroep Pilot Herbestemming Kerken in de provincie Zeeland ( N. Roeterdink red.),
Historische Kerken in Zeeland, (Middelburg, 005).
Harrie Maas (red.), Toekomst voor religieuserfgoed in Noord-Brabant, (Monumentenhuis
Noord-Brabant, 005).
Het Oversticht, Herbestemde kerken Overijssel.
Zie:
Provinciaal Bestuur Limburg, Beleidskader Kerken, Kloosters en ander Religieus Erfgoed,
(Maastricht, 008).
Fons Asselbergs, Het kerkgebouw: Zelfbeeld en imago. Inzet voor een offensief ,
rijksadviseur Cultureel Erfgoed, (Speech, gehouden in Alkmaar op 6 april 007).
B. Krols, Converted Churches, (Allmedia, Amsterdam, 007).
Projectbureau Belved re, Onderzoek herbestemming kerken en kerklocaties. Een
inventarisatie vanaf 1970, (Bisdom Haarlem, Bisdom Rotterdam, 008).
Projectbureau Belved re, Aanbevelingen herbestemming kerken en kerklocaties aan lokale
overheden en kerkelijke bestuurders. (Bisdom Haarlem, Bisdom Rotterdam, 008).
Peter Karstkarel, De oude Kaart van Nederland- leegstand en herbestemming in Fryslân,
(H s en Hiem en Atelier Rijksbouwmeester, Leeuwarden, 008).
Werkgroep Kerkbouw van de Protestantse Kerk in Nederland, Manifest (her)gebruik
kerkgebouwen juni 007.
Zie:
Protestantse Kerk Nederland (rapportage A. van der Lingen en J. H. Uytenbogaardt), Een
protestantse visie op het kerkgebouw met een praktisch-theologisch oogmerk, (PKN,
Zoetermeer, 008).
Anne Schram, Kees Doevendans en Wim Velzen (red.), Kansen voor Kerkgebouwen-Vragen
& uitdagingen bij gebruik en herbestemming, (Protestantse Kerk in Nederland, Utrecht,
008).
R.M. Belder (red.), Passie voor kerken Documentatie voor Kerkgebouwen, (Vereniging
voor Kerkrentmeesterlijk Beheer, Dordrecht, 008).
Nederlandse bisschoppenconferentie, Het kerkgebouw als getuige van de christelijke
traditie. 6 september 008.
Zie:
111
---- --
Provincie Friesland