Sneeuwdagen
16 december 2009 - Sneeuw maakt het winterplaatje de komende dagen
compleet. Exacte hoeveelheden en waar de meeste sneeuw valt zijn
moeilijk in te schatten. De activiteit van (sneeuw)storingen boven het
warme water van de Noordzee is lastig voorspelbaar. Blijf onze
verwachtingen en waarschuwingen volgen om verrassingen te voorkomen
(Verder lezen- actuele weersverwachting en waarschuwingen)
Sneeuw, mooi om te zien maar soms ook hinderlijk (foto Robert Hoetink)
Sneeuw (foto Robert Hoetink)
Begin dit jaar lag een groot deel van ons land voor het laatst onder
een dikke sneeuwlaag. In de zuidoostelijke helft lag op 5 januari
gemiddeld zo'n 10 cm sneeuw. De zachte winters van de laatste jaren
hebben weinig sneeuw opgeleverd zodat we het minder gewend zijn.
Sneeuw kan het verkeer parten spelen door gladheid en slecht zicht.
Als het een beetje sneeuwt valt dat nog wel mee. In lichte sneeuw is
het zicht nog zo'n 1 tot 2 kilometer. Naarmate het harder sneeuwt,
wordt het zicht snel minder. In een zware sneeuwbui ligt het zicht
tussen 200 en 500 meter, vergelijk met het zicht in mist. In zware
sneeuwbuien kan het zicht verder teruglopen soms zelfs tot minder dan
50 meter.
Sneeuw heeft ons land weinig, landelijk op 30 dagen per jaar. Vaak is
het natte sneeuw bij temperaturen boven nul. De overgang tussen
sneeuw, natte sneeuw, regen en ijzel is vaak moeilijk te voorspellen
omdat de processen die leiden tot vorming van sneeuw zich dichtbij het
vriespunt afspelen. Een kleine variatie in de temperatuur kan grote
gevolgen hebben voor de vorm van de neerslag en de situatie kan over
korte afstanden sterk verschillen. Een sneeuwlaag, die dagen blijft
liggen, komt nog minder voor. In sommige winters helemaal niet, maar
meestal ligt er wel even sneeuw. In Zeeland en Zuid-Holland op 10
dagen per jaar, in het oosten van Groningen, Drenthe en op de
Limburgse heuvels ligt op 25 dagen sneeuw.
Nader Verklaard over sneeuw
In onze rubriek "het weer nader verklaard" vindt u
achtergrondinformatie over sneeuw.
Eerste uitgave: 16-12-09
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut