Nederlands
Schrijver Wadman mislukte, omdat hij Fries én Nederlands wilde zijn
Datum: 23 november 2009
Zijn oeuvre is immens, hij won tal van literaire prijzen en wordt tot
op de dag van vandaag beschouwd als een van de belangrijkste
naoorlogse Friese auteurs. Maar omdat hij er niet in slaagde de Friese
en de Nederlandse literatuur bij elkaar te brengen, vond Anne Wadman
zichzelf als schrijver mislukt. Dat concludeert Joke Corporaal in de
biografische studie waarop zij op 3 december promoveert aan de
Rijksuniversiteit Groningen.
Anne Wadman (1919-1997) was een sleutelfiguur in een van de
belangrijkste bloeiperiodes van de Friese literatuur, de jaren
1945-1963. Het waren jaren waarin Friese schrijvers als Fedde Schurer,
Fokke Sierksma en Lolle Nauta binnen én buiten Friesland bekendheid
verwierven. Het leek erop dat de Friese literatuur aansluiting zou
vinden bij die in de rest van Nederland - en misschien zelfs Europees
niveau kon bereiken. De traditionele plattelandsroman zou ingewisseld
worden voor het moderne literaire werk, zo leek het. Maar die hoop
vervloog. Wadmans poging om de Friese literatuur `achter de
koeienstaarten vandaan te slepen' zou mislukken.
Strijden voor de Friese cultuur
Zijn eerste belangrijke literaire keuze nam Wadman op zijn vijftiende.
Hij wilde Fries leren schrijven, om met de pen te kunnen strijden voor
de `Friese zaak': de ontwikkeling van de Friese taal en literatuur.
Hij publiceerde gedichten en journalistieke stukken in tal van Friese
(literaire) tijdschriften en werkte aan meerdere romans en novellen.
Kort voor het uitbreken van de oorlog vertrok hij naar Amsterdam om
Nederlands te studeren. Hij raakte er bevriend met literaire
spin-in-het-web Gerrit Borgers, trad toe tot de redactie van literair
tijdschrift Podium, en ontwikkelde de ambitie ambassadeur van de
Friese letteren in Nederland te worden.
Minderwaardigheidscomplex
Corporaal typeert Wadman als een man die keihard werkte aan zijn
literaire carrière en die wist dat hij erkenning verdiende, maar die
tegelijkertijd alle erkenning wantrouwde. Zeker na de oorlog
publiceerde Wadman in manisch tempo romans, gedichten, verhalen,
essays en kritieken. Corporaal: "Maar trots zou hij nooit worden op
zijn werk. Mensen konden duizend keer tegen hem zeggen dat hij goed
kon schrijven, hij zou dat zelf nooit geloven. Altijd hield hij het
idee dat hij ontmaskerd zou worden als een provinciaaltje, een
onbetekenend schrijvertje dat niet kon meekomen in de echte literaire
wereld."
Loyaal aan de bezetter?
Wadman had ook een berekenende, opportunistische kant. De literaire
vrienden en mentoren die hem hielpen in zijn carrière, liet Wadman
vallen zodra hij ze niet meer kon gebruiken, zo blijkt uit Corporaals
studie. Na de oorlog liet Wadman weliswaar in zijn werk doorschemeren
dat hij geen oorlogsheld was geweest. Maar hij durfde niet toe te
geven dat hij uit angst voor de bezetter, als een van de weinige
Nederlandse studenten, zelfs de loyaliteitsverklaring had getekend -
de schriftelijke belofte dat men niet tegen de Duitsers in verweer zou
komen. Corporaal: "Wadman hield er geen Duitsgezinde opvattingen op
na. Maar hij liet principes varen, als die leken te botsen met
persoonlijke belangen."
Leuren met Camus
Na de oorlog zou Wadman weliswaar enige hinder ondervinden van de
opstelling die hij in de oorlog had gekozen, maar zijn literaire
carrière kwam al gauw weer op gang. In de Nederlandstalige literaire
wereld zou Wadman echter nooit stevig voet aan de grond krijgen.
Tekenend is een poging om `L'étranger' van Albert Camus, een boek
waarvan Wadman zeer onder de indruk was, bij een Nederlandse uitgever
onder de aandacht te brengen. Naar de adviezen van Wadman werd in 1947
niet geluisterd. Pas toen Amsterdammer Adriaan Morriën twee jaar later
op het belang van het boek wees, werd het vertaald - en groeide het
uit tot een bestseller.
Onmogelijke positie
Door te proberen de Friese en de Nederlandse letteren bij elkaar te
brengen, zo betoogt Corporaal, manoeuvreerde Wadman zich in een
onmogelijke positie. De Friese en de Nederlandse letteren waren én
bleven gescheiden. In 1963 concludeerde Wadman dat hij liever géén
schrijver was dan eentje die alleen binnen de Friese verhoudingen de
moeite waard was, en stond hij op het punt zijn schrijverschap te
staken. Daarmee illustreert Wadmans `mislukking' de onmogelijke
positie van een schrijver in een tweetalige context.
Curriculum vitae
Joke Corporaal (Dokkum, 1979) studeerde Nederlands aan de
Rijksuniversiteit Groningen. Ze verrichtte haar onderzoek aan de
Fryske Akademy te Leeuwarden en de Faculteit der Letteren van de RUG.
Corporaal promoveert tot doctor in de letteren bij prof.dr. G.Th.
Jensma. Haar proefschrift verschijnt onder de titel `Grimmig eerlijk.
Anne Wadman en het probleem van de Friese literatuur' bij uitgeverij
Afûk in Leeuwarden.
Naar aanleiding van de verschijning wordt op 29 november op Nederland
2 een documentaire over Wadman uitgezonden. Op 12 december opent in
museum Tresoar in Leeuwarden een tentoonstelling over leven en werk
van de schrijver.
Contact
Joke Corporaal, jjcorporaal@hotmail.com
Laatst gewijzigd: 23 november 2009 14:13
Rijksuniversiteit Groningen