Datum 11 december 2009 -
Onderwerp Besluit gebiedsontwikkeling Twente
2
Geachte voorzitter,
Op 13 juli 2009 heb ik u mede namens het ministerieel opdrachtgeversberaad
(MOB) geïnformeerd over het voorkeursbesluit met betrekking tot de
gebiedsontwikkeling Twente. Het MOB heeft toen een voorkeur uitgesproken voor
de gebiedsontwikkeling met luchthaven, onder voorwaarde van de invulling van
een aantal condities.
Inmiddels hebben het college van Burgemeester en Wethouders van Enschedé
(B&W) en de Gedeputeerde Staten van Overijssel (GS) zich nogmaals
uitgesproken vóór de gebiedsontwikkeling met luchthaven conform structuurvisie
B. Naar mening van B&W en GS biedt deze ontwikkeling alle mogelijke kansen
voor een sterke economie in een mooi landschap waarbij de doelstellingen voor
natuur en werkgelegenheid kunnen worden ingevuld en blijkt uit marktverkenning
voldoende interesse om de aanbesteding voor de invulling van deze structuurvisie
te starten. Op 14 december en 16 december zullen respectievelijk de
Gemeenteraad van Enschedé en de Provinciale Staten van Overijssel zich over dit
besluit uitspreken.
In overleg met de Gemeente Enschedé en de Provincie Overijssel is verdere
invulling gegeven aan de condities die gesteld waren bij het voorkeursbesluit van
het MOB zoals genoemd in de brief van 13 juli. Bij de invulling van de condities is
op enkele punten door zowel Rijk als Regio een toenadering gemaakt om tot
overeenstemming te kunnen komen. Het gaat dan met name om een uitgestelde
betalingstermijn (punt 1) en, afhankelijk van de aanbestedingsprocedure en
voorwaarden aan staatssteun, een bijdrage aan de infrastructuur van de
luchthaven (punt 7). In de toelichting bij deze brief is aangegeven hoe de
condities zijn uitgewerkt en zijn opgenomen in de bestuursovereenkomst. De
bestuursovereenkomst is als bijlage bij deze brief bijgevoegd.
Door de gebiedsontwikkeling met luchthaven kunnen de beleidsmatige ambities
van het Rijk worden ingevuld. Zoals in de luchtvaartnota is vastgelegd kan
Twente bij behoud van voldoende luchthavencapaciteit een belangrijke
ondersteunende rol vervullen in het accommoderen van vliegverkeer op
Eindhoven en Lelystad. In de structuurvisie wordt na een weging van belangen
uitgegaan van een gebied van 10,62 km2 waar ruimtelijke beperkingen gelden in
verband met de toekomstig vast te stellen geluidszone. De definitieve geluidszone
a
agina 1 van 4
P
zal middels een luchthavenbesluit worden vastgelegd. Daarnaast gaat het om
Datum
intensivering van de Ecologische Hoofdstructuur en om duurzame economische
structuurversterking van de regio. Daarbij kunnen in combinatie met deze Ons kenmerk
gebiedsontwikkeling, door verkoop van de gronden aan de regionale partijen, ook VENW/DGLM-2009/4893
de financiële doelstellingen worden behaald. Uitgangspunt is duurzame inrichting
en gebruik van de luchthaven Twente.
De milieu-, financiële en economische effecten van de gebiedsontwikkeling zijn
goed onderzocht. In de regionale structuurvisie is een inschatting gemaakt van de
effecten van de gebiedsontwikkeling mét luchthaven. Hieruit blijkt dat ca. 6%
meer woningen binnen de cumulatieve geluidscontour1 vallen, deze ontwikkeling
biedt echter ca. 50% meer netto werkgelegenheid dan de gebiedsontwikkeling
zonder luchthaven. De kosten-batenanalyse is voor beide ontwikkelingen positief,
de gebiedsontwikkeling met luchthaven scoort, zeker op nationaal niveau,
beduidend hoger.
De betrokkenheid van de markt bij de gebiedsontwikkeling en de exploitatie van
de luchthaven is essentieel. Op basis van signalen uit de marktgesprekken zou er
voldoende interesse moeten zijn voor een geslaagde aanbesteding van de
gebiedsontwikkeling met luchthaven. De daadwerkelijke aanbesteding van onder
meer de exploitatie van de luchthaven zal dit uiteindelijk aan moeten tonen.
De inspraaktermijn op de regionale structuurvisies is afgerond. In totaal zijn er
ruim 600 zienswijzen binnengekomen, o.a. van particulieren, ondernemers,
overheden en belangengroepen. De zienswijzen zullen tot nadere onderzoeken in
de vervolgfase leiden, zoals naar leefbaarheid en gezondheid en naar verdroging
in natuurgebied 't Holthuis. De mogelijkheden van beperking van geluidshinder
door gericht om te gaan met vlieghoogtes en vliegroutes zal eveneens in de
vervolgfase worden bezien.
De invulling van de door het MOB gestelde condities of de zienswijzen geven geen
aanleiding tot een geheel ander standpunt of een andere voorkeur. Op basis van
voornoemde overwegingen spreek ik namens het Ministerieel
Opdrachtgeversberaad een definitieve voorkeur uit voor de gebiedsontwikkeling
met luchthaven en besluit tot overdracht van de grond van het voormalig militaire
luchtvaartterrein onder de in de bestuursovereenkomst geformuleerde
voorwaarden.
In antwoord op uw vragen (31936 nr.15) heb ik toegezegd u een exemplaar van
de regionale reactienota op de inspraakreacties over de regionale structuurvisie te
doen toekomen. Deze reactienota is als bijlage bij deze brief gevoegd.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
1 Cumulatie van geschatte 56 db Lden contour voor geluid van industrie, luchtvaart en spoor-
en wegverkeer.
agina 2 van 4
P
Toelichting
Datum
Onderstaand wordt cursief aangegeven hoe de door het MOB gestelde conditie is
verwerkt in de bestuursovereenkomst waarbij wordt verwezen naar artikelen uit Ons kenmerk
de overeenkomst die het meest betrekking heeft op de betreffende conditie: VENW/DGLM-2009/4893
1. Het Rijk zal de gronden van het voormalige militair vliegveld op 1 januari
2010 overdragen aan de regio.
In afwachting van saneringsonderzoek dat op dit moment wordt uitgevoerd
worden de gronden per 1 januari 2010 of zo snel mogelijk daarna over
gedragen (zie artikel 4.3). Overeenstemming over de saneringen gericht op
de toekomstige bestemming vormt een voorwaarde voor definitieve
grondoverdracht (zie artikel 4.4.6).
2. De financiële afrekening van deze overdracht vindt in beginsel plaats op 1
januari 2010.
De financiële afrekening vindt plaats op 31-12-2011 (zie artikel 4.2).
3. De business case zoals die is opgesteld door de VTM en is vastgesteld op 16
juni 2009 waarin opbrengstmogelijkheden, benodigde investeringen en risico's
zijn uitgewerkt, geldt als uitgangspunt voor de afrekenprijs en overdracht van
de grond.
De koopprijs van het projectgebeid is hierop gebaseerd (zie artikel 4.1 en
4.2).
4. De grond wordt samen met de risico's van de gebiedsontwikkeling,
bijbehorende investeringen en toekomstige exploitatie (zoals opgenomen in
de business case) overgedragen aan de regio, tegen de residuele waarde uit
de business case.
(zie punt 5).
5. Het Rijk zal niet deelnemen in een Gemeenschappelijk Exploitatie
Maatschappij (GEM), mocht de regio besluiten deze op te richten en zal niet
participeren in de exploitatie van een luchthaven.
De regio zal het gebied, met de daarbij horende risico's, in ontwikkeling
brengen (zie artikel 6.1, 6.4.1.).
6. Het Rijk zal waar nodig publiekrechtelijke medewerking verlenen aan de
realisatie van de structuurvisie.
De Staat ondersteunt de gekozen gebiedsontwikkeling en zal hier aan
meewerken. (zie artikel 6.4).
7. Het Rijk geeft in beginsel géén financiële bijdrage voor het realiseren van de
structuurvisie anders dan de bijdrage die de provincie kan inzetten uit de ILG-
middelen waarover zij nu beschikt.
V&W heeft in overleg met de Regio aangegeven om, als dat bijdraagt aan een
snelle en succesvolle aanbesteding van de luchthaven en wanneer dit volgens
de regels van Staatssteun mogelijk is, bereid te zijn tot investeringen in de
infrastructuur van de Luchthaven. De regio heeft hierop aangegeven
eveneens bereid te zijn om eenzelfde bedrag te investeren (zie artikel 6.4.1.).
8. De EHS wordt voor 2018 gerealiseerd.
Bij de aanbesteding zal worden aangestuurd op zo spoedig mogelijke
inrichting van de Ecologische hoofdstructuur. Bij de midterm review van het
agina 3 van 4
P
ILG in 2010 zal aandacht zijn voor de totaalplanning van de inrichting.(zie Datum
artikel 5.5.).
Ons kenmerk
9. De luchthaven wordt duurzaam ingericht. VENW/DGLM-2009/4893
De provincie Overijssel stelt geld beschikbaar voor aanpassing van
waterhuishouding, natuur en landschappelijke kwaliteit. Ten behoeve van de
luchthaven wordt de aanwezig defensie Pijplijn bedoeld voor het transport
van vliegtuigbrandstof beschikbaar gesteld. Dit voorkomt extra mobiliteit
door brandstoftoevoer (zie artikelen 6.2, 6.4.4. en 6.5.). Daarnaast wordt
duurzaamheid opgenomen als essentieel criterium bij de aanbesteding van
de luchthaven en verankerd in de aansturing van de gebiedsontwikkeling
door de gemeente en de provincie. In de structuurvisie is een opsomming
opgenomen die als randvoorwaarde voor de verdere gebiedsontwikkeling
geldt. Te denken valt aan CO2 reductie, toepassing van C2C en
geluidsreductie.
10. Uitgangspunt is de geluidscontour zoals deze in de structuurvisie is
opgenomen. Hierin is een verminderde geluidscontour van ca. 11 km2
opgenomen t.o.v. de huidige situatie.
In de overeenkomst is opgenomen dat de partijen zich zullen inspannen om
de berekende geluidsruimte van 10,62 km2 zoals aangegeven in
Structuurvisie B niet te laten overschrijden (zie artikel 5.3.).
agina 4 van 4
P
Ministerie van Verkeer en Waterstaat