Radboud Universiteit Nijmegen
Linkshandigen hebben echt andere hersens dan rechtshandigen
Datum bericht: 16 december 2009
Beknopte samenvatting
Hersenonderzoek met links- en rechtshandigen laat zien dat er veel
grotere verschillen zijn in de inrichting van de hersenen dan eerder
gedacht. De verdeling van functies over de hersenhelften is bij
linkshandigen minder sterk dan bij rechtshandigen. Het onderzoek laat
zien dat dit ook geldt voor het visuele systeem voor het herkennen van
gezichten. Linkshandigen gebruiken hiervoor beide hersenhelften, in
tegenstelling tot rechtshandigen.
Ook laat onderzoek met links- en rechtshandigen zien dat
woordbetekenissen niet als abstractie zijn opgeslagen in het brein,
maar als persoonlijke, belichaamde representatie. Het is voor het
eerst dat dit experimenteel is aangetoond. Â
Dat het taalgebied en het motorische gebied vooral links in het brein
zitten bij rechtshandigen en meer verdeeld zijn over de twee
hersenhelften bij linkshandigen is een bekend weetje.
Gezichtsherkenning is volgens de leerboeken juist een actie van de
rechterhersenhelft. Dat is minder bekend en dat is maar goed ook, want
het is niet waar! Tenminste: niet voor die 10 tot 15 procent van de
mensen die linkshandig is. Zij gebruiken hun linker- en
rechterhersenhelft evenveel als zij een gezicht bekijken.
Net als het taal- en het motorische systeem blijkt het visuele systeem
bij linkshandigen meer over de twee hersenhelften verdeeld. Het
verschil is zo opvallend dat Roel Willems, een van de auteurs van een
kortgeleden verschenen paper in Cerebral Cortex, zegt te vermoeden dat
de hersenen van linkshandigen wezenlijk anders in elkaar zitten. âDe
inrichting van de hersenhelften is flexibeler dan we dachten,â
schrijven Willems en zijn co-auteurs Marius Peelen en Peter Hagoort
van het Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour van de
Radboud Universiteit Nijmegen.
Vergeten onderwerp
Hoe kan het eigenlijk dat dit verschil tussen de hersenen van links-
en rechtshandigen niet eerder is opgevallen? Willems: âIn de jaren
zeventig, tachtig is er heel intensief op gedragsniveau gekeken naar
links- en rechtshandigheid en lateralisatie. Daarna is het uit de mode
geraakt, misschien ook wel omdat het een beetje esoterisch was
geworden. âLinks zit je verstand, rechts je gevoelâ, dat soort
uitspraken.
In de FMRI-studies van tegenwoordig gebruik je bij voorkeur
proefpersonen die zoveel mogelijk op elkaar lijken. Dus dan neem je
rechtshandige proefpersonen. Linkshandigheid geeft maar ruis in het
onderzoek. Hierdoor hebben we de verschillen over het hoofd gezien.
Maar nu we er dus gericht naar kijken komen we er achter dat het
visuele brein veel minder vast georganiseerd is dan we dachten.â
Dit onderzoek laat bovendien zien dat âhandigheidâ veel meer inhoudt
dan welke hand je voorkeurshand is, zegt Willems (zelf linkshandig).
Hij vindt het een fascinerende vraag waarom handigheid is ontstaan in
de evolutie. âWe zijn de diersoort met de sterkste voorkeur voor één
hand. Zelf ben ik aanhanger van de theorie dat specialisatie van de
hersenhelften ruimte vrijmaakte in het brein om andere functies zoals
taal te ontwikkelen. En dat het motorische en het taalsysteem aan
dezelfde kant zitten, past bij het idee dat gesproken taal is
voortgekomen uit gebarentaal.âÂ
Belichaamde cognitie
Die nauwe band tussen taal en beweging is ook het onderwerp van een
andere recente publicatie van Willems en Hagoort, ditmaal met Daniel
Casasanto van het Max Planck Instituut voor Psycholinguistiek in
Nijmegen, in Psycological Science. Ze gebruikten links- en
rechtshandige proefpersonen om een hypothese te toetsen over het
belichamen van woordbetekenissen: als we een woord lezen of gebruiken
dat een lichamelijke actie impliceert, wordt ook het motorische
centrum in het brein actief dat we nodig hebben om die actie voor te
bereiden.
Zou het dan ook zo zijn dat als we ons lichaam anders gebruiken, het
lezen van een actiewoord ook een andere hersenactivatie tot gevolg
heeft? Ja, zegt Casasanto. âDeze studie is het eerste bewijs dat de
betekenis van actiewoorden lichaamsafhankelijk is. We gaven de
proefpersonen verschillende werkwoorden te lezen. Sommige voer je met
je voorkeurshand uit, zoals âschrijvenâ, âgooienâ, andere niet. Denk
aan âgiechelenâ of âknielenâ. We zagen bij de links- en rechtshandigen
verschillende motorische gebieden actief worden voor de woorden
waarbij je je handen gebruikt. Linkshandigen activeerden meer aan de
rechterkant van hun motorische systeem, rechtshandigen meer aan de
linkerkant. Terwijl dat verschil achterwege blijft bij de andere
werkwoorden.â
Roel Willems licht toe: âDit betekent dat hoe we dingen doen van
invloed is op hoe betekenis in de hersenen gecodeerd is. Betekenis is
dus niet iets
abstracts voor de hersenen, maar is gelinkt aan hoe je dingen doet in
de wereld. Als we taal begrijpen, simuleren we de actie in ons hoofd.
En hoe we dat doen, hangt af van hoe ons lichaam is. Als het brein
abstracte woordbetekenissen zou bevatten, zoals een woordenboek, zou
je die neuronale verschillen niet zien.â
Inmiddels heeft een tweede studie, vergelijkbaar maar dan opgezet met
spreekwoorden, het resultaat bevestigd.(Frontiers in Human
Neuroscience)
> Roel M. Willems e.a. Cerebral Lateralization of Face-Selective and
Body-Selective Visual Areas Depends on Handedness. Cerebral cortex
(november 2009) Â
> Daniel Casasanto e.a Body-specific representations of action verbs:
Evidence from fMRI in right- and left-handers.Psychological Science
(januari 2010)
> Willems, R.M. e.a. Body-specific motor imagery of hand actions:
Neural evidence from right-and left-handers. Frontiers in Human
Neuroscience. 3(39), 1-9. (November 2010) Â