`Migrantenjongeren zijn gebaat bij beperkte assimilatie'
In het publieke debat overheerst het geluid dat
migrantenjongeren moeten integreren, het liefst assimileren.
`Een misvatting', meent orthopedagoog Mitch van Geel. `Jongeren
die vasthouden aan hun etnische waarden, hebben een beter
gevoel van eigenwaarde en vertonen minder gedragsproblemen.'
Woensdag 9 december verdedigt hij zijn proefschrift.
Taalachterstand
`Daarom moet de rem op assimilatie', stelt Van Geel. Hij heeft
onderzoek gedaan naar het welzijn van niet-westerse
migrantenjongeren op het VMBO in de leeftijdcategorie 12 tot 17
jaar. Een bevolkingsgroep die niet altijd op even positieve
wijze de voorpagina's haalt. Op school zijn deze jongeren
minder succesvol dan hun autochtone klasgenoten en ze vallen
vaker vroegtijdig uit. Twee veelgehoorde verklaringen voor deze
statistieken zijn hun lagere socio-economische status en
taalachterstand.
Adaptatie
Van Geel vroeg zich of die slechte onderwijsprestaties en lage
socio-economische status zich ook vertalen in een slechtere
adaptatie. Eerst maar even dat begrip adaptatie. `Het is een
verzamelterm waaronder een heel scala aan factoren valt', legt
hij uit. `Psychische problemen, onderwijsprestaties, taalkennis
et cetera. Je kunt grofweg onderscheid maken tussen psychische
adaptatie en sociaal culturele adaptatie. Het eerste geeft aan
hoe goed iemand zich voelt. In het tweede geval gaat het er om
hoe goed iemand het doet.'
Eigenwaarde
Zelf was Van Geel met name geĂŻnteresseerd in het aspect van
psychische adaptatie. Leidende vraag daarbij was in hoeverre
migrantenjongeren psychologische problemen hebben en hoe hun
gevoel voor eigenwaarde is. Van Geel: `Opvallend was dat de
eerste generatie migranten, jongeren die zelf de migratie
hebben meegemaakt, minder psychologische problemen ervaren en
een beter gevoel voor eigenwaarde hebben dan hun autochtone
klasgenoten. Ze vertonen niet meer of minder gedragsproblemen.
De tweede generatie migranten lijkt wat betreft adaptatie meer
op de autochtone jongeren. Het voordeel dat de eerste
generatiemigranten hebben, hebben zij gaandeweg verloren.'
Acculturatie
Wie een verklaring hiervoor wil vinden, moet zich bewust zijn
van het veranderingsproces dat plaats vindt als iemand in
aanraking komt met een andere cultuur, ook wel acculturatie
genoemd. Over het algemeen zie je dat de minderheidsgroep veel
sneller verandert dan de dominante cultuur. Er zijn
verschillende acculturatieprofielen te onderscheiden. Zo is er
het integratiemodel, waarin de persoon zich deels aanpast aan
de dominante cultuur en deel het eigene behoudt. Daarnaast is
er het assimilatiemodel waarin alles van de andere cultuur
wordt overgenomen; het etnisch profiel waarin alles van de
eigen cultuur wordt overgenomen en het diffuse model, waarin
geen keuze wordt gemaakt voor de eigen of andere cultuur.
Familieband
Migrantenjongeren met het etnische en het integratieprofiel
tonen verreweg de beste adaptatie. Opvallend is ook dat
migrantenjongeren van het etnische profiel een significant
slechtere socio-economische status hebben dan jongeren in de
andere profielen. Dat betekent dat migranten die in ongunstige
economische omstandigheden leven er baat bij hebben als ze
vasthouden aan bepaalde aspecten van hun eigen cultuur. Van
Geel: `Steun uit de etnische gemeenschap speelt daarbij een
grote rol, net als sterke banden met de familie en contacten
binnen de etnische gemeenschap. Dat heeft te maken met het feit
dat deze jongeren gevoelig zijn voor familieverplichtingen. Ze
willen voorkomen dat de familie zich voor hen schaamt en daarom
zullen ze minder gedragsproblemen vertonen. Het is dus veel
belangrijker dat deze jongeren een sterke band met familie en
de etnische gemeenschap hebben, dan dat ze Sinterklaas vieren
of met een Nederlandse partner trouwen.'
Assimilatie
Volgens Van Geel moeten we af van het idee dat assimilatie een
ideaal eindpunt is. Daarmee zegt hij overigens niet dat
jongeren niet moeten integreren, maar slechts in beperkte mate.
`Jongeren moeten assimileren op punten die leiden tot
economische vooruitgang. Ze moeten de taal leren, onderwijs
genieten en leren samen te leven met andere culturen.' Daar
trekt hij de grens. `Er moet begrip komen voor het feit dat
niet iedere verandering en aanpassing aan de Nederlandse
cultuur per se een verbetering is. Migrantenjongeren, met name
die uit armere gezinnen, voelen zich beter en gedragen zich
beter als ze vasthouden aan hun eigen cultuur. Het is
belangrijk dat ze daar in gesteund worden.'
Promotie woensdag 9 december
Mitch van Geel
Acculturation, adaptation and multiculturalism among immigrant
adolescents in junior vocational education
Faculteit: Sociale wetenschappen
Promotor: prof.dr. P. Vedder
(8 december 2009/Marl Pluijmen)
Nieuwsredactie - 08/12/2009
Universiteit Leiden