Gemeente Breda

Breda stelt tarieven Onroerende-zaakbelastingen 2010 vast

Het college van burgemeester en wethouders heeft de tarieven voor de onroerende-zaakbelastingen (OZB) voor 2010 vastgesteld. Onderzoek naar de waardeontwikkeling van de onroerende zaken heeft uitgewezen dat de waarde van woningen nagenoeg gelijk is gebleven. De waarde van niet-woningen is licht toegenomen.

De gemeente Breda hanteert het principe dat de totale opbrengst van de OZB gelijk blijft aan die van het voorgaande jaar vermeerderd met de indexmatige verhoging en de geraamde areaaluitbreidingen (gerealiseerde nieuwbouw). Zoals in de begroting 2010 aangekondigd, is de indexmatige verhoging 2%, het gehanteerde rekenpercentage voor het gemiddelde van de loon- en prijsontwikkeling. De voorgestelde tariefstijging blijft beneden de door de rijkswetgever vastgestelde macronorm van 4,3%.

Met ingang van 2007 zijn gemeenten verplicht om jaarlijks alle binnen de gemeentegrenzen gelegen onroerende zaken te waarderen. Ook alle ruim 91.000 onroerende zaken in Breda moeten gewaardeerd worden. Via permanente analyse van verkoop- en verhuurcijfers krijgt de gemeente een zo goed mogelijk beeld van de werkelijke waardeontwikkeling van de onroerende zaken. Voor de waardebepaling wordt als peildatum de eerste dag van het jaar direct voorafgaande aan het belastingjaar genomen. Voor 2010 is de peildatum dus 1 januari 2009.

De tarieven voor 2010 zijn berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. Voor 2010 zijn de vastgestelde waardepercentages:

OZB-eigenaren woningen 0,0808%
niet-woningen 0,1370%
OZB-gebruikers niet-woningen 0,1103%

Met de nieuwe waarden en tarieven wordt de door de gemeenteraad voor 2010 vastgestelde begrotingsopbrengst gerealiseerd.

Breda, 2 december 2009