Nationale Ombudsman
Den Haag, 3 december 2009
Kritiek ombudsman op toezicht IGZ bij verstandelijk gehandicapten
De Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, constateert na onderzoek dat
het toezicht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg op de zorg voor
verstandelijk gehandicapten te kort schiet. Mensen die zich zorgen maken
over de verzorging van een familielid in een zorginstelling, vinden bij de
Inspectie onvoldoende gehoor. De ombudsman deed onderzoek naar vijf klachten
van bezorgde familieleden die niet tevreden waren over de rol van de
Inspectie. Hij doet de minister van VWS aanbevelingen om beter om te gaan
met klachten en signalen van burgers.
Mensen die vanwege een of meerdere beperkingen in een zorginstelling
verblijven, zijn afhankelijk van goede verzorging in die
zorginstellingen. De Inspectie voor de Gezondheidszorg ziet toe op de
kwaliteit van de gezondheidszorg. De Nationale ombudsman heeft in
korte tijd vijf klachten ontvangen van mensen die zich ernstig zorgen
maken over de verzorging van een verstandelijk gehandicapt familielid
in een zorginstelling. Zij hebben zich met hun klachten tot de
Inspectie gewend, maar zijn niet tevreden over de manier waarop de
Inspectie met hun klachten is omgegaan. Deze klachten vormden voor de
ombudsman aanleiding om een onderzoek in te stellen naar de
taakopvatting van de Inspectie.
Conclusies
De Nationale ombudsman komt na zijn onderzoek tot de conclusie dat de
Inspectie onvoldoende invulling geeft aan het toezicht op de kwaliteit
van de zorg voor verstandelijk gehandicapten. De ombudsman dringt aan
op een onderzoeksmethode die meer betrouwbare en objectieve informatie
oplevert en plaatst vraagtekens bij vooraf aangekondigde inspecties.
De Inspectie zou bij het toezicht niet alleen uit moeten gaan van de
informatie die een zorginstelling verstrekt, maar veel meer gebruik
moeten maken van signalen, meldingen en klachten van cliënten en hun
verwanten.
Een belangrijke taak van de Inspectie is het toezicht op het
klachtrecht. Wanneer iemand bij de Inspectie een melding doet dat zijn
klacht door een zorginstelling niet serieus is behandeld, mag van de
Inspectie doortastend optreden worden verwacht. De Nationale ombudsman
vindt de taakopvatting van de Inspectie op dit punt te beperkt. De
Inspectie wekt de indruk dat zij slechts kijkt naar tekortkomingen in
klachtenregelingen zelf.
Aanbevelingen
De Nationale ombudsman doet de minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport, als verantwoordelijk minister, aanbevelingen om beter om te
gaan met klachten en signalen van burgers. Hij vraagt de minister zich
rekenschap te geven van de vraag op welke manier de overheid bij de
privatisering van de zorg invulling geeft aan haar taak de bescherming
van mensenrechten zoals het recht op gezondheid en op een menswaardig
bestaan te waarborgen.
De zorgsector is voor een groot deel geprivatiseerd, maar wordt vaak
via de AWBZ uit publieke middelen betaald. De overheid is steeds
verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gezondheidszorg. De IGZ is
de instantie die namens de overheid het toezicht houdt op die
kwaliteit. Als de zorg tekortschiet moet de burger erop kunnen
vertrouwen dat de overheid ingrijpt.
Noot voor de redactie,