De Jager: Meer dan 1 miljard euro buitenlands vermogen ingekeerd
Nieuwsbericht | 01-12-2009 | Uitvoering
Meer dan 4400 zwartspaarders hebben dit jaar per 1 december ruim 1
miljard euro aan vermogen op buitenlandse spaarrekeningen bij de
fiscus gemeld.
Staatssecretaris Jan Kees De Jager is blij met deze spijtoptanten en
verwacht voor het eind van dit jaar nog een flinke hausse aan extra
inkeerders. "De inkeerregeling wordt per 1 januari 2010 versoberd,
terwijl de boete voor niet-inkeerders afgelopen juli al naar 300% is
verhoogd. Verder weten deze belastingplichtigen dat Nederland
inmiddels met veel belastingparadijzen een belastingverdrag heeft
gesloten en willen ze niet langer het risico lopen tegen de lamp te
lopen bij Belastingdienst of FIOD-ECD ."
Sinds de opening van de inkeerlijn bij de Belastingdienst eind
augustus zijn er ruim 1500 telefoontjes binnengekomen. De afgelopen
maanden verschoof de meestgestelde vraag van hoe de inkeerregeling
precies werkt naar het verzoek om direct een inkeerformulier toe te
sturen. Het aantal daadwerkelijke inkeerders ligt op dit moment rond
de 50 per dag. In 2008 waren dat er nog maar enkele per dag. Uit
gesprekken met inkeerders blijkt vaak dat één van beide partners de
ander overhaalt tot inkeren. Doordat frauderen steeds minder
geaccepteerd wordt, lijkt ook de sociale druk om in te keren toe te
nemen.
De hoogte van de ingekeerde bedragen varieerde van enkele
tienduizenden euro's tot tientallen miljoenen. Bijzondere uitschieters
waren rekeninghouders met 20 miljoen euro, terwijl ongeveer 150
rekeninghouders elk meer dan 1 miljoen euro aangaven bij de
Belastingdienst.
De aanpak van zwartspaarders door staatssecretaris De Jager is
gebaseerd op drie pijlers. De eerste bestaat uit wet- en regelgeving,
waaronder het afsluiten van extra informatieuitwisselingsverdragen en
de verhoging van de boete voor niet-inkeerders naar 300 procent. De
tweede pijler bestaat uit inkeerbeleid met de inkeerregeling en de
inkeerlijn. De derde pijler wordt gevormd door de zelfstandige
controle en opsporing door de Belastingdienst en FIOD-ECD.
Ministerie van Financiën