Gemeente Tilburg
Persbericht
9 december 2009
Brokkenmakers betalen voortaan zelf de schade
Gemeente verwacht financieel voordeel van ruim 90.000 euro per jaar
Brokkenmakers krijgen in Tilburg voortaan vaker de rekening
gepresenteerd. Mensen die een lantaarnpaal, een verkeerslicht of ander
straatmeubilair uit de grond rijden, lopen vanaf begin deze maand een
grotere kans dat zij de herstelkosten hiervan moeten betalen. De
gemeente heeft namelijk een contract ondertekend met de Nederlandse
Organisatie voor Debiteurenbeheer & rechtsvordering (NODR). Zij zijn
gespecialiseerd in het verhalen van schades en opsporen van daders.
"Als mensen iets kapot rijden in de stad, nemen zij meestal geen
contact op met de gemeente. Waardoor de gemeente voor de herstelkosten
opdraait. Dat kost de gemeente jaarlijks een flinke som geld. Dat gaat
veranderen", aldus wethouder Johan van den Hout (verkeer en vervoer).
De gemeente verwacht door de samenwerking met de NODR jaarlijks een
financieel voordeel te behalen van ruim 90.000 euro.
Cijfers
De overeenkomst richt zich met name op schades aan openbare
verlichting en verkeerslichten. Uit de cijfers van de gemeente blijkt
dat de gemeente gemiddeld in
54% van de gevallen de schade weet te verhalen op de dader. Het NODR
geeft aan dat zij dat kunnen in meer dan 90% van de gevallen. "Dit
soort werk is zeer specialistisch, en niet iets dat de gemeente er
even bij kan doen. Daarom denken we dat we met deze constructie ook
veel effectiever kunnen gaan werken", licht van den Hout toe.
Jaarlijks is de gemeente Tilburg ongeveer 450.000 euro kwijt aan
herstelkosten. Ook andere gemeenten in Nederland werken met de NODR
samen; Amsterdam, Arnhem, Haarlemmermeer, en Maastricht, evenals
verschillende provinciale overheden.
---