Ingezonden persbericht
Den Haag, 7 december 2009
Kopenhagen Top moet rechtvaardig klimaatakkoord opleveren
De klimaattop in Kopenhagen die vandaag begint moet leiden tot een rechtvaardig klimaatverdrag. Cordaid en haar partnerorganisaties uit het internationale CIDSE en Caritas Internationalis netwerk vinden dat de grootste vervuilers de allerarmsten in ontwikkelingslanden moeten helpen, omdat juist zij nu al het hardst worden getroffen door de klimaatverandering.
Zo lijdt de nomadische bevolking van Noord-Kenia onder de aanhoudende droogte. "Mensen moeten steeds verder weg trekken om nog wat water en voedsel voor zichzelf en hun vee te kunnen vinden", zegt Umuro Roba Godana, directeur van het Pastoralist Integrated Support Programme (PISP) die met hulp van Cordaid klimaatadaptatieprogramma's uitvoert. "Als er in Kopenhagen geen harde afspraken worden gemaakt, wordt de situatie alleen maar nijpender."
Cordaid en haar partnerorganisaties willen dat er in Kopenhagen een eerlijk, effectief en juridisch bindend akkoord wordt gesloten. Dat betekent dat rijke landen vanaf 2020 minstens 131 miljard euro per jaar ter beschikking moeten stellen voor adaptatie in ontwikkelingslanden. "Het gaat om additioneel geld, dat dus bovenop het reguliere ontwikkelingshulpbudget komt", aldus klimaatcoördinator Sasja Kamil. "En het allerbelangrijkste is dat dit geld niet blijft 'hangen' op overheidsniveau, maar daadwerkelijk gebruikt kan worden door de getroffen gemeenschappen."
Cordaid werkt nu al met gemeenschappen in 10 landen in Afrika, Azië en Midden-Amerika met de zogeheten Community Managed Disaster Risk Reduction programma's. Rampenpreventie dus, te beginnen op lokaal niveau, bij de armste mensen in ontwikkelingslanden. Preventie die nodig is, omdat door de klimaatverandering vaker rampen plaatsvinden zoals overstromingen en extreme droogtes.
Wat betreft mitigatie, pleiten Cordaid en haar partnerorganisaties ervoor dat de temperatuurstijging op aarde beneden de 2 graden Celsius blijft en dat rijke landen hun uitstoot in 2020 met zeker 40 procent hebben teruggebracht t.o.v. de waarden uit 1990.
Noot voor de redactie,