Rijksvoorlichtingsdienst
GEZONDERE WERKPLEK VOOR HORECAPERSONEEL
De invoering van de rookvrije horeca heeft geleid tot een aanzienlijke verbetering van de luchtkwaliteit in horecagelegenheden. Zo is de concentratie fijn stof na de invoering negen keer lager dan daarvoor. Hiermee heeft de rookvrije horeca een positieve invloed gehad op de blootstelling van horecamedewerkers en bezoekers aan tabaksrook, met name als het gaat om bijvoorbeeld mensen met longaandoeningen. Ook heeft het rookverbod in de horeca geleid tot een toename van het aantal succesvolle stoppogingen onder rokers. Dat blijkt uit de rapportage 'Eén Jaar Rookvrije Horeca' die minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
De circa 300.000 werknemers in de horeca hebben nu dus een gezondere werkplek dan voor de invoering van de rookvrije horeca. Een groot deel van de horecaondernemingen heeft inmiddels aanpassingen gedaan om een plek te bieden waar rokers kunnen roken. Zo beschikt 72% van de horecagelegenheden over een rookvoorziening (binnen en/of buiten). In opdracht van minister Klink onderzoeken TNO en RIVM momenteel of innovatieve ventilatietechnieken een gelijkwaardig alternatief kunnen bieden voor een afgesloten rookruimte. Dit biedt mogelijk kansen voor kleine horecagelegenheden die minder mogelijkheden hebben om een afgesloten rookruimte te creëren. De VWA (Voedsel- en Warenautoriteit) zal niet handhaven in kleine horecagelegenheden totdat de uitkomst van deze onderzoeken bekend is.
De naleving van de rookvrije horeca is in het algemeen hoog. Bij cafés en discotheken ligt de naleving lager. Dit komt uiteraard door de rechterlijke uitspraken over horecagelegenheden zonder personeel en het tijdelijk opschorten van de handhaving voor deze groep.
Verder blijkt uit de rapportage dat horecaondernemingen met een rookvoorziening vergelijkbare omzetontwikkelingen ervaren ten opzichte van horecagelegenheden zonder rookvoorziening. Ook het aantal werknemers of de grootte in oppervlakte van de horecagelegenheid houdt geen verband met de omzetontwikkelingen. De stijging van het aantal faillissementen in de horeca is vergelijkbaar met die in andere sectoren en lijkt dus meer samen te hangen met de recessie dan met de invoering van het rookverbod.
Als gekeken wordt naar de cafés, meldt meer dan de helft geen knelpunten rond de invoering van het rookverbod. In 2008 was dat nog slechts 27%. Verder is opvallend dat in de zomer van 2009 een kleiner percentage cafés een omzetdaling meldt dan eind 2008 het geval was.
-0-0-0-
RVD Mediafeed