Oratie Dr. M.J.T. van Twist
Titel oratie
'Over(on)macht en (on)behagen in beleidsadvisering'
---
Leerstoel:
Bijzonder hoogleraar bestuurskunde
Datum
11 december 2009 16:00
---
Locatie:
Woudestein, aula
---
Faculteit
Faculteit der Sociale Wetenschappen (FSW)
Ambtelijke advisering steeds politieker
Beïnvloeden beeldvorming media steeds belangrijker
De ambtelijke advisering van het bestuur is steeds politieker aan het
worden en ook meer dan voorheen gericht op het beïnvloeden van de
beeldvorming in de media. Dat gebeurt onder andere via een toegenomen
inzet van voorlichters en woordvoerders. Dat stelt dr. M.J.W. van
Twist die op vrijdag 11 december 2009 zijn intreerede 'Over(on)macht
en (on)behagen in beleidsadvisering' uitspreekt als hoogleraar
bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Onderzoek naar de ontwikkeling van het vertrouwen in politiek en
bestuur laat een breed en gedeeld gevoel van ongenoegen en onbehagen
zien. Er is sprake van ontevredenheid over de wijze waarop ons land
wordt bestuurd. Aan het samenspel rond bestuur en beleid worden
overwegend negatieve associaties verbonden: verkokering, versnippering
en stroperigheid, bestuurlijke drukte, organisatorische inertie,
beleidsdiarree.
Mede onder invloed van die kritiek is bijdragen aan de beeldvorming of
anders gezegd, helpen in de decorbouw in een agressieve mediaomgeving,
een steeds belangrijker deel van de ambtelijke en politieke advisering
aan het bestuur geworden.
Het is geen toeval dat er steeds meer journalisten als adviseur in de
sfeer van communicatie zijn aantreden binnen de overheid en dat op die
manier voormalige `verslaggevers' nu als `voorlichters' en
`woordvoerders' aan het werk gaan of dat het aantal mediastrategen,
persvoorlichters, communicatiemedewerkers en spin doctors dat werkzaam
is in het bestuur de afgelopen jaren sterk is toegenomen.
Interne ondersteuning wordt politieker
En het is ook zeker geen toeval dat vergroting van de
politiek-bestuurlijke sensitiviteit in de ambtelijke advisering als
een prioritaire kwestie wordt gezien in het bestuur of dat er
nadrukkelijk wordt nagedacht over een veel zwaarder invulling van de
politiek-strategische advisering dan die we nu kennen via de
politiek-assistent van de bewindspersoon.
Naar vloeibaar bestuur: minister niet langer `passant'
In het verlengde van die verschuivingen in de zwaartepunten van
advisering wordt binnen de overheid ook gewerkt aan een andere
organisatie van de ambtelijke en politieke advisering. Overweging is
dat een politiek bestuurder door de huidige wijze van organiseren nog
te zeer gedwongen is om op tijdelijke basis de leiding te nemen van
een `apparaat' dat hem of haar toch vooral als een passant ziet.
De introductie van een andere organisatielogica moet ertoe leiden dat
een bewindspersoon vanaf diens aantreden wordt ondersteund door een
organisatie die ook zelf een tijdelijke basis kent en die in staat is
om mee te bewegen met de maatschappelijke en politieke opgaven
waarvoor bestuurders zich op zeker moment gesteld zien. Hierdoor
ontstaan in de praktijk allerlei nieuwe vormen van wat is aan te
duiden als `vloeibaar bestuur'. Programmaministeries op rijksniveau,
zoals die voor Jeugd en Gezin, vormen pas de eerste voorzichtige
zichtbare manifestaties daarvan.
Erasmus Universiteit Rotterdam