Universiteit Leiden

DSB-debacle geeft juristen stof tot nadenken

Gedupeerden van het faillissement van de DSB Bank maken weinig kans om Dirk Scheringa en (oud-)bestuurders en toezichthouders van de DSB Bank persoonlijk aansprakelijk te stellen. Dat denkt prof.mr. Steef M. Bartman, hoogleraar ondernemingsrecht. Op 4 december spreekt hij tijdens het juridisch symposium `DSB.leed'.

Oorzakelijk verband

`Zelfs als je hard kunt maken dat er sprake was van kennelijk onbehoorlijk bestuur of toezicht, dan moet je ook kunnen aantonen dat dit de belangrijkste oorzaak is van het faillissement,' legt Bartman uit. En dat is zo gemakkelijk niet. `Een voor de hand liggend verweer van Scheringa is dat vooral de oproep van Pieter Lakeman aan spaarders om hun geld bij de DSB Bank weg te halen, en de door de media gevoede hysterie die daarna is ontstaan, tot het faillissement hebben geleid. Bovendien is het verdienmodel van de DSB Bank jarenlang buitengewoon succesvol gebleken, dus hoe kan dat nu ineens binnen twintig dagen tot het faillissement hebben geleid?'

Prof.mr. Steef M. Bartman is een van de sprekers tijdens het juridisch symposium `DSB.leed' op 4 december.

Juridische vragen
Is Pieter Lakeman daarmee de ware boosdoener die vervolgd moet worden? En in hoeverre treft de Nederlandse Bank blaam als falend toezichthouder? De juridische vragen rond het faillissement van de DSB Bank stapelen zich op. Voor Steef Bartman en het Juridisch Post-Academisch Onderwijs (PAO) Leiden aanleiding om een middagvullend symposium rond het onderwerp te organiseren. Tijdens het symposium geven diverse vooraanstaande rechtsdeskundigen hun visie op uiteenlopende juridische aspecten van het DSB-debacle.

Actuele casus

Bartman en het Juridisch PAO Leiden kozen bewust voor een actueel thema dat leeft in media en maatschappij. Bartman: `Het omvallen van de DSB Bank is voor velen een persoonlijke ramp: voor de spaarders, voor de werknemers en ook voor Dirk Scheringa zelf. Tegelijkertijd is het voor juristen een mooie en pakkende casus om verschillende aspecten van het ondernemingsrecht te belichten.'

Persoonlijke claims tegen Dirk Scheringa maken volgens Bartman weinig kans.

Domino-effect
Het is niet voor het eerst dat een Nederlandse bank failliet gaat, of dat oud-bestuurders een persoonlijke claim aan hun broek krijgen. Toch heeft de DSB-zaak volgens Bartman enkele unieke kenmerken. `Uniek aan de DSB Bank was dat de volledige bedrijfsstructuur was opgehangen aan één man. De groepsmaatschappijen van Scheringa, die lang niet allemaal bankactiviteiten verrichtten, waren bovendien op allerlei manieren met elkaar verbonden. Daardoor is er uiteindelijk een domino-effect ontstaan: toen één onderdeel omviel, volgde de rest.' Bartman hoopt dat de Nederlandse Bank hier lering uit trekt. `Gelet op de bedrijfsstructuur van de DSB Bank en de daaraan inherente risico's, had zij in 2005 nooit een bankvergunning mogen krijgen'.

Politieke lessen

Niet alleen de Nederlandse Bank maar ook de politiek moet zich achter de oren krabben, vindt Bartman. `Het is belangrijk dat de politiek nadenkt over het aanscherpen van de toezichtswetgeving. De Nederlandse Bank moet bijvoorbeeld sneller zelfstandig maatregelen kunnen treffen. Nu moest zij eerst nog naar de rechter stappen om goedkeuring te vragen voor het instellen van een noodregeling en later voor het uitspreken van het faillissement. Die afhankelijkheid beperkt de Nederlandse Bank in haar rol als toezichthouder en ondermijnt haar gezag als de rechter haar standpunt niet deelt.'

Beging Pieter Lakeman een strafbaar feit met zijn oproep aan spaarders om hun geld bij de DSB Bank weg te halen? Het is een van de onderwerpen tijdens het symposium op 4 december.

Rechtsongelijkheid
Ook op het gebied van de bestuurdersaansprakelijkheid geeft de DSB-affaire stof tot nadenken, vindt Bartman. De persoonlijke claims tegen Dirk Scheringa mogen dan weinig kansrijk zijn, ze vestigen wel de aandacht op wat Bartman een vorm van `rechtsongelijkheid' noemt. `Bestuurders van kleine banken kunnen eerder persoonlijk aansprakelijk worden gesteld dan die van grote banken. Grote banken zoals ING en ABN Amro gaan normaal gesproken niet failliet, omdat de overheid ze overeind houdt. Zij zijn 'too big to fail'. En dus komt er bij grote banken ook niet gauw een curator in het spel die bestuurders persoonlijk aansprakelijk kan stellen. Daar zit iets onrechtvaardigs in.'

Onbehoorlijk
Bartman denkt niet dat deze rechtsongelijkheid veel gewicht in de schaal legt bij de behandeling van eventuele claims tegen Scheringa. `Andere banken zijn nu eenmaal niet failliet gegaan en zijn bank wel.' Toch is de vergelijking met andere banken wel op een andere manier relevant voor de rechter, denkt Bartman. `De rechter zal zich de vraag stellen: waren de praktijken van de DSB Bank destijds eigenlijk wel onbehoorlijk? Nu vinden we allemaal van wel, maar een paar jaar geleden waren we daar veel minder alert op. Onze welvaart bleef maar stijgen, de sky was the limit en winst maken was de norm. Het maakte niet zoveel uit hoe die winst werd behaald. Door de financiële crisis zijn onze middelen echter schaarser geworden en is dus ook ons normbesef aangescherpt.'

Verweer
Bartman ziet ook hierin een belangrijke verweermogelijkheid voor Scheringa en andere oud-bestuurders van de DSB Bank. `Het is gemakkelijk om met terugwerkende kracht te zeggen: met de normen van nu heb je toen onrechtmatig gehandeld. Maar beslissend is uiteindelijk de normstelling op het moment van handelen.'


---

-------------------------

`DSB.leed'

Datum: Vrijdag 4 december 2009

Tijd: 13.00-17.15 uur

Locatie: Kamerlingh Onnes Gebouw (Steenschuur 25, Leiden), Lorentz-zaal (A-144)

Doelgroep: Advocaten, bank- en bedrijfsjuristen en andere betrokkenen in de
ondernemingsrechtpraktijk in ruime zin.

Prijs: EUR 250 per persoon (vrij van BTW; inclusief consumpties).
Alumni van de Universiteit Leiden krijgen 10% korting.

Programma: lees online het volledige programma

Aanmelding: vul het online inschrijfformulier in

Diegenen die zich vóór 16 november inschrijven ontvangen gratis de nieuwe, zevende druk van het boek `Van het concern', geschreven door Steef M. Bartman en Adriaan F.M. Dorresteijn, waarin veel juridische vraagstukken van concerns in goede en slechtere tijden diepgaand worden behandeld.


---

-------------------------

(27 oktober 2009/Tristan Lavender)

Nieuwsredactie - 27/10/2009