Persbericht
200912.255
Kopenhagen/Den Haag, dinsdag 8 december 2009
Amsterdam eindigt op vijfde plaats
Kopenhagen de groenste grote stad in Europa
Siemens brengt eerste European Green City Index uit
Economist Intelligence Unit analyseert dertig steden in dertig
Europese landen
Steden vervullen leidende rol in klimaatbescherming
Kopenhagen is de groenste stad van Europa, gevolgd door Stockholm,
Oslo, Wenen en Amsterdam. Zo luidt de conclusie van een unieke studie
naar de duurzaamheid van dertig grote steden in evenzoveel Europese
landen die Siemens vandaag heeft gepresenteerd tijdens de VN
conferentie in Kopenhagen over klimaatverandering. Naast analyses van
de prestaties en doelstellingen van deze steden op het gebied van
milieu- en klimaatbescherming, biedt de European Green City Index ook
inzicht in de verschillen. Amsterdam eindige in de totaaluitslag op
nummer 5. Op het gebied van waterverbruik, afvalverwerking en
landgebruik is Amsterdam nummer 1. Ook op het gebied van verkeer en
vervoer scoort Amsterdam uitstekend.
Amsterdam heeft daarnaast een ambitieuze doelstelling voor
terugdringing van de CO2- uitstoot gedefinieerd, waarbij de totale
uitstoot in 2025 met 40 procent moet zijn gedaald ten opzichte van
1990. Dit komt overeen met een daling van 34 procent in de periode tot
2020, veel meer dan de EU-doelstelling die streeft naar een daling van
20 procent in dezelfde periode. Daarnaast is het streven van het
stadsbestuur om in 2015 alle gemeentelijke gebouwen CO2-neutraal
moeten zijn.
Uit onze analyse blijkt dat Europese steden qua milieuprestaties
toonaangevend zijn. Wat vooral opvalt, is dat de 30 steden met in
totaal bijna 75 miljoen inwoners bijna allemaal een lagere CO2
uitstoot per hoofd van de bevolking hebben dan EU-landen, aldus James
Watson, hoofdredacteur van de Economist Intelligence Unit en redacteur
van de studie. De hoogste score in deze categorie is voor Oslo, waar
per hoofd per jaar slechts 2,5 ton CO2 wordt uitgestoten, veel minder
dan het EU-gemiddelde van 8,5 ton. Bovendien hebben de steden bijna
allemaal al een milieustrategie ontwikkeld en deels geïmplementeerd.
Al deze steden hebben echter nog heel wat werk te verzetten. In deze
steden is bijvoorbeeld nog maar zon 7% van de verbruikte energie
afkomstig uit duurzame bronnen, ruimschoots onder de doelstelling van
20% die de EU voor 2020 heeft gesteld, zegt Watson. Daarnaast is het
aandeel van het afval dat wordt gerecycled minder dan 20% en gaat van
elke vier liter water één liter verloren door lekkage.
Scandinavische steden scoren over het algemeen hoog. Het
milieubewustzijn in deze steden is al jarenlang sterk, wat tot
uitdrukking komt in hun ambitieuze klimaatdoelen. Kopenhagen streeft
er bijvoorbeeld naar om in 2025 CO2-vrij te zijn. In Scandinavische
landen is het BBP per hoofd van de bevolking bovengemiddeld en deze
welvarende landen hebben fors geïnvesteerd in milieubescherming.
Oost-Europese landen scoren over het algemeen lager. Dit heeft
hoofdzakelijk te maken met een relatief laag BBP en met de erfenis van
het verleden: in de communistische periode was milieubescherming een
ondergeschoven kindje. Met name het hoge energieverbruik in gebouwen
en verouderde infrastructuren zijn daar het resultaat van. Ten aanzien
van openbaar vervoer scoren Oost-Europese steden echter
bovengemiddeld: Kiev, dat op basis van zijn totaalscore op de 30e
plaats eindigt, heeft naar schatting het hoogste percentage forenzen
dat van het openbaar vervoer gebruik maakt.
De reikwijdte van de European Green City Index is uniek. De studie
beoordeelt de dertig steden in acht categorieën: CO2-emissies;
Energie; Gebouwen; Vervoer; Water; Luchtkwaliteit; Afval &
landgebruik; en Milieubeleid. De categorieën zijn gebaseerd op dertig
aparte indicatoren, waarvan zestien kwantitatief (bijv. water- en
energieverbruik per hoofd van de bevolking, percentage gerecycled
afval en gebruik van openbaar vervoer) en veertien kwalitatief (bijv.
CO2-reductiedoelen, efficiëntienormen voor gebouwen en draagvlak voor
milieubeschermingsmaatregelen). De Economist Intelligence Unit heeft
in samenwerking met Siemens de index ontwikkeld en het rapport
opgesteld. Het onderzoek is zoveel mogelijk gebaseerd op gegevens uit
officiële bronnen, zoals onderzoeksbureaus van gemeente- en
stadsbesturen, aldus Watson. De studie omvat ook gedetailleerde
portretten van elke stad waarin hun sterke en zwakke punten naar voren
komen, maar er komen ook initiatieven en projecten aan bod waar andere
steden van kunnen leren. Een essentieel aspect van de studie is dat de
resultaten van elke stad vergelijkbaar zijn, zowel binnen de
afzonderlijke categorieën als voor de totaalbeoordeling, voegt Watson
toe.
De studie laat duidelijk zien wat de sterke punten van Amsterdam zijn,
aldus Martin Van Pernis, voorzitter van de Raad van Bestuur van
Siemens Nederland. Tevens blijkt echter dat Amsterdam nog veel
vooruitgang kan boeken op het gebied van het verbeteren van de
luchtkwaliteit.
De Amsterdamse wethouder Marijke Vos van Milieu is van mening dat een
vijfde plaats aangeeft dat Amsterdam nog verder kan verbeteren. Maar
de studie toont ook aan dat Amsterdam absoluut tot de kopgroep van
Europa behoort. Het laat zien dat wij op veel onderdelen een actief
klimaatbeleid voeren. Op een aantal onderdelen zijn we koploper. Deze
studie motiveert om flink door te gaan en te verbeteren waar dit nodig
is. Dat hebben we de afgelopen drie jaar ook laten zien met een
ambitieus klimaatprogramma. Deze studie maakt ook duidelijk dat steden
het verschil kunnen maken en motiveert om samen te werken en kennis te
delen.
Na de duurzaamheidsrapporten over Londen en München is de European
Green City Index de derde Siemens-studie in de reeks Sustainable Urban
Infrastructures. Met deze studie onderstrepen we opnieuw onze
betrokkenheid om steden te helpen met hun
klimaatbeschermingsmaatregelen, aldus Reinhold Achatz, hoofd van
Corporate Research and Technologies, de centrale onderzoekseenheid van
Siemens AG. Ze spelen tenslotte een sleutelrol, aangezien ze
verantwoordelijk zijn voor 80 procent van de uitstoot van
broeikasgassen en meer dan de helft van de wereldbevolking in steden
woont.
Op dinsdag 8 december 2009 te 17.00 uur, overhandigt Wim de Leur,
directeur Communications and Government Affairs en vice-president van
de Siemens cluster North West Europe, in het stadshuis van Amsterdam
een eerste exemplaar van de studie aan wethouder mevrouw Marijke Vos
van Milieu.
Siemens