Nederlandse Zorgautoriteit
CV-5200-4.0.7.-6
NZa stelt richtsnoer contracteren op
Tarief farmaceutische zorg blijft ongewijzigd
Tarief farmaceutische zorg in 2010 omhoog
Publicatiedatum: 09-12-2009
Maximumtarief stijgt naar ⬠7,91 met vrij onderhandelbare ruimte tot
⬠10.
Het maximumtarief voor farmaceutische zorg gaat per 1 januari 2010
omhoog van ⬠7,28 naar ⬠7,91. Zorgverzekeraars en apothekers die in
contracten aanvullende afspraken maken over kwaliteit mogen dit tarief
verhogen tot maximaal ⬠10. De NZa acht een stijging van het tarief
met bijna 9% noodzakelijk om de verminderde inkomsten van apotheken
onder meer als gevolg van het door zorgverzekeraars gevoerde
preferentiebeleid op te vangen.
Met het tarief van ⬠7,91 houdt de standaard apotheek een
onzekerheidsmarge over van ⬠50.000. De belangrijkste reden voor de
NZa om een onzekerheidsmarge te blijven hanteren, is de grote
spreiding in inkomsten en kosten van apothekers door het onder meer
sterk variërende beleid dat zorgverzekeraars voeren ten aanzien van
de inkoop en verstrekking van geneesmiddelen. Bij een lagere marge
zouden teveel apotheken op dit moment onder het gemiddelde komen en
geen kostendekkende bedrijfsvoering kunnen voeren. Dit kan de
kwaliteit van zorg onder druk zetten.
De NZa baseert het tarief voor 2010 op dit jaar uitgevoerd onderzoek
in opdracht van de NZa naar de inkoopvoordelen en praktijkkosten van
apotheekhoudenden in 2008. Op basis hiervan besloot de NZa dit najaar
om het vanaf 1 januari 2009 geldende tarief voor farmaceutische zorg
niet aan te passen. Aan de hand van een extrapolatie van de cijfers
naar 2009 en 2010 en een inschatting van een aantal nog altijd
bestaande onzekerheden, heeft de NZa besloten dat het tarief 2010
omhoog moet zodat apotheken de kwaliteit van zorg die zij leveren
kunnen continueren.
Net als in 2009 biedt de NZa aan apothekers en zorgverzekeraars de
mogelijkheid om, in geval van een contract, een hoger tarief dan â¬
7,91 af te spreken voor het leveren van farmaceutische zorg. Dit is
mogelijk tot een bedrag van maximaal ⬠10. De NZa biedt hiermee
zorgverzekeraars de mogelijkheid om apothekers te belonen voor het
leveren van extra kwaliteit en verwacht dat dit zal leiden tot meer
afspraken tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars hierover.
Daarnaast hebben zorgverzekeraars en apothekers de mogelijkheid
onderling af te spreken de clawback korting van 8,53%, waarmee een
deel van de inkoopvoordelen van apothekers door de overheid wordt
teruggehaald, te verlagen of helemaal niet te verrekenen.
De inkomsten van een apotheek bestaan uit twee onderdelen. De apotheek
mag bij de zorgverzekeraar per verstrekt recept het door de NZa
vastgestelde tarief declareren. Daarnaast ontvangt een apotheek
bonussen en kortingen, de zogeheten inkoopvoordelen, die hij bedingt
bij de inkoop van medicijnen bij de leverancier. Door het
preferentiebeleid dat een aantal zorgverzekeraars sinds juni 2008
voeren, zijn deze inkomsten per apotheek op jaarbasis teruggelopen van
⬠306.000 in 2008 naar een geschatte ⬠198.000 in 2009. De
verwachting is dat de inkoopvoordelen in 2010 verder zullen
verminderen naar ⬠150.000 per standaard apotheek. Van dit bedrag
geven de apothekers in 2010 ruim de helft door aan de zorgverzekeraars
via de zogeheten clawbackkorting. Dit kortingspercentage wordt
eveneens door de NZa vastgesteld. De opbrengsten uit het tarief voor
farmaceutische zorg en de resterende inkoopvoordelen samen, leveren
een kostendekkende exploitatie op voor de standaard apotheek.