Kabinet van de President van de republiek Suriname


TOESPRAAK VAN DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME, Z.E. RUNALDO RONALD VENETIAAN, BIJ DE HERDENKINGDIENST TER HERRINNERING AAN DE 15 VOORVECHTERS VAN HERSTEL VAN DE DEMOCRATIE IN SURINAME (8 DECEMBER 1982) OP DINSDAG 08 DECEMBER 2009
---

Excellenties,
Dames en Heren,
Eerwaarde Geestelijken,
Voorzitter en Bestuur van de Stichting 8 december
1982,

Nabestaanden van de vijftien mannen,

Hun namen zijn vanavond reeds uitgesproken,
vanachter het spreekgestoelte, hun namen hangen
echter hier in dit fort, het Fort Zeelandia, permanent in de atmosfeer, in de lucht die wij inademen, in de geluiden die tot ons komen, wanneer wij lopen over de stenen van de binnenplaats, kijken naar de muren,
horen het verslag van de golven die klotsen tegen de beschoeiing van Bastion Veere.

De herinnering zal altijd blijven leven, bij allen die de lidtekens dragen van die verschrikkelijke dag.
Dat zijn natuurlijk eerstens U,de directe nabestaanden. Uw last is loodzwaar, Uw smart ondeelbaar.
Dat zijn ook de vele anderen die op de een of andere manier in relatie stonden met deze vijftien mannen, of met sommigen van hen.
Dat zijn in feite allen binnen de grenzen van ons land en ook allen buiten onze grenzen, die werkelijk een plaats hebben in hun hart voor Suriname.

1




In de harten van al deze mensen die, van dichtbij of van een afstand, de martelingen en de slachting van "8 december 1982" hebben beleefd, leeft de scherpe pijn van de herinnering voort, zal de pijn er voor altijd zijn, voor altijd gevoed door de tranen die steeds weer
druppelen in hun hart.

Een nabestaande, een nabestaande buiten de binnenste kring, vraagt weer om het lied van de Zwarte Orfeus, van Michael Slory.

Ik aarzel. Zij weet niet dat voor mij, en ik denk denk voor velen, in dat lied de geesten van pijn, verlies en ondergang, en de geesten wederopstanding en overwinning, door en over elkaar heen schuiven,
dansen in een verwarrende symphonie.

Enerzijds is de herinnering aan die vreselijke nacht die ten einde loopt, ochtendgloren, de dag breekt aan, de dag waarin de misdaad wreed zal zegevieren, voor
even, maar wel met blijvend letsel als gevolg,
vernietigend voor het leven van de vijftien slachtoffers, vernietigend voor de gemoedsrust in ons land.

Anderzijds brengt het lied ons de boodschap van de overwinning op het leiden in die nacht, de overwinning op den duur, waarvoor wij, de nabestaanden in die
eeuwige reeks van de steeds wijder wordende cirkels van de mensen met een band met "de vijftien van 8
december 1982", moeten zorgen.

Daarom, wanneer je staat, op Bastion Veere, geef toe en voel de scherpe pijn van de herinnering; maar voel
2




ook de kracht die de herinnering aan die donkere
nacht geeft om te zorgen voor de overwinning.

De stenen van dit fort, Fort Zeelandia, en de steen van het gedenkteken hier, zijn een herinnering, voor alle mensen nu en in de toekomst, aan die donkere nacht en aan de opdracht om te overwinnen.

Daarom toch nog tot besluit Michael Slory:

Orfeo Negro

Mi sa singi
a son
opo kon
te den stari wasi komoto
na loktu.
Mi sa singi
alanya worku,
penipeni pangi fu rediblaw,
blaka, di no man ori ensrefi
te mi son e kon;
wan geri boskopu
fu ala di didon ete na ini den kanpu,
fu ala di sribi breni...
Mi sa singi
a son
opo kon,
fu ondro a watra
di bradi sote,
te un opo kon na doro
fu arki
a nyunsu di mi atie lusu:
wanwan dropu fu mamanten son.


3