Senternovem

07-12-2009 | Nederland doet het goed in de Europese kaderprogramma's

Wat betekent de Nederlandse deelname aan de Europese kaderprogramma's voor onderzoek en ontwikkeling in Nederland? Het bedrijf Technopolis nam het effect van deelname aan het 4e, 5e en 6e kaderprogramma onder de loep en sprak met ruim honderd deelnemende partijen. Om zo helder te krijgen wat de focus moet zijn voor de volgende etappe.

Technopolis mw. Boekholt Nooit eerder werd onderzocht wat de Nederlandse deelname aan de Europese kaderprogramma's opleverde. Technopolis ging het gesprek aan met Nederlandse kennisinstellingen, universiteiten en grote en kleine bedrijven om tot een reconstructie te komen op het gebied van samenwerking, onderzoeksonderwerpen, beleid en resultaten. De conclusie: Nederland doet het goed in de Europese kaderprogramma's voor onderzoek en ontwikkeling. Als relatief klein land nemen we een vooraanstaande positie in wat betreft de financiële retour, het aantal participaties en het aantal coördinatorschappen. Vooral op het gebied van life sciences en health, voeding en voedselveiligheid, ICT en duurzame energie staan onze onderzoekers sterk.

Patries Boekholt, directeur Technopolis en projectleider van het onderzoek `Impact Europese Kaderprogramma's in Nederland': "Onderzoekend Nederland heeft het de afgelopen jaren goed gedaan. We zijn niet alleen een heel actieve deelnemer, ook nemen we een succesvolle vijfde positie in met het binnenhalen van Europese projecten; net na de grote onderzoekslanden Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Italië. Hierin zijn we zelfs zo goed dat we meer geld ontvangen van de Europese Commissie dan we bijdragen. En doordat Nederlandse deelnemers vaak een coördinerende rol op zich nemen, hebben we meer zeggenschap in de onderzoeksprojecten."

Belangrijkste spelers
In het Europese Kaderprogramma gaat het met name om fundamenteel-wetenschappelijk onderzoek, vooral in de medisch wetenschappelijke en life sciences-onderzoeksprojecten. In het thema Food betrekt men het bedrijfsleven meer en meer, maar is nog geen sprake van een grote economische impact. Aan de ict- en embedded systems-onderzoeken nemen veel (grote en kleine) bedrijven deel. Deze sector richt zich steeds meer op het toepassen van fundamentele onderzoekskennis, voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.

Op het gebied van duurzame energie speelt Nederland als onderzoeksland een leidende rol. Er is veel kennis in ons land. Boekholt: "Vanzelfsprekend is internationale samenwerking een belangrijk streven, maar wil Nederland haar kennis te gelde maken, dan moeten we meer gebruikmaken van de aanwezige kennis en ons actief inzetten voor valorisatie hiervan. Dit geldt momenteel specifiek voor de energiesector, maar in algemene zin ook voor de andere onderzoeksgebieden."

Mensenwerk
Steeds gemakkelijker zoeken internationale bedrijven en onderzoekers elkaar op. "Het mensenwerk - netwerken - leidt nu tot het vormen van thematische vakgebieden, consortia en strategische partnerschappen", verklaart Boekholt. "Ook komen makkelijker uitwisselingen tot stand. Hierdoor verandert langzaam het karakter van de kaderprogramma's: in plaats van losse projecten, worden onderzoeksprojecten groter, uitvoeriger en de samenwerking langduriger. En wordt het bepalen van de eigen (Nederlandse) onderzoeksagenda steeds belangrijker."

"In volgende kaderprogramma's wordt nadrukkelijker ingezet op grote strategische initiatieven met meer kritische massa ten koste van de vele kleine projecten", stelt Boekholt. "Dit biedt kansen voor het positioneren van de Nederlandse sleutelgebieden. Ook moeten de Europese beleidsinstrumenten voor de toekenning van subsidies minder bureaucratisch worden. Allemaal om de al zeer sterke Europese onderzoekspositie te handhaven en te verbeteren." Wijzigingsdatum | 07-12-2009