Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Ormel over het doden van
proefdieren zonder dat deze dieren zijn ingezet voor dierproeven.
Datum 30 november 2009
Geachte voorzitter,
brief.
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Ormel (CDA) over
het doden van proefdieren zonder dat deze dieren zijn ingezet voor dierproeven
(2009Z20382).
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Ormel over het doden van
proefdieren zonder dat deze dieren zijn ingezet voor dierproeven.
(2009Z20382)
1
Hoe komt het dat in 2008 ten opzichte van 2007 14 procent meer proefdieren zijn
gedood zonder dat deze dieren zijn ingezet voor dierproeven? 1)
2
Kunt u uiteenzetten welke aantallen per diersoort zijn gedood zonder dat deze
dieren zijn ingezet voor dierproeven en wat de reden is dat deze dieren toch
gefokt zijn?
3
Bent u van mening dat het streven dient te zijn dat niet alleen het aantal
dierproeven, maar ook het totaal aantal gefokte proefdieren een dalende lijn laat
zien? Met welk beleid probeert u deze dalende lijn te bevorderen?
4
Op welke wijze gaat u vergunninghoudende instellingen aansporen om in hun
fokbeleid meer rekening te houden met de te verwachten vraag naar inzet van
proefdieren?
1 t/m 4
Tijdens de behandeling van de VWS begroting 2010 op 10 en 11 november jl. is
door mevrouw Ouwehand (PvdD) ook gevraagd naar de oorzaken van het
gestegen aantal dode en gedode `dieren in voorraad'. Ik heb aangegeven dat ik de
recente cijfers verontrustend vind. Waarschijnlijk is de voornaamste oorzaak van
de stijging de toename van onderzoek waarbij genetische modificatie wordt
toegepast. Hierbij ontstaan bij kruisingen veel proefdieren die niet de specifiek
benodigde genetische aanpassing hebben en voor dat onderzoek overtollig zijn.
Om te achterhalen in hoeverre mijn veronderstellingen ten aanzien van de
oorzaak van de groei juist zijn, dan wel of er andere verklaringen zijn, heb ik de
Centrale Commissie Dierproeven gevraagd te kijken naar de aspecten die bij het
afstemmen van vraag en aanbod in de sector een rol spelen. De commissie zal
ook kijken naar de vraag welke rol de verplichte toets door een
dierexperimentencommissie kan hebben bij het matigen van het aantal in
voorraad gedode dieren. Ook zal bezien worden of het fokmanagement van
gebruikende instellingen verbeterd kan worden. Op basis van het advies van de
Centrale Commissie Dierproeven zal ik met de sector om de tafel gaan zitten
teneinde hierover afspraken te maken. Medio 2010 informeer ik u over de
uitkomsten.
1) NOS Teletekst, 27 oktober 2009
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport