Unicef
Investeren in tests en behandelingen zorgen voor successen in strijd tegen aids
Landen die investeren in hiv-tests en medische zorg, boeken successen in hun strijd tegen de aidsepidemie. Dit is vooral het geval bij het voorkomen van de overdracht van hiv van moeder op kind. Zo krijgt wereldwijd 45 procent van de zwangere vrouwen met hiv een behandeling die overdracht van het virus voorkomt. Dat is een toename van 200% sinds 2005.
Dit staat in het rapport, 'Children and AIDS: The Fourth Stocktaking Report, 2009'. Het rapport is het resultaat van een samenwerkingsverband van UNAIDS, het UN Population Fund (UNFPA), de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en UNICEF.
Het rapport wordt dinsdag 1 december aangeboden aan de Nederlandse AIDS-ambassadeur Marijke Wijnroks tijdens het SOA-AIDScongres in de RAI.
In het rapport staat verder dat een aantal landen flinke vooruitgang heeft geboekt met het voorkomen van de overdracht van hiv van moeder op kind en met het testen van zwangere vrouwen op hiv. In Botswana kan 95 procent van de zwangere vrouwen met hiv een behandeling ondergaan die voorkomt dat ze hun baby's infecteren. In Namibië en Zuid-Afrika is dit percentage respectievelijk 91 en 73 procent. In Zuid-Afrika gaat het om een opmerkelijke toename: hier werd in 2004 nog slechts 15 procent van de zwangere seropositieve vrouwen geholpen.
'Wereldwijd krijgt 45 procent van de zwangere vrouwen met hiv een behandeling die overdracht van het virus voorkomt. Dat is sinds 2005 een toename van bijna 200 procent,' zegt Ann M. Veneman, directeur van UNICEF Internationaal. 'We staan nu voor de uitdaging om deze behandelingen ook te laten toenemen in landen als Nigeria, waar wereldwijd gezien 15 procent van het totaal aantal zwangere vrouwen met hiv woont.'
Er bestaat een nauw verband tussen armoede, slechte gezondheidszorg voor moeder en kind en de aidsepidemie. Als regeringen zorgen voor goede gezondheidszorg, waarbij hiv-tests en behandelingen die hiv-overdracht voorkomen zijn inbegrepen, kan dit verband een stuk losser worden. De nauwe relatie kan zelfs worden verbroken als problemen als armoede, sekse-ongelijkheid en seksueel geweld bij de wortels worden aangepakt. In veel rijke landen is hiv onder kinderen praktisch uitgeroeid, omdat deze problemen daar veel minder voorkomen.
In het rapport staat ook dat 38 procent van de kinderen met hiv medicijnen krijgt. Dit percentage ligt nog achter op het percentage volwassenen met hiv dat wordt behandeld, maar in een jaar tijd is het wel met bijna de helft gestegen. Daarbij is het van groot belang dat het bieden van medische zorg zo vroeg mogelijk begint. Als baby's met hiv in de eerste twee maanden van hun leven aidsremmers krijgen, stijgen hun overlevingskansen aanzienlijk. Helaas wordt wereldwijd slechts 15 procent van de baby's van seropositieve moeders binnen twee maanden na hun geboorte getest. Om dit percentage op te krikken, zullen onder andere taboes rond hiv en aids moeten worden doorbroken en moet de gezondheidszorg voor moeder en kind worden verbeterd.
Naast kinderen met hiv, zijn er ook kinderen die als gevolg van aids wees zijn geworden. Zij kunnen lang niet altijd worden opgevangen door familieleden, zodat ze er alleen voor staan en hulp nodig hebben op allerlei gebieden. Een andere door de aidsepidemie zwaar getroffen groep zijn vrouwen en meisjes tussen de 15 en 24 jaar. In Sub-Sahara Afrika krijgen vooral zij hiv, door onwetendheid, onmondigheid of seksueel geweld. Daarom is het ook belangrijk om mannen en jongens bij de oplossing van dit probleem te betrekken.
Het rapport 'Children and AIDS: The Fourth Stocktaking Report 2009' is het vierde rapport van UNICEF, UNAIDS en andere partners. De organisaties zijn in 2005 de beweging 'Unite for Children, Unite against AIDS' gestart om ervoor te zorgen dat hulp aan kinderen die het slachtoffer zijn van de aidsepidemie wereldwijd prioriteit krijg. De rapporten laten zien welke resultaten er op dit terrein zijn geboekt.