NOS, Met het oog op morgen, Radio 1
Radio / TV-interview | 04-12-2009
Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse
ministerraad, over de Nederlandse militaire missie in Afghanistan
VRAAG
Balkenende heeft altijd gezegd dat op het moment dat de Amerikanen
gaan bellen ontstaat er een nieuw weegmoment en dus begon ik met de
vraag is dat weegmoment dan ook nu aangebroken?
BALKENENDE
Het begint nu serieuzer te worden, want er wordt veel gebeld, terecht
dat u dat opmerkt. Bijvoorbeeld minister Gates van de VS, minister van
Defensie heeft met minister Van Middelkoop gebeld. Hillary Clinton,
minister van Buitenlandse Zaken, heeft gesproken met Maxime Verhagen.
Ik had contact met Joe Biden, de vicepresident van de VS. En die
telefoontjes zij er niet voor niets. Ik heb trouwens ook gesproken,
gisteravond nog, met de secretaris-generaal van de NAVO, de heer
Rasmussen. Ja dat is natuurlijk allemaal over de vraag van hoe zal het
beleid zijn ten aanzien van Afghanistan? Wat kunnen landen bijdragen
aan de toekomst van dat land? En dan begint het wel met vooral te
praten over, nu de nieuwe benadering van de Amerikanen, er wordt
gesproken over de positie van landen.
VRAAG
En zijn het dan smeekbedes? Blijf alstublieft?
BALKENENDE
Nou het woord smeekbedes is niet goed, maar het is natuurlijk wel zo
dat de Amerikanen zelf een extra inspanning gaan leveren en ze hopen
natuurlijk dat met name de NAVO-partners ook extra bijdragen gaan
leveren. Dat is eigenlijk het algemene verhaal. Daar heeft meneer
Biden natuurlijk ook het nodige over verteld, ook tegen mij.
Natuurlijk hoopt men dat Nederland activiteiten in Afghanistan zal
continueren. Maar ze weten ook hoe de discussies hier in Nederland
lopen, men weet ook hoe de besluitvorming in het verleden is geweest.
VRAAG
Is die toon dan dwingend?
BALKENENDE
Nee, nee. Dat is helemaal niet in de termen van dwingend. Wel de hoop
dat Nederland door blijft gaan met activiteiten. Ik moet zeggen er is
heel veel waardering voor onze inzet. Bijvoorbeeld die combinatie die
wij steeds hebben gehad van werken aan veiligheid, zorgen dat er meer
ontwikkelingsmogelijkheden zijn voor mensen en investeren in goed
bestuur, want er moet echt veel gebeuren in Afghanistan. Die
combinatie van die drie dingen, die ligt geweldig goed. Ook de
Amerikanen bewandelen nu dat spoor, heel erg goed.
VRAAG
Eigenlijk hartstikke mooi. Als zij dat overnemen kunnen wij weg. Ze
hebben het van ons geleerd.
BALKENENDE
Ik vind het echt hoopgevend dat vanuit de VS nu zo nadrukkelijk wordt
gesproken over dat drie-sporen-beleid. Dat vind ik winst. Ook een
bevestiging denk ik van de keuzes die Nederland heeft gemaakt.
Trouwens ook de Canadezen, want die hebben ook heel veel gedaan
hieraan. Die hebben hun ideeën ook naar voren gebracht. Nou ja goed,
wat wij dan zelf gaan doen, dan is een kwestie nu van beraadslagingen
binnen het kabinet.
VRAAG
Maar dan moet u mij even helpen want iedere keer denk ik te begrijpen
wat het kabinetsstandpunt is, dan denk ik, ik heb het helder. En dan
gaan er weer ministers praten en dan raak je toch weer een beetje van
het spoor. Want als ik naar minister Bos luister, die zegt in december
2010 vertrekt de laatste man uit Uruzgan en er komt ook geen nieuwe
man of vrouw voor terug. Maar als ik dan weer naar Maxime Verhagen
luister, uw minister van Buitenlandse Zaken, die zegt iedere keer we
stoppen met die grote missie, de leidende rol, zegt hij dan
nadrukkelijk. Dat laat open dat we wel weer terugkeren in Uruzgan,
maar met een kleinere missie. Hoe zit het nou precies?
BALKENENDE
De besluitvorming in het verleden is zo geweest dat we hebben gezegd
van we zitten voor twee jaar in Uruzgan. Toen hebben we gezegd we
blijven nog twee jaar en dan is het ook afgelopen. En er is ook
gezegd: voor het einde van het jaar is de laatste man van die missie
die is weg. En dat hangt samen met die formule van we stoppen als lead
nation. Dat is één deel van de discussie, van wat we in het verleden
hebben besloten. Dan krijgen we natuurlijk de discussie die nu ook in
de Kamer heeft gespeeld van wel of geen mogelijkheden in Uruzgan. Nou
dat is de discussie die in de Kamer aan de orde is geweest, dat hebben
wij ook met elkaar te bespreken. En dan hebben we nog te maken met
heel wat anders, namelijk de vraag van wat zijn mogelijkheden die
Nederland heeft om in de toekomst actief te zijn? Nou daarvan is in
het verleden steeds gezegd: daarover gaan we niet speculeren, we
zullen die zaken aan de orde stellen, bijvoorbeeld wat u net zegt, als
er een verzoek zou komen, dan zullen we dat gaan wegen. Dan zullen we
dat met elkaar bespreken. We zitten nu langzamerhand in die fase van
kijken wat kunnen wij doen. Dat zit eigenlijk wel allemaal nog steeds
binnen het raamwerk van besluitvorming tot nu toe.
VRAAG
Maar goed voor mij blijft het nog steeds onduidelijk. Minister
Verhagen die laat de ruimte open dat we eigenlijk toch weer terugkeren
in Uruzgan met een nieuwe missie en minister Bos zegt nou dat gaan we
dus echt niet meer doen.
BALKENENDE
We hebben steeds gezegd de missie is afgelopen in 2010. En alles wat
daarna gaat gebeuren in Afghanistan dat zullen we als kabinet
bespreken. En meer dan dat is er nu niet over te zeggen.
VRAAG
Die besprekingen beginnen nu?
BALKENENDE
Nou we zijn daar natuurlijk al een tijdje mee bezig. Want we zijn nu
binnen het kabinet gehouden stil te staan bij de vraag van wat kan een
land als Nederland doen? Hoe kijken we tegen zaken aan? Hoe laat je
ontwikkelingen achter in bepaalde gebieden? Dat zijn allemaal vragen
die hier een rol spelen. Nou daar we nu op het ogenblik druk mee
bezig.
VRAAG
Zijn wij onmisbaar in Uruzgan?
BALKENENDE
Ik denk dat we het zo zouden moeten zeggen: de benadering die we
hebben van meer veiligheid, werken aan perspectieven voor mensen, maar
ook oog hebben voor het tegengaan van corruptie. Die benadering is
onmisbaar. De vraag of Nederland het moet doen of andere landen, dat
is dan eigenlijk een kwestie van de tweede orde. Het gaat natuurlijk
eerst om een inhoudelijke benadering. Die benadering die kan niet
worden gemist. Wat ik nu het grote voordeel vind van ook de
Amerikanen, ze hebben heel nadrukkelijk gekozen ook voor dit spoor.
VRAAG
Maar de conclusie is dus: wij zijn niet onmisbaar, maar als het land
dat Uruzgan overneemt maar volgens dezelfde werkwijze te werk gaat.
Dat is het belangrijkste voor u?
BALKENENDE
Wat wij doen, dat wordt nog besproken in het kabinet, daar doe ik geen
uitspraken over. Maar dit type aanpak is nodig in Afghanistan. Niet
alleen in Uruzgan, eigenlijk overal.
VRAAG
U zei iets heel interessants tijdens uw persconferentie. U zei van als
we niets doen, dan worden het buitenbeentje. Dus kortom, één ding is
duidelijk. U zegt niet wat we gaan doen, maar niets doen is voor u
geen optie.
BALKENENDE
Dat lijkt mij echt wat onbestaanbaar. Omdat alle NAVO-landen zijn
actief in Afghanistan. Sommige landen doen nu ook meer. Ik vind dat je
dat niet van Nederland kunt vragen. Dat is onze bijdrage van de
afgelopen jaren. Maar je zomaar terugtrekken uit Afghanistan,
eigenlijk het land nu in dit stadium de rug toekeren, ik vind dat echt
een onbegaanbare weg.
VRAAG
Maar denkt u dan aan bijdrages in de vorm van een veldhospitaal of wat
extra F-16's of wordt het toch wat substantiëler?
BALKENENDE
Nou kijk, als ik het heb over de betrokkenheid bij Afghanistan, dan
hebben we het over meerdere aspecten.
VRAAG
Over ontwikkelingshulp.
BALKENENDE
Nou bijvoorbeeld.
VRAAG
Maar het gaat nu, vandaag, vooral over militaire betrokkenheid.
BALKENENDE
Dat begrijp ik, maar wanneer we het hebben over Afghanistan de rug toe
keren dan het om de verschillende zaken die we nu hebben besproken.
Ontwikkelingsactiviteiten die zullen gewoon door moeten gaan. Dat we
hebben ook steeds gezegd als Nederlandse regering. En wat betreft de
militaire activiteit dan zeg ik ook van ook dan heb je te maken met
verantwoordelijkheden als Nederland, als andere NAVO-landen en landen
erbuiten omdat Afghanistan die hulp nog nodig heeft.
VRAAG
Kortom, we blijven in Afghanistan, alleen ja waar en hoe en hoe groot,
die vraag moet worden ingevuld?
BALKENENDE
Ook die vraag van of we blijven in Afghanistan. Ook dat is echt nog
prematuur. Alleen als u mij vraagt hoe kijk je nu aan tegen
verantwoordelijkheid van een land als Nederland dan zeg ik: als wij,
en dat is met de term van buitenbeentje, nu zouden zeggen, op ons
eentje, van wij gaan nu weg, dan zijn we het enige land dat niet meer
actief zal zijn in militair opzicht in Afghanistan.
VRAAG
En gaan wij dan als we dat doen diplomatiek het strafbankje op? U mag
de laatste jaren aanschuiven bij de G20, daar zijn we officieel geen
lid van. Als wij niet meer meedoen in Afghanistan belandt u dan op een
krukje in de coulissen?
BALKENENDE
Dat weet ik helemaal niet. Maar dit zijn overwegingen die we zelf
hebben te maken als Nederlandse regering.
VRAAG
Maar bent u er bang voor?
BALKENENDE
Nee maar ik denk niet in termen van of je nu wel of niet op bankjes
zit.
VRAAG
Maar bij Buitenlandse Zaken zijn ze daar heel erg gevoelig voor, voor
de status van Nederland in het buitenland.
BALKENENDE
Maar kijk, Nederland is natuurlijk altijd echt een actieve speler en
men weet heel goed in het buitenland, dat wij de afgelopen jaren veel
hebben gedaan. Als ik zie de afgelopen tijd, we zijn actief geweest in
de Balkan, in Irak zijn we geweest, juist om bij te dragen aan
ontwikkelingsmogelijkheden daar. In andere delen van de wereld zijn we
actief. Dat maakt Nederland sterk. Iedereen weet hoeveel wij doen op
het gebied van ontwikkelingssamenwerking. We zijn zeer actief bij de
Wereldbank en het IMF. Ja dat maakt een land als Nederland sterk en
wanneer we nu spreken over Afghanistan, dan zeg ik: we moeten de zaken
goed in perspectief plaatsen, maar je moet ook letten op wat wij in
het verleden hebben gedaan en we hebben nu de vraag te beantwoorden en
wat zal onze positie dan zijn als onze missie wordt beëindigd in
Uruzgan?
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, PS)
Ministerie van Algemene Zaken