CNV Onderwijs
4 december 2009
Pensioenen met 0,28% omhoog
Categorie: Pensioen
De deelnemersraad en werkgeversraad, adviesorganen van het ABP
bestuur, hebben beiden positief advies uitgebracht over het
voorgenomen besluit van het ABP bestuur over de hoogte van de premie
en de mate waarin de pensioenen en opgebouwde pensioenaanspraken
kunnen meegroeien met de loonontwikkeling (indexatie). Het bestuur
heeft het voorgenomen besluit vervolgens definitief gemaakt. De
deelnemersraad had graag wat extra's gedaan voor de gepensioneerden.
Omdat het ABP bestuur heeft aangegeven in april/mei 2010 het premie-
en indexatiebesluit opnieuw te willen bezien, kon de deelnemersraad
toch een positief advies geven.
Door de pensioenen en opgebouwde pensioenaanspraken op 1 januari 2010
met 0,28% te verhogen houdt het bestuur vast aan het (in 2007 nog
versoepelde) indexatiebeleid. De mate van indexatie wordt daarbij in
principe gebaseerd op de dekkingsgraad (dit is de verhouding tussen
het vermogen en de verplichtingen van een pensioenfonds) van ABP op 1
november. Ligt de dekkingsgraad op tenminste 135%, dan worden de
pensioenen verhoogd met de gemiddelde loonontwikkeling in de
overheids- en onderwijssectoren (volledige indexatie). Ligt deze onder
de 104,4%, dan kunnen de pensioenen helemaal niet worden verhoogd. En
ligt de dekkingsgraad ergens tussen de 104,4 en 135%, dan wordt er
gedeeltelijk geïndexeerd. Voor welk deel er dan wordt geïndexeerd
hangt af van waar de dekkinggraad zich bevindt op het traject tussen
100% en 135%. Omdat de dekkingsgraad op 1 november op 104,5% lag kan
er volgens dit beleid voor 4,5/35 deel geïndexeerd worden.
De gemiddelde loonontwikkeling in overheid en onderwijs over 2009 kwam
op de peildatum van 1 november uit op 2,2%. Het 4,5/35 deel van 2,2%
bedraagt 0,28%.
Bij volledig volgen van de loonontwikkeling in overheid en onderwijs
zouden de gepensioneerden ook recht hebben op een nabetaling van 1,04%
en een incidentele uitkering van 0,28%. Omdat er maar voor 4,5/35 deel
geïndexeerd kan worden, zal de nabetaling nu 0,13% bedragen en de
incidentele uitkering 0,04%. Samen is dat een eenmalige uitkering in
januari 2010 van 0,17%.
In januari 2009 kon ABP de pensioenen en opgebouwde pensioenaanspraken
helemaal niet verhogen. De toen "gemiste" indexatie bedroeg 4,73%.
Daar komt nu 2,2 - 0,28 = 1,92% bij. Het is de ambitie van ABP deze
achterstand weer helemaal goed te maken. Als de dekkingsgraad van ABP
weer boven de 135% ligt wordt er niet alleen volledig geïndexeerd,
maar zullen -voor zover de dekkingsgraad daar ruimte voor biedt- de
pensioenen en opgebouwde pensioenaanspraken extra worden verhoogd. ABP
noemt dit na-indexatie. In 2008 heeft ABP via een na-indexatie van
1,96% de in de jaren 2004 tot en met 2007 opgelopen
indexatieachterstand volledig ingehaald.
De zogenaamde Overgangspremie, die wordt ingehouden voor de
financiering van de FPU en de extra inkoop van pensioen voor degenen
die niet meer met FPU kunnen, is inmiddels ook vastgesteld en blijft
in 2010 ongewijzigd op 4% staan. Hiervan komt 2,4% voor rekening van
de werknemer.
De premie voor het ABP ArbeidsOngeschiktheidsPensioen (AOP) blijft ook
voor de BVE-sector 0,4%. De werknemer betaalt hiervan 0,1%. Dit stond
verkeerd vermeld in onze Nieuwsbrief Pensioen 3 van 17 november. In
deze Nieuwsbrief werd uitvoerige uitleg gegeven over de
pensioenpremies in 2010.
---