Planbureau voor de Leefomgeving
8 december 2009
Armoedebestrijding met behoud van biodiversiteit is mogelijk
Bestrijding van de armoede hoeft niet onvermijdelijk hand in hand te
gaan met verlies van verscheidenheid aan plant- en diersoorten en aan
ecosystemen (biodiversiteit). Als ontwikkelingslanden
armoedebestrijding combineren met natuurbeleid, subsidies,
marktprikkels en verhuismogelijkheden voor de bevolking kunnen ze op
lokaal niveau de armoede terugdringen met behoud van biodiversiteit.
Dit is belangrijk omdat verdergaand verlies van biodiversiteit
uiteindelijk ook weer armoede kan veroorzaken. Dat staat in de
verkenning "How do biodiversity and poverty relate?", die het
Planbureau voor de Leefomgeving in opdracht van minister Koenders van
Ontwikkelingssamenwerking heeft opgesteld. De verkenning is gebaseerd
op elf praktijkstudies in tien ontwikkelingslanden. In die landen
heeft het Planbureau nauw samengewerkt met plaatselijke organisaties
en instellingen.
Millenniumdoelen VN
In de Millenniumdoelen van de Verenigde Naties is afgesproken dat de
armoede tussen 2000 en 2015 moet worden gehalveerd. In de
Biodiversiteitdoelen, eveneens van de Verenigde Naties, is afgesproken
dat voor 2010 de afname van de biodiversiteit gestopt moet zijn.
Nederland wil aan beide VN-doelstellingen een bijdrage leveren. Vast
staat dat er een nauw verband is tussen armoedebestrijding en
biodiversiteit. Maar de aard van deze relatie is niet volledig
duidelijk. Met deze verkenning wil het Planbureau inzicht bieden in de
complexe samenhang tussen armoedebestrijding en biodiversiteit.
In de meeste gevallen, blijkt uit de verkenning, gaat
inkomensverbetering van de bevolking ten koste van de biodiversiteit.
En uiteindelijk is de bevolking slachtoffer van het verlies van de
biodiversiteit. Biodiversiteit is nodig voor productieprocessen die
gebaseerd zijn op natuurlijke hulpbronnen, zoals schoon water, voedsel
en brandstof. Voorbeelden zijn onder meer enkele visserijprojecten in
Ghana en Kenia die aanvankelijk succesvol waren en zorgden voor meer
welvaart voor de plaatselijke bevolking. Maar betere vistechnieken
leidden tot overbevissing, een afnemende visstand en daardoor
uiteindelijk weer tot toenemende armoede.
Voorbeeld Costa Rica
Dat armoedebestrijding en behoud van biodiversiteit samen kunnen gaan,
maakt het voorbeeld van de teakbossen in Costa Rica duidelijk. Het
noordwesten van Costa Rica bestond voornamelijk uit tropisch woud, dat
vanaf het begin van de vorige eeuw steeds meer plaats maakte voor
landbouw en veeteelt. In de jaren zeventig stortte de markt in
waardoor een groot deel van de bevolking brodeloos werd. Vanwege de
armoede zijn mensen vertrokken, overwegend naar de stad. Doordat de
regering herbebossing subsidieerde en milieubeleid financierde en het
buitenland investeerde in teakhout, is de hoeveelheid bos in geheel
Costa Rica inmiddels weer toegenomen tot 55 procent (cijfers 2005).
Het voorbeeld van Costa Rica maakt volgens het Planbureau duidelijk
dat armoedebestrijding en behoud van biodiversiteit samen kunnen gaan.
Het Costaricaanse model kan ook op andere plaatsen in de wereld worden
toegepast. Voorkomen moet dan wel worden dat de problemen niet worden
afgewenteld naar andere gebieden of volgende generaties.
* Naar de publicatie: Hoe zijn biodiversiteit en armoede
gerelateerd? Een verkennende studie
EINDE PERSBERICHT
Het Planbureau voor de Leefomgeving is het nationale instituut voor
strategische beleidsanalyses op het gebied van milieu, natuur en
ruimte. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) draagt bij aan de
kwaliteit van de politiek-bestuurlijke afweging door het verrichten
van verkenningen, analyses en evaluaties waarbij een integrale
benadering voorop staat. Het PBL is voor alles beleidsgericht. Het
verricht zijn onderzoek gevraagd en ongevraagd, onafhankelijk en
altijd wetenschappelijk gefundeerd.
---
---------------------------