Toekomst Lisse: makkelijke of moeilijke weg?
Moet Lisse intensiever gaan samenwerken met omliggende gemeenten of
juist fuseren? Om deze en bijbehorende vragen ging het tijdens de
discussieavond over de bestuurlijke toekomst van Lisse.
De gemeenteraad organiseerde op 23 november een discussieavond over de
bestuurlijke toekomst van Lisse in t Poelhuys. Na inleidingen van vier
deskundigen kon het publiek zijn mening geven via stemkastjes. De
uitkomsten waren opvallend evenwichtig.
Het wordt geen volksraadpleging en de uitslagen zijn niet bindend,
benadrukte raadslid Cees Verburg (D66) van tevoren. De bijeenkomst was
vooral bedoeld om open te praten over de voor- en nadelen van een
gemeentelijke fusie en het Samen En Toch Apart (SETA)-model. En om een
discussie op gang te brengen. Zeker nu de samenwerking tussen Lisse,
Hillegom en Noordwijkerhout in de woorden van Verburg, jammerlijk is
mislukt en Lisse op een kruispunt staat. Vrijwel iedere gemeente in
Nederland is momenteel bezig met dit soort vraagstukken, voegde
gespreksleider Nico Schoof daaraan toe. Volgens de oud-burgemeester
van onder meer Akersloot en Alphen realiseren steeds meer gemeenten
zich dat zij zoveel taken en verantwoordelijkheden krijgen, dat de
eigen organisatie kwetsbaar wordt.
Bollenstreek
Begin dit jaar bracht adviesbureau Ernst & Young een rapport uit. Het
bureau adviseert Lisse het SETA-model één groot ambtenarenapparaat en
voor elk dorp een eigen gemeentebestuur of een fusie. Deze opties zijn
het beste in een groter verband van vijf gemeenten: niet alleen met
Hillegom en Noordwijkerhout, maar ook Noordwijk en Teylingen. De
makkelijkste weg levert het minste op en de moeilijkste het meest,
deed onderzoeker Herbert ter Beek de aftrap. Hij ziet samenvoeging van
de vijf gemeenten als het ideale scenario. Samenwerking is een goede
tweede, maar heeft ook nadelen. Aan welke gemeente geeft de ambtelijke
club voorrang? Groeit de kwaliteit van het bestuur wel mee met die van
de ambtenaren?
Hoe dan ook kan Lisse het niet alleen, zei Ter Beek. Lisse is een
relatief kleine speler in de Randstad. Je hebt alleen invloed op
bovenlokale beslissingen als je samenwerkt op grotere schaal die van
de Bollenstreek. Kleinere gemeenten kunnen basistaken wel goed
uitvoeren, maar moeten op steeds meer terreinen specialistische kennis
van buiten inhuren. Ook een goede digitale dienstverlening optuigen,
kost veel tijd en geld. Dat kan een stuk efficiënter als je het samen
doet.
SETA in de Krimpenerwaard
Vijf gemeenten in de Krimpenerwaard begonnen in 2001 met het
SETA-model, omdat een fusie te gevoelig lag,vertelde Arie van Herk,
burgemeester van Bergambacht. Er kwam één ambtelijke dienst met circa
80 medewerkers en een nieuwe gemeentesecretaris.Onderwijs,
personeelszaken, sociale dienst: het liep als een trein. We hebben
gezamenlijk gezorgd voor glasvezelverbindingen en één centrale server.
En een grote stap op veiligheidsgebied was het instellen van één
brandweerkorps. Vervolgens breidden de gemeenten de nieuwe werkwijze
langzaam uit naar strategische beleidsterreinen en stelden een
gezamenlijke toekomstvisie vast.
Maar in 2008, toen zij hun samenwerking nog verder wilden uitbouwen,
ging het mis. Voor en tegenstanders van een fusie buitelden over
elkaar heen. Uiteindelijk besloot de provincie om met een korte klap
tot herindeling over te gaan. Toch heeft het SETA-model niet afgedaan
voor Van Herk. Je kunt gerust een samenwerking aangaan als je niet toe
bent aan een fusie. Maar doe het niet half: werk stevig en duidelijk
samen. Kijk elkaar om de paar jaar eerlijk in de ogen. En zorg dat het
toekomstbeeld van de deelnemende gemeenten hetzelfde is.
Bestuurlijke intimiteit
Daar dacht Hans Engels bijzonder hoogleraar
gemeenterecht/gemeentekunde (Thorbecke-leerstoel) aan de Universiteit
Leiden anders over. Volgens hem is samenwerking een illusie en een
vluchtweg en is er maar één manier om te zorgen dat de gemeente over
vijftig jaar nog een volwaardige en zelfstandige bestuurslaag is:
herindeling. Er komt veel op gemeenten af: zij krijgen meer taken en
beleidsvrijheid van het Rijk. Zij kunnen alleen aan die hoge eisen
voldoen als zij opschalen. Met als resultaat: meer geld, beter
gekwalificeerde ambtenaren en meer kwaliteit.
Engels verwijt de bestuurders in Nederland lafheid. Volgens hem
opereren zij defensief, omdat zij vermoeden dat burgers geen fusies
willen. Daarbij spelen zij in op vals sentiment. Romantisch escapisme,
noemde Engels dat. En dat terwijl iedereen weet dat gemeenschap,
identiteit en sociale cohesie niet hetzelfde zijn als de gemeente. De
burger wil maar twee dingen: democratie en kwaliteit.
Het tegengeluid kwam van Linze Schaap, universitair hoofddocent
bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg. Groter is niet altijd
beter, zei hij. Uit onderzoek blijkt dat zowel grote als kleine
gemeenten moeite hebben met hun nieuwe taken. Het is een politieke
keuze: willen we grote gemeenten als technocratische
uitvoeringskantoren van het Rijk of kiezen we voor bestuurlijke
intimiteit? In mijn ogen is samenwerken de beste optie. Burgers voelen
zich vervreemd van de overheid. Kleinschaligheid is nog steeds van
belang. Kijk maar naar de zorg, het onderwijs, de banken Applaus in de
zaal.
Stemming
Na de inleidingen schotelde voorzitter Nico Schoof de aanwezigen onder
wie relatief veel mensen van lokale politieke partijen tien stellingen
voor. Via een stemkastje konden zij hun mening geven. Bijvoorbeeld
over kwesties als een kleine gemeente heeft niet veel te vertellen als
het om zaken gaat die bovenlokaal besloten worden, de plaats waar het
gemeentehuis staat is niet belangrijk, door een fusie verschralen de
voorzieningen in de kernen of een fusie leidt tot verlies van
identiteit. De zaal hield zichzelf in evenwicht, want voortdurend
lagen de percentages rond de 50 of 60 procent. Een duidelijk uitkomst
voor of tegen fusie of samenwerking was dus niet te vinden. Na afloop
bleken de meeste mensen er nog precies hetzelfde over te denken als
aan het begin van de avond: slechts 20 procent was door de sprekers of
de discussie op andere gedachten gebracht.
Gemeente Lisse