ChristenUnie
Bijdrage Esmé Wiegman AO Europese Raad
Bijdrage Esmé Wiegman AO Europese Raad
woensdag 09 december 2009 10:00
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. De
tijd dat Kopenhagen nog een verre deadline was, is voorbij. Kopenhagen
is nu. De besluitvorming in de Europese Raad is het laatste moment om
straks in de tweede helft van de klimaatconferentie een eerlijk en
goed Europees bod op tafel te leggen. Yvo de Boer heeft in zijn
openingsspeech benadrukt dat de tijd van herhalen van verklaringen en
posities voorbij is. Kopenhagen moet een succes worden, dat heeft de
ChristenUnie steeds gezegd. Ik voeg daar vandaag aan toe dat
Kopenhagen alleen een succes zal worden als er besloten wordt tot
forse en directe acties die de dag na de conferentie ondernomen kunnen
worden.
De ChristenUnie is blij dat het Verenigd Koninkrijk steun heeft
uitgesproken voor het opschroeven van het Europese reductiedoel naar
een onvoorwaardelijke 30%. Frankrijk heeft zijn eigen reductiedoel al
opgeschroefd naar 30%. Verwacht kan worden dat ook Frankrijk een
Europees reductiedoel van 30% zal ondersteunen. Duitsland zal dat vast
en zeker ook doen, gelet op de eigen 40%. Het is bijzonder dat de
Franse minister Borloo in Kopenhagen heeft voorgesteld om een publiek
fonds, een climate justice fund, op te richten dat automatisch,
voorspelbaar en additioneel aan de Official Development Assistance
(ODA) zou moeten zijn. Kortom: genoeg moois om als Nederland van harte
te ondersteunen, zowel de reductiedoelstelling van 30% als het fonds.
Wat moeten wij aan met de uitgelekte Deense tekst? Dit document is
door een diplomate omschreven als "a very dangerous document for
developing countries". Het is geschreven door rijke Westerse landen en
uit de tekst blijkt dat er geen rol is voor ontwikkelingslanden. Er
wordt zelfs meer uitstoot voor ontwikkelde landen dan voor
ontwikkelingslanden voorgesteld. Ook zou het milieuverdrag van Kyoto
uit 1997 nergens in de tekst worden genoemd. Daarmee wordt in de
woorden van een woordvoerder van Oxfam Novib eigenlijk het enige
verdrag waarmee rijke landen wettelijk worden verplicht tot het
verminderen van broeikasgassen ten graven gedragen. Ik hoor hierop
graag een reactie van de regering.
Van Kopenhagen ga ik naar het financiële toezicht; twee onderwerpen
die steeds minder ver van elkaar staan en een steeds logischer
verbinding vormen. Het is mooi dat er stappen zijn gezet, maar toch is
mij nog veel onduidelijk. Dat wordt misschien het beste geïllustreerd
door blijdschap bij zowel de Britten als de Fransen. Normaal gesproken
is het bijna niet mogelijk om beide landen vol blijdschap over een
voorstel te laten zijn, dus mijn vraag is: wat is er aan de hand? Ligt
hier werkelijk een ei van Columbus op de plank of is het voorstel
multi-interpretabel met veel ruimte voor verschillende uitleg? Hoe
ziet dat toezicht eruit? Is het Frans, dus aanzienlijk, of Brits, dus
bijna niets? Wat houdt zeggenschap over nationale grensoverschrijdende
financiële instellingen in? Hoe ziet dat eruit? Op welke termijn
moeten de onderhandelingen tussen voorzitterschap, Commissie en
Europees Parlement zijn afgerond? Wat is het mandaat, de brandbreedte,
voor het voorzitterschap? Ten slotte: wie moet er leidend zijn in de
coördinatie van exitstrategiën die gewenst zijn door het kabinet?
Over de Lissabonstrategie heb ik een heel ander verhaal dan mijn
collega van de VVD. De ChristenUnie vindt het mooi dat duurzaamheid
aandacht krijgt. Wel maken wij de kanttekening dat wij erop moeten
letten dat het een geïntegreerd geheel is, dus groei én duurzaamheid.
Verantwoorde groei moet centraal staan en in die term ligt besloten
dat verantwoord en groei niet naast elkaar moeten bestaan of, nog
erger, dat milieu er buiten gelaten moet worden, zoals de VVD
voorstelt.
Wij hebben waardering voor het Stockholmprogramma. Ik wil markeren dat
in de toekomst de rol van het Parlement op deze terreinen versterkt
zal gaan worden. Ik heb wel moeite met de haast die vorige week is
gemaakt; een paar justitieonderwerpen zijn snel even in de Raad
besproken met het oog op de naderende medezeggenschap van het Europees
Parlement. Ik heb begrepen dat de Eerste Kamer hier ook not amused
over was.
Wij ondersteunen de inzet van minister Verhagen op het gebied van
Servië. Dit is een logische stap in de ondersteuning van de
pro-Europese regering van Servië en ook in het bevorderen van eenheid
in de regio door het voorkomen van spanning tussen Servië en
bijvoorbeeld Kroatië. Ik had te weinig tijd om het verslag over
Turkije te kunnen doornemen, maar gemakshalve sluit ik aan bij de
vragen van de VVD.
De heer Ten Broeke (VVD): Mevrouw Wiegman vindt dit een logische stap
voor Servië. Kan zij uitleggen hoe logisch zij het vindt dat er over
Kroatië heel negatieve woorden worden gesproken omdat daar nog een
paar documenten zoek zijn en dat Servië wordt beloond omdat daar twee
oorlogsmisdadigers zoek zijn? Het ene land wordt on hold gezet, het
andere land wordt beloond. Denkt zij dat dit de spanning in de regio
ten goede zal komen?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Dit is een heel
gevoelige situatie die wij hebben besproken toen wij het kortgeleden
over uitbreiding hadden. Het blijft lastig wegen, maar wij vonden de
verhouding zoek. Wij hadden het idee dat Kroatië vrij gemakkelijk door
kon stomen, terwijl daar wat kanttekeningen bij te maken zijn. Wij
hebben toen, volgens mij samen met het CDA, de vraag geopperd of de
houding van Nederland ten opzichte van Servië verlengd moet worden, of
dat er ruimte is om die open te breken, gezien de ontwikkelingen en
veranderingen in Servië.
De heer Ten Broeke (VVD): In de conclusies van de Raad die ons net
hebben bereikt, staat ten aanzien van Kroatië op pagina 3: de
samenwerking van het Joegoslaviëtribunaal valt te verbeteren. Dat hoor
ik niet meer ten aanzien van Servië. Daar wordt eerder in positieve
termen over die samenwerking gesproken.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ik heb het
verslag onvoldoende kunnen lezen. Het enige wat ik kan doen, is
reflecteren op hetgeen wij hier kortgeleden hebben besproken, de
opmerkingen die wij als ChristenUnie toen hebben gemaakt, en mij
baseren op hetgeen wij van minister Verhagen tot vanmorgen te horen
hebben gekregen en waarin hij de enigszins gewijzigde houding van
Nederland verklaart. Wij steunen die.
Tags
Esmé Wiegman