Gemeente Alkmaar
Rapport rekenkamercommissie: gemeente is zelf debet geweest aan (een deel
van) de vertraging van de woningbouwproductie
Alkmaar, 9 december 2009
---
Op het gebied van wonen en woningbouw heeft de gemeente Alkmaar zich
ambitieuze doelen gesteld en uitgesproken opvattingen over hoe de stad
zich zou moeten ontwikkelen. Er wordt echter structureel minder
nieuwbouw gerealiseerd dan met de raad is afgesproken. De realisatie
van de woningbouwproductie blijft achter bij de politieke ambitie
Met het onderzoek naar de oorzaken van de achterblijvende
woningbouwproductie in de periode 2002-2008 wil de rekenkamercommissie
een bijdrage leveren aan het optimaliseren van de gemeentelijke
sturing op gewenste bouwvolumes en bouwdifferentiatie.
Tijdens het onderzoek is de situatie in de woningbouw ingrijpend
gewijzigd. Lag tot halverwege 2008 het probleem vooral in het tijdig
realiseren van een bepaalde woningbouwproductie, inmiddels is de
situatie echter aanzienlijk gecompliceerd door de kredietcrisis.
In het rapport wordt gefocust op de interne organisatie van de
gemeente en de besluitvorming over de realisering van de
woningbouwproductie. Daarbij komt de rekenkamercommissie tot
conclusies en aanbevelingen die niet direct gericht zijn op het dempen
van de effecten van de kredietcrisis, maar op conclusies en
aanbevelingen die gericht zijn op het verbeteren van het fundament
binnen de gemeente om op de lange termijn woningbouwontwikkelingen
betrouwbaarder te plannen, te sturen en (met meer kans van slagen)
tijdig te realiseren.
Centraal in het onderzoek heeft de vraag gestaan of de gemeente met
betrekking tot haar woningbouwambities, effectief gebruik heeft
gemaakt van haar beleids- en sturingsinstrumenten en of deze
instrumenten toereikend waren.
De conclusies
Op basis van het onderzoek is de rekenkamercommissie tot een tweetal
hoofdconclusies gekomen. De belangrijkste daarvan is dat in de
onderzoeksperiode de gemeente zijn beleids- en sturingsinstrumenten
onvoldoende heeft benut; de gemeente is daarmee zelf debet geweest aan
(een deel) van de vertraging van de woningbouwproductie.
De hoofdconclusies zijn gebaseerd op een aantal deelconclusies:
o Doelstellingen en ambities van de gemeente waren niet realistisch
geformuleerd
o Planning en control schiet te kort
o Stapelen van en vasthouden aan eisen leidt tot vertraging
o Te weinig projectleiders en onvoldoende mandaat
o Burgerparticipatie niet goed georganiseerd
o De raad beperkte zich niet tot zijn kaderstellende taak
o Tot eind 2008 te weinig aandacht voor nieuwe instrumenten die
ambities helpen te verwezenlijken.
In het rapport worden deze conclusies verder onderbouwd en op basis
daarvan heeft de rekenkamercommissie een aantal aanbevelingen gedaan,
zoals het formuleren van goed onderbouwde en reële ambities, het
plaatsen van participatie binnen de door de gemeenteraad geformuleerde
kaders en doelstellingen en helderheid over kwaliteit en kwantiteit
van de woningbouwdoelstellingen.
Laatste wijziging: 10 december 2009