Ingezonden persbericht
Werknemer akkoord met uitblijven loonsverhoging, mits manager ook lijdt
Werknemer legt zich neer bij gevolgen crisis
Werknemers in Nederland leggen zich neer bij de vervelende gevolgen van de crisis. Slechts 15 procent van de werknemers verwacht dat hun salaris verhoogd zal worden met meer dan alleen inflatiecorrectie. Ruim een derde (37 procent) verwacht helemaal geen verhoging van het salaris. De realiteitszin over de crisis lijkt bij werkenden in Nederland groter te zijn geworden, want twee jaar geleden hield nog maar 18 procent van de werknemers rekening met nul procent extra salaris.
Dat is de belangrijkste uitkomst van de Randstad Werkmonitor, uitgevoerd door Blauw Research onder 874 werkenden. De onderzoekers peilden de stemming onder werkenden over hun positie in de huidige economische situatie. De conclusie: werknemers beseffen heel goed in welk economisch klimaat Nederland zich op dit moment bevindt. Het vertrouwen in het vinden van een andere baan blijft daarbij onveranderd laag en nog steeds acht een kwart van de werknemers de kans aanwezig dat ze binnen een half jaar worden ontslagen.
Weinig vertrouwen in vinden nieuwe baan
In het bedrijfsleven geeft bijna de helft (48 procent) van de werknemers aan dat binnen hun organisatie minder werk is door de crisis. Bij bijna de helft van deze organisaties zijn al ontslagen gevallen. Bijna 4 op de 10 werknemers heeft er weinig vertrouwen in dat ze binnen een half jaar een nieuwe baan kunnen vinden; het vertrouwen staat op het laagste punt sinds 2003. Ook de kans op ontslag is volgens hen hoog. Deze onzekerheid maakt dat werknemers realistisch zijn ten aanzien van eventuele maatregelen die de werkgever moet nemen. Zo vindt bijvoorbeeld 48 procent dat impopulaire maatregelen bij organisaties onvermijdelijk zijn om zich te wapenen tegen de crisis. Slechts een derde vindt maatregelen overbodig.
Solidariteit gevraagd
De acceptatie van de gevolgen van de crisis blijkt ook uit andere uitkomsten. Werknemers tonen begrip voor minder of geen salarisverhoging. Ook tijdelijk ergens anders gaan werken om later weer terug te kunnen keren, is voor tweederde eventueel acceptabel.
Daarnaast staat een grote meerderheid van de werkenden (86 procent) niet afwijzend tegenover omscholing om ander werk te kunnen doen bij de huidige werkgever of om de zoektocht naar een nieuwe baan te bespoedigen.
Een belangrijke voorwaarde voor het accepteren van dergelijke maatregelen is dat ook de managers hun steentje bijdragen en zelf inleveren. Het begrip en vertrouwen in de werkgever lijkt er dus zeker te zijn, zolang men het gevoel houdt dat er binnen de organisatie solidariteit bestaat.
En toch: optimisme
Ondanks alles blijven werkenden in Nederland gemiddeld genomen vrij optimistisch. Volgens een groot deel van hen is het dieptepunt bereikt; slechts 13 procent verwacht namelijk dat het in het komende jaar nog slechter met het bedrijf zal gaan dan nu het geval is. Opvallend is dat met name werknemers binnen de overheid en andere non-profitorganisaties dit aangeven. De sector die nu het zwaarst lijkt te zijn getroffen door de crisis, de dienstverlening, heeft de meest optimistische werknemers. Maar liefst 50 procent verwacht dat het volgend jaar beter zal gaan. Zij verwachten dat het dieptepunt dan is bereikt.
De index: externe mobiliteit hoger, interne mobiliteit laag
De verwachting of men daadwerkelijk binnen nu en een half jaar een andere baan heeft, wordt weergegeven in de mobiliteitsindex. Deze index is in de afgelopen periode gestegen, net als de verwachting ander werk te doen bij een andere werkgever. De verwachting dat men een andere baan kan krijgen bij de huidige werkgever is echter naar een dieptepunt gedaald. Werkenden denken blijkbaar eerder ergens anders aan de slag te gaan, dan een promotie te krijgen of intern van baan te wisselen.
Wat verder bleek uit de Randstad Werkmonitor:
- Met de helft van de organisaties waar de ondervraagde werknemers in dienst zijn, gaat het niet goed. Ruim 4 op de 10 geeft aan dat dit (mede) door de kredietcrisis komt. Met name bij organisaties binnen de dienstverlening gaat het slecht. 64 procent van de mensen die binnen deze sector werkt, geeft aan dat het slecht tot redelijk gaat met hun organisatie.
- Per saldo hebben meer mensen bewondering voor hun werkgever (ten aanzien van de maatregelen die hij durft te nemen) dan dat ze negatiever over hun werkgever zijn gaan praten. Ook is 48 procent van mening dat de maatregelen gewoon nodig zijn om de crisis het hoofd te bieden. 34 procent is deze mening juist niet toegedaan.
De uitkomsten van het onderzoek in cijfers:
Nederlandse werknemers
Tevredenheid met de werkgever
Vertrouwen in vinden nieuwe baan
Angst voor ontslag
Toe aan nieuwe uitdaging
Mobiliteits index
Dec.
2009
87%
64%
8%
49%
100
Sept.
2009
87%
65%
7%
49%
93
Juni
2009
88%
68%
7%
48%
94
April
2009
85%
71%
6%
52%
97
Dec.
2008
85%
73%
4%
47%
95
Sept.
2008
84%
78%
5%
51%
105
Juli
2008
83%
77%
3%
50%
85
April
2008
82%
74%
5%
50%
95
Dec.
2007
84%
73%
5%
49%
96
Sept.
2007
83%
75%
4%
53%
108
Juni
2007
83%
77%
3%
55%
107
Feb.
2007
81%
74%
5%
54%
101
Dec.
2006
81%
72%
5%
57%
106
Okt.
2006
85%
75%
5%
55%
99
Aug
2006
86%
70%
4%
55%
101
Juni
2006
82%
72%
5%
54%
108
April
2006
84%
69%
6%
54%
103
Feb.
2006
81%
70%
5%
52%
97
Dec.
2005
80%
68%
7%
54%
91
Okt.
2005
83%
67%
6%
52%
99
Aug.
2005
85%
67%
6%
54%
95
Juni.
2005
79%
65%
8%
57%
99
April.
2005
80%
69%
9%
57%
99
Feb.
2005
83%
68%
7%
57%
99
Dec
2004
85%
70%
8%
55%
93
Okt.
2004
84%
73%
8%
53%
99
Aug.
2004
87%
77%
6%
53%
104
Juni.
2004
84%
75%
10%
57%
106
April.
2004
86%
74%
6%
52%
91
Feb.
2004
83%
74%
10%
52%
98
Dec.
2003
87%
75%
6%
57%
99
Nov.
2003
88%
80%
9%
54%
103