Ministerie van Buitenlandse Zaken

beantwoording vragen van het lid Ferrier over voedselproductie in ontwikkelingslanden > Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden Boekestijn en Nicolaï over Nederlandse hulp aan Nicaraqua

Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden Boekestijn en Nicolaï over Nederlandse hulp aan Nicaraqua

Kamerbrief | 8 december 2009

Afbeelding 1

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Boekestijn en Nicolaï over Nederlandse hulp aan Nicaragua. Deze vragen werden ingezonden op 19 november 2009 met kenmerk 2009Z22066.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Drs. A.G. Koenders

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken en de heer Koenders, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking op vragen van de leden Boekestijn en Nicolaï (VVD) over Nederlandse hulp aan Nicaragua.

Vraag 1

De hulp aan Nicaragua is enige tijd geleden bevroren. Worden er in het geheel geen projecten meer ondersteund van NGO's?

Vraag 2
Indien wel, staat het vast dat de Nicaraguaanse NGO´s geen mantelorganisaties van de Sandinistische overheid en schaduwoverheid zijn en deze gelden eventueel onjuist worden besteed, bijvoorbeeld door te worden ingezet voor propaganda doeleinden?

Antwoord op vraag 1 en 2

In 2008 is besloten de algemene begrotingssteun voor Nicaragua te halveren nadat bekend was geworden dat enkele politieke partijen werden uitgesloten van de gemeentelijke verkiezingen in november van dat jaar. Toen duidelijk werd dat er bij die verkiezingen ook was gefraudeerd, is besloten de algemene begrotingssteun voor 2009 geheel te bevriezen. Dit gaat om een bedrag van 12 miljoen euro.

Het bilaterale programma gaat door. Daarin wordt substantieel samengewerkt met NGO's. Nicaragua is een van de armste landen van Latijns-Amerika en het bilaterale programma is gericht op armoedebestrijding. Daarmee is een bedrag gemoeid van 22 miljoen euro. Nederland is daarbij actief in de sociale sectoren (gezondheid en onderwijs) alsook op het gebied van economische groei (private sectorontwikkeling). Een bijzondere meerwaarde van ons land in het donorveld ligt ook in de beleidsdialoog, waarbij Nederland meer dan andere donoren bij de overheid thema's als goed bestuur, mensenrechten, inheemsen en vrouwen (reproductieve gezondheid en rechten) ter sprake brengt en ook in zijn programma's opneemt.

Onze ambassade in Managua werkt alleen met NGO's die geen partijpolitiek bedrijven. In de gezondheidssector zijn dat een organisatie die is verbonden aan Population Services International en de Internationale Vrouwen Gezondheidsorganisatie die beide in de VS zijn gevestigd. Op het gebied van Civil Society wordt onder meer samengewerkt met organisaties die zijn gelieerd aan de Internationale Oecomenische Vredesdienst en de Stichting Kinderpostzegels en het particuliere bedrijfsleven wordt ondersteund via onder meer lokale brancheorganisaties.

Vraag 3
Op welke wijze ondersteunt Nederlandse ontwikkelingssamenwerking Honduras? Worden projecten ondersteund van NGO´s en welke zijn deze?

Vraag 4
Staat het vast dat deze NGO´s in Honduras geen mantelorganisaties zijn van de afgezette president Zelaya en deze gelden eventueel onjuist worden besteed?

Antwoord op vraag 3 en 4

Nederland heeft geen bilaterale OS-relatie met Honduras. Er zijn dan ook geen OS-middelen die rechtstreeks ten goede komen aan de Hondurese overheid. Wel ondersteunt Nederland, via onder andere het Mensenrechtenfonds, NGO's voor een bedrag van rond de EUR325.000 in 2009. Dit betreft projecten in het kader van de bevordering van mensenrechten en voorlichting over HIV/Aids. Deze projecten worden ondersteund vanuit Nederland door de ambassade in Costa Rica.

Alvorens een contract af te sluiten met een organisatie, ontvangt de ambassade een overzicht van alle inkomsten van de betreffende organisatie. Verder ontvangt de ambassade een kopie van het laatste, externe accountantsrapport. Dit rapport geeft een goed beeld waar de inkomsten vandaan komen. Tot op heden gaven deze rapporten geen aanleiding tot twijfel over herkomst van financiering. Deze documenten worden opgevraagd en geanalyseerd alvorens een contract wordt afgesloten. Later worden de reguliere inhoudelijke en financiële rapporten beoordeeld.

Vraag 5

Op welke wijze wordt de besteding van Nederlandse OS gelden in Nicaragua en Honduras gecontroleerd?

Antwoord

Partners waarmee wordt samengewerkt dienen te rapporteren over de inhoudelijke en financiële uitvoering van de gesteunde activiteiten. Voorts vinden regelmatig onafhankelijke `audits' plaats en worden projecten bezocht door ambassademedewerkers. In de loop van 2010 verschijnt een rapport van de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) over de ontwikkelingsrelatie met Nicaragua.

Vraag 6

Hoe beoordeelt U de grove beledigingen aan het adres van het Nederlandse EP-lid Hans van Baalen en Nederland door onder andere de Nicaraguaanse staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Coronel Kautz en President Ortega?

Vraag 7

Bent U bereid protest aan te tekenen tegen de oproep tot uitzetting en de geuite beledigingen van Van Baalen en daartoe de ambassadeur van Nicaragua in Nederland te ontbieden?

Antwoord op vraag 6 en 7

De waarnemend Minister van Buitenlandse Zaken in Nicaragua (Kautz) heeft (op aandringen van President Ortega) zijn excuses aangeboden voor de opmerkingen die hij over Nederland had gemaakt.

Waarnemend Minister Kautz heeft tevens de Nederlandse Ambassade in Nicaragua laten weten dat de heer Van Baalen niet het land is uitgezet, noch persona non grata is verklaard. In de diplomatieke nota die Nederland inmiddels van de Nicaraguaanse autoriteiten heeft ontvangen worden `de uitlatingen van Hans van Baalen over zijn vermeende uitzetting uit het land nadrukkelijk ontkend'.

De Nicaraguaanse autoriteiten hebben tevens verklaard dat Nicaragua een vrij land is en dat de heer Van Baalen in theorie Nicaragua weer zal kunnen bezoeken. Dat laatste is niet een geheel duidelijk en daarom niet een geheel bevredigend antwoord. De ambassade is daarom ook opgedragen op een eenduidig antwoord aan te dringen.

In de hierboven genoemde diplomatieke nota staat dat `het Ministerie van Buitenlandse Zaken zijn respect, warme gevoelens en erkenning betuigt voor het volk en de regering van Nederland, en zijn excuses aanbiedt voor de uitlatingen van de waarnemend Minister van Buitenlandse Zaken'.

Pagina 4 van 4