Pyrolysis oil upgrading to transportation. Fuels by catalytic hydrotreatment
Datum: 04 december 2009
Promotie: J. Wildschut, 13.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5,
Groningen
Proefschrift: Pyrolysis oil upgrading to transportation. Fuels by
catalytic hydrotreatment
Promotor(s): prof.dr.ir. H.J. Heeres
Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen
Plantaardig afval omzetten in biobrandstof
Biomassa wordt beschouwd als een veelbelovend alternatief voor de
fossiele brandstoffen. Het is in overvloed beschikbaar en
hernieuwbaar. Bekende voorbeelden zijn biodiesel uit plantaardige
olien en bio-ethanol uit zetmeel.
Minder bekend is pyrolyse-olie, dat echter ook een interessante
brandstof voor verbrandingsmotoren kan zijn. Het wordt door flash
pyrolyse verkregen uit lignocellulose (plantenvezels). Vanwege zijn
hoge zuurstof gehalte (ca. 40 %-wt.) en lage pH (ca. 2.5) is deze olie
is in ruwe vorm niet geschikt voor toepassingen in interne
verbrandingsmotoren. Opwaarderen van de olie is nodig om pyrolyse-olie
toe te passen als biobrandstof. Een aantrekkelijke optie is
hydrotreaten (HDO), een proces bij hoge druk (100-200 bar) en hoge
temperaturen (300-400 °C) om met waterstof zuurstof te verwijderen met
behulp van een katalysator.
Het proefschrift van Jelle Wildschut gaat over de conversie van
pyrolyse-olie naar brandstof door middel van katalytische HDO. Ru/C
bleek zeer geschikt als katalysator. Bij een geoptimaliseerde
temperatuur van 350 °C, een druk van 200 bar en een reactietijd van 4
uur wordt een product-olie verkregen met een opbrengst van 65 % en een
sterk gereduceerd zuurstofgehalte. Modelstudies laten zien dat de
suikerfractie in de olie een belangrijke rol speelt tijdens het proces
en een bron is van ongewenste vastestofvorming. Dit kan leiden tot
katalysator deactivering. Bij optimale reactie-omstandigheden zijn
product-oliën gemaakt op kilogramschaal. Deze zijn succesvol getest in
een kleine stationaire dieselmotor.
Jelle Wildschut (Franeker, 1981) studeerde Scheikundige Technologie in
Groningen. Het onderzoek werd uitgevoerd bij het Instituut voor
Management en Technologie van de RUG en werd gefinancierd door Senter
Novem.
Laatst gewijzigd: 20 november 2009 10:59
Rijksuniversiteit Groningen