Ministerie van Buitenlandse Zaken

Geannoteerde agenda NAR-ministeriële te Brussel op 3 en 4 december 2009

Kamerbrief inzake Geannoteerde agenda NAR-ministeriële te Brussel op 3 en 4 december 2009

Kamerbrief | 16 november 2009

Graag bied ik u hierbij als bijlage de geannoteerde agenda aan ten behoeve van de ministeriële bijeenkomst van de Noord-Atlantische Raad (NAR) te Brussel op 3 en 4 december 2009.

Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Agenda

Op 3 en 4 december a.s. vindt te Brussel de jaarlijkse formele bijeenkomst plaats van de Noord-Atlantische Raad (NAR) in de samenstelling van ministers van Buitenlandse Zaken. De agenda staat nog niet vast, maar naar verwachting zullen de ministers spreken over de NAVO-operaties in Afghanistan en Kosovo en de aanvragen van Montenegro en Bosnië-Herzegovina voor een Membership Action Plan (MAP). Mogelijk wordt ook gesproken over raketverdediging. Daarnaast zullen ministers kennis nemen van een voortgangsrapport van de Groep van Experts over het herzieningsproces van het Strategisch Concept.

Naast de werksessies van de NAR, vindt er tevens een NAVO-Rusland Raad plaats. Over mogelijke bijeenkomsten van de NAVO Oekraïne en NAVO Georgië Commissies is op het moment van schrijven nog geen zekerheid.

Operaties

Met het bekend worden van de definitieve uitslag van de presidentiële verkiezingen, komt de ISAF operatie in Afghanistan in een belangrijke nieuwe fase. Nu het "Initial Assessment on the Situation in Afghanistan", van COMISAF generaal McChrystal, door alle NAVO-lidstaten en ISAF partners tijdens de bijeenkomst van ministers van Defensie in Bratislava op hoofdlijnen is verwelkomd, zullen de ministers van Buitenlandse Zaken zich buigen over de consequenties van de voorstellen van McChrystal. Daarbij is met name de invulling van de rol van de nieuwe Afghaanse regering en de civiele actoren (VN, EU) in relatie tot ISAF van belang. Gesproken zal worden over de voorgestelde toekomstige omvang van het Afghaanse leger en de politie en zal bezien worden welke rol de NAVO Trainingsmissie in Afghanistan (NTM-A) hierin dient te spelen. Op de achtergrond speelt de vraag of en, zo ja, hoeveel extra troepen de Verenigde Staten zullen leveren en welke andere landen daartoe ook bereid zullen zijn. De verwachting is dat spoedig uitsluitsel van de kant van de VS over deze kwestie komt. Het is echter niet de verwachting dat in dit stadium veel andere landen met concrete toezeggingen zullen komen. Veel landen zullen eerst duidelijkheid over de samenstelling van een nieuwe regering willen krijgen alvorens tot nieuwe toezeggingen over te gaan.

De geplande afbouw van de KFOR operatie in Kosovo ligt op schema. De eerste van drie fases waarin KFOR wordt teruggebracht van 13800 militairen naar een deterrence aanwezigheid van 2500 militairen zal per 1 januari 2010 worden afgerond. De NAR zal op termijn besluiten over het ingaan van een tweede fase waarbij de politieke en veiligheidssituatie leidend zal zijn. Daarnaast ondersteunt KFOR de opbouw van de KSF (Kosovo Security Force), die in september jl. de status van initiële operationaliteit bereikte. Nederland draagt 1 miljoen Euro bij aan het trustfund dat voor de ondersteuning van de KSF is opgezet.

Montenegro en Bosnië-Herzegovina

De ministers zullen spreken over de voorliggende MAP-verzoeken van Montenegro en Bosnië-Herzegovina. Beide landen zijn sinds de NAVO-top in Riga (november 2006) lid van het Partnerschap voor Vrede en maakten in april 2008 (de NAVO-top in Boekarest) de stap naar een geïntensiveerde dialoog met de NAVO. Montenegro vroeg in november 2008 om een MAP-status. Bosnië-Herzegovina deed hetzelfde in oktober 2009.

Voor de landen van het voormalig Joegoslavië biedt duurzame verankering in Euro-Atlantische structuren de beste garantie voor stabiliteit en veiligheid in de regio, hetgeen van groot belang is voor het gehele Euro-Atlantisch gebied. De toekomst van zowel Montenegro als Bosnië-Herzegovina ligt binnen de NAVO. De vraag is alleen wanneer volgende stappen in de verdere toenadering tot het Bondgenootschap kunnen worden gezet.

Nederland staat niet afwijzend tegenover het toekennen van MAP-status aan Montenegro tijdens de NAR-ministeriële in december. Montenegro heeft door de relatieve etnische harmonie een voorbeeldfunctie in de Balkan-regio en neemt hervormingen met voortvarendheid ter hand. Er moet weliswaar nog veel gebeuren, maar mijn verwachting is dat een MAP-status het land zal helpen deze positieve lijn voort te zetten. Ten aanzien van Bosnië-Herzegovina heb ik vooralsnog een voorkeur voor uitstel. Op het gebied van defensie-hervormingen heeft Bosnië-Herzegovina weliswaar belangrijke stappen gezet, maar verdere voortgang en zeer noodzakelijke politieke hervormingen worden belemmerd door de politieke verdeeldheid in het land. Ik ben er niet van overtuigd dat Bosnië-Herzegovina op dit moment klaar is voor MAP-status.

Besluitvorming over de MAP-verzoeken van Montenegro en Bosnië-Herzegovina heeft geen gevolgen voor de versterkte samenwerking van de NAVO met Oekraïne en Georgië. De besluitvorming over Montenegro en Bosnië-Herzegovina staat volledig los van de afspraken die over Oekraïne en Georgië op de NAVO-top in Boekarest (april 2008) zijn gemaakt. Toen is besloten dat Oekraïne en Georgië nog niet klaar zijn voor een MAP-status en te gelegener tijd lid van het Bondgenootschap zullen worden.

NAVO-Rusland Raad

De NAVO en Rusland staan aan het begin van een nieuw hoofdstuk. Het zal de eerste keer zijn - na de korte informele ontmoeting op Korfoe (27 juni jl.) die de eerste was sinds de Georgië-crisis in augustus 2008 - dat de ministers van de NAVO Rusland Raad in formele zitting bijeen komen. Bondgenoten en Rusland overleggen sinds Korfoe over een goede doorstart van de NRR. Enerzijds wordt kritisch gekeken naar de structuur van de NRR (het aantal werkgroepen en hun functie). Anderzijds gaat het om overeenstemming over het werkplan voor 2010. Van positieve invloed op deze besprekingen zijn het recente Amerikaanse besluit inzake raketverdediging en de toekomstgerichte toespraak van SG Rasmussen over de NRR van 18 september jl. Nederland steunt zijn voorstel met Rusland te komen tot een gezamenlijke dreigingsanalyse.

Herzieningsproces Strategisch Concept

Ministers zullen geïnformeerd worden over de voortgang van de Groep van Experts. Verwachting is dat deze briefing het proces tot nu toe beschrijft en geen aanleiding zal geven tot een inhoudelijke discussie over het nieuwe Strategisch Concept.

Raketverdediging

In vervolg op de bijeenkomst van ministers van Defensie in Bratislava op 22 en 23 oktober zullen de ministers van Buitenlandse Zaken geïnformeerd worden over de herziene raketverdedigingsplannen van de VS. Met name de consequenties en wijzigingen die deze herziene plannen met zich meebrengen voor de rol van de NAVO zullen aan de orde komen. Nederland heeft het besluit van de Amerikaanse regering vanaf het begin verwelkomd. Een positief effect ervan is dat de VS de NAVO en de Europese bondgenoten nadrukkelijk wil betrekken bij het zoeken naar een antwoord op de dreigingen jegens het Bondgenootschap.De herziene plannen lijken in staat om de middelen die nu reeds ter beschikking staan van de NAVO en die van de VS beter op elkaar af te stemmen. Daarmee kan een NAVO raketverdedigingssyteem bijdragen aan de collectieve verdediging van het NAVO grondgebied.