Datum 7 december 2009 2009Z22793
Onderwerp Kamervragen
-
Geachte voorzitter,
Hiermee beantwoord ik mede namens de minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer de vragen die de leden Bochove en
Haverkamp hebben gesteld over de Bloemendalerpolder.
1. Bent u bekend met hetgeen de Nota Ruimte 1) vermeldt over de inrichting van
de Bloemendalerpolder en de daarbij maximaal te hanteren aantallen woningen?
1. Ja
2. Kunt u aangeven of de planontwikkeling van de gemeenten Muiden en Weesp
en de provincie Noord-Holland in overeenstemming is met het ruimtelijk beleid
zoals vastgelegd in de Nota Ruimte? Zo nee, waarom wordt daarvan afgeweken?
Wat is de juridische titel waaronder dit nieuwe beleid wordt ontwikkeld?
2. De planontwikkeling is in overeenstemming met het ruimtelijk beleid zoals is
weergegeven in de Nota Ruimte. Bij de planontwikkeling Bloemendalerpolder
wordt voorzien in de realisatie van duurzaam groen met een recreatief
aantrekkelijke invulling op tweederde deel van het plangebied. In de Nota Ruimte
is voorts aangegeven dat maximaal 5.000 woningen in de Bloemendalerpolder
kunnen worden gerealiseerd. Op basis van de huidige planontwikkeling zal het
aantal woningen in de Bloemendalerpolder maximaal 3.000 woningen bedragen.
Op het KNSF-terrein zullen 1.475 woningen worden gerealiseerd.
3. Bent u bekend met de convenanten die in het kader van de maatregelen in de
corridor Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad (onder andere OV-SAAL) zijn
gesloten tussen de diverse overheden en zijn er op dit moment onderhandelingen
gaande rondom de aanpassing van deze convenanten? Zo ja, over welke
aanpassingen gaat het dan?
3. Voor het project OV SAAL zijn naar mijn weten nog geen convenanten tussen
diverse overheden gesloten. Wel is er in het kader van de weguitbreiding
Schiphol-Amsterdam-Almere (SAA) een convenant gesloten waarin ook enkele
afspraken zijn vastgelegd over de samenhang met het project OV SAAL. Zo is
vastgelegd dat bij het bepalen van het geluidsniveau horende bij "Stand Still
a
agina 1 van 4
P
2008" voor bestaande bebouwing zowel het wegverkeer als het spoorverkeer
worden betrokken. Een andere afspraak die is vastgelegd is dat bij de ruimtelijke
Ons kenmerk
uitwerking van de verbreding en inpassing van de A1 vooralsnog rekening zal VENW/DGMO-2009/11659
worden gehouden met de eventuele aanleg van de spoorvariant gebundeld met
de A1. Deze variant behoort tot de in OV SAAL onderzochte openbaar
vervoeroplossingen voor de lange termijn via de Hollandse brug. Op dit moment
zijn geen onderhandelingen gaande over de aanpassing van het convenant met
betrekking tot de weguitbreiding SAA. Wel wordt gewerkt aan een bilaterale
uitvoeringsovereenkomst tussen Rijkswaterstaat en de stuurgroep
Bloemendalerpolder. De afspraken uit het convenant vormen hiervoor onder
andere de basis.
4. Is het waar dat het huidige standpunt van het college van Burgemeester en
Wethouders van de gemeente Weesp, zoals dat aan u bekend is gemaakt, niet in
overeenstemming is met het laatst genomen raadsbesluit (dat luidde: instemming
met het convenant) van de betreffende gemeente ter zake? Zo nee, kunt u ons
dan volledigheidshalve mededelen wat volgens uw opvatting het huidige
standpunt van het college van de gemeente Weesp is? Zo ja, welk van beide
standpunten is voor u leidend in de discussie?
4. Zoals aangegeven bij de beantwoording van vraag 3, is er voor zover ik weet
behalve het convenant over de weguitbreiding geen ander convenant tussen
diverse overheden gesloten over de maatregelen in de corridor Schiphol-
Amsterdam-Almere-Lelystad (onder andere het project OV SAAL).
5. Kunt u aangeven welke rapporten over openbaar vervoerverbindingen bij de
betrokken overheden zijn verschenen tussen 1 januari 2008 en 1 december 2009?
Hoeveel rapporten hiervan zijn openbaar gemaakt, hoeveel rapporten zijn er
geheim? Zijn alle openbare en geheime rapporten ter beschikking gesteld van de
gekozen volksvertegenwoordigers? Kunt u voor de geheime rapporten aangeven
waarom deze niet openbaar zijn gemaakt?
5. Ik kan u alleen aangeven welke rapporten er bij de betrokken overheden zijn
verschenen over het openbaar vervoer in relatie tot Bloemendalerpolder, voor
zover die bij mij bekend zijn. Geheime rapporten zijn niet bij mij bekend, dus
daar kan ik u niet verder over informeren. Het bureau TASK heeft in 2008 in
opdracht van de gemeenten Muiden en Weesp het rapport "Strategische visie.
Integrale ruimtelijke ordening Muiden-Weesp" uitgebracht. Dit rapport gaat onder
meer in op de (gehele) verlegging van het bestaande spoor door Weesp naar een
tracé langs de A1. Het onderzoeksbureau heeft dit rapport tevens aan u en aan
mij aangeboden. Een afschrift van mijn brief aan TASK heeft u op uw verzoek van
mij ontvangen.
Daarnaast hecht ik eraan u te informeren dat de lokale overheden, waaronder de
gemeenten Muiden en Weesp, goed aangehaakt zijn bij het project OV SAAL. Zij
worden regelmatig op de hoogte gehouden van de stand van zaken van het
project, onder meer tijdens de bijeenkomsten die hiervoor worden georganiseerd
door mijn duo-bestuurder (de heer Gerson). De lokale overheden worden
momenteel met name nauw betrokken bij en geconsulteerd over de uitwerking
van de korte termijn maatregelen. Dit betreft onder meer de uitwerking van de
Ontwerp Tracébesluiten. Besluiten over OV SAAL komen in samenspraak met de
regio tot stand, onder coördinatie van mijn duo-bestuurder. Hij stuurt op een
agina 2 van 4
P
eensluidend standpunt van de regionale overheden, zoals verenigd in het Platform
Metropoolregio Amsterdam.
Ons kenmerk
VENW/DGMO-2009/11659
6. Is het u bekend dat de betrokken gemeenten een voorkeursrecht op grond van
de wet Voorkeursrecht Gemeenten hebben gevestigd op zowel de
Bloemendalerpolder als de Gemeenschapspolder? Om welke reden heeft
vervolgens de provincie ook daarover een voorkeursrecht gelegd? Is dit een
houdbare juridische positie gezien de wet op de Ruimtelijke Ordening en de
Grondexploitatiewet? Betekent deze stap van de provincie dat zij hiermee de regie
naar zich heeft toegetrokken? Zo ja, hoe beoordeelt u deze stap?
6. Op 16 maart 2009 hebben Provinciale Staten besloten dat zij een
inpassingsplan voor de Bloemendalerpolder zullen vaststellen. Een inpassingsplan
is te beschouwen als een door de provincie opgesteld bestemmingsplan. Door te
besluiten zelf een inpassingsplan te maken, heeft de provincie duidelijk gemaakt
dat het project Bloemendalerpolder een project van provinciaal belang is en dat
de provincie nog sterker dan voorheen een regisserende rol zal vervullen bij de
planuitwerking en de realisatie van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling, een en
ander uiteraard in nauwe samenspraak met de betrokken gemeenten, het Rijk,
het hoogheemraadschap en de ontwikkelaars die in het plangebied substantiële
grondposities hebben ingenomen.
Door zelf een inpassingsplan vast te stellen, verplicht de provincie zich tot een
actieve en regisserende rol bij uitvoering van de gewenste ruimtelijke
ontwikkeling. Bij die uitvoerende rol past ook de inzet van wettelijke instrumenten
op het terrein van de grondverwerving, zoals het voorkeursrecht.
Het belangrijkste doel van het voorkeursrecht is de ondersteuning van de
regisserende rol van de provincie met het oog op de tijdige realisering van de
nieuwe bestemming. Een tweede doel is het voorkomen van ongewenste
grondtransacties die de realisatie van de plannen op een wijze zoals die de
provincie voor ogen staat, zouden kunnen doorkruisen. Het is dan ook een
logische stap dat de provincie een eigen voorkeursrecht vestigt op de gronden
gelegen in het plangebied. Dit is mede ingegeven door het feit dat anders het
vigerende gemeentelijk voorkeursrecht in de loop van 2010 zou aflopen.
7. Bent u van mening dat op dit moment, met de nu beschikbare kennis, het
commercieel mogelijk is om binnen de randvoorwaarden van de Nota Ruimte en
met de eerder door de gemeenteraden vastgelegde noodzakelijke infrastructuur
de polder te ontwikkelen? Zo ja, kunt u dit onderbouwen? Zo nee, is dit voor u
aanleiding met de betrokken overheden te overleggen om te komen tot het
stopzetten van de ontwikkeling in de Bloemendalerpolder?
7. Ik ben van mening dat het commercieel haalbaar is de ontwikkeling in de
Bloemendalerpolder te realiseren. In het samenwerkingsverband tussen de
betrokken publieke en private partijen is in de afgelopen periode veelvuldig
overleg gevoerd over de haalbaarheid mede gezien de marktomstandigheden.
Ondanks deze gewijzigde marktomstandigheden zien partijen voldoende
mogelijkheden te komen tot een haalbare ontwikkeling, mede vanwege de
kwaliteit van het plan (zowel wat betreft de woningen als het groen/water) en de
lange looptijd van het project.
agina 3 van 4
P
Het streven van partijen is erop gericht medio volgend jaar een
samenwerkingsovereenkomst te ondertekenen.
Ons kenmerk
VENW/DGMO-2009/11659
8. Welke mogelijkheden hebben de leden van de provinciale staten van Noord-
Holland en de leden van de gemeenteraden van Weesp en Muiden om in
gezamenlijkheid te overleggen en te besluiten nu de respectievelijke
bestuurscolleges alle beschikbare relevante informatie als vertrouwelijk hebben
bestempeld?
8. Een groot deel van de beschikbare relevante informatie is niet als vertrouwelijk
bestempeld en over deze informatie kunnen de leden van Provinciale Staten en de
leden van de gemeenteraden in gezamenlijkheid overleggen.
De overheden hebben ons aangegeven dat de informatie ten aanzien van het
onderhandelingsproces vooralsnog vertrouwelijk met de staten is besproken
vanwege het strategisch karakter van deze informatie.
Ik heb begrepen dat recentelijk in een tweetal sessies het voorlopig concept
Masterplan aan de staten en de gemeenteraad van Weesp is gepresenteerd. Op
korte termijn zal een presentatie aan de gemeenteraad van Muiden plaatsvinden.
Nadat het Masterplan ter visie gaat zullen de staten alsmede de beide
gemeenteraden zich hierover kunnen uitspreken. Ter informatie deel ik u mee dat
ik heb vernomen dat alle beschikbare relevante informatie recentelijk bij de
raadsgriffie ter inzage is gelegd voor de raadsleden van Weesp.
9. Is het staande praktijk bij de Provincie Noord-Holland dat over vraagstukken
over de Bloemendalerpolder in beslotenheid vergaderd en besloten wordt?
9. Nee, dit is naar ik begrepen heb geen staande praktijk, maar is enkel aan de
orde in geval de onderliggende stukken vragen om vertrouwelijkheid, zoals de
stukken die betrekking hebben op de onderhandelingen met marktpartijen.
10. Kunt u deze vragen vóór het notaoverleg MIRT 2) op 7 december 2009
beantwoorden?
10. Ja.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
agina 4 van 4
P
Ministerie van Verkeer en Waterstaat