Federatie Fidin


PENSIOENVISIE

Naar de verbetering van de advieskwaliteit en
begrijpelijkheid van pensioenen

Amersfoort, november 2009
Postbus 630, 3800 AP Amersfoort - Stadsring 201, 3817 BA Amersfoort tel. 033-4643108, info@federatiefidin.nl, www.federatiefidin.nl, KvK 32145174
1





Inhoud


1. Inleiding..........................................................................................................................3
2. Verbeteren van de begrijpelijkheid van premieovereenkomsten....................................4
2.1 Aanscherpen eisen deskundigheid en zorgplicht adviseurs....................................5
2.2 Verbeteren transparantie collectieve pensioenen....................................................6 2.3 Betere bescherming werknemer met premieovereenkomst op basis van beleggingen.........................................................................................................................8 2.3.1 Recht op uitleg regeling..................................................................................8 2.3.2 Recht op garantie bij premieovereenkomsten.................................................9 2.3.3 Staffel..............................................................................................................9
3. Verbreden pensioenkennis bij jongeren........................................................................10
4. Verbreding en verdieping pensioenkennis bij personeelsfunctionarissen....................11
5. Verhoging AOW-leeftijd en pensioenopbouw.............................................................11

Postbus 630, 3800 AP Amersfoort - Stadsring 201, 3817 BA Amersfoort tel. 033-4643108, info@federatiefidin.nl, www.federatiefidin.nl, KvK 32145174 2






1. Inleiding

Werknemers beschouwen pensioen als een belangrijke arbeidsvoorwaarde. Toch weten werknemers en werkgevers doorgaans niet veel van hun pensioenregeling af. Vaak heerst de gedachte dat het pensioen wel goed geregeld is. Aan het begrip pensioen is nog steeds een bepaald gevoel van zekerheid verbonden. Door de huidige kredietcrisis en de problemen die daardoor zijn ontstaan bij de pensioenfondsen, ontstaat er momenteel meer bezorgdheid over het pensioen en neemt het zekerheidsgevoel af. Uit onderzoek van de Stichting Pensioenkijker blijkt dat 50 procent van de Nederlanders nauwelijks inzicht heeft in het inkomen na pensionering.

In de afgelopen maanden is duidelijk geworden, dat de hoogte van het op te bouwen pensioen minder zeker lijkt te zijn voor deelnemers in een pensioenregeling dan doorgaans gedacht.
Van deze deelnemers bouwt circa 700.000 hun (aanvullend) pensioen op via een premieovereenkomst op basis van beleggingen. Voor ruim de helft van deze groep verzekerden geldt dat er geen garantie is voor een bepaalde uitkomst van de regeling, omdat dit geheel afhankelijk is van de beleggingsresultaten.

Werknemers met een premieovereenkomst op basis van beleggingen hebben in de afgelopen periode te maken gekregen met een forse daling van het opbouwde kapitaal. Deze daling wordt veroorzaakt door onder andere:

- dalende beurskoersen;

- dat er onvoldoende premie beschikbaar is voor daadwerkelijke pensioenopbouw;

- hoge kosten in de beleggingsfondsen die mogelijk gedurende de looptijd van de pensioenovereenkomst zijn toegenomen.

Van belang is dat er voor de toekomst verbeteringen worden bewerkstelligd, zodat premieovereenkomsten op basis van beleggingen maximaal begrijpelijk zijn voor werkgevers én werknemers.

Met de invoering van de Pensioenwet is in de afgelopen jaren veel regelgeving van kracht geworden ten aanzien van informatievoorziening en transparantie aan de deelnemers in een pensioenregeling. Deze regels hebben momenteel hun uitwerking in de praktijk.

Postbus 630, 3800 AP Amersfoort - Stadsring 201, 3817 BA Amersfoort tel. 033-4643108, info@federatiefidin.nl, www.federatiefidin.nl, KvK 32145174 3





Financiële dienstverleners adviseren consumenten op dit terrein. Federatie FIDIN, de belangenbehartiger van de financiële dienstverleners, wil met deze nota aanvullend een concrete bijdrage leveren aan de verbetering van de begrijpelijkheid van premieovereenkomsten op basis van beleggingen voor de werknemer en aan de verbetering van de advieskwaliteit voor deze regelingen ten behoeve van pensioenadviseurs. FIDIN stelt vast dat op dit moment de beschikbare informatie voor adviseurs verbeterd kan worden, zodat ze werknemers op een adequate wijze kunnen adviseren.

De transparantie van particuliere beleggingsverzekeringen is in de afgelopen periode sterk verbeterd door aanscherping van de regelgeving. Premieovereenkomsten zijn qua kenmerken en kosten vergelijkbaar met particuliere beleggingsverzekeringen. FIDIN acht het onder andere van belang, dat de tot stand gebrachte verbeteringen voor particuliere beleggingsverzekeringen nu ook op vergelijkbare wijze worden toegepast ten aanzien van premieovereenkomsten op basis van beleggingen. Ook doet FIDIN voorstellen om de regels aan te scherpen voor deskundigheid en zorgplicht van de adviseur, een betere bescherming van de werknemer bij premieovereenkomsten en een verbreding en verdieping van de kennis van pensioenen.
Tenslotte gaat FIDIN in op de actuele discussie over de verhoging van de AOW-leeftijd en de gevolgen voor aanvullende pensioenen. De visie van FIDIN heeft als doel een bijdrage te leveren aan een verbetering van de advieskwaliteit van premieovereenkomsten c.q. pensioenregelingen.


2. Verbeteren van de begrijpelijkheid van
premieovereenkomsten

Premieovereenkomsten op basis van beleggingen zijn aan te merken als ingewikkelde pensioenregelingen, die voor een werknemer niet gemakkelijk te begrijpen zijn. Op grond van de Pensioenwet is de informatievoorziening aangescherpt. Werknemers die deelnemen in een premieovereenkomst, moeten jaarlijks worden geïnformeerd over de opgebouwde pensioenaanspraken en de te bereiken pensioenaanspraken.

In de praktijk constateert FIDIN dat deze aanscherping van informatieverplichtingen nog niet heeft geleid tot een beter begrip van deze regelingen. Ook de advisering van premieovereenkomsten moet verbeterd worden, zodat zowel de werkgever als de werknemer een premieovereenkomst kunnen begrijpen. Volgens FIDIN is verbetering van de begrijpelijkheid van premieovereenkomsten te bereiken door verschillende maatregelen:

- aanscherping van de eisen voor de deskundigheid en zorgplicht van de adviseur;
- verbetering van de transparantie van kosten en opbrengsten van collectieve pensioenen;

- verbetering van de positie van een werknemer die deelneemt in de pensioenregeling.

Postbus 630, 3800 AP Amersfoort - Stadsring 201, 3817 BA Amersfoort tel. 033-4643108, info@federatiefidin.nl, www.federatiefidin.nl, KvK 32145174 4






2.1 Aanscherpen eisen deskundigheid en zorgplicht adviseurs

Het pensioenproduct `premieovereenkomst op basis van beleggingen' is een complex product. Als een bedrijf voor dit ingewikkelde product kiest, is het van belang dat zowel de werkgever als de werknemer hierover een goed advies krijgen. FIDIN vindt dat de advisering ertoe moet bijdragen, dat het product zo transparant mogelijk is voor beide partijen. Zowel de werkgever als de werknemer moeten een goed en betrouwbaar beeld hebben van het ambitieniveau van een premieovereenkomst. Een werkgever dient een reëel beeld te hebben van de kwaliteit van de regeling, en daarmee van de daadwerkelijke pensioensituatie per medewerker gedurende de looptijd van de premieovereenkomst. Een werknemer dient dit inzicht eveneens te hebben, toegespitst op zijn individuele situatie en rekeninghoudend met zijn toekomstige pensioensituatie. Dit vraagt, naar de overtuiging van FIDIN, om specifieke eisen aan de deskundigheid en de zorgplicht van de adviseur.

In de Wet op het financieel toezicht (Wft) zijn de eisen met betrekking tot de deskundigheid en zorgplicht van de adviseur opgenomen. Pensioenadviseurs zijn op dit moment op grond van de geldende regelgeving vakbekwaam voor de advisering van collectieve pensioenen, als zij voldoen aan de in het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo art. 5) genoemde eindtermen voor levensverzekeringen (Bgfo, onderdeel 5 van bijlage B).

FIDIN concludeert dat de eindtermen voor levensverzekeringen te beperkt zijn en niet aansluiten bij de advisering van pensioenen, waaronder in het bijzonder voor de premieovereenkomsten op basis van beleggingen. FIDIN wijst op het probleem, dat het Bgfo, artikel 5 geen rekening houdt met het wezenlijke uitgangspunt dat bij de advisering van een pensioenverzekering twee belanghebbende partijen betrokken zijn; de werkgever én de werknemer. Anderzijds hebben vergunninghouders die zich niet begeven op het terrein van pensioenen, een onnodig zwaardere belasting om te voldoen aan de wettelijke eisen voor permanente educatie.

Voorstel 1
Omdat de regelgeving ten aanzien van deskundigheid te beperkt is, bepleit FIDIN dat in zelfregulering eisen voor deskundigheid geformuleerd worden. Nieuwe eindtermen voor deskundigheid dienen aan te sluiten op de daadwerkelijke inhoud van de advisering van collectieve pensioenen. Bij de formulering van de eindtermen moet volgens FIDIN, recht worden gedaan aan de situatie dat de positie van de werkgever én werknemer op gelijke wijze worden gewaarborgd.
De eindtermen moeten zo mogelijk in samenspraak met het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD) geformuleerd worden. Daarbij moet in een model uitgewerkt worden, op welke wijze de vastgestelde eindtermen vertaald worden in opleidingen alsook de uitvoering hiervan.

FIDIN stelt dat adviseurs die werkgevers en/of werknemers adviseren ten aanzien van collectieve pensioenen, tijdig moeten voldoen aan relevante toetstermen voor permanente educatie om hun specifieke deskundigheid op peil te houden. Postbus 630, 3800 AP Amersfoort - Stadsring 201, 3817 BA Amersfoort tel. 033-4643108, info@federatiefidin.nl, www.federatiefidin.nl, KvK 32145174 5





Voorstel 2
FIDIN acht het van belang dat de markt krachtig zal bevorderen, dat pensioenadviseurs voldoen aan de bovenwettelijke opleidingseisen. De verantwoordelijkheid van de mark moet worden onderbouwd met een personenregister voor pensioenadviseurs en een persoonlijke registratie van permanente educatie. Mogelijk kan het reeds bestaande RPA- register (Register Pensioenadviseurs) als basis dienen voor zelfregulering. De erkenningsregeling RPA stelt specifieke eisen aan pensioenadviseurs ten aanzien van deskundigheid, betrouwbaarheid en integriteit, zoals vastgesteld door de Stichting Assurantie Registratie (SAR). Pensioenadviseurs die voldoen aan deze erkenningsregeling, mogen een erkende titel voeren en voldoen al per definitie aan de hoge deskundigheidseisen. In overleg met het CDFD en mogelijk de SAR moeten de nieuw te formuleren eindtermen opgesteld worden. Eveneens zal een opleidingsprogramma worden opgesteld voor bestaande pensioenadviseurs, die zich willen laten bijscholen op het niveau van de nieuw vastgestelde eindtermen. Register Pensioenadviseurs kunnen volgens FIDIN worden vrijgesteld voor de opleidingsinitiatieven in het kader van zelfregulering. Een overgangssituatie moet in het nog te formuleren opleidingsmodel gedefinieerd worden voor adviseurs die in de praktijk al als gespecialiseerd pensioenadviseur aan het werk zijn.

Voorstel 3
Bij de pensioenregeling zijn twee partijen betrokken: de werkgever en de werknemer. Omdat beide partijen recht hebben op een adequate advisering, is FIDIN van mening dat in de uitvoeringsovereenkomst opgenomen moet worden, dat de werkgever verantwoordelijk is voor een adequate voorlichting naar de werknemer. De werkgever kan zich bij de invulling van deze verantwoordelijkheid laten bijstaan door een adviseur.

2.2 Verbeteren transparantie collectieve pensioenen

FIDIN constateert dat de huidige wetgeving voor pensioenen met een beleggingskarakter, onvoldoende transparantie vereist ten aanzien van de kosten en opbrengsten. Adviseurs die aan hun zorgplicht voldoen, behoren noodzakelijkerwijs te beschikken over kosteninformatie om een betrouwbaar en gedegen advies te kunnen geven. Deze kosteninformatie moet volgens FIDIN dan ook beschikbaar zijn, voorafgaand aan het sluiten van de premieovereenkomst op basis van beleggingen. Adviseurs moeten de werknemer op grond hiervan duidelijk kunnen aangeven, welk deel van de premie bestemd is voor de pensioenopbouw, en wat het pensioenresultaat is dat naar verwachting bereikt kan worden op basis van de prestaties van de fondsen, waarin wordt belegd. Omdat, zoals eerder aangegeven, genoemde premieovereenkomsten nagenoeg volledig vergelijkbaar zijn met een particuliere beleggingsverzekering, vindt FIDIN dat de verplicht te verstrekken informatie over kosten, risico's en rendementen, op exact dezelfde wijze moet plaatsvinden, volgens vergelijkbare wettelijke regels. Deze regels moeten aansluiten op de regelgeving in het Bgfo (Bgfo art. 59a) ten aanzien van kostentransparantie. Dit betekent concreet volgens FIDIN, dat voor premieovereenkomsten op basis van beleggingen transparantie gegeven moet worden ten aanzien van: Postbus 630, 3800 AP Amersfoort - Stadsring 201, 3817 BA Amersfoort tel. 033-4643108, info@federatiefidin.nl, www.federatiefidin.nl, KvK 32145174
6





a. de hoogte van de risicopremies; niet alleen op moment van deelname aan de regeling via de startbrief, maar ook het verloop ervan gedurende de looptijd van de pensioenverzekering;
b. de kosten en prestaties van de beleggingsfondsen, waarin pensioenpremies kunnen worden belegd (factsheets vergelijkbaar met individuele beleggingsverzekeringen);
c. het deel van de pensioenpremie dat jaarlijks daadwerkelijk wordt belegd na aftrek van kosten en eventuele risicopremies; d. een jaarlijkse prognose van het eindkapitaal op basis van het pessimistische en het historische rendementspercentage;
e. het naar verwachting te behalen eindkapitaal op de pensioendatum (op basis van 4 procent) in geval van beëindiging van de premieovereenkomst en de naar verwachting aan te kunnen aankopen pensioenuitkering op basis van de geldende tarieven van de pensioenuitvoerder op het moment van verstrekken van het Uniform Pensioenoverzicht (UPO).

Het ministerie van Financiën is van oordeel dat een collectieve pensioenregeling behoort tot de complexe producten. Dit betekent dat de transparantieregelgeving van toepassing is ten aanzien van collectieve pensioenen. Het gevolg is dat beloningstransparantie moet worden gegeven aan de werkgever.

Voorstel 4a
De verplicht te verstrekken informatie over kosten, rendementen en risico's voor een premieovereenkomst, moet volgens FIDIN gelijk zijn aan de verplicht te verstrekken informatie over een particuliere beleggingsverzekering. Het betreft informatie voorafgaand aan de totstandkoming van de pensioenregeling en tijdens de looptijd van de regeling. Aanpassing van de regelgeving is nodig om extra informatie ten aanzien van de kosten voor premieovereenkomsten inzichtelijk te maken, zodat een adviseur hierover in de advisering transparant kan zijn naar de werkgever en de werknemer. FIDIN is van mening dat de geldende regelgeving voor particuliere beleggingsverzekeringen hiervoor het uitgangspunt moet zijn. Daartoe moet artikel 59a van het Bgfo aangepast worden, zodat kostentransparantie niet alleen verplicht is richting de consument, maar ook richting de cliënt.

Postbus 630, 3800 AP Amersfoort - Stadsring 201, 3817 BA Amersfoort tel. 033-4643108, info@federatiefidin.nl, www.federatiefidin.nl, KvK 32145174
7





Voorstel 4b
Beloningstransparantie moet wettelijk gezien schriftelijk gegeven worden vóór het tekenen van de uitvoeringsovereenkomst aan de werkgever.
De werknemer moet geïnformeerd worden over de totale uitvoeringskosten van een premieovereenkomst. Dit zijn de kosten van de verzekeraar en de adviseur. De kostentransparantie aan de werknemer moet overeenkomen met de kostentransparantie in de startbrief. Indien ervoor wordt gekozen de beloning van de adviseur transparant te maken naar de werknemer bij in het verleden afgesloten premieovereenkomsten, moet een juist bedrag worden getoond. Als dit niet mogelijk is voor een verzekeraar, zal de pensioenverzekeraar het bedrag in een te verstrekken Model 3 (naar analogie van de modellen De Ruiter) weg moeten laten. Dat betekent dus dat in een op te nemen post `kosten bemiddelaar' in analogie met de modellen 3, voor individuele beleggingsverzekeringen de exacte provisie moet worden getoond, zodat er geen verwarring bestaat over de beloning van het intermediair richting de werknemer. FIDIN bepleit de informatie over kostentransparantie voor de werknemer in het jaarlijks te verzenden UPO op te nemen, of als bijlage hierbij te verstrekken. Dit is van belang om deelnemers in een pensioenregeling op eenduidige momenten zo compleet mogelijk te informeren.

2.3 Betere bescherming werknemer met premieovereenkomst op basis van beleggingen

FIDIN stelt dat een premieovereenkomst een ingewikkelde regeling is, die voor de meeste werknemers niet eenvoudig te doorgronden is. Veel werknemers hebben bij hun pensioenregeling per definitie het gevoel dat het goed geregeld is. Bij een premieovereenkomst is er echter geen zekerheid over de pensioenuitkering, omdat het beleggingsrisico direct voor rekening van de werknemer komt. Doorgaans is een werknemer zich hiervan totaal niet bewust.
Een premieovereenkomst vraagt van een werknemer actieve betrokkenheid en kennis van de risico's van beleggen. Van werknemers met een premieovereenkomst wordt verlangd, dat zij afwegingen en keuzes kunnen maken die de pensioenopbouw verstrekkend kunnen beïnvloeden. Een werknemer moet fondsen onderling kunnen vergelijken op basis van kosten en rendementen en beleggingsvoorwaarden, en moet kunnen doorzien wat lifecycle beleggen inhoudt en welke (on)zekerheid dit biedt in relatie tot zelfstandig beleggen.

2.3.1 Recht op uitleg regeling
Een werknemer is, volgens FIDIN, zelf doorgaans niet in staat de pensioenregeling goed te doorgronden. Daarom zal de adviseur van de werkgever ook richting de werknemers de taak moeten hebben, om op goede uitleg te geven over de pensioenovereenkomst. De adviseur zal daarbij moeten wijzen op de eigen verantwoordelijkheid van werknemers bij premieovereenkomsten.
Indien de werkgever kiest voor een extra complex product als een premieovereenkomst, moet dit gepaard gaan met extra waarborgen ten aanzien van een goede communicatie aan de werknemers.
Postbus 630, 3800 AP Amersfoort - Stadsring 201, 3817 BA Amersfoort tel. 033-4643108, info@federatiefidin.nl, www.federatiefidin.nl, KvK 32145174
8





2.3.2 Recht op garantie bij premieovereenkomsten
Een werknemer met een premieovereenkomst moet, naar de opvatting van FIDIN, altijd kunnen kiezen om het pensioenkapitaal te beleggen met een vorm van garantie.

2.3.3 Staffel
FIDIN constateert dat een werknemer doorgaans niet bekend is met het bestaan van een fiscale staffel, die bij toepassing bij de gehele duur van de premieovereenkomst overeenkomt met de opbouw van een middelloonregeling met een opbouwpercentage van 2,25 procent per dienstjaar. In de praktijk komen afgeleide, lagere staffels voor. Een werknemer kan hiervan doorgaans niet de consequenties, een lagere pensioenopbouw, overzien.
FIDIN is daarom van mening, dat werknemers zich meer bewust moeten worden dat niet altijd de volledige premie wordt belegd, maar dat ook een percentage bestemd kan zijn voor de uitvoering van de pensioenregeling.

In sommige gevallen wordt de premie ook voor risicodekking aangewend. Met oplopende risicopremies gedurende de looptijd van de premieovereenkomst, kan het investeringsdeel van de premie fors afnemen, zonder dat een werknemer hiervan weet. FIDIN stelt vanuit de praktijk vast, dat het hanteren van staffel III onduidelijk is voor de werknemer en dat deze staffel daarom slechts onder voorwaarde toegepast mag worden. Het probleem van staffel III is, dat bij het gebruik van een lagere afgeleide van deze staffel voor de opbouw van een ouderdomspensioen en een volledig nabestaandenpensioen, de beschikbare premie voor een belangrijk deel gebruikt wordt voor het nabestaandenpensioen, waardoor er uiteindelijk onvoldoende ouderdomspensioen wordt opgebouwd. FIDIN stelt daarom als voorwaarde dat alleen bij gebruik van de maximale staffelpercentage, staffel III kan worden toegestaan.

Voorstel 5a
Werknemers die deelnemen in een premieovereenkomst, moeten volgens FIDIN het recht hebben zich goed te laten voorlichten over het karakter van de regeling door de adviseur van de werkgever. De adviseur moet de werknemer wijzen op de eigen verantwoordelijkheid van de werknemer voor de regeling.

Voorstel 5b
De Pensioenwet moet volgens FIDIN aangepast worden ten aanzien artikel 52, waarin de zorgplicht van de pensioenuitvoerder is geregeld bij premieovereenkomsten. Een werknemer moet altijd de mogelijkheid hebben om te kiezen voor het beleggen van de pensioenpremie in een garantiefonds bij de pensioenuitvoerder.

Postbus 630, 3800 AP Amersfoort - Stadsring 201, 3817 BA Amersfoort tel. 033-4643108, info@federatiefidin.nl, www.federatiefidin.nl, KvK 32145174
9





Voorstel 5c
FIDIN vindt dat de pensioenuitvoerder/adviseur werknemers met een premieovereenkomst moet informeren over het bestaan en de werking van de fiscale staffel en de werking van de gekozen staffel in de eigen premieovereenkomst in relatie tot de fiscale staffel. Staffel III, waarbij uit de premie naast de kosten voor de pensioenregeling, ook de premie voor het nabestaanden- en arbeidsongeschiktheidspensioen wordt onttrokken, mag slechts worden toegestaan als de volledige staffelpercentages worden gehanteerd. Alleen op deze wijze is te voorkomen, dat de pensioenopbouw onvoldoende zal blijken te zijn op de pensioendatum.

3. Verbreden pensioenkennis bij jongeren

De meeste mensen maken zich op jonge leeftijd in het geheel niet druk over hun pensioen. Pensioen roept bij velen de gedachte op dat het iets is voor later. De groep die zich wel druk maakt over het pensioen, groeit overigens wel, maar moet nog verder groeien. Pensioenuitvoerders en adviseurs moeten het, volgens FIDIN, gezamenlijk tot hun taak rekenen om zich concreet in te spannen om de belangstelling én interesse voor pensioen bij mensen op jongere leeftijd te vergroten. `Pensioen is iets voor later' moet veranderen in `Pensioen is iets voor nu'.
Het moet veel zichtbaarder zijn, dat pensioentekorten voor een belangrijk deel voorkomen kunnen worden door het treffen van maatregelen op jongere leeftijd. Werknemers moeten zich bewust zijn, welk bedrag voor de pensioendatum noodzakelijk bijeengespaard moet worden, om in aanvulling op de AOW recht te hebben op een pensioenuitkering op een modaal of een hoger niveau.
Ook moet relevante kennis overgebracht worden bij jongeren die de arbeidsmarkt betreden, over de soorten pensioenregelingen, rechten en plichten van werkgevers/werknemers, gevolgen voor pensioen bij verandering van baan, etc.

Voorstel 6
Interesse en kennis van pensioen moet volgens FIDIN aan jongeren overgebracht worden door:

- Financiële educatie in het middelbaar onderwijs verplicht te stellen (onder andere bij vakken als Management en Organisatie/Economie en Maatschappijwetenschappen). Interesse en kennis van pensioen moet overgebracht worden op diverse niveau's van het middelbaar onderwijs:
- de verzekeringsbranche direct bij deze scholingsprogramma's te betrekken;
- het uitzenden van Postbus 51-reclame met concrete voorbeelden van mensen die hun pensioen niet goed/tijdig hebben geregeld; Spotjes die cijfermatig aantonen welk bedrag gespaard moet worden voor een modaal- c.q. middeninkomen na pensionering, rekeninghoudend met de AOW- uitkering. Tot op heden heeft een werknemer hiervan geen enkel idee. Van groot belang is het dan ook om dit inzichtelijk te maken.

Postbus 630, 3800 AP Amersfoort - Stadsring 201, 3817 BA Amersfoort tel. 033-4643108, info@federatiefidin.nl, www.federatiefidin.nl, KvK 32145174
10





4. Verbreding en verdieping pensioenkennis bij
personeelsfunctionarissen

FIDIN bepleit dat binnen bedrijven de kennis over pensioenen bij de personeelsfunctionaris op een hoger niveau wordt gebracht. Van personeelsfunctionarissen en -managers mag daarbij ten minste verwacht worden, dat zij beschikken over actuele pensioenkennis om het eerste aanspreekpunt te zijn voor de medewerkers en de pensioenadviseur. De personeelsfunctionaris dient juiste informatie te kunnen verstrekken over de geldende of een in te voeren nieuwe pensioenregeling. De personeelsfunctionaris moet de pensioendocumenten begrijpen en uit kunnen leggen aan de werknemers. De pensioencommissie van de Sociaal Economische Raad (SER) heeft in 2008 op basis van gesprekken met werkgevers geconcludeerd, dat op afdelingen personeelszaken de aandacht voor pensioen en de kennis van pensioenzaken in verband met de arbeidsrelatie versterking behoeft.

Voorstel 7
In de opleidingsprogramma's van afstudeerrichtingen Personeel & Organisatie moet volgens FIDIN dan ook op een gedegen wijze aandacht worden besteed aan pensioenkennis, en daarbij nadrukkelijk aan de toepassing van deze kennis in de praktijk. In overleg met hbo- en mbo-instellingen moet bekeken worden op welke punten verbeteringen nodig zijn. Het opleidingsniveau van de personeelsfunctionaris op hbo- niveau dient een afgeleide te zijn van het deskundigheidsniveau van de pensioenadviseur. Overleg tussen onderwijs en bedrijfstak moet geïnitieerd worden om deze kwaliteitsverbetering te bewerkstelligen.

5. Verhoging AOW-leeftijd en pensioenopbouw

Momenteel speelt de belangrijke discussie over de verhoging van de AOW-leeftijd. Het kabinet heeft het standpunt ingenomen, dat de AOW-leeftijd verhoogd wordt naar 67 jaar. Het uitgangspunt van het kabinet is dat ook de fiscale pensioenrichtleeftijd voor de aanvullende pensioenen meebeweegt en verhoogd wordt naar 67 jaar. In dit kader is sprake van aanpassing van het zogenoemde Witteveenkader, waarin de fiscaal gefaciliteerde maximale jaarlijkse opbouwpercentages worden aangepast. De visie van het kabinet is dat er twee extra opbouwjaren tussen 65 en 67 jaar beschikbaar zijn, om hetzelfde pensioen te bereiken. Een dergelijke versobering van de pensioenopbouw betekent lagere pensioenpremies. Een lastenverlichting moet bijdragen aan het herstel van de dekkingsgraden bij pensioenfondsen en een terugkeer naar de indexering van ingegane pensioenen bij pensioenfondsen. Wetgeving op dit punt is in voorbereiding.

Postbus 630, 3800 AP Amersfoort - Stadsring 201, 3817 BA Amersfoort tel. 033-4643108, info@federatiefidin.nl, www.federatiefidin.nl, KvK 32145174
11





Vooruitlopend op het wetgevingstraject stelt FIDIN, dat een koppeling van de AOW- leeftijd aan de pensioenrichtleeftijd een brug te ver is. Het laten meebewegen van de pensioenrichtleeftijd ondermijnt de kwaliteit van pensioenregelingen en raakt werknemers met een aanzienlijk pensioentekort nog eens extra. FIDIN wijst erop dat de aanvullende pensioenen voorheen ook niet standaard de AOW- leeftijd volgden. Tot enkele jaren terug kenden diverse aanvullende pensioenregelingen de pensioenleeftijd van 62 jaar, bij een AOW-leeftijd van 65 jaar. Ten aanzien van de verhoging van de AOW-leeftijd bepleit FIDIN een flexibele AOW- leeftijd tussen de 65 en 70 jaar, waarbij voorkomen wordt dat mensen bij het uittreden op de 65-jarige leeftijd onder het bestaansminimum komen. Daarnaast zijn er aanvullende beleidsmaatregelen nodig om de inzetbaarheid van oudere werknemers tussen de 60 en 70 jaar te vergroten.

Voorstel 8
FIDIN bepleit een flexibele AOW-leeftijd tussen de 65 en 70 jaar. Daarbij is FIDIN van mening dat er geen directe koppeling behoort te zijn tussen de AOW-leeftijd en de pensioenrichtleeftijd in de aanvullende pensioenen. Langer doorwerken moet zich volgens FIDIN vertalen in een naar rato hogere pensioenopbouw. Voorkomen moet worden, dat de kwaliteit van een aanvullende pensioenregeling door een verhoging van de AOW-leeftijd wordt aangetast. FIDIN wijst verder op de complicatie, dat pensioen een (uitgestelde) looncomponent is. Hiermee is het een belangrijke arbeidsvoorwaarde, waarop niet zomaar kan worden ingegrepen ten nadele van een werknemer. In gevallen waarin er binnen bedrijven of bedrijfstakken nog sprake is van met `goud omrande regelingen', zal de oplossing voor stijgende pensioenkosten gezocht moeten worden in aanpassing van de regeling binnen dit specifieke bedrijf c.q. deze bedrijfstak. Een algehele versobering van de pensioenregelingen door een negatieve aanpassing van het Witteveenkader, acht FIDIN nadrukkelijk niet in het belang van werknemers die mogelijk een pensioenregeling hebben met een lager ambitieniveau of te maken hebben met een aanzienlijk pensioentekort.

Postbus 630, 3800 AP Amersfoort - Stadsring 201, 3817 BA Amersfoort tel. 033-4643108, info@federatiefidin.nl, www.federatiefidin.nl, KvK 32145174
12