Promotie Mw. Mr. M.A.I.H. Hoeks
Titel proefschrift
Multimodal Transport Law
---
Promotors:
Prof.mr. K.F. Haak
---
Datum
10 december 2009 11:30
---
Locatie:
Woudestein, senaatszaal
---
Faculteit
Faculteit der Rechtsgeleerdheid (FR)
Europese Verordening voor multimodaal vervoer noodzakelijk
Internationaal vervoersrecht lappendeken
Goederen worden steeds vaker met verschillende transportmiddelen
vervoerd. Een deel van de reis gaat via zeecontainer, een deel via
binnenschip en een deel over de weg. Het internationale recht voor dit
zo geheten multimodale vervoer is een ondoorzichtige lappendeken
waarbij vervoerders en verladers nauwelijks weten waar zij aan toe
zijn. Dat stelt mr. dr. M.A.I.H. Hoeks die donderdag 10 december aan
de Erasmus Universiteit Rotterdam promoveert. Zij pleit in haar
proefschrift Multimodal Transport Law. The Law applicable to the
multimodal contract for the carriage of goods voor een Europese
Verordening voor multimodaal vervoer.
De Europese verdragen die er zijn richten zich allen op een enkele
vervoermodus. Zo zijn er verdragen voor lucht-, zee-, spoor,
binnenwater- en wegvervoer. Multimodale vervoerovereenkomsten, oftewel
overeenkomsten die een combinatie van meerdere vervoermodi inhouden,
zijn tegenwoordig echter zeer gebruikelijk.
Hoewel er in het verleden meerdere malen is geprobeerd dergelijke
overeenkomsten ook in een verdrag te regelen, is zo'n verdrag er nog
steeds niet. Zo'n verdrag is van belang omdat de internationale
handel behoefte heeft aan heldere juridische kaders als er
bijvoorbeeld schade wordt geleden bij het transport. In de huidige
situatie is het uiterst onduidelijk hoe hoog de schadevergoeding zal
zijn. Per land en per situatie kan het fors verschillen.
Hoeks analyseert de manieren waarop de toepassingsbereiken van de
bestaande verdragen op het gebied van goederenvervoer worden
geïnterpreteerd in Nederland, Duitsland en Engeland. Zij gaat in op de
problemen die ontstaan als meerdere verdragen van toepassing zijn op
één en hetzelfde incident. Ook behandelt zij de situatie dat er geen
verdragsrecht van toepassing is op de ingestelde vordering en dus het
toepasselijke nationale recht vastgesteld moet worden.
Als oplossing voor de gaandeweg aan het licht gekomen problematiek
stelt zij een Europese Verordening voor, die de huidige verdragen in
tact laat, maar die het mogelijk maakt in te grijpen daar waar er
gaten vallen of er discrepanties zijn in het toepassingsbeleid van de
verschillende lidstaten.
Erasmus Universiteit Rotterdam