Nederlands
Taalkeuze Friese en Turkse Nederlanders
Datum: 11 december 2009
Meertalig zijn betekent constant taalkeuzes moeten maken. Bewust of
onbewust bezig zijn met de vraag: welke taal gebruik ik in deze
situatie? Twee studenten van de Rijksuniversiteit Groningen
onderzochten hoe Turks-Nederlandse en Fries-Nederlandse jongeren die
keuzes maken en waarom. De Wetenschapswinkel Taal, Cultuur en
Communicatie maakt deze onderzoeken deze week openbaar toegankelijk.
De onderzoeken werden uitgevoerd met behulp van diepte-interviews,
waarin onder andere twaalf gesprekssituaties werden voorgelegd, waarin
een taalkeuze moest worden gemaakt en beargumenteerd. Wat bij de
analyse opvalt is dat Friese Nederlanders in dezelfde situaties vaker
voor het Fries kiezen dan Turks-Nederlandse jongeren voor het Turks.
Bij deze laatste groep speelt de omgeving een belangrijke rol in de
taalkeuze. De Turks-Nederlandse jongeren geven veelvuldig aan de
Nederlandstalige omgeving niet buiten te willen sluiten.
Sociaal functioneren
Naast deze en andere opvallende verschillen en overeenkomsten tussen
beide groepen, leveren deze onderzoeken vooral een kijkje in hoe elke
meertalige persoonlijk komt tot keuzes. In de citaten die in beide
rapporten in ruime mate aanwezig zijn, zie je welk belang beide talen
hebben voor het sociale functioneren, de identiteit en de persoonlijke
ontwikkeling
Maatschappelijk belang
De Wetenschapswinkel Taal, Cultuur en Communicatie is al sinds 2005
actief op het terrein van meertaligheid. De onderzoeken naar de
taalkeuze van meertalige jongeren passen in de lijn van het eerdere
onderzoek. De Wetenschapswinkel heeft als doel om maatschappijgericht
onderzoek te stimuleren en wetenschappelijke kennis publiek
toegankelijk te maken. Onderzoek naar meertaligheid en publicatie
daarvan voorziet zeker in een maatschappelijke behoefte. In onderzoek,
beleid en maatschappelijk debat is er namelijk veel aandacht voor het
Nederlands van tweetalige landgenoten, maar weinig aandacht voor de
taal die zij naast het Nederlands spreken en hoe zij beide talen
gebruiken in hun dagelijkse leven.
Rijksuniversiteit Groningen