UMC St Radboud
Weer minder tweelingen na ivf
(11-12)
Het percentage tweelingen als gevolg van ivf is in 2008 verder
afgenomen. Dit blijkt uit cijfers over het jaar 2008, verzameld en
geanalyseerd door prof.dr. Jan Kremer en dr. Jesper Smeenk, beiden als
gynaecoloog verbonden aan het UMC St Radboud. Het aantal
ivf-behandelingen in Nederland neemt nog steeds toe. De kans op
zwangerschap na ivf vertoont een dalende tendens.
In de 13 Nederlandse ivf-centra zijn in 2008 bijna 17.000
ivf-behandelingen uitgevoerd, ongeveer 1000 meer dan in 2007. Er zijn
in 2008 bijna 4500 ivf-babys geboren, dat is één ivf-baby op 41
geboortes.
De wensouders hebben per behandeling de keuze om één embryo of twee
embryos, indien beschikbaar, in de baarmoeder te laten plaatsen. De
kans op zwangerschap is met één embryo kleiner dan met twee, maar met
twee embryos is de kans op een tweelingzwangerschap groter.
Steeds vaker kiezen paren voor één embryo. Daardoor vertoont de kans
op zwangerschap na een ivf-behandeling een dalende tendens. In 2008
was die kans 23,3 procent (2007: 24,9 procent; 2006: 25,9 procent).
Gunstig
Omdat er minder vaak twee embryos tegelijk worden geplaatst, is ook
het percentage tweelingen na ivf verder afgenomen: van 14,4 in 2007
naar 13,4 in 2008. Dit is gunstig omdat een tweelingzwangerschap en
geboorte meer risico op complicaties geeft dan de zwangerschap en de
geboorte van een eenling. Van alle tweelingen in Nederland was in 2008
één op de 6 een ivf-tweeling.
De cijfers hebben betrekking op ivf-, icsi- en cryo-behandelingen. Bij
ivf (in-vitrofertilisatie) worden eicellen in een schaaltje bevrucht
met sperma, waarin zich miljoenen zaadcellen bevinden. Bij icsi
(intracytoplasmatische sperma-injectie) wordt één zaadcel geselecteerd
en met een speciale pipet en microscoop in de eicel gebracht. De
cryo-behandeling maakt gebruik van embryos die bij een eerdere
behandeling zijn ontstaan en diepgevroren zijn bewaard.