Rechtbank Haarlem


Rechtbank Haarlem oordeelt Verordening baatbelasting gemeente Hilversum onverbindend

De rechtbank Haarlem heeft op 15 december 2009 uitspraak gedaan in een zaak over baatbelasting. Ter zitting is komen vast te staan dat de gemeente Hilversum al was begonnen met de werkzaamheden voordat het bekostigingsbesluit door de gemeenteraad was genomen. Dat is in strijd met de Gemeentewet. De rechtbank heeft geoordeeld dat de Verordening baatbelasting om die reden onverbindend is. De rechtbank heeft de aanslagen dan ook vernietigd.

Wanneer een gemeente bepaalde voorzieningen treft, zoals bijvoorbeeld het aanleggen van een riolering, van straten, pleinen en plantsoenen, dan kan zij de kosten die zij daarvoor heeft gemaakt (onder bepaalde voorwaarden) geheel of gedeeltelijk verhalen op de (rechts)personen die profijt hebben van die voorziening, met andere woorden: die daar bij zijn gebaat. De gemeenteraad stelt dan een Verordening baatbelasting vast en legt op grond daarvan aanslagen baatbelasting op.

Voordat de gemeente een baatbelasting kan invoeren, moet zijn voldaan aan verschillende formele vereisten. Eén van die vereisten is dat de gemeenteraad een zogenaamd bekostigingbesluit neemt. In dat besluit geeft de gemeente aan welk gebied door de voorzieningen is gebaat en in welke mate de kosten van de te realiseren voorziening zullen worden verhaald. Dit Bekostigingsbesluit moet worden genomen voordat de gemeente met het treffen van de voorzieningen begint. Dat staat in artikel 222, tweede lid, van de Gemeentewet. De bedoeling van deze bepaling is de rechtszekerheid voor de belastingplichtigen te waarborgen. Wanneer het bekostigingsbesluit niet of te laat wordt genomen, ontneemt de gemeente zichzelf de mogelijkheid om de kosten van de betreffende voorzieningen via een baatbelasting te verhalen.

LJ Nummer

BK6518
Zie het origineel

Bron: Rechtbank Haarlem
Datum actualiteit: 16 december 2009