SGP
03 - 12 - 09 | Ter Horst moet Rhenen tot de orde roepen
Ter Horst moet Rhenen tot de orde roepen
Minister Ter Horst moet de gemeente Rhenen tot de orde roepen. Die
gemeente weigert categorisch om subsidie te verstrekken aan
levensbeschouwelijke organisaties. Daarmee handelt Rhenen in strijd
met de Grondwet. Dat stelt SGP-kamerlid Van der Staaij in vragen aan
de regering.
Van der Staaij doelt op de weigering van Rhenen om subsidie te geven
aan de Nederlandse Patientenvereniging. Dat is een christelijke
organisatie die werkzaam is in de gezondheidszorg. De verordening
waarop de gemeente zich beroept is volgens de SGP in strijd met de
wet. Vorige week is over deze materie uitvoerig gesproken in de Tweede
Kamer. Dat gebeurde bij de behandeling van de begroting van
Binnenlandse Zaken over een vergelijkbaar geval in Amsterdam. Minister
Ter Horst stelde toen dat verordeningen die
levensbeschouwelijke organisaties uitsluiten van subsidie niet kunnen.
De SGP wil verder nog weten of er meer gemeenten zijn die op deze
manier discrimineren.
---
Schriftelijke vragen
3 december 2009
C.G. van der Staaij
Schriftelijke vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de Algemene
Subsidieverordening van de Gemeente Rhenen
1 Herinnert de minister van Binnenlandse Zaken zich haar uitspraak bij
het debat over de Begroting Binnenlandse Zaken 2010 dat gemeenten geen
onderscheid mogen maken tussen organisaties die zij vragen om bepaalde
activiteiten te doen?
2 Deelt u de conclusies uit het âTweeluik religie en publiek domeinâ
dat als stelregel geldt dat niet de geloofsovertuiging doorslaggevend
is, maar de mate waarin de doelen ten behoeve waarvan de subsidie
wordt verstrekt daadwerkelijk verwezenlijkt kunnen worden. Het bij
voorbaat uitsluiten van (specifieke) religieuze stromingen van een te
verstrekken subsidie verdraagt zich niet met het vereiste van
religieuze neutraliteit.â?
3 Bent u met ons van mening dat het voor subsidiëring van
activiteiten op bijvoorbeeld het gebied van zorg en welzijn niet mag
uitmaken wat de godsdienstige of levensbeschouwelijke grondslag is van
de organisatie die de activiteiten uitvoert?
4 Past het binnen het bestaande wettelijke kader wanneer organisaties
die activiteiten ontplooien die voortvloeien uit godsdienstige of
levensbeschouwelijke motieven categorisch van subsidie worden
uitgesloten? Bent u met ons van mening dat het motief waaruit het werk
gebeurt niet uit mag maken voor subsidieverstrekking, maar dat het bij
de beoordeling van het werk moet gaan om de kwaliteit?
5 Is het naar uw mening mogelijk om activiteiten te ontplooien die
niet zijn gebaseerd op een bepaalde godsdienstige of
levensbeschouwelijke visie op de mens? Wordt niet elke vorm van
hulpverlening gemotiveerd door een levensbeschouwelijke of
godsdienstige visie op de mens?
6 Wat is uw oordeel over de bepaling in de Algemene
Subsidieverordening van de gemeente Rhenen: âNiet subsidiabel zijn in
ieder geval activiteiten die partijpolitiek en/of levensbeschouwelijk
van aard zijn, voortvloeien vanuit partijpolitieke, godsdienstige
en/of levensbeschouwelijke motieven dan wel een vorming en/of
verspreiding op deze terreinen tot doel hebben.â? Past een dergelijke
bepaling binnen de in het Tweeluik genoemde benadering?
7 Vindt u een dergelijke bepaling in overeenstemming met de
Grondwettelijk gegarandeerde rechten van vrijheid van godsdienst en
gelijke behandeling?
8 Zijn er meer gemeenten waar een dergelijke bepaling in de
subsidieverordening is opgenomen?
9 Bent u voornemens om dergelijke subsidieverordeningen voor
vernietiging voor te dragen, danwel andere passende maatregelen te
nemen om deze ongelijke behandeling op te heffen? Zo niet, waarom
niet?