ChristenUnie
Bijdrage Ernst Cramer debat Nederlandse visie op nieuwe
Europese visserijbeleid
Bijdrage Ernst Cramer debat Nederlandse visie op nieuwe Europese
visserijbeleid
donderdag 17 december 2009 10:00
De heer Cramer (ChristenUnie): Voorzitter. We voeren vanmorgen een
belangrijke discussie. Er is al vaker in de commissie over gesproken,
maar nu ligt dan toch de visie van de minister voor. Ik begin met het
geven van een compliment voor die visie. Is dat het eind van de
discussie? Nee, schat ik in, maar het is in ieder geval een
belangrijke stap in de ontwikkelingen. De ChristenUnie vindt het een
ambitieuze visie, zowel van de Europese Commissie als van het
Nederlandse kabinet. Het is een visie die kan helpen om de visserij
weer een goede toekomst te geven. Dat vinden we belangrijk. Ik wil
waarschuwen voor één begrip uit de nota, namelijk "duurzaamheid". We
moeten oppassen dat dit begrip niet te veel een containerbegrip wordt
en een panacee voor alles: als we dat maar noemen, is het opgelost. Zo
is het niet. We moeten echt invulling aan het begrip geven. Ik zie
daarvan kiemen in deze nota en misschien wel meer dan kiemen. Ik vind
het echter nodig om dit in ieder geval opgemerkt te hebben. Ik bouw
mijn verhaal op langs de drie speerpunten van de minister, gevolgd
door een uitsmijter. Dat moet kunnen in zes minuten.
De minister geeft aan dat we praten over meer duurzaam gebruik van het
ecologische kapitaal. Dat is het eerste speerpunt. De minister is het
eens met de conclusie in het groenboek dat de visbestanden onder druk
staan. Dat is een belangrijke stap voorwaarts. Collega Polderman sprak
daar ook al over. De EU wijst hiermee naar zichzelf. Het beleid dat
tot nu toe is gevoerd, heeft op dit punt onvoldoende gewerkt. Een
voorbeeld daarvan is het feit dat de discards er nog steeds zijn.
Daarvan zullen we dus echt werk moeten maken. Het is ambitieus om ze
helemaal uit te bannen, want er is altijd een strijd: als ik een net
gebruik, dus niet alleen een haakje waarmee ik één vis vang, kan er
altijd iets anders in dat net zitten. De vraag is of je niet moet
praten over bepaalde rechten op een visvangst in aantallen tonnages,
inclusief bijvangst. Die zal gebaseerd moeten zijn op de maximaal
duurzame hoeveelheid vis die je over het geheel kunt vangen. Een
visser bekijkt dan niet meer welke vis hij wel of niet mag vangen met
zijn net; hij bekijkt of hij een totale duurzame hoeveelheid vis kan
opvissen. Het is daarbij belangrijk dat we gaan nadenken over het
aanpassen van de omvang van de vloten voor de visbestanden waarop wel
gevist mag worden. Ik hoor graag de visie van de minister daarop. Dit
is nu namelijk ook een behoorlijk probleem. Als wij eisen opleggen aan
de sector met betrekking tot verduurzaming, zullen we daarnaast de
sector de kans moeten geven om dat terug te verdienen. Het is een
belangrijk goed dat dit kan werken, als we de sector mee willen
hebben. Vorig jaar heb ik het voorstel gedaan om eens na te denken
over zee-uren in plaats van zeedagen. Dan kan het schip verder van de
kust af zonder dat het gelijk aan de rechten tegemoet komt. Ik heb
niet helder hoe het staat met de uitwerking van die motie. Ik zou
daarover graag meer willen horen.
Het tweede speerpunt van de minister is de grotere rol van de markt.
Collega Polderman sprak daar ook over en ik wil daarbij aansluiten;
dat scheelt mij tijd. Wat betreft de eigen verantwoordelijkheid wil ik
de vergelijking maken met de financiële wereld. Er is geen markt
zonder heldere sturing en heldere kaders. We zullen het dus niet aan
de volledige vrijheid over kunnen laten. De intentie die de minister
beschrijft, deel ik, maar er zijn altijd freeriders of mensen die zich
er niet aan houden. Dan zegt men op een gegeven moment: er is geen
gelijk speelveld en dus moeten wij ook wel. Ik vraag daarvoor de
aandacht van de minister. Ik geloof niet dat dit zal gaan werken. Ik
denk dat er een grotere sturing nodig is.
Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Vindt de heer Cramer ook dat we naast
het GVB zouden moeten kijken naar wat er in de rest van de wereld
gebeurt? We kunnen hier natuurlijk prachtige afspraken maken, maar ...
De heer Cramer (ChristenUnie): Absoluut. Daar wilde ik mijn volgende
vraag over stellen. Ik vind dat je ook eisen moet stellen aan de
import. Wij stellen eisen aan onze duurzaamheid; dat kunnen we
verantwoorden en dat vinden we noodzakelijk met het oog op de
schitterende tuin die de zee is en weer meer moet worden. We zullen
ook eisen moeten stellen aan wat we importeren. Dat geldt voor de wild
gevangen vis, maar ook voor de kweekvis. Mevrouw Snijder knikt nu
gelukkig; toen ik het plenair aan haar vroeg, was zij het er nog niet
mee eens. Ik vind dat we echt eisen moeten stellen. Dan kunnen we als
Europa ook zeggen: wij hebben het goed geregeld en wij stellen die
eisen; daarmee hebben wij onze verantwoordelijkheid hier genomen.
Ik ga naar het derde speerpunt van de minister, namelijk andere
besluitvorming en regionalisering. Er wordt gesproken over het geven
van meer bevoegdheden aan de RAC's. Op zichzelf vind ik dat een goede
gedachte, maar luisterend naar de geluiden uit de visserijwereld vraag
ik me af of dit al helemaal goed functioneert. Er wordt gesproken over
praten van de visserman met de professional. Dat moet echt heel goed
zijn, wil dat op vertrouwen gaan berusten. Ik ben het dus eens met de
visie, maar de praktijk is misschien op sommige momenten
weerbarstiger. Bij regionalisering kan het helpen dat de visserman een
vorm van rechten heeft: dat mag hij vissen. Je kunt er zelfs over
denken om de rechten te doen toenemen als hij het duurzaam doet. Dan
moet je wel kunnen schakelen binnen het geheel van wat er duurzaam
opgevist mag worden.
Ik hoor dat ik nog 45 seconden heb, dus ik ga naar mijn uitsmijter. We
hebben in voorbereiding op dit AO gesproken met een aantal mensen uit
de sector. We stuitten daarbij op een buitengewoon rigoureus idee dat
bij de vissermensen leeft. Ik vond het althans heel rigoureus toen ik
het hoorde. Waarom zou je niet overwegen om de hele vloot in één keer
te verduurzamen? We kunnen wel blijven proberen om deze schepen om te
bouwen en hier te schakelen, maar dan zit je altijd met een vorm van
vernietiging en terugverdientijd en dan duurt het jaren voordat je
klaar bent. Waarom niet een heel rigoureuze stap? Ik begrijp dat het
serieuze plannen zijn en dat er nagedacht wordt, ook in het
Innovatieplatform, over deze mogelijkheid. Als we deze stap willen
zetten en we echt inhoud willen geven aan duurzaamheid, zou het dan
niet een geweldige sprong voorwaarts kunnen zijn als de hele sector
met de helpende hand van de overheid bereid is om de handschoen op te
pakken en commercieel aan de slag te gaan op een duurzame wijze?
De heer Van der Vlies (SGP): Op zichzelf is dit natuurlijk een
inspirerende benadering, die iets prikkelends in zich heeft. Bij mij
komt dan echter altijd meteen voor de geest: wie zal dat betalen? In
de sector zit er momenteel weinig vlees op het bot en de overheid moet
35 mld. bezuinigen. Het perspectief lijkt dus niet zo erg kansrijk.
Maar goed, misschien heeft de heer Cramer hier een uitwerking bij die
mij helpt.
De heer Cramer (ChristenUnie): Ja, ik heb een complete begroting! Nee,
daar zal ik eerlijk in zijn. Het begint met een idee. Daarbij is door
de sector gezegd dat het goed zou zijn om een haalbaarheidsonderzoek
te doen. Nederland kan dat niet alleen doen; we zullen het breed
moeten bekijken. Als we, met de visie van de minister en de visie in
het groenboek, een echt duurzame stap willen zetten maar aan het eind
van de rit niet bereid zijn om het geld te maken, dan zijn al onze
principes niets waard. Ja, we hebben een klem, maar we hoeven het ook
niet vandaag te realiseren. We hoeven het ook niet per se morgen te
realiseren, maar we moeten wel bekijken op welke termijn het dan wél
kan. Daar zou ik aan willen werken. Het leven staat bol van het maken
van keuzes en dit kan er een zijn. We kunnen echter niet zeggen dat we
wel bereid zijn om een duurzaamheidseis op te leggen, maar niet om
daar als maatschappij de kosten voor te dragen. Dat gaat voor mij niet
samen.
De heer Polderman (SP): Ik vind dit een prima gedachte, maar ik snap
iets niet. De heer Cramer zet aan het begin van zijn betoog een
vraagteken bij het begrip "duurzaamheid". Dat mag geen containerbegrip
worden. Dat ben ik met hem eens, want je moet het specificeren. Nu
komt de heer Cramer echter met het idee om de hele vloot te
verduurzamen. Wat verstaat hij daar dan precies onder? Dat staat nog
los van de vraag van de heer Van der Vlies: wie gaat dat betalen? Kan
de heer Cramer iets concreter zijn? Anders vind ik dit wel een beetje
een schot voor de boeg.
De heer Cramer (ChristenUnie): Een deel van de verduurzaming kan
zitten in modernere vistechnieken. De boomkorvisserij kost
bijvoorbeeld heel veel brandstof. Daar zijn andere oplossingen voor
denkbaar, maar het is een moeizaam traject om het binnen de huidige
financiële structuur goed doorgevoerd te krijgen. Er zijn goede
initiatieven met nieuwe visserijtechnieken, zoals de sumwing. Als we
willen schakelen tussen visbestanden, zouden we ook een meer
multifunctioneel schip moeten hebben. Ik ben niet helemaal thuis in de
visserijwereld. Ik krijg dit aangereikt door de mensen die erin
zitten. Zij zien mogelijkheden, maar dan moet er wel een rigoureuze
stap worden gezet.
De heer Polderman (SP): Ik denk dat dit wel kern van de zaak is. Is de
heer Cramer het met mij eens dat je verduurzaming in de visserij
eigenlijk moet zien in de driehoek people, planet, profit en dat die
driehoek in evenwicht moet zijn? Nu wordt de profit veel te sterk
benadrukt; daar hebben planet en people, het milieu en de visserman
dus, onder te lijden. Is de heer Cramer het met mij eens dat je
verduurzaming alleen kunt benaderen als je uitgaat van balans in de
driehoek? Met dat uitgangspunt kunnen we een stap verder zijn.
De heer Cramer (ChristenUnie): Juist vanuit de gedachte dat we de stap
moeten maken dat we de drie aspecten in balans moeten brengen, is dit
een weliswaar rigoureus maar goed idee. Het is een belangrijke stap om
dat te bereiken.
Tags
Ernst Cramer