ChristenUnie
Bijdrage Esmé Wiegman plenair debat over de Staat van de EU
Bijdrage Esmé Wiegman plenair debat over de Staat van de EU
dinsdag 01 december 2009 16:00
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Ook
ik had voor vandaag de woorden voorbereid: ''Vandaag treedt het
Verdrag van Lissabon in werking.'' Natuurlijk is dat een mooi moment
om de Staat van de Unie te behandelen. Na jarenlange slepende
discussies over de instituties zal het nu veel meer over inhoud moeten
kunnen gaan, hoewel er op dit moment nog steeds wat onduidelijkheid is
over de vraag op welke wijze de nieuwe functies en rollen in de
praktijk gaan werken. Toen de commissie vorige week op bezoek was in
Spanje, in het kader van het aanstaande Spaanse voorzitterschap,
hebben wij de volgende casus in het midden gegooid. Stel dat Rusland
binnenkort de gaskraan dichtdraait, wie gaat er dan op bezoek? De heer
Van Rompuy, mevrouw Ashton, de heer Zapatero of mevrouw Merkel? Ik
vraag de staatssecretaris om vandaag eens op deze casus in te gaan.
Het afgelopen jaar stond in het teken van de financiële crisis. Naast
veel discussie, heeft dit gelukkig tot voorstellen geleid voor
verbetering van het financiële toezicht. Voor de ChristenUnie wordt
het komend jaar het jaar van de nieuwe maatstaven in de economische
orde. De gezondheid van de Europese economie moet niet slechts worden
gemeten op basis van het bruto nationaal product. Ook schone lucht,
goed onderwijs en fatsoenlijke werkomstandigheden zijn waardevol. De
Nederlandse overheid dient een voortrekkerspositie in te nemen om dit
nationaal en mondiaal te verankeren. Nederland kan als voorbeeld- en
testland functioneren en daarnaast zijn invloed in de Europese Unie
optimaal gebruiken, zodat die mondiaal deze kar trekt. Een duurzame
wereldhandel past prima in dat pleidooi. Ik vraag in dat kader
aandacht voor de EPA's. Nog vaak hoor ik namelijk de klacht dat Afrika
in woorden vrije toegang tot onze markt krijgt, maar dat feitelijk de
Europese Unie toegang krijgt tot de markten daar en de redelijk
koopkrachtige markten van de grote steden afroomt met haar
exportproducten, terwijl de lokale rurale economie er het nadeel van
ondervindt. Het kabinet meldt in de Staat van de Unie een krachtige
inzet, maar ik vraag en verwacht dat de inzet van het kabinet is
gericht op het rechtzetten van deze onrechtvaardige verhoudingen. Het
Spaanse voorzitterschap wil komend jaar meer aandacht besteden aan
gemarginaliseerde groepen, zoals de Roma. Er is daarbij nog veel winst
te behalen in afstemming, het delen van goede voorbeelden en
monitoring, ook nadat landen met veel Roma binnen de landsgrenzen zijn
toegetreden. Daarom bied ik de voorzitter hierbij een notitie aan, met
een aantal concrete voorstellen waarop ik graag een reactie van de
regering zou willen ontvangen. Aanvullend hierop maak ik nog twee
opmerkingen over de Roma. Minister Verhagen heeft in zijn
mensenrechtennotitie expliciet aandacht aan de Roma geschonken. Ik heb
daarvoor heel veel waardering. Het zou de ChristenUnie heel wat waard
zijn als vervolgens ook geld uit een mensenrechtenfonds beschikbaar is
voor de Roma. Is dat het geval? Daarnaast is het van belang dat de
nieuwe eurocommissaris voor Fundamental Rights zich expliciet gaat
richten op de Roma. Mijn vraag is of de Nederlandse regering bereid is
om zich hiervoor in te zetten. Natuurlijk ligt hier ook een mooie taak
voor de leden van het Europees Parlement. Ik wil vandaag verder
aandacht vragen voor de situatie in Wit-Rusland, in het bijzonder voor
de oprichtingspogingen van de partij Belarusian Christian Democracy.
De oprichters en nieuwe leden van de partij worden geïntimideerd. Dat
is begonnen direct nadat de EU de sancties tegen Wit-Rusland heeft
opgeschort. Het lijkt erop dat Wit-Rusland een spelletje speelt met de
Europese Unie. In de tijd vóór een belangrijk besluit van de EU houden
de autoriteiten zich rustig, om na dat besluit meteen weer over te
gaan tot repressie. Volgens onze contacten in Wit-Rusland is dit de
gebruikelijke procedure. Daarom vraag ik in hoeverre het mogelijk is
om bij dit soort signalen meteen weer nieuwe sancties in te voeren, in
plaats van te wachten op een nieuw besluit van de Europese leiders, op
een moment dat het onderwerp weer eens geagendeerd staat. Tot slot:
vandaag treedt het Verdrag van Lissabon in werking. Met een nieuwe
commissie subsidiariteit in het parlement, een parlementair
behandelingsvoorbehoud en de mogelijke inzet van een gele of oranje
kaart, is de positie van ons nationale parlement versterkt. Onze
regering en Brussel kunnen rekenen op een stevige rol van het
Nederlandse parlement in het Europese beleid.
Tags
Esmé Wiegman