Vlaamse Overheid
energienormen vanaf 2010 haalbaar
Architecten vinden de ambitieuzere energienormen vanaf 2010 haalbaar
Vlaamse overheid
dinsdag 8 december 2009
Vanaf 1 januari 2010 wordt de energieprestatieregelgeving ambitieuzer.
Woningen die vanaf 2010 worden gebouwd zullen energiezuiniger moeten
zijn. Met deze verstrenging draagt Vlaanderen bij aan de
klimaatdoelstellingen in de strijd tegen de opwarming van de Aarde. De
voornaamste wijziging is dat het maximum E-peil, dat is een maat voor
het energiegebruik van een woning, vanaf 1 januari 2010 voor
woongebouwen wordt verlaagd van E100 naar E80. Uit een bevraging van
400 architecten is te besluiten dat de architecten die verstrenging
haalbaar vinden en dat ze de Vlaamse energieprestatieregelgeving al
goed beheersen.
De energieprestatieregelgeving heeft ook een duidelijk effect op de
bouwpraktijk. Resultaten uit werfbezoeken tonen dat er in Vlaanderen
veel energiezuiniger wordt gebouwd dan enkele jaren geleden.
Sinds 1 januari 2006 is de energieprestatieregelgeving van kracht. In
2008 werd de regelgeving grondig geëvalueerd. Op basis van de
evaluatieresultaten besliste de Vlaamse Regering begin 2009 om de
energieprestatieregelgeving vanaf 1 januari 2010 te verstrengen. De
belangrijkste wijziging is dat het maximale E-peil voor nieuwe
woongebouwen met aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning vanaf 1
januari 2010, wordt verlaagd van E100 naar maximum E80. Daarnaast zijn
er nog enkele andere wijzigingen, waaronder het verstrengen van de
isolatie-eis voor buitenmuren en daken van alle types gebouwen die
worden gebouwd of verbouwd.
De evaluatie van het Vlaams Energieagentschap toonde aan dat het
economisch haalbaar is om de EPB-eisen ambitieuzer te maken. De
meerinvesteringen om aan strengere EPB-eisen te voldoen, verdienen
zich op een aanvaardbare termijn terug door een lagere energiefactuur.
Het maximum E-peil E80 is dan ook geen einddoel, maar slechts een
tussenstap naar nog energiezuinigere woningen. In het regeerakkoord
van de Vlaamse Regering is de ambitie opgenomen om de
energieprestatie-eisen voor gebouwen stapsgewijs verder te verstrengen
waarbij een eerste stap de verstrenging naar E60 in 2012 is, wanneer
uit onderzoek blijkt dat dit haalbaar is. Bij dit onderzoek zal
rekening worden gehouden met de investeringskosten en de te realiseren
energiebesparing.
De architect als centrale actor
Het spreekt voor zich dat de bouwprofessionelen, en in het bijzonder
de architecten, een cruciale rol spelen om die doelstelling mee te
helpen realiseren. Zij treden immers op als raadgever van de bouwheer
en leggen in hun ontwerpen de basis van de energiezuinigheid en het
comfort van het gebouw.
Het Vlaams Energieagentschap polste bij de architecten naar hun
bevindingen na bijna vier jaar toepassing van de
energieprestatieregelgeving. Het VEA liet in september 2009 een
onderzoek uitvoeren bij een representatief staal van 400 Vlaamse
architectenbureaus. Die telefonische bevraging werd ook in 2007
uitgevoerd, waardoor het mogelijk is om de evolutie te bekijken.
Enkele conclusies:
67 % van de architecten is overtuigd van de korte terugverdientermijn
voor woningen die voldoen aan de huidige EPB-eisen. Ten opzichte van
60% in 2007 zijn de architecten zich dus meer bewust van het nut van
energiebesparend bouwen en het positieve effect ervan op de
energiefactuur.
89% van de bevraagde architecten is op de hoogte van de strengere
EPB-eisen die gelden voor gebouwen met een aanvraag tot
stedenbouwkundige vergunning vanaf 1 januari 2010. Voor 79% van de
architecten zijn er aan hun ontwerpen van woongebouwen geen of slechts
kleine aanpassingen nodig om de nieuwe maximumeis van E80 te behalen.
Daaruit kan het VEA concluderen dat E80 in hun ogen zeker haalbaar is.
77% van de architecten is van oordeel dat de
energieprestatieregelgeving de bouwheren motiveert om meer aandacht te
besteden aan de energieprestatie van hun nieuwbouw of verbouwing.
Uit de bevraging is te besluiten dat niet enkel de architecten, maar
ook de bouwheren zich meer en meer bewust zijn van het belang van
energiezuinig bouwen en verbouwen.
En wat met de bouwpraktijk?
Dat de bouwheren meer en meer overtuigd zijn van het belang van
energiezuinig bouwen en vooral van het nut van thermisch isoleren,
wordt bevestigd door cijfermateriaal van Buildsight/Extra Muros,
marketingbureau voor de bouwsector, dat het Vlaams Energieagentschap
heeft opgevraagd. Die cijfers werden verzameld tijdens werfbezoeken
tussen juni 2008 en juni 2009, zowel in Vlaanderen als in Wallonië.
Ook in 2007 en 2004 werd een gelijkaardig onderzoek verricht. Dat
maakt het mogelijk om de evolutie te bekijken van 2004, naar 2007 en
2009.
De gemiddelde dikte van de buitenmuurisolatie nam in 2009 ten opzichte
van 2004 in Vlaanderen toe met 24,9% tot een dikte van 6,68 cm voor
minerale wol en met 39,3% tot een dikte van 5,63 cm voor de andere
isolatiematerialen. Ten opzichte van 2007 bedroeg de toename van de
dikte in 2009 respectievelijk 15,8% en 18,4%.
In de hellende daken nam de gemiddelde dakisolatiedikte in Vlaanderen
in 2009 ten opzichte van 2004 toe met 16,5% tot een gemiddelde dikte
van 15,00 cm. In vergelijking met 2007 nam de dikte met 12,9% toe. In
platte daken is de gemiddelde isolatiedikte in 2009, ten opzichte van
2004, verhoogd met 22,4%. Gemiddeld wordt in platte daken nu 9,32 cm
isolatie geplaatst.
Uit de werfbezoeken blijkt dat het aandeel hoogrendementsbeglazing
(met een U-waarde kleiner dan 1,2 W/m²K) fel is gestegen. Die
beglazing wordt nu bij 90,4% van de nieuwbouw geplaatst, in
vergelijking met 42,8% in 2004 en 57,3% in 2007. (De U-waarde drukt de
hoeveelheid warmte uit die per seconde, per 1 m² en per graad
temperatuurverschil tussen de ene en de andere zijde van een
constructie wordt doorgelaten. De waarde geeft de mate van isolatie
van de constructie aan: een hoge U-waarde betekent een slecht
geïsoleerd constructiedeel.)
Het Vlaams Energieagentschap besluit uit die onderzoeksresultaten dat
de Vlaamse energieprestatieregelgeving op vrij korte termijn al heeft
geleid tot zeer positieve resultaten. Er is evenwel nog een
belangrijke verbeteringsmarge. Het VEA verwacht dat de verstrenging
van de energieprestatie-eisen vanaf 1 januari 2010 de
nieuwbouwwoningen nog energiezuiniger en comfortabeler zal maken.