Rechtbank Utrecht
Rechter schorst gebiedsverbod veroordeelde zedendelinquent
Utrecht, 3 december 2009 - Het besluit van de burgemeester om een
veroordeelde zedendelinquent een gebiedsverbod op te leggen voor de
gemeente Utrechtse Heuvelrug is donderdag door de bestuursrechter
geschorst. Dit betekent dat het besluit niet meer van kracht is en de
man voorlopig weer in de gemeente mag verblijven.
De burgemeester had het gebiedsverbod opgelegd, omdat hij bang was
voor ernstige verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van
de man in zijn gemeente. Dit is echter volgens de rechter onvoldoende
aannemelijk gemaakt. De kans dat de man recidiveert is daarnaast
onvoldoende om een gebiedsverbod voor de hele gemeente te
rechtvaardigen.
De rechter merkte op dat ook al was wél sprake geweest van (ernstige
vrees voor) verstoring van de openbare orde, het besluit de
rechterlijke toets evenmin had kunnen doorstaan. Een gebiedsverbod mag
niet langer mag duren dan noodzakelijk om de verstoring van de
openbare orde tegen te gaan. Verder dient het gebied waarop het gebod
ziet zoveel mogelijk te worden beperkt. Dat was in dit besluit van de
burgemeester onvoldoende gebeurd.
Als het al noodzakelijk moet worden geacht om aan een pedoseksueel een
gebiedsverbod op te leggen, dan moet het gebied waarvoor het gebod
geldt met zorgvuldigheid worden gekozen en moet de omvang van dat
gebied zoveel mogelijk worden beperkt, lichtte de rechter toe. Daarbij
dient onder meer rekening te worden gehouden met de woonomgeving van
slachtoffers van zedendelicten en met de aanwezigheid van
risicolocaties, waaronder scholen, speelplaatsen, sportfaciliteiten en
zwembaden. Verder is van belang het gebied zo te kiezen dat de
betrokkene wel van zijn woning gebruik kan blijven maken, dat hij een
beroep kan blijven doen op hulpverlenende instanties, dat hij niet
onnodig wordt afgehouden van de mogelijkheid familieleden te bezoeken
en overigens zo min mogelijk in zijn bewegingsvrijheid wordt beperkt.
Het âverjagenâ van betrokkene van de ene naar de andere gemeente is
niet bevorderlijk voor het creëren van een stabiele omgeving, om
recidive zoveel mogelijk te voorkomen. Het zou daarom volgens de
rechter de voorkeur verdienen dat een burgemeester, die wordt
geconfronteerd met de wens van de betrokken man om zich in zijn
gemeente te vestigen, in overleg met hem, zijn raadslieden, en de
betreffende partners en instanties (zoals een woningbouwcorporatie, de
reclassering en de geestelijke gezondheidszorg) zoekt naar een
passende oplossing, waarbij zoveel als mogelijk recht wordt gedaan aan
de wederzijdse belangen. Dit om te trachten te voorkomen dat verzoeker
wederom terugvalt, hetgeen de rechtsorde dan opnieuw geweld zal
aandoen. Uiteraard mag daarbij van verzoeker worden verwacht dat hij
zich coöperatief opstelt en hulp zoekt. Maar de sanctie op eventuele
onwilligheid aan de zijde van verzoeker mag niet zijn dat hij in elke
gemeente waar hij zich wil vestigen een gebiedsverbod krijgt opgelegd,
zoals de burgemeester van Utrechtse Heuvelrug heeft genomen.
LJ Nummer
BK5246
Zie het origineel
Bron: Rechtbank Utrecht
Datum actualiteit: 3 december 2009 Naar boven